Geschiedenis samenvatting H5 Veranderd wereldbeeld H5.1 De renaissance De mens en de wereld centraal Tussen 1300 en 1600 voltrok zich in Europa een mentaliteitsverandering. In de middeleeuwen was God het belangrijkst en het leven na dood was mooier dan het leven op aarde. Memento Mori. Het was een groepsleven. In de renaissance (wedergeboorte van de klassieken) begon dit de veranderen. De mens begon zichzelf centraal te stellen, het individu en ontdekte zijn talenten. Ze kregen ook meer interesse voor het leven op aarde en de natuur. Carpe Diem. Het ideaalbeeld werd de uomo universalis, de mens die zich volledig ontplooide. Men vond nieuwe inspiratie in de cultuur van de Grieken en Romeinen uit de oudheid. Boeken van schrijvers die vergeten waren. Men zocht kennis en wijsheid waarmee ze het leven op aarde zouden kunnen verbeteren. De geleerde belangstelling voor de antieke literatuur, poëzie en geschiedenis noemen we humanisme. (Erasmus met Lof der Zotheid, had kritiek op de kerk). De mentaliteitsverandering is op allerlei manieren waar te nemen: 1) literatuur: voor leken (niet-geestelijken) was toegankelijker door literatuur in de landstaal, veel niet-religieuze onderwerpen en leken schreven zelf ook. 2) beeldende kunst: de ME veel godsdienstig en symbolisch, niet natuurgetrouw. In de renaissance veel perspectief, schaduw, natuurgetrouw, anatomie. Ook zelfportretten, naakt, andere godsdiensten. 3) politiek: in de ME had God een plan. In de renaissance handelden machthebbers in belang van de gemeenschap. Machiavellisme is een pure machtspolitiek dat het doel met alle middelen heiligt. De renaissance is de 'wedergeboorte' van de klassieke cultuur. Er geen scherpe breuk tussen middeleeuwen en renaissance, de mentaliteitsverandering vond geleidelijk plaats. Vanuit Italië verspreidde de renaissance zich naar Noord-Europa. Het geloof in God bleef echter wel degelijk bestaan, maar de mens nam een meer centralere plaats in, het was een combinatie. Het ontstaan en de verspreiding van de renaissance Er zijn een aantal oorzaken voor de verspreiding: 1) Sociaaleconomisch: in Italië waren zelfstandige stadstaten ontstaan met rijke families. Die lieten schilderijen en beelden maken om de stad zo mooi mogelijk te maken en elkaar te overtreffen. Niet alles had meer te maken met de godsdienst. 2) Cultureel: Rijke burgers in Italië voelden zich verwant met de oude Romeinse stadscultuur en gaven daarvoor de voorkeur aan kunstenaars die deze band met de oudheid gestalte gaven. Daardoor gingen kunstenaars zich meer op de antieke oudheid richten. 3) Teksten: verloren gewaande teksten van klassieke auteurs kwamen weer beschikbaar (door de Kruistochten en handelscontact met Arabieren), waardoor er weer belangstelling voor de oudheid ontstond. Deze werden vertaald. De nieuwe denkbeelden konden zich nog beter verspreiden (naar Noord-Europa) door de uitvinding van de boekdrukkunst rond 1450. Humanisme en renaissance hadden daar veel invloed op de manier waarop men tegen de kerk aankeek. Desiderius Erasmus (humanist) vertaalde het Nieuwe Testament rechtstreeks vanuit het Grieks om te zien hoeveel de kerk afweek van de oorspronkelijke leer. Hij had kritiek op de leefwijze van priesters en monniken, waar hij verandering aan wilde brengen, waarbij hij echter niet wilde dat de christelijke geloofsgemeenschap uiteen zou vallen. H5.2 Europeanen ontdekken de wereld Europa verkent de wereld In de 14e, 15e en 16e gingen de Europeanen op ontdekkingsreizen naar onder andere Afrika en Azië om nieuwe wegen naar Indië te ontdekken. Daar waren meerdere redenen voor: 1) Handelsroutes via het Aziatische vasteland (belangrijk voor specerijen: eten bewaren, smaak en medicijnen) werden minder toegankelijk door: a: ineenstorting van het Mongoolse Rijk, een einde aan ‘pax Mongolica’ . b: pestepidemie. c: het Ottomaanse Rijk, waar veel handelswegen liepen, verhoogde de handelsbelasting. 2) Het werd technisch mogelijk om zo ver te varen. Betere schepen en via de Arabische wereld kwamen er betere instrumenten beschikbaar om de positie op zee en de koers te bepalen zoals het kompas. 3) De wil van christelijke vorsten om andere volken te bekeren. Op de schepen ging een geestelijke mee, ook veel armen en soms criminelen. De leiders van de ontdekkingsreizen waren in Europa helden. Ze wilden Indië bereiken. Vasco da Gama, langs Afrika varend, slaagde daarin; anderen kwamen ergens anders terecht, zoals Columbus die Amerika ontdekte, en Willem Barentsz, die op Nova Zembla in het ijs vast kwam te zitten. Ontdekkingsreizen leverden Europa veel rijkdom en kennis op, maar tegenwoordig kijken we er anders naar door het vele geweld en de negatieve gevolgen voor de bewoners van de ontdekte gebieden. De wereld blijkt groter dan gedacht Door de ontdekkingsreizen merkten Po, Sp, Ne, En dat de wereld er anders uitzag dan gedacht, hun wereldbeeld veranderde. Veel continenten en kustlijnen werden nu pas in kaart gebracht. De binnenlanden werd toen nog niet verkend. Men beperkte zich in Azië tot het opzetten van handelsposten of bevoorradingspunten. Maar in Amerika werden grote stukken van het binnenland