De ondergetekenden: __________ (naam en rechtsvorm werkgever of ingeval natuurlijk persoon: voorna(a)m(en) en achternaam), gevestigd (of wonende) in __________ (plaatsnaam) aan __________ (adres), hierna te noemen: ‘werkgever’ die op grond van art. __________ van haar statuten wordt vertegenwoordigd door __________ (naam en functie), en __________ (achternaam, voorna(a)m(en) werknemer), geboren op __________ (datum), wonende in __________ (plaatsnaam) aan __________ (adres), hierna te noemen: ‘werkgever’, zijn met elkaar de volgende arbeidsovereenkomst aangegaan. Art. 1. Duur van de overeenkomst (Optie onbepaalde tijd) 1.1. Werknemer treedt met ingang van __________ (datum) bij werkgever in dienst voor onbepaalde tijd. 1.2. De eerste twee maanden na indiensttreding gelden als proeftijd. Ieder der partijen is bevoegd zolang deze proeftijd niet verstreken is de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. 1.3. Na de proeftijd kan ieder der partijen deze arbeidsovereenkomst schriftelijk opzeggen tegen het einde van de kalendermaand met in achtneming van de wettelijke opzegtermijn. 1.4. Deze overeenkomst eindigt in elk geval zonder dat schriftelijke opzegging nodig is op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de voor hem geldende pensioengerechtigde leeftijd bereikt. (Optie bepaalde tijd) 1.1. Werknemer treedt met ingang van __________ (datum) bij werkgever in dienst voor de bepaalde tijd van __________maanden (of: voor het project bestaande uit __________) Deze overeenkomst eindigt van rechtswege op __________ (datum) zonder dat hiervoor enige opzeggingshandeling noodzakelijk is (of: indien en zodra het project is geëindigd, maar in elk geval op __________ (datum)). 1.2. De eerste maand (of: de eerste twee maanden) na indiensttreding geldt als proeftijd. Ieder der partijen is bevoegd zolang deze proeftijd loopt de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen. 1.3. Na de proeftijd kan ieder der partijen deze arbeidsovereenkomst tussentijds schriftelijk opzeggen tegen het einde van de kalendermaand met in achtneming van de wettelijke opzegtermijn. (Indien geen proeftijd wordt overeengekomen luidt deze bepaling: Ieder der partijen kan deze arbeidsovereenkomst tussentijds schriftelijk opzeggen tegen het einde van de kalendermaand met in achtneming van de wettelijke opzegtermijn.) 1.4. Deze overeenkomst eindigt in elk geval zonder dat schriftelijke opzegging is vereist op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de voor hem geldende pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Art. 2. Functie 2.1. Werknemer wordt aangesteld in de functie van __________ (functienaam). In deze functie rapporteert werknemer aan __________ (naam of functienaam). 2.2. Wanneer werkgever daarbij een zwaarwichtig belang heeft is werkgever bevoegd de functie van werknemer binnen de grenzen der redelijkheid eenzijdig te wijzigen. Art. 3. Standplaats 3.1. De standplaats van werknemer zal bij aanvang van de arbeidsovereenkomst __________ (plaatsnaam) zijn, maar werkgever behoudt zich het recht voor hierin wijziging aan te brengen, (eventueel toevoegen: “, waarbij hij zich evenwel verbindt een aanzeggingstermijn van __________ (aantal) maanden in acht te nemen”). (Eventueel: Op de vergoeding reiskosten, reistijden en eventuele verhuiskosten is het bepaalde van artikel __________ van de op deze arbeidsovereenkomst toepasselijke cao van toepassing.) Art. 4. Werktijden/overwerk 4.1. De overeengekomen werktijd bedraagt __________ (aantal) uur per week. Werknemer zal werkzaam zijn op de __________(dagen). 4.2. De werktijden in de onderneming van werkgever zijn: __________ (tijdstippen) (of: Voor werknemer zullen, behoudens overeen te komen wijzigingen daarin, de bij werkgever algemeen geldende werktijden van kracht zijn). 4.3. Van werknemer wordt verwacht dat hij, wanneer dat voor de goede vervulling van zijn functie noodzakelijk is, buiten de vastgestelde werktijden overwerk verricht. 4.4. De vergoeding van het overwerk wordt geacht te zijn besloten in het maand salaris (of: Overuren worden vergoed tegen een beloning van __________ (bedrag en munteenheid) bruto per uur, waarbij als overuren worden beschouwd de extra tijd die in opdracht van de werkgever is gewerkt vanaf __________minuten na het einde van de reguliere werktijd). Art. 5. Maand salaris (en bonus en opties) 5.1. Werknemer ontvangt bij een voltijds dienstverband een salaris van __________ (bedrag en munteenheid) bruto per maand (of: per vierwekelijkse periode), op de laatste dag van elke maand (of: periode) betaalbaar. Eventueel: Werknemer verklaart zich akkoord met een elektronische opgave van zijn salaris. 