Geschiedenis Kenmerkende aspecten HFST 2 1. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken in de griekse stadsstaat/polis De oude grieken probeerden al natuurverschijnselen te verklaren, ze namen geen genoegen met het bovennatuurlijke. Ze willen een wetenschappelijke verklaring. Onderzoekers: Griekse onderzoekers van natuurverschijnselen, liefhebbers van de wijsheid: filosofen. Filosofen hielden zich bezig met: bestuurskunde geloof, morele vraagstukken en natuurwetenschap. Griekse onderzoekers van de mens, zetten zich af tegen de godenwereld: sofisten Wetenschappelijk denken: Observeren en berekeningen maken -> de grieken kwamen veel te weten over de wereld om hun heen. Op het gebied van: natuur, helal, geneeskunde (hyppocraten), wiskunde (pythagoras). Rethoriek. Folosofie van de grieken: debatteren, discusseren en redeneren over het leven. #De Grieken ontwikkelden het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. Daarvan is Athene een goed voorbeeld. Sparta is géén voorbeeld van een democratie. Belangrijke personen zijn: Socrates, Plato en Aristoteles. De Grieken begonnen met filosofie, tragedies, wiskunde, natuurkunde, biologie, etcetera. 2. De ontwikkeling van het denken over burgerschap in de griekse stadsstaat/polis In de polis Athene Burgers: rond 507 v. Chr werden alle vrije Atheense mannen gezien als burgers. In de polis Sparta Burgers: soldaten en legeraanvoerders (goed getrainde krijgers), zij onderdrukten de rest van de bevolking. 3. De ontwikkeling van het denken over de politiek in de griekse stadsstaat/polis ATHENE Bestuur van Athene Eerst werd Athene bestuurt door een koning (monarchie) -> daarna door een tiran ( tirannie) tijdens de bleiperiode van Athene, toen de nieuwe rijke en de nieuwe armen waren ontstaan. Er waren toen veel problemen in athene, de trin moest deze oplossen. -> daarna door hoplieten (aristocratie). hierna kwam er pas een democraties bestuur, regering door het volk. Als laatst werd het een democratie. Democraties Athene Volksvergaderingen/ ekklesia. Om de 8 à 10 dagen. Voor alle burgers. Beslissen over wetten/ambtenaren en bestuurders controleren/militaire commandanten en andere leiders kiezen. Raad/bouclè 50 mannen uit elk district van Athene (totaal 500). Vergaderde bijna elke dag. Bereidde de agenda van de volksvergaderingen voor en gaf hen adviezen. Dagelijks bestuur Vergaderde elke dag. Elke maan waren 50 mannen uit een district aan de beurt om de dagelijkse gang van zaken te regelen. Ostracisme Om te voorkomen dat tirannen aan de macht kwamen en dat politieke leiders hun werk niet goed deden. 1X per jaar schreven de burgers op een scherf ( ostracon) een naam. Persoon met de meeste stmmen werd verbannen -> 10 jaar niet in de stad Athene komen. Kritiek Plato, ideale staat: een republiek met filosofen aan de macht. 1 Socrates: vond dat een democratische politicus nooit de waarheid sprak. Hij verloochend zijn principes en praat iedereen naar de mond. SPARTA Militaise staat/samenleving Bestuurt door 2 koningen, aristocratie en een volksvergadering. Sparta ontwikkelde zijn eigen bestuurssysteem, omdat het geïsoleert was van de rest van hellas, door de omgeving. # Er ontstonden verschillende bestuursvormen: Democratie, aristocratie en monarchie. Filosofen discussieerden over deze vormen en dachten als eerste op een wetenschappelijke manier na over de natuur en de mens. 4. De klassieke vormentaal van de Grieks- romeinse cultuur Van weinig naar de meest detail bevattende stijl: 1. dorisch 2. Ionisch 3. Korinthisch - Oorspronkelijk bedacht door de Grieken, later overgenomen door de romeinen. De grieken hadden de voorkeur voor meetkunde: ze rekenden hun bouwwerken die ze gingen maken eerst uit en maakte een nauwkeurige bouwtekening. De zuilen van de rechthoekige tempels waren van marmer, de zuilen werden verbonden door een fries ( dwarsbalk), hierbovenop stond een driehoek die het dak moest dragen. # Grieken en Romeinen ontwikkelden in de bouwkunst en beeldhouwkunst een cultuur die maatgevend werd voor de latere westerse beschaving. We kennen nog de Dorische, Ionische en Corintische bouwsijlen. 