Proefwerk hoofdstuk 3 maatschappijleer paragraaf 1 Wie moet er helpen? wie zorgt er voor mensen die hulp nodig hebben? Middeleeuwen zorg voor armen vanuit liefdadigheid 21e eeuw Wet werk en bijstand <= iedereen minimuminkomen samenlevingen overheid regelt uitkeringen ouderen, mensen sparen zelf voor iets extra’s mensen sparen zelf voor hun pensioen overheid verstrekt uitkeringen om armoede tegen te gaan, toch voedsel- en kledingbanken (particuliere initiatieven) mensen brengen pannetje soep naar de buurvrouw ‘tafeltje-dekje’ verzorgt gesubsidieerde maaltijden (mensen die niet meer in staat zijn om voor zichzelf te koken) moet de overheid de zorg regelen? een wet die ieder kind recht op verzorging geeft zorg betaald en geregeld door overheid zorg financieren: alle burgers belasting en premies betalen voor de zorg voordeel: iedereen in dezelfde situatie krijgt gelijke hulp, wordt gelijk behandeld nadeel: geen keuzevrijheid => iedereen in dezelfde situatie krijgt dezelfde hulp burgers geen keuzevrijheid => hulp is via wetten geregeld dus iedereen verplicht meebetalen, je betaalt voor zorg die je niet nodig hebt voorbeelden: verzorgd worden in instelling voor mensen met een handicap betaalde zorg aan huis krijgen kunnen mensen het zelf regelen en betalen? zorg via de markt regelen zorg betaald en geregeld door de ouders voordeel: keuzevrijheid => zelf bepalen welke hulp ze willen, wanneer, kosten lagere belastingen en premies => overheid regelt de zorg niet nadeel: kan heel duur zijn voor de ouders voorbeelden: zelf contract afsluiten met professionele zorgaanbieders zelf iemand inhuren en betalen om voor hun kind te zorgen moeten mensen voor elkaar zorgen? particulier initiatief = mensen helpen en ondersteunen elkaar omdat ze om elkaar geven of omdat ze het zorgen voor elkaar als een belangrijke norm zien naastenliefde en solidariteit staan voorop voordeel: de banden tussen mensen in een samenleving worden versterkt het kost de samenleving geen geld => belastingen en premies nadeel: geen sterk sociaal netwerk => geen ondersteuning voorbeeld: mantelzorg 3 mogelijkheden: welfare triangle de overheid de markt het particulier initiatief overheid, markt of particulier initiatief? overheid het basis- en middelbaar onderwijs => bepaalt wat scholen en leerlingen moeten leren stelt de eisen op waaraan leraren moeten voldoen betaalt scholen en leraren (uiteindelijk) ouderenzorg (deels) markt de ontwikkeling en productie van medicijnen particulier initiatief sportverenigingen => vrijwilligers voorbeelden kinderopvang overheid: terugbetaling ouders voor (deel) van de kosten markt: commerciële kinderopvang particulier initiatief: de ouders die zelf zorgen studiefinanciering overheid: studiebeurs en aanvullende beurs markt: bijbaantje particulier initiatief: geld dat studenten krijgen van hun ouders wat is de beste keuze? sociaaldemocraten overheid moet zaken regelen => gelijkheid bezwaar tegen vrije markt: zorgt voor ongelijkheid SP PvdA liberalisme markt moet zaken regelen => biedt de meeste vrijheid vrije keuze leidt tot efficiënt gebruik van middelen en welvaart christendemocraten particulier initiatief => mensen hebben elkaar nodig en moeten voor elkaar zorgen daarom ook pleiten voor naastenliefde en solidariteit paragraaf 2 Waarom doet de overheid zoveel? moet de overheid zich ermee bemoeien? de Kinderwet van van houten (1874) zorgt er voor dat kinderen onder de 12 jaar niet meer in fabrieken mogen werken wet aangenomen na uitvoerige discussie over de vraag waar de verantwoordelijkheid van de ouders eindigt en die van de overheid begint gezien als begin sociale wetgeving Nederland => begin verzorgingsstaat tegenstanders: geen taak overheid om zich met kinderarbeid te bemoeien => het