Geschiedenis - Scholieren.com

advertisement
Geschiedenis Hoofdstuk 4: De Koude Oorlog.
PARAGRAAF 1.1: EENSGEZINTHEID TEGEN HITLER
In de 2de wereld oorlog vochten de grootmachten: de VS, GB en de SU samen tegen Hitler. Ze overlegden
op verschillende oorlogsconfrentaties over hoe het verder moest met Duitsland:
 Jalta 1945: de leiders van de SU, de VS en de GB ontmoeten elkaar op Jalta (SU). Er werden
afspraken gemaakt over de onderverdeling van Duitsland in drie ‘zones’ en de hoofdstad Berlijn.
Aanwezigen waren:
o Stalin (SU): communistische leider van de Sovjet-Unie. Hij wou bevriende regeringen,
omdat hij bang was voor een westerse aanval, in het Westen van Europa en het
communisme invoeren.
o Roosevelt (VS): was voor een democratische regering met een zelfgekozen regering.
o Churchill (GB): wou voorkomen dat de meeste landen communistisch werden.
 Potsdam (DU) 1945: vergelijkbaar met de conferentie van Jalta, alleen waren er andere leiders:
o Stalin (SU);
o Truman (VS), verving Roosevelt: Truman was een anticommunist;
o Atlee (GB) verving Churchill
Zo Roosevelt en Stalin het nog konden vinden was nu geheel
anders, Stalin en Truman konden elkaar niet uitstaan.
Op 8 mei 1945 gaf Duitsland zich over. De ideeën van Jalta werden
uitgevoerd, Duitsland werd onderverdeelt in 4 zones: een Franse, een
Engelse, een Amerikaanse en een Russische.
In juni 1945 werden de Verenigde Naties opgericht, een organisatie die de
wereld vrede moest bewaren.
PARAGRAAF 1.2: HET WANTROUWEN GROEIT
De Relatie tussen de VS en de SU verslechterd:
 Truman en Stalin konden elkaar niet uitstaan. Truman was een vele anticommunist en liet dit dan
ook blijken;
 Truman kwam met de mede deling dat hij de atoombom zal gebruiken om de oorlog in Japan de
stoppen. Over de ontwikkeling van de bom is nooit gesproken met de Russen.
Als compensatie voor de oorlogsschade mochten de landen goederen uit hun zone in beslag nemen. Stalin
startte met een ontmanteling van de Duitse fabrieken, ook stichtte hij een sterke communistische partij op
en zorgde hij voor bevriende regeringen ten westen van de SU. Alle landen samen zouden het oostblok
vormen.
De blokvorming ontstond toen alle westerse delen zich samen gingen voegen tot één westers deel in 1947.
De relatie tussen Stalin en Truman verslechterde, zo bedacht Truman de Trumanleer. Dit hield in dat
Amerika er alles aan zal doen zodat het communisme niet uitbreide.
PARAGRAAF 1.3: EUROPA VERDEELT
Omdat Truman bang was dat arme landen sneller communistisch zouden worden bedacht zijn minister van
buitenlandse zaken Marshall, het Marshallplan: economische hulp voor alle door oorlog getroffen Europese
landen, ongeacht of ze in het Westen of Oosten lagen. Stalin verbood echter de hulp in het Oostblok en
noemde het Dollarimparilisatie, wat er op neer komt dat je met geld een grPoter imperium (=rijk) wil kopen.
Hierdoor ging de wederopbouw in het westen sneller als in het oosten. De Amerikanen hadden een eis voor
de hulp: meer Europese-samenwerking. Deze ontstond in 1951 toen de EGKS, Europese Gemeenschap voor
Kolen en Staal, werd opgericht. Een vrijhandel tussen de grondstoffen binnen verschillende landen, waar
ook Nederland en West-Duitsland toe behoorde.
Pagina 1 van 4
Geschiedenis Hoofdstuk 4: De Koude Oorlog.
In juli 1948 werd de Mark, een nieuw betaalmiddel, in West Duitsland ingevoerd. Zonder overleg met de SU.
Dit tot woede van Stalin. Hij sloot alle toegangswegen naar West-Berlijn in 1948. Er werd een luchtbrug
ingezet om de mensen toch van de voorzieningen te voorzien. In 1949 stopte Stalin met de blokaarde.