door conquistadores (veroveraars) zoals Cortés veroverd. Spanje en Portugal kregen ruzie over wie het recht op het land. Met het Verdrag van Tordesillas in 1494 werd het land verdeeld door een denkbeeldige lijn, Spanje kreeg het land ten westen van de Kaapverdische eilanden en Portugal de rest. Door het verdrag van Zaragoza in 1529 werd een nieuwe lijn getrokken omdat de landen weer ruzie kregen over de Molukken. Portugal kreeg de Molukken in ruil voor een financiële vergoeding. De Europeanen vonden de nieuw ontdekte culturen minderwaardig ten opzichte van de eigen cultuur. Zo ontstond de drang om vreemde volken tot het christendom te bekeren. De Spanjaarden (Cortés) traden meedogenloos op tegen de Indianen, maar er waren ook Europeanen die respect hadden voor de beschavingen van de 'nieuwe wereld' en mensen die het opnamen voor de Indianen. Er waren veel discussies over de Indianen. Het mensbeeld (manier waarop zij naar zichzelf en anderen keken) veranderde bij sommigen. De ontdekkingsreizen hadden veel gevolgen: 1) Religieus, het christendom verspreidde zich over de wereld. 2) Economisch, er ontstond een wereldeconomie, producten uit verschillende werelddelen werden uitgewisseld. Europeanen zetten handelsondernemingen op en in Amerika grote plantages. Ze kregen nieuwe producten en veel goud en zilver Europa werd schatrijk, maar dat zorgde voor inflatie. 3) Demografisch, in Amerika verdwenen hele koninkrijken door geweld en misbruik en de Indianen hadden geen afweersysteem tegen de ziekten die de Europeanen meebrachten. Door het verdwijnen van de Indianen gingen de Europeanen arbeidskrachten halen uit Afrika, zwarte slaven, om op de plantages te werk te worden gesteld. H5.3 De Reformatie Kritiek op de kerk Na een bezoek aan Rome was de monnik Luther een illusie armer en vol twijfels over de kerk. Hij dacht er religieuze toewijding aan te treffen maar de kerk was meer bezig met het verkopen van het geloof als commercieel goed, met name aflaatbrieven. Luther besloot een brief te sturen aan de plaatselijke bisschop met 95 stellingen om zijn visie weer te geven. Luther kritiek had betrekking op vier aspecten: 1) De aflaathandel: een aflaat is een papier wat je bij de kerk kan kopen en je zonden worden kwijtgescholden. Volgens Luther leidde dit af van het ware geloof. Je zonden werden vergeven als je Jezus daar om vroeg en de kerk verrijkte zichzelf alleen maar op deze manier. 2) De heiligenverering: heiligen (Maria) werden gezien als bemiddelaar tussen de gelovige en God. Er stonden veel beelden in de kerk. Maar in de Bijbel stond niets over heiligenverering. Er stond zelfs dat men geen beelden mocht maken. 3) De sacramenten: de kerk had zeven rituelen (sacramenten). Luther accepteerde als sacramenten alleen de doop, het avondmaal en de biecht, omdat die rechtstreeks te maken hadden met het verkrijgen van vergeving van zonden. 4) De organisatie van de kerk: Luther had moeite met de hiërarchie van de kerk. Hij accepteerde niet dat de paus zich een gezag toe-eigende dat alleen aan God toebehoorde: vergiffenis. De gelovige moest ook zelf op zoek naar God door de Bijbel (in landstaal) te lezen. De Reformatie in Europa De Reformatie betekent ‘hervorming’. De poging om het christelijk geloof van alle misstanden te zuiveren in de 16e eeuw. Er was al eerder kritiek op de kerk. Maar die ketters werden stevig aangepakt. Erasmus uitte zijn kritiek voorzichtig. Hij wilde een breuk binnen de kerk voorkomen. Luther de kerk van binnenuit hervormen. Rome reageerde echter afwijzend en ging Luther en gelijkgestemden uiteindelijk vervolgen. Dat leidde tot een kerkscheuring. Calvijn had ook kritiek. Luther en Calvijn verschilden in hun opvattingen van elkaar en zo ontstonden er binnen de hervormingsbeweging twee stromingen de Lutheranen en de Calvinisten (protestanten). Meer mensen verlieten de kerk en tijdens het Concilie van Trente werd besloten dat aflaten werden verboden. Ketters werden ook harder aangepakt door kerkelijke rechtbanken (inquisitie). Deze reactie van de katholieke kerk op de Reformatie wordt de Contrareformatie genoemd. De Reformatie had grote gevolgen. Het maakte veel uit of je katholiek of protestants was. De kerk was ook nauw verweven met het wereldlijk bestuur. In het Duitse Rijk, dat uit vele kleine staten bestond, werd voortaan het geloof van de vorst bepalend voor het geloof van zijn onderdanen. Frankrijk, Spanje en Oostenrijk bleven officieel katholiek. In de Scandinavische landen was het Lutheranisme de dominante godsdienst. In de Noordelijke Nederlanden kreeg het calvinisme uiteindelijk veel aanhangers. In Engeland besloot Hendrik VIII zijn eigen kerk op te richten, de Anglicaanse kerk, omdat de paus weigerde zijn huwelijk te ontbinden. De wederdopers zijn een radicale hervormingsbeweging. Ze wilden een zuivere geloofsbeleving. Sommige geloofden dat Christus zou terugkeren en de aarde zou vergaan. In 1534 namen ze met geweld de macht over in Münster. De stad werd weer heroverd en wederdopers werden vervolgd. Vanaf 1520 braken er in Europa grote oorlogen uit die tot de 17e eeuw zouden duren. Een belangrijk gevolg van de reformatie.