Hs. 2 de klassieken erfenis v/d klassieken: - woordenschat (psychologie) democratie (Athene) toneel / theater bouwstijlen organisatie stadion wetenschap (pelijk denken, geneeskunde) rechtspraak Grieken Grieken Grieken Grieken Grieken Grieken Romeinen §2.1 De polis Athene, voorbeeld voor altijd 2500 v. Chr. Democratie (atheners) Polis - griekse stadstaat, een stad met omringd land, ommuurd. Had een marktplaats/angora, minstens 1 tempel. Stad werd goed verdedigd door hoplieten (zwaarbewapende soldaten) Eerst waren dat rijke boeren, vechten ná oogsten, ook polis mee besturen. Polis (politiek): 1 leider, advies van wijze oude mannen, 1x per jaar. Belangrijke beslissingen, 5500 v. Chr. poleis overbevolkt, handel. Koning regering van aristocraten, onbetaalde leiders, alleen voor rijken (regering v/d besten) Godin Athene godin strijd / wijsheid. (helm, schild, lans) Athene beschermen, zij schonk olijfboom, rijke boeren wijn/olijven nieuwe groepen rijk/arm. In paleis 1 leider: Tiran. Eerst goed, opvolgers slecht verdreven, daarna regering van weinigen: Oligarchie. Sparta anders. Leefden geïsoleerd in midden Messenië. 725 v. chr. veroverden ze Messenië, bevolking slaven. Slaven meerderheid, opstand, Spartanen wonnen, levenswijze aanpassen. Stonden bekend om vechtlust, eigenlijk militaire dictatuur (jongens in leger) met 2 koningen, aristocratie en volksvergadering. Koningen legeraanvoerders, 9000 soldaten, ook stemmen (niet veel). Eforen = maakten samen met legeraanvoerders in Sparta de dienst uit. Athene: gelijke rechten rijk / arm, (alleen mannen) geen oligarchie, 2 tirannen, 2e Cleisthenes, 1e democratie ontstond. Ostracisme: (ostracon = scherf) elk jaar konden burgers een politiek leider 1 jaar verbannen, niet perfect, koste te veel tijd voor boeren, dus betaald, aristocraten niet blij, werden dus toch voorgetrokken. 500 v. C. Athene beheerste hele Egeïsche zee, conflict Perzische koning, oorlog Sparta / Athene, 431 v. C. afgelopen, Pericles (geliefd leider Athene) liet Athene herbouwen. dood Pericles = einde bloei Athene. §2.2 Athene, moeder der kunsten en wetenschap Grieken probeerden overal een oplossing voor te vinden. (liefhebbers=filos, wijsheid=Sofia) filosofen. Heraclitus (500 v. C.) niet 2x zelfde rivier zwemmen. Pythagoras (580/504 v. C.) a2 + b2 = c2 , alles bestaat uit getallen. Grieken maakten tempels, alles uitmeten, pilaren, geverfd, alles met katrollen, later Romeinen ook. Grieken hadden ook theater, net als wij, vraagstukken, geen vrouwen meespelen. Socrates: indringende vragen stellen, basis wetenschappelijk denken. = sofisten, nadenken over de mens zelf. Socrates werd ter dood veroordeeld, Plato borduurde verder, leerling: Aristoteles grondlegger moderne wetenschap, leermeester Alexander de Grote. Herodotus (484/425 v. C.) vriend Pericles, 1e geschiedschrijver, grondlegger vak geschiedenis, ‘’De Historiën’’ boek, intact teruggevonden, zijn info niet 100% betrouwbaar. phidias = beeldhouwer, beroemde werken. §2.3 Rome, van boerendorp tot imperium SPQN = Senatus PopulusQue Romanus/Nijmegen, Romeins symbool voor senaat en romeinse volk. (dat ze samen alles bestuurden (republiek)) 750 v. C. Rome herdersdorpje met koning, 509 tot 27 v. C. Rome republiek (5 eeuwen lang), daarna 5 eeuwen keizerrijk. herdersdorpje: taal: Latijn, goede buren, goden overgenomen: Aphrodite = Venus, Zeus = Jupiter, Ares = Mars, dorpje groeide uit tot stad, bescherming tegen Galliërs, symbool stad: Wolvin/Ro/Re. Romulus/Remus: werden door wolvin in leven