PARAGRAAF 2.1 HET IJZEREN GORDIJN
Europa werd na 1949 in tweeën gedeeld in een oosters en westers gedeelte. Over de grens van die twee lag
een ijzeren gordijn. Een muur van prikkeldraad met wachtposten. Dit leidde tot de koude oorlog, een
periode spanningen tussen de VS en de SU. Churchill had in 1946 al gewaarschuwd voor zo’n oorlog in een
uitspraak in NY.
Oosten (Oostblok), onder leiding van de
SU:
 Communisme
 Dictatuur
 Plan economie
Bang voor westerse imparalisatie
Namen vaak deel aan de Warschaupact.
Westen, onder leiding van de VS:
 Kapitalistisch
 democratisch
 Wet van vraag en aanbod
Bang voor uitbereiding communisme
Namen vaak deel aan de NAVO
Kapitalisme: economisch-systeem waarbij de economie draait om
de wet van vraag een aanbod. Rijkdom en bezit zijn belangrijke
waarden.
NAVO: opgericht: 1949. Militaire organisatie waarin westerse
landen beloofde elkaar te steunen bij een aanval
Communisme: economisch systeem waarbij de
regering een planeconomie opstelt. Een 5 jaar
programma. Gelijke kansen en klasseloze
samenleving.
Warschaupact: militair bondgenootschap
gesticht naar aanleiding van de deelname van
West-Duitsland aan de NAVO (1955).
Na de oprichting van de NAVO en de Warschaupact ontstond de bewapeningswedloop. Dit zorgde er voor
dat:
 Er meer spanning ontstond over een mogelijke atoomoorlog;
 Dat er geen oorlog uitbrak omdat ze bang waren voor elkaars wapens.
Duitsland werd in 1949 verdeelt in de BDR, Bondsrepubliek Duitsland, (westen) en DDR, Duitse
democratische Republiek (oosten). Let op: de DDR was NIET democratisch maar communistisch.
Pagina 2 van 4
Geschiedenis Hoofdstuk 4: De Koude Oorlog.
PARAGRAAF 2.2: DE BERLIJNSE MUUR
De positie tussen de regering van de DDR en BDR verslechterde toe Stalin de Belijnse muur bouwde, dit was
het enige gat in het ijzeren gordijn, je kon hier namelijk vrij van Oost naar West toe. Door het bouwen van
de muur zal dit gat gedicht worden. Dan konden slimme mensen uit de DDR tevens ook niet meer naar de
BDR gaan om daar hun geld te verdienen. In 1961 startte de bouw, omdat de muur op het grondgebied van
de DDR stond kon de BDR geen actie overwegen.
Oost-Berlijn, DDR:
 Had een sterke communistische partij, de SED.
 Het dagelijks leven werd constant in de gaten gehouden door de Stasi, een groot netwerk
verklikkers.
PARAGRAAF 2.3 DE OORLOG IN AZIË
Korea:
Korea was in de oorlog bezet door Japan. Na de oorlog werden zei weggedreven door de SU en de VS. En
werd ook Korea verdeelt in een communistisch Noorden en een Kapitalistisch zuiden. Die in 1948 ook twee
verschillende landen werden. In 1950 viel Noord-Korea, Zuid-Korea aan. De Verenigde Naties, met vooral de
VS, kwam Zuid-Korea te hulp, en probeerde eveneens Noord-Korea aan te vallen. Dit mislukte toe ook
China zich er mee ging bemoeien. Er werd besloten het land gewoon langs de 38 e breedte graad te
verdelen. In 1953 werd een vredesverdrag getekend.
China:
China was ook communistisch, dit onder leiding van Mao Zedung.
Vietnam:
In 1954 opgedeeld in een Noorden (communistisch) en een
Zuiden (kapitalistisch) onder leiding van een dictatuur.
Verschillende Noord-Vietnamezen kwamen in het zuiden in
opstand tegen de regering. De Amerikanen waren bang dat de
opstaanders zouden winnen, tevens gingen ze uit van de
dominotheorie wat in hield dat andere landen Vietnam zouden
volgen en ook communistisch zouden worden. Vanaf 1965 ging
de Amerikanen meevechten in Vietnam. Dit zorgde voor veel
buitenlandse protesten. Daarom stopte de Amerikanen in 1973 en
werd heel Vietnam communistisch.
