§2.1 In Frankrijk regeerde absolute vorsten. Rond 1700 werd Frankrijk vanuit het paleis te Versailles bestuurd door koning Lodewijk XIV. Hij was een absoluut vorst. Lodewijk XV en XVI waren ook absoluut vorst. Het volk had geen invloed. Sinds 1614 was de Staten-Generaal niet meer bijeen geweest. Geestelijkheid was 1e stand in de samenleving. Sinds de Middeleeuwen was Frankrijk een standensamenleving. Geestelijken bezaten 10% van het land en maakte 2% van de bevolking uit. De adel was de 2e stand. De adel bezat 20% van het land en maakte 3% van de bevolking uit. De adel had als plicht de koning te helpen bij het bestuur. De 1e en 2e stand hadden voorrechten (privileges) De voorrechten zijn: geen belasting betalen en kregen belangrijke banen in de Kerk, het bestuur en het leger. De rest van de 3e stand was ontevreden. De 3e stand was 95% van de bevolking: 85% boeren en 10% bourgeoisie. Bij de 3e stand hoorde de bourgeoisie of rijke burgerij (waaronder kooplieden, rechters en bankiers) en talloze arme loonarbeiders, boeren, kleine handelaren en winkeliers. De 3e stand had geen voorrechten en moest alle belasting bestalen. Er waren nog veel andere problemen. Door het dure hofleven en de kostbare oorlogen had Frankrijk geldnood. Strenge winters en tegenvallende oogsten leidden tot hoge graanprijzen en hongersnood onder de armen. §2.2 Verlichting = een beweging van mensen die gingen nadenken over de onrechtvaardigheid in Frankrijk. Door goed na te denken was een betere samenleving te verkrijgen. Kenmerken: - Vrijheid - Gelijkheid - Democratie - Verdraagzaamheid (accepteren dat iemand een ander mening heeft) - Redelijkheid (problemen moesten opgelost worden met verstand) §2.3 Staten-Generaal komt bij elkaar. 5 mei 1789 De koning wilde per stand stemmen. 3e stand roept zich uit tot nationale vergadering. De koning staat hoofdelijke stemming niet toe. De nationale vergadering beloofd niet uit elkaar te gaan voordat Frankrijk een grondwet heeft. De bastille wordt bestormd. Minister Necker werd ontslagen. 14 juli 1789 is het begin van de Franse revolutie. Onrust in het hele land. Boeren plunderden kloosters en kastelen. Ambtenaren werden verjaagd. Mensen weigerden nog belasting te betalen. De nationale vergadering herstelt de rust. In augustus 1789 schafte de nationale vergadering de voorrechten van de 1e en 2e stand af. De Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger werd aangenomen. Iedere Fransman was voortaan gelijk. In 1791 maakte een nieuwe grondwet een einde aan het absolute bestuur. Het koningschap wordt afgeschaft. Veel edelen ontvluchtten het land. Koning Lodewijk XVI probeerde het land uit te vluchten. Hij werd gepakt, beschuldigd van hoogverraad en januari 1793 onthoofd. De jakobijnen nemen de macht over. Een groep radicale burgers, onder leiding van Miximilien Robespierre. Zij vestigden een schrikbewind: de Terreur. Wie tegen hen was werd onthoofd. Begrip Absoluut vorst Standensamenleving Privileges Bourgeoisie Censuur Grondwet Franse revolutie Jakobijnen Terreur Betekenis Een vorst die alle macht heeft Een samenleving die is verdeeld in groepen. Voorrechten Gegoede burgerij De regering bepaalt wat wel en niet openbaar mag worden gemaakt Documenten waarin de rechten en plichten van burgers en bestuur staan opgetekend. Grote, plotselinge verandering van de Franse samenleving Politieke groep tijdens de Franse revolutie Periode in de Franse revolutie §2.4 Terreur periode (1793-1795) In 1794 zette Robespierre de Terreur voort. Uiteindelijk werd hij gearresteerd en de volgende dag onthoofd. De onrust bleef, Frankrijk voerde nog steeds oorlog en de voedselprijzen stegen. Veel mensen leden honger. Directoire periode (1795-1799) Het