5.2. (eventueel toevoegen: Werknemer heeft, ter discretionnaire vaststelling door de werkgever, aanspraak op een bonus. De voorwaarden om voor een bonus in aanmerking te komen en de hoogte daarvan worden in een aparte bonusregeling vastgesteld. De werkgever behoudt zich het recht voor deze bonusregeling eenzijdig te wijzigen. Eventueel uitgekeerde bonussen zijn niet van invloed op pensioenrechten, vakantietoeslag, een eventuele ontslagvergoeding of welke andere arbeidsvoorwaarde dan ook.) 5.3. Werknemer neemt deel aan de optieregeling, zoals aan deze overeenkomst gehecht. Art. 6. Onkosten 6.1. De door werknemer in het kader van de vervulling van zijn functie in redelijkheid gemaakte onkosten zullen op declaratiebasis aan werknemer worden vergoed. (eventueel toevoegen: doch nooit voor een hoger bedrag dan fiscaal onbelastbaar mogelijk is). 6.2. De reiskosten (voor woon-werkverkeer en overige) met eigen auto of met het openbaar vervoer (2 klasse) zullen door werkgever worden vergoed voor zover dit fiscaal onbelast mogelijk is. 6.3. Werkgever vergoedt werknemer de kosten voor het gebruik van een mobiele telefoon/tweede telefoonaansluiting tot een bedrag van __________ (bedrag) per maand, onder de voorwaarde dat werknemer deze telefoon voor meer dan 10% zakelijk gebruikt. 6.4. Indien en zodra werknemer is geschorst of op non-actief is gesteld en indien en zodra de werknemer om andere redenen langer dan __________maanden aaneengesloten geen werkzaamheden verricht, vervalt het recht op de in dit artikel genoemde vergoedingen. Voorts acht werkgever zich gerechtigd deze onkostenvergoedingen in te trekken of de voorwaarden daarvoor te wijzigen, indien door een wijziging in de fiscale regelingen ongewijzigde voortzetting voor werkgever kostenverhogend is, en in elk geval wanneer werkgever de Werkkostenregeling gaat toepassen. Art. 7. Bedrijfsmiddelen 7.1. Werkgever stelt aan werknemer een laptop ter beschikking voor de uitoefening van zijn functie, onder de voorwaarde dat werknemer deze maximaal 10% voor privédoeleinden gebruikt. 7.2. Werkgever stelt aan werknemer een mobiele telefoon ter beschikking en vergoedt de kosten van het gebruik daarvan tot __________ (bedrag) per maand, onder de voorwaarde dat werknemer deze tenminste voor 10% zakelijk gebruikt. 7.3. Werkgever stelt voor de uitoefening van zijn functie aan werknemer een auto ter beschikking met een catalogus waarde van __________(bedrag). (of: een maandelijks leasebedrag van …(bedrag)). 7.4. De werknemer is, op straffe van verval van het recht op deze goederen, gehouden met de door werkgever verstrekte goederen om te gaan zoals het een goed werknemer betaamt, en met name geen handelingen te verrichten die strijdig zijn met de wet. 7.5. Indien en zodra het dienstverband eindigt dan wel werknemer op non-actief is gesteld of geschorst, en indien en zodra de werknemer om andere redenen langer dan __________ maanden aaneengesloten geen werkzaamheden verricht, is werknemer gehouden de aan hem door werkgever ter beschikking gestelde goederen te retourneren aan werkgever. Voorts acht werkgever zich gerechtigd de ter beschikkingstelling van deze bedrijfsmiddelen te beëindigen of de voorwaarden daarvoor te wijzigen indien als gevolg van wijzigingen in de fiscale regelingen ongewijzigde voortzetting voor werkgever kosten verhogend zou zijn en in elk geval wanneer de werkgever de Werkkostenregeling gaat toepassen. Art. 8. Vakantie 8.1. Werknemer heeft per vakantiejaar (of: kalenderjaar), lopend van __________ tot __________ (data), bij een voltijds dienstverband recht op __________ (aantal) doorbetaalde wettelijk minimumvakantiedagen (optioneel: en __________ bovenwettelijke vakantiedagen) op te nemen in overleg met werkgever. Bij een deeltijd dienstverband wordt dit recht naar rato aangepast. De vakantiedagen worden opgebouwd naar evenredigheid van de duur van de arbeidsovereenkomst gedurende het vakantiejaar (of: kalenderjaar). 