principe dat de overheid zich afzijdig dient te houden van ingrijpen in het maatschappelijk leven waarom is de overheid zich ermee gaan bemoeien? komst Kinderwet van van houten wet steunen omdat de staat een groot belang heeft bij lichamelijk en geestelijke ontwikkeling van het individu theorie ontstaan verzorgingsstaat Abraham Swaan (socioloog) verzorgingsstaat is er om de samenleving te beschermen, niet om de problemen van armen en zieken op te lossen overheid zich bemoeien met welzijn burgers => externe effecten industrialisering tegengaan is sociale wetgeving bedoeld voor de ander of voor mij? externe effecten (gevolgen van tegenslagen zorgen voor problemen anderen) ziekte: negatief gevolg voor werkgever risico besmetting anderen armoede: bedelen diefstal ontstaan meer arbeidsafdeling en meer handel over grotere afstanden => steeds meer contacten en worden steeds afhankelijker => vaker getroffen door andermans problemen dilemma collectieve actie samenwerking om problemen op te lossen kan belemmerd worden door de angst dat anderen profiteren van die oplossingen zonder er zelf aan mee te werken mensen verwachten dat eigen initiatieven om problemen op te lossen geen effect zullen hebben overheidswetgeving kan deze dilemma’s doorbreken => zorgen dat iedereen meewerkt aan het oplossen van problemen door wetgeving die mensen daar toe verplicht meer overheidsbemoeienis door de arbeiders? opkomst industriële samenleving zorgt voor ontstaan arbeidersklasse kinderarbeid lange werkdagen lage beloningen gevaarlijke arbeidsomstandigheden weinig werkzekerheid opkomst arbeidersbeweging verzet tegen de slechte omstandigheden en het opkomen voor de rechten arbeiders vakbonden en politieke partijen streven: rechten van arbeiders in wetgeving vastleggen collectieve sociale verzekeringen en uitgebreide sociale wetgeving zijn het de burgers die arbeiders willen opvoeden? ook vanuit gegoede burgerij (rijken) initiatieven voor sociale wetgeving waarom: burgers onbeschaafd (niet lezen, grof taalgebruik, overmatig drinken) streven: verheffing van het volk => het aanleren van fatsoensnormen en het bijbrengen van goede zeden streven eerste sociale wetgeving: arbeiders inpassen in burgerlijke samenleving => invoering leerplicht opkomst badhuizen inrichting volksparken zijn er economische redenen voor blijvende bemoeienis? Engelse econoom Keynes voor WO II: overheid niet bemoeien met economie, marktwerking (vraag en aanbod) zou de economie vanzelf weer in evenwicht brengen Keynes: een crisis is het gevolg van het feit dat mensen te weinig geld uitgeven of dat bedrijven te weinig investeren => weinig vraag naar goederen of diensten en raakten veel mensen werkloos mogelijkheid crisis: overheid gaat meer geld uitgeven overheid verlaagt belastingen zodat mensen meer kunnen uitgeven en bedrijven meer kunnen investeren wat doet de verzorgingsstaat nu? 4 functies verzorgen hulp aan mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen kinderen, ouderen, mensen die ziek zijn, mensen met beperking financiële ondersteuning, troost, begeleiding, medische zorg verzekeren iedereen heeft zekerheid (minimum)inkomen wanneer het gebruikelijke inkomen wegvalt als gevolg van ziekte, ouderdom, werkloosheid verheffen mensen wordt de kans geboden om zich te ontplooien, weg vinden in samenleving arbeidsmarkt: kennis en vaardigheden aanleren die op arbeidsmarkt van pas komen cultureel aspect: kennis opdoen van waarden en normen Nederlandse maatschappij om zich staande te houden in de samenleving verbinden creëren van sociale cohesie = onderlinge verbondenheid tussen mensen en groepen mensen doel sociale cohesie: overbruggen afstand tussen armen en rijken, allochtonen en autochtonen, jongeren en ouderen paragraaf 3 kun je van