PARAGRAAF 3.1 OP DE RAND VAN EEN ATOOMOORLOG
Cuba werd communistisch onder leiding van Fidel Castro. Cubaanse vluchtelingen vielen in 1960 onder
leiding van de VS. De aanval mislukte en Fidel Castro zocht steun bij de SU tegen een mogelijke nieuwe
aanval. De Russische leider Chroesjtsjov verleende deze steun. Zo bouwde hij geheime installaties op Cuba,
waarmee kernwapens op de VS konden worden gelanceerd. In 1962 werden de installaties door
Amerikaanse spionage vliegtuigen ontdekt. Kennedy, president van de VS, eiste dat de raketten moesten
worden verwijderd. Om eiskracht bij te zetten, zette Kennedy een blokaarde op zee met schepen, ook de
Russen stuurde schepen die aan boord ook raketten hadden. Een confrontatie lag op de loer. De Cubacrisis
(1962) liep met een sisser af toen Chroesjtsov op het laatste moment de schepen bevel gaf terug te keren.
Dan zal de VS Cuba met rust laten.
Er ontstonden verdere ontwikkelingen:
 In geheime confrantaties beloofde de VS de raketten uit Turkije, Italië en de GB weg te halen;
 Er werd een telefoonlijn aangelegd tussen de VS en SU;
 De SU en de VS startte met besprekingen over de ontwapening.
Pagina 3 van 4
Geschiedenis Hoofdstuk 4: De Koude Oorlog.
PARAGRAAF 3.2 HERVORMING IN DE SU
In 1985 werd Michael Gorbatsjov leider van de SU.
De SU had verschillende problemen:
 De SU raakte steeds verder achterop in vergelijking met West-Europa;
 Slecht functionerende plan economie;
 SU kon weinig in kopen en mensen stonden uren in de rij voor hun dagelijkse boodschappen.
Gorbatsjov zorgde voor verschillende veranderingen in de SU:
 Er moest een perestrojka komen, een economische hervorming van het communisme in Rusland,
waarbij een beperkte vorm van markteconomie was toegestaan. De vraag naar een product
bepaalde vanaf nu de prijs;
 Hij voerde ook de glasnot in, een politieke hervorming waarbij mensen voortaan vrij waren om hun
mening te geven. Zo werd ook de grondwet aangepast en kreeg de bevolking meer inspraak op
het bestuur.
De gevolgen van de veranderingen waren enorm:
 Door de markteconomie stegen de prijzen en ontstonden er (voedsel)tekorten;
 Grote ontevredenheid onder de bevolking;
 Ontstaan van economische problemen.
Door de economische problemen had de SU geen geld meer voor de oorlog met de VS. Gorbatsjov wilde
daarom ook betere samenwerking met het Westen. De VS reageerde positief. In 1987 sloten Gorbatsjov en
president Reagan een verdrag. Zo werd de hoeveelheid atoombomen sterk verminderd.
PARAGRAAF 3.3 HET OOSBLOK VALT UIT ELKAAR
Goarbatsjov zorgde dat elk land een eigen bestuur kreeg, eerder werd deze door de SU aangewezen, ook
verdwenen de meeste sovjet-troepen uit de Oostbloklanden. De bevolking greep deze kans aan om hevig
tegen de SU te demonstreren. Wat leidde tot de eerste verkiezingen in Polen en Hongarije in 1989. Doordat
Hongarije de grens tussen Oostenrijk verwijderde kwam er langzaam een opening in het ijzeren gordijn.
In de DDR gingen ook mensen de straat op. Maar de regering wou niet toegeven aan de demonstranten.
Toch greep het Russische leger niet in. Hierop besloot de regering van de DDR de grens tussen Oost en
West Berlijn open te stellen. De afbraak van de Berlijnse muur startte. De DDR stond op instorten, WestDuitsland kon alle nieuwe burgers niet opvangen. Daarom werd besloten de twee Duitslanden te
verenigen. De belangrijkste voorwaarde voor de Duitse eenwording waren:
 Democratische verkiezingen in Oost-Duitsland;
 Duitsland lid zal blijven van de NAVO.
De VS, GB, SU en Frankrijk waren voor de vereniging.
Oost-Duitsland wou bij de Bondsrepubliek horen en voerde de Mark in als betaalmiddel. In 1990 waren ze
officieel verenigd tot één Duitsland.
Burgers uit Tsjechië-Slowakije, Bulgarije en Roemenië wierpen in 1989 het communistische systeem omver.
In 1991 werd er in de SU een eigen parlement met een eigen president gekozen. In 1991 viel het uiteen in
Rusland en een aantal andere landen. Voorlopig was de VS de enige grootmacht in de wereld.
Pagina 4 van 4
Download