Directoire bestond uit 5 directeuren. Het Directoire pakte de economische problemen op krachtige wijze aan: - Alleen de rijken hadden kiesrecht. - Kerk kreeg haar macht terug. - Nog steeds veel oorlog. Napoleon (199-1815) In 1977 greep Napoleon de macht en maakte een nieuwe grondwet. In die grondwet stond nog steeds dat burgers inspraak hadden in het bestuur, maar in werkelijkheid vestigde Napoleon een dictatuur. In 1804 riep Napoleon zich zelf uit tot keizer. Napoleon maakte zelf nieuwe wetten, benoemde en ontsloeg ministers en besliste over oorlog en vrede. Toch bleef Napoleon erg populair, dankzij zijn overwinningen en omdat hij voor rust en orde zorgde. In de grondwet stond dat alle mensen vrij zijn geboren en gelijke rechten hebben. Alle burgers hadden grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, drukpers en godsdienst. In 1815 werd Napoleon bij Waterloo definitief verslagen en verbannen naar SintHelena. Hielt Napoleon zich aan de ideeën van de Franse revolutie? Ja: - De grondwet bleef. - Eerlijke rechtspraak. - Adel en geestelijkheid waren hun macht kwijt. - Er bleef een volksvertegenwoordiging die inspraak had. Nee: - Wordt een soort alleenheerser. - Blijft maar oorlog voeren. - Riep zich uit tot keizer. §2.5 Napoleon gaf aan familieleden de tronen van Europa. De Bataafse Revolutie: 18e eeuw: Verzetsgroep 1e actie groeiende ontevredenheid over: - bestuur - economie - ongelijkheid = patriotten (letterlijk: mensen die van hun eigen land houden) 1781: Pamflet op straat gegooid. 1787: 1e poging tot staatsgreep. Mislukt Koning van Pruisen verjaagt de patriotten. Koning is familie van Wilhelmina (zusje) en van stadhouder prins Willem V (schoonzoon) Patriotten vluchten naar Frankrijk. 1795: 2e poging tot staatsgreep Lukt Dankzij hulp van Frankrijk (wil de idealen van de Franse revolutie over heel Europa verspreiden.) Nu ontstaat Bataafse republiek: - regenten + stadhouder weg - gelijkheid voor de wet - beetje democratie - Nederland wordt eenheidsstaat (1798) Dit duurt tot 1806 Al vanaf 1799 neemt de Franse revolutie toe bijv. mocht Nederland geen handel meer drijven met Engeland. 1806: Broer van Napoleon wordt koning van Nederland. Napoleon niet teverden. 1810: Nederland wordt provincie van Frankrijk. Dingen opgelegd: - Iedereen moest hun achternaam en adres opgeven bij de burgerlijke stand. - Alleen een burgerlijk huwelijk was geldig. - Op scholen werd Franse les verplicht. - Nederland moest steeds meer gaan betalen voor de oorlogen. - In totaal moesten 28 000 Nederlanders als dienstplichtig soldaat in Franse dienst. 1813: Nederland wordt zelfstandig Frankrijk (napoleon) verzwakt/verslagen. Nederland wordt koninkrijk. §2.7 Maatregelen Napoleon 1. Dienstplicht 2. Metrieke stelsel 3. Schoolwet 4. Belastingsysteem Inhoud punt: 1. Dat alle weerbare mannen, ook uit bezette gebieden, moesten in het leger. 2. Overal dezelfde maten en gewichten. 3. Zie begrip eerste schoolwet. 4. In alle gewesten dezelfde belastingen. Ingevoerd omdat: 1. Veel soldaten nodig voor oorlogen. 2. Makkelijker voor handel. 3. De Fransen vonden onderwijs erg belangrijk. 4. Geld nodig voor oorlogen. Begrip Bataafse Revolutie Dictatuur Directoire Eerste schoolwet Grondrechten Metrieke stelsel Betekenis Grote verandering in het Nederlandse bestuur door de komst van het Franse revolutieleger in 1795. Manier van regeren waarbij een kleine groep of één persoon alle macht heeft. Bestuur van vijf directeuren na afloop van de periode van de Terreur. Wet die het toezicht van de overheid op de kwaliteit va het onderwijs regelde. Basis rechten voor elke burger die zijn vastgelegd in een grondwet. Stelsel van maten en gewichten met de meter als basiseenheid.