een minimumuitkering rondkomen? bijstand (Wet werk en bijstand) bijstandsuitkering: mensen die geen baan en inkomen hebben en ook geen recht op een uitkering hoogte uitkering afgestemd op sociaal minimum: het bedrag dat mensen tenminste nodig hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien is het minimum het minimum? bepalen hoogte sociaal minimum dilemma ene kant: hoog genoeg zijn om van te kunnen leven en om deel uit te kunnen maken van de samenleving andere kant: laag genoeg zijn zodat mensen gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan en te blijven en zodat het draagvlak blijft bestaan draagvlak = principe waarbij bij de toekenning van de uitkering rekening wordt gehouden met de huishoudsituatie zijn alle uitkeringen op minimumniveau? bijstandsuitkeringen, 2 functies minimumbehoeftefunctie: zorgen dat de ontvanger een inkomen heeft op niveau sociaal minimum solidariteitsfunctie: mensen met een hoger inkomen betalen meer premies en belastingen maar ontvangen geen hogere uitkering loondervingsfunctie: mensen voorzien van inkomen als dat wegvalt door ziekte, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid equivalentiebeginsel: equivalentie (evenredigheid) tussen de hoogte van de betaalpremie en de hoogte van de te ontvangen uitkering waarom die verschillen? werknemersverzekeringen door de overheid georganiseerde verzekeringen die werknemers van inkomen verzekeren als hun inkomen (gedeeltelijk) wegvalt door ziekte, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid zijn geen uitkeringen op minimumniveau => compensatie voor wegvallend inkomen volksverzekeringen voor iedereen die in Nederland woont of werkt minimumbehoeftefunctie => uitkeringen voor iedereen gelijk sociale verzekeringen werknemers- en sociale verzekeringen samen zorgen dat niemand onder het sociale minimum zakt worden betaald uit belastinggeld voor iedereen die in Nederland woont voor wie is de uitkering? bijstand draagkrachtleefeenheid: hoogte uitkering hangt samen met samenstelling huishouden (leefeenheid) waar iemand deel van uitmaakt speelt ook rol bij het bepalen van het recht op een uitkering gevolgen: sollicitatieplicht werknemersverzekeringen = individuele rechten en plichten: voor het bepalen van het recht op een uitkering of bij het berekenen van de hoogte van de uitkering is niet van belang of iemand samenwoont of kinderen heeft en de gezondheidszorg: wat is noodzakelijk? zorgverzekeringen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) betaalt kosten voor verpleeghuis, verzorgingshuis of psychiatrische inrichting ook volksverzekering Zorgverzekeringswet (Zvw) verplicht iedereen om een verzekering af te sluiten bij een verzekeraar om de ziektekosten te verzekeren zelf verzekeraar kiezen maar basispakket wordt door overheid betaald verzekeraars mogen niemand weigeren hoogte verzekeringspremie verschilt per verzekeraar verplicht eigen risico: pas boven bepaald bedrag worden kosten echt vergoed bedoeld om mensen kritisch te maken over gebruik van de zorg betalen voor jezelf of voor anderen? betalen voor sociale zekerheid omslagstelsel: de premies en belastingen die mensen nu betalen worden gebruikt voor de uitkeringen die nu worden verstrekt kapitaaldekkingsstelsel: premies die mensen nu betalen worden gespaard voor de toekomst, worden gebruikt om te sparen en te beleggen. Toekomstige uitkeringen worden betaald uit de opbrengsten daarvan paragraaf 4 ga je naar school voor jezelf? school/onderwijs school: helpt bij de ontplooiing van je talenten helpt jongeren te worden wie ze kunnen zijn onderwijs: levert belangrijke bijdrage aan ontwikkeling jonge mensen stellen van minimumeisen, elke school moet hieraan voldoen leerplicht: houdt in dat leerlingen iets moeten