Lezen Leerdoel Welk leerdoel willen we bereiken? Net gestart Hier ben ik net aan begonnen. In ontwikkeling Hier heb ik nog hulp en oefening mee nodig. Beheerst Dit kan ik waarschijnlijk wel zelf. Bewijzen Ik weet nu zeker dat ik het echt kan. Dat kan ik ook laten zien. A Ik ken alle letters en tweetekenklanken. Als ik er een zie, kan ik hem meteen benoemen. Ik hoef er bijna niet meer over na te denken. Heeft interesse in letters en lezen. Herkent de letters van de eigen naam. Kent enkele letters. Moet nog lang nadenken bij sommige letters (niet geautomatiseerd). Directie herkenning van alle letters (volledig geautomatiseerd) geautomatiseerd. Letterkaart Grafementoets Flitstest (met tijd). Hoeveel letters in een minuut? B Ik kan woorden van vijf letters hakken en plakken. Kent enkele letters maar kent de techniek van het hakken en plakken nog niet. Oefenen van auditieve synthese en analyse op. Opbouw van mkm woorden naar mmkmm woorden. Kan woorden van 5 letters hakken (als je een woord zegt) en plakken (als je letters zegt) en beheerst de techniek ‘met twee handen hakken en vegen’. Voordoen aan de leerkracht. Audisynt. C Ik kan woorden van vijf letters in één keer lezen. Kind spelt alle woorden, zelfs bij wisselrijtjes. Aanleren via techniek ‘zingend lezen’. Oefenen van visuele analysen en synthese. Opbouw van mkm naar mmkmm. Oefenen met wisselrijtjes. Kind spelt niet meer bij wisselrijtjes. Visusynt Woordrijen met gelijke uitgang. STARTER Leerdoel Welk leerdoel willen we bereiken? Net gestart Hier ben ik net aan begonnen. In ontwikkeling Hier heb ik nog hulp en oefening mee nodig. Beheerst Dit kan ik waarschijnlijk wel zelf. Bewijzen Ik weet nu zeker dat ik het echt kan. Dat kan ik ook laten zien. D In een minuut kan ik 40 woordjes van vijf letters lezen. Kind leest langzaam en/of spellend. Opbouw in aantal woorden per minuut. Opbouw van mkm naar mmkmm en mkmmm (herfst). Kind leest in een minuut 40 woorden op niveau van DMT kaart 2. (variërend van markt, hemd tot schuur, schelp) Woorden zoals DMT kaart 2. Opnemen met stopwatch. E Ik begrijp wat ik lees. Ik kan een verhaaltje dat ik gelezen heb navertellen en er vragen over beantwoorden. Kan een verhaal dat voorgelezen wordt wel navertellen maar raakt de draad kwijt als hij zelf leest. Mist grapjes, is niet bezig met de inhoud. Opbouw naar tekstjes op AVI 2/3 niveau. Opbouw in lengte. Van woorden en zinnen naar kort verhaaltje. In het begin kind erop voorbereiden. F Ik vind lezen leuk. CITO Begrijpend lezen groep 3. Mondeling met leerkracht. Eventueel creatief ondersteund (tekenen). AVI 3 leesbegripsvragen Gesprek en observatie G Ik beheers AVI E3 Weerstand, opgeven, niet voor lezen kiezen, leeswerk nooit afhebben, gespannen. AVI start beheersing Kan korte verhaaltjes van AVI 3 niveau altijd navertellen en er vragen over beantwoorden. Reageert zelf op inhoud (spanning, humor). Kiest zelf voor lezen. Ontspannen. Leest ook voor de lol. Zelfvertrouwen. AVI M3 beheersing AVI E3 beheersing Toets STARTER