Hoofdstuk 5 Kern Kenmerkende aspecten: - Erfgoed van de klassieke oudheid Europese expansie (kolonisatie) De renaissance De reformatie De opstand Enkele moeilijke begrippen: - Reformatie Herstel van de oorspronkelijke, betere toestand. Vanaf de 16 e eeuw verzamelnaam van christelijke kerken die van de rooms-katholieke kerk zijn afgescheiden. Een ander woord voor reformatie is kerkhervorming - Humanisme Stroming onder geleerden vanaf de 15e eeuw die zich vooral kenmerkte door vernieuwde studie van de klassieke filosofie, literatuur en kunst. Een belangrijk kenmerk is de aandacht voor de vrije, autonome persoonlijkheid van de mens. Het humanisme van Erasmus heeft grote invloed gehad op de Nederlandse cultuur van gematigdheid. Belangrijke jaartallen: Tijdvak 1500 – 1600 Ontdekkers en Hervormers – vroegmoderne tijd 1453 Verovering Constantinopel = kennis komt vrij 1488 Bartholomeo Diaz = Kaap de goede hoop 1493 Columbus naar Amerika 1498 Vasco da Gama in Indië (India) 1512 Lof der Zotheid 1515 Karel V bestuurder NL 1517 Start hervormingsbeweging Maarten Luther + 95 stellingen Wittenberg 1519 Verovering Mexico door Spanje 1520 Luther uit de kerk dreiging 1530 Verovering Peru door Spanje 1555 Godsdienstvrede van Augsburg 1559 Margaretha da Palma 1566 Beeldenstorm + opkomst Calvinisme 1568 Slag bij Heiligerlee 1572 Verlies den Briel 1576 Muiten Spaanse soldaten 1584 Moord Willem van Oranje 1588 Spaanse oorlogsvloot ten onder 1596 Nederlanders op Java Belangrijk: Memento mori = Gedenk te sterven. Carpe diem = Pluk de dag Verschil Calvinisme en Lutheranisme: Calvijn vond dat je niets kon doen. Je was voorbestemd voor de hel of de hemel. Luther vond dat het geloof de mens kon redden. Calvijn vond dat vorsten niets over de kerk te zeggen mochten hebben. Luther vond dat de vorsten het geloof in hun gebied mochten regelen.