gehouden, hadden moeten verdrinken, volwassen: Ro maakte cirkel om 1 v/d 7 heuvels, muur voor nieuwe stad, Re grappig, beschermen??, Ro stak Re neer, Ro afstammen van Mars, Rome opvolger Athene. Stad bestuur nodig, eerst koning, hulp van Patriciërs (patres familiae, vaders families), kwamen bijeen in senaat (senex = oude man, raad van ouden), veel invloed, priesters altijd Patriciërs, gewone volk = Plebejers (plebs = volk), koning stom, 509 v. C. Republiek, 2 patriciërs macht, senaat bleef, plebejers eigen leiders: volkstribunen (recht van veto, alles tegenhouden), SPQR. Oorlog: vechten voor Rome: belangrijk voor burger, verplichting, beloning: stukje veroverd gebied. Romeins veldheer = imperator = bevelhebber (imperium = bevel), keizers ook imperator: opperbevelhebber leger, Romeinse rijk ook imperium: veroverd met leger dat beroepsleger werd. Rome slim: land veroveren? bondgenootschap! niet?: aanvoerders dood. overwonnen volken: opgenomen in Romeinse rijk. 1e Punische oorlog 264 v. C., daarna Hannibal, vijand Romeinse rijk, geboren soldaat. 60 v. C. Julius Caesar commando Gallië, veroverde Rome, dictator Romeinse rijk, romance Cleopatra (laatste farao Egypte), 44 v. C. gedood door patriciërs/Brutus (‘’vriend’’), zoon Octavianus Augustus alleenheerser, 1e Romeinse keizer (27 v. C. / 14 n. C.) joden naar geboorteplaats (Jozef/Maria) §2.4 Ondergang van het Romeinse rijk Keizer Augustus (ook imperator): rust voor burgers, zorgde voor Pax Romana (romeinse vrede tussen soldaten), alles mooi maken, verfraaien, veel theater etc., gebieden kregen Romeins karakter: Romanisering. Romeinen hard werken, Caesar/Augustus werden vereerd (polytheïsme), christenen geen bedreiging: voorrechten! daarna Jezus gevaarlijk: in 33 kruisiging. Paulus maakte onderscheid Christendom/Jodendom, Nero: ging ermee door, slecht, christenvervolging (christen schuld grote brand Rome 64 n. C.) Joden in opstand: Diaspora (verspreiding Joden over Romeinse rijk), Christendom steeds groter. 312 Constantijn leger Rome > keizerschap bevechten, droom X P, hielp >symbool christenen, Constantijn op sterfbed dopen, schonk landgoederen aan kerk, christendom groter, zondag rustdag, Theodosius maakte chr. tot staatsgodsdienst. ( = iedereen lid!) Byzantium (Constantinopel: polis Constantijn) nieuwe hoofdstad rijk, mooier maken, kerken bouwen, christelijke stad, maagd Maria beschermvrouwe stad, muren om stad, eeuwenlang beschermd. 395 rijk gesplitst in oost en west, onbestuurbaar, oost met hs. Constantinopel rust en welvaart, west met hs. Rome, corrupt, midden Europa: Kelten en Germanen: landbouwers. Rond 375 Hunnen, steppevolk naar oost-Romeinse rijk, plunderen? nee, groot geldbedrag, weg, Germanen mee, volksverhuizingen, west uit elkaar. 476 Laatste west keizer, geen keizer meer nodig, val WestRomeinse rijk. (Romeinse rijk bloeit op (keizer Augustus), verdeeld in 2 delen, oost tot 1453, west verdeeld in 5 delen, christendom drager kennis en cultuur) jaartallen: 550 v. C. 509 v. C. 500 v. C. 492 – 480 v. C. 460 – 430 v. C. 264 – 146 v. C. 49 – 44 v. C. 27 v. – 14 n. C. Griekse kolonisatie gebieden middellandse zee Rome republiek invoering democratie Athene oorlogen Grieken / Perzen bloeiperiode Athene onder Pericles Carthaagse oorlogen (Carthago verwoest) Caesar dictator Augustus 1e Romeinse keizer. 33 n. C. Jezus gekruisigd 70 n. C. Joodse opstand, diaspora 312 – 337 Keizer Constantijn 375> volksverhuizingen (hunnen) 395 splitsing oost / west rijk 476 laatste keizer west afgezet. 1350 renaissance.