8.2 De wettelijke vakantiedagen dienen op straffe van verval te worden opgenomen uiterlijk (6) maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. 8.3 Voor de bovenwettelijke vakantiedagen geldt dat werknemer tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst daarvan afstand kan doen tegen schadevergoeding. 8.4. Werknemer heeft per vakantiebijslagjaar, lopende van 1 juni van enig jaar tot 1 juni van het volgende jaar recht op een vakantiebijslag van __________% van het in dat vakantiebijslagjaar ontvangen brutosalaris (zonder tantième), uit te keren in de maand juni van ieder jaar. Art. 9. Arbeidsongeschiktheid 9.1. Indien werknemer als gevolg van ziekte niet in staat is de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, is hij, ook tijdens vakantie, verplicht dit zo snel mogelijk maar in ieder geval voor __________ (tijdstip) bij werkgever te melden, tenzij dat door overmacht niet mogelijk is. 9.2. Ingeval werknemer de overeengekomen werkzaamheden niet heeft verricht omdat hij in verband met ongeschiktheid als gevolg van ziekte daartoe was verhinderd, zal werkgever, indien en zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, gedurende de eerste 52 weken __________% (van het in artikel 5 lid 1 genoemde) (eventueel in plaats van het tussen haakjes geplaatste gedeelte opnemen: van het tot het maximum dagloon gemaximeerde) salaris doorbetalen, althans ten minste het voor hem geldende minimum loon en de daarna volgende 52 weken __________% (van het in artikel 5 lid 1 genoemde) (eventueel in plaats van het tussen haakjes geplaatste gedeelte opnemen: van het tot het maximum dagloon gemaximeerde) salaris. Perioden van arbeidsongeschiktheid worden samengeteld indien deze elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen. Na deze periode van in totaal 104 weken rust er bij voortdurende arbeidsongeschiktheid op werkgever geen loondoorbetalingsverplichting meer, tenzij uit de wet anders volgt. Gedurende de periode van verlof wegens zwangerschap en bevalling, zoals bepaald in de Wet Arbeid en Zorg, heeft de werknemer recht op het in die wet genoemde dagloon. 9.3. Werknemer heeft geen aanspraak op de in dit artikel vermelde loondoorbetaling wanneer een van de situaties zoals omschreven in artikel 7:629 lid 3 Burgerlijk Wetboek van toepassing is. 9.4. Werkgever is bevoegd de in dit artikel vermelde loondoorbetaling op te schorten voor de periode dat werknemer zich niet houdt aan door werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften over het verstrekken van inlichtingen die werkgever nodig heeft om het recht op loon vast te stellen. 9.5. Op de in dit artikel bedoelde loonbetaling strekt in mindering het bedrag van een werknemer toekomende geldelijke uitkering krachtens een wettelijk voorgeschreven verzekering of een verzekering of uit een fonds waarin werknemer niet deelneemt, voor zover die uitkering betrekking heeft op de overeengekomen werkzaamheden waaruit het loon wordt genoten, alsmede het bedrag van de inkomsten door werknemer in of buiten dienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht gedurende de periode dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd zou zijn geweest, de overeengekomen arbeid had kunnen verrichten. Art. 10. Pensioenregeling e.a. regelingen 10.1. Aan werknemer wordt een (of: geen) pensioenovereenkomst aangeboden. Werkgever is gerechtigd het werknemersdeel van de premie maandelijks op het salaris van de werknemer in te houden. Art. 11. Opleiding 11.1. Werknemer is op verzoek van werkgever verplicht periodiek, ook buiten de werktijden, heren bijscholingscursussen te volgen waarvan de kosten voor rekening van werkgever komen. 11.2. Werkgever betaalt de kosten van elke met de werknemer schriftelijk overeengekomen opleiding. Bij vertrek op initiatief van de werknemer betaalt de werknemer aan de werkgever de opleidingskosten terug volgens de volgende afbouwregeling: - bij vertrek binnen 1 jaar na aanvang van de opleiding: 100% van de opleidingskosten; - bij vertrek tussen 1 en 2 jaar na aanvang van de opleiding: 66%; - bij vertrek tussen 2 en 3 jaar na aanvang van de opleiding 33%; De terugbetalingsverplichting vervalt 3 jaar na aanvang van de opleiding. Onder opleidingskosten wordt verstaan__________(specificeren van alle elementen zoals reiskosten, uren vrijaf, studiemateriaal, cursusgeld). Art. 12. Geheimhouding/nevenwerkzaamheden/relatie/concurrentie/boete 12.1. Het is werknemer verboden, zowel gedurende de arbeidsovereenkomst als na afloop daarvan, op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm ook en in welke zin ook, enige mededeling te doen van hetgeen bij de uitoefening van zijn functie te zijner kennis is gekomen in verband met de zaken en belangen van werkgever en van met werkgever gelieerde ondernemingen en hun relaties. Het is werknemer tevens geboden om documenten of andere gegevens die hij heeft verkregen in het kader van zijn werkzaamheden na afloop van de arbeidsovereenkomst aan werkgever over te dragen. 