5. De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks- Romeinse cultuur zich in europa verspreidde Het ontstaan van het romeinse rijk: Het begon als een herdersdorpmje dicht bij een griekse kolonie. Hiermee hadden herders goede contacten en namen de goden van hen over. De herders spraken latijn. Het herdersdorpje groeide uit tot een grote stad. De romeinen waren praktisch en hielden van orde -> ze legden straten aan, die stadsdelen met elkaar verbonden en maakten een muur om de stad voor bescherming. Rome werd steeds groter en groter. En had een krachtiger bestuur nodig: 1. Rome kreeg eerst een koning, die werd geadviseerd door de leiders van de belangrijkste families( = patriciërs, de edelen van rome). De patriciërs kwamen bijeen in een raad van ouden, de senaat. De senaat had veel invloed, de koning kon geen besluit nemen zonder zijn goedkeuring. De rest van de bevolking, de gewone vije mensen, worden plebejers genoems. 2. In 509 v. Chr werd rome een republiek. De senaat bleef belangrijk, maar er kwam nog een bestuursorgaan: de volkstribunen, die door de plebejers gekozen werden. De volkstribunen hadden veto recht en konden zo beslissingen van de senaat tegenhouden. 3. Rome wordt een keizerrijk Onder keizer augustus is er rust en zekerheid. De keizer was imperator: opperbevelhebber van alle troepen. En was zelf gouveneur van alle grensprovincies. Keizer augustus zorgde ervoor dat de soldaten de romeise vrede, de pax romana, bewaakten. Romanisering 2 Alle provincies van het keizerrijk kregen een romeins karakter. Beruchtste slechtste keizer: nero, veek mensen zeiden dat hij voor de eerste christenvervolging had gezorgt. Hij had de stad in brand gestoken. Rome groeide uit tot een militaire macht die heel veel gebieden rond de middellandse zee veroverden -> het romeinse rijk ontstaat. Ookwel imperium genoemd, omdat de gebieden met een leger veroverd waren dat later een beroepsleger werd. Veel van de overgenoemen griekse cultuur wordt in de veroverde gebieden verspreid. D.m.v bouwwerken en religie. Uniek: als gebieden veroverd waren werden ze edelmoedig behandelt en opgenomen in het romeinse rijk. In ruil voor bescherming. Zo kon het romeinse rijk standhouden. Symbool rome: wolvin die romulus en remus, een tweeling die had moeten verdrinken in de tiber. Romules wordt gezoen als de stichter van Rome. Romules zou afstammen van de oorlogsgod mars en een trojaanse held. Afkorting romeinse rijk: SPQR Taal romeinse rijk: latijn # Romeinen bouwden een imperium op en veroverden uiteindelijk ook Griekenland. De GrieksRomeinse cultuur (ook wel: klassieke cultuur) verspreidde zich door Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In 476 houdt het West-Romeinse rijk op te bestaan. Het Oost-Romeinse rijk bestaat tot 1453. Caesar is een succesvolle krijgsheer geweest die in 48 vC de alleenheerschappij op zich neemt, nadat hij grote gebieden had veroverd. 6. De confrontatie tussen de grieks-romeinse cultuur en de germaanse cultuur van Noordwest- europa # De Grieks- romeinse cultuur botste met de Germaanse cultuur van Noord-west- europa. Germaanse stammen ten noorden van het romeinse rijk ( in nederland tot de rijn) zorgden ervoor dat het Romeinse imperium niet verder groeide. Later drongen ze zelfs het romeinse rijk binnen. Ook was er sprake van dat de Germanen delen van de grieks- romeinse cultuur overnamen. 7. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten. Het christendom Volgelingen van christus -> christenen De romeinen beschouwden de christenen eerst als een joodse groepering en zagen hen niet als een bederiging. Ze kregen zelfs voorrechten: ze hofden niet te offeren aan de keizer, omdat hun geloof dat verbood. Het Jodendom De joden zijn een oud volk met een eigen geloof en tradities. Zij geloofden in de komst van de messias, die de geschiedenis van het joodse volk zal veranderen. Christenvervolging: Toen door paulus uitspraak over het eeuwige leven, het chistendom los werd gemaakt van het jodendom. Keizer Nero ging de christenen vervolgen, omdat ze weigerden andere goden en keizers te vereren. De opvolgers van nero bleven de vervolging voortzetten. sinds 70 na chr kwamen de joden in palestina geregeld in opstand -> als starf werden ze over het hele romeinse rijk versprijd, de Diaspora. # In deze tijd ontstaan de monotheïstische godsdiensten, het jodendom en christendom. Joden geloofden in maar één God. Mozes had de joodse wetten vastgelegd. Het christendom ontstond als stroming binnen het jodendom en groeide uit tot de grootste religie in het Romeinse rijk. Werden ze eerst vervolgd, later werd het een staatsgodsdienst. (4e eeuw). 3 4