leren, maar ook wat dat dan moet zijn waarom moet je dan naar school? leerplicht Leerplichtwet: kinderen en jongeren van 6 tot 12 jaar leerplichtig (1901) kinderen en jongeren van 5 tot 16 jaar leerplichtig (tegenwoordig) Kwalificatieplicht: jongeren zonder startkwalificatie moeten onderwijs volgen tot hun 18de verjaardag (2007) startkwalificatie = diploma op vwo of havoniveau, mbo-niveau 2 of hoger Waarom invoering leerplicht: De Swaans theorie => door de industrialisering en mechanisering kregen bedrijven meer behoefte aan goed opgeleid personeel (lezen, schrijven), goedkoper om gezamenlijk te regelen in scholen dan dat elke werkgever zelf zijn eigen personeel op ging leiden is school alleen maar voorbereiding op de arbeidsmarkt? Lager Onderwijswet (1806) doel onderwijs: opleiden tot maatschappelijke en christelijke deugden onderwijs nog steeds maatschappelijk vormende taak => enerzijds: onderwijs moet leerlingen opvoeden tot verantwoordelijke burgers (burgers die weten wat de samenleving van hen verwacht => vast pakket aan kennis en sociale vaardigheden, sociale normen en waarden, democratisch burgerschap) anderzijds: individuele ontplooiing leerlingen (scholen moeten leerlingen vooral helpen hun kritisch vermogen te ontwikkelen => zelf eigen toekomst en die van de maatschappij vorm te geven) heeft iedereen kans op een goede opleiding? onderwijskansen inmiddels meer studerende vrouwen dan mannen aan hoge scholen en universiteiten verschillen tussen sociale milieus => arm/rijk verschillen tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen ongelijke kansen: een probleem? ongelijke onderwijskansen van Heek (Leidse hoogleraar): onrechtvaardig => afkomst mag geen rol spelen onwenselijk => veel talent voor samenleving verloren sociale ongelijkheid: ongelijke kansen voor autochtone en niet-westerse allochtonen, voor kinderen uit lagere en hogere sociale milieus verbindingsfunctie verzorgingsstaat richt zich op sociale ongelijkheid in samenleving doel: sociale verschillen legitiem => op rechtvaardige wijze tot stand komen, burgers verschillen tussen groepen in samenleving niet te groot zijn verbondenheid tussen groepen in samenleving houden of creëren 3 tegenstellingen verzorgingsstaat: arm/rijk, oud/jong, autochtoon/allochtoon\ moeten de verschillen tussen arm en rijk kleiner worden? inkomensverschillen overheid stelsel van sociale zekerheid => niet zonder inkomen zitten belastingstelsel progressief => belasting hoger naarmate je meer verdient nivelleren: het verkleinen van de inkomensverschillen oud versus jong: tegenstelling van de toekomst? vergrijzing aandeel ouderen in samenleving groeit ten opzichte van jongere generaties verbindingsproblemen: ontstaan wanneer er tussen de generaties onenigheid ontstaat over wie het meeste profiteert van de voorzieningen van verzorgingsstaat en wie de rekening betaalt jongere generaties: bang dat ze belastingen en premies betalen voor voorzieningen ouderen die misschien niet meer bestaan tegen de tijd dat ze zelf oud zijn oudere generaties: bezorgdheid of zij nog wel na jaren van hard werken van hun oude dag mogen genieten => bang dat jongeren niet meer premies en belastingen willen betalen en dat ze zelf moeten opdraaien voor oudedagsvoorziening hoe worden de verschillen tussen autochtonen en allochtonen overbrugd? sociale ongelijkheid arbeidsmarkt allochtonen verdienen minder en de werkloosheid is hoger dan gemiddeld oorzaken: logische gevolg van (het gebrek aan) eigen inspanningen vooroordelen, discriminatie en racisme wat doet overheid: regels huwelijksmigratie aangescherpt immigranten van buiten EU inburgeringsexamen afleggen doel examen: Nederlandse taal en cultuur kennen en begrijpen om zo makkelijker te integreren en werk te vinden