12.2. Het is werknemer verboden gedurende de loop van de arbeidsovereenkomst nevenwerkzaamheden te verrichten voor een andere werkgever of opdrachtgever, direct of indirect, en zaken te doen voor eigen rekening, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever. 12.3. Het is werknemer verboden binnen een tijdvak van __________ (aantal) maanden/jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst zakelijk contact te hebben met relaties van werkgever of aan haar gelieerde ondernemingen. 12.4. Het is werknemer verboden binnen een tijdvak van __________ (aantal) maanden/jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst (binnen een kring met werkgever als middelpunt en met een straal van __________ (aantal) km) (of: in Nederland/ander gebied) in enigerlei vorm, direct of indirect, werkzaam, behulpzaam of betrokken te zijn bij een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever, hetzij tegen vergoeding hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard ook te hebben, tenzij werknemer daartoe voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever heeft gekregen, aan welke toestemming werkgever voorwaarden kan verbinden. (Optie bepaalde tijd: Aan de hierboven genoemde artikelen 12.1 tot en met 12.4 dient een artikel 12.4.1 te worden toegevoegd, inhoudend: Werkgever heeft bij de hierboven onder 12.1 tot en met 12.4 genoemde bedingen een zwaarwegend bedrijfsbelang. Dit zwaarwegende bedrijfsbelang bestaat er uit dat ….). 12.5. Bij overtreding van deze ver- en geboden verbeurt werknemer aan en ten behoeve van werkgever een dadelijk en ineens, zonder sommatie of ingebrekestelling, opvorderbare boete van __________ (bedrag en munteenheid) per overtreding en voor elke dag of een gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van werkgever in plaats van de boete volledige schadevergoeding te vorderen. Overtreding van deze verboden gedurende het bestaan van de arbeidsovereenkomst zal voorwerkgever een dringende reden vormen tot ontslag op staande voet als bedoeld in artikel 7:678 lid 2 onderdeel i Burgerlijk Wetboek en zal aanleiding kunnen geven aangifte te doen van het plegen van het misdrijf omschreven in artikel 273 Wetboek van Strafrecht. Art. 13. Intellectuele eigendomsrechten 13.1. Aan werkgever komt in binnen- en buitenland het intellectuele eigendomsrecht toe voortvloeiende uit de werkzaamheden van de werknemer tijdens de arbeidsovereenkomst en gedurende een jaar na afloop daarvan. Werknemer zal desgevraagd alle mededelingen doen en formaliteiten verrichten welke noodzakelijk zijn om werkgever in staat te stellen de in het eerste lid genoemde rechten op zijn naam te verkrijgen, dit laatste zo nodig na aanvankelijke aanvraag op naam van werknemer, door overdracht op naam van werkgever. Art. 14. Toepasselijke cao en overige regelingen 14.1. Op deze arbeidsovereenkomst zijn van toepassing de bepalingen van de cao voor de __________ (toepasselijke cao) zoals die luidt of zal gaan luiden. 14.2. Met ondertekening van deze arbeidsovereenkomst verklaart werknemer zich ook bekend en akkoord met de bepalingen uit het personeelshandboek/arbeidsvoorwaarden reglement van werkgever, dat hierbij als bijlage wordt gevoegd. Art. 15. Wijzigingsbeding 15.1. Werkgever heeft de bevoegdheid om bovengenoemde arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen wanneer hij daarbij een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer daarvoor redelijkerwijs moet wijken. Art. 16. Toepasselijk recht 16.1. Op deze arbeidsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt, per bladzijde geparafeerd en ondertekend in __________ (plaatsnaam), op __________ (datum). __________ (handtekening) werkgever __________ (handtekening) werknemer