ONTWERPPRINCIPES IN DE STAD minder tot niet effectief effectief luchtstroom 1. straten met aan weerszijde bebouwing luchtstroom de vervuilde en de schone lucht mengen niet “tunnel-effect” de vervuilde en de schone lucht mengen weg weg 2. groene daken “intensief dak” hoge beplanting in meerdere lagen “extensief dak” lage beplanting bijv. sedum, weinig hoogteverschillen en lagen intensief dak heeft invloed op de luchtstroom en op fijnstof-opvang. extensief dak heeft weinig invloed op de luchtstroom, maar wel op fijnstof-opvang. groene dakrand beïnvloedt luchtstroom 3. groen op dakrand geen invloed op luchtstroom verdunning verontreiniging, betere menging van de lucht schone en vervuilde lucht mengen, groen zuivert de lucht 4. gevelgroen weg geen invloed op luchtstroom weg ONTWERPPRINCIPES LANGS DE WEG minder tot niet effectief effectief 1. hagen langs de weg blokhaag, goede groeivorm en goed beheer haag met slechte groeivorm, kaal, slecht beheerd fijnstof wordt in de haag opgevangen fijnstof gaat door en langs de haag weg weg bos werkt als barriére, wind en vervuiling gaan er overheen en worden niet afgeremd of opgevangen. meer dan 30m tussen groene schermen 2. herhaling van groenelementen doorstroming, vervuiling wordt meerdere keren ‘verwerkt’ min. 30 m boomtoppen laten lucht en vervuiling opstijgen en zorgen voor herhaaldelijk contact met bomen. dit levert stapsgewijze zuivering van de lucht op. 3. herhaling van groenelementen bos werkt als barriére, wind en vervuiling gaan er overheen en worden niet afgeremd of opgevangen. grove groene structuur tussen weg en bomenscherm vangt fijnstof op 4. horizontale oppervlakken weg (bron) gladde structuur vangt fijstof niet op weg (bron) ONTWERPPRINCIPES LANGS DE WEG minder tot niet effectief effectief open scherm laat lucht door. fijnstof wordt opgevangen. optimale porositeit = 50 - 80% hoe hoger scherm, hoe beter. 5. groene schermen dichtbij de weg weg 6. groene schermen verder van de weg (100m of meer) grotere afstand betekent betere menging van lucht. mate van porositeit van het scherm is minder van belang. weg dicht scherm vangt geen fijnstof op. door turbulentie achter scherm zelfs hogere concentratie. weg ook gesloten, niet groen scherm zorgt vor luchtbeweging en menging. geen invloed op fijnstof. weg ± 30m 7. hoogte van beplanting 8. CONCLUSIE gelaagd groen (combinatie maatregelen) hoge beplanting heeft positieve invloed op opvangen fijnstof ideale opstelling: poreus groen scherm + bomen + hagen _________________ = hoge absorptie fijnstof lage beplanting heeft minder invloed maatregelen apart toegepast leveren minder ‘winst’ op dan de combinatie en het schakelen van verschillende ontwerpprincipes. BEPLANTINGSPRINCIPES effectief bladstructuur en boomsoort naalden minder effectief loofblad met haren niet effectief loofblad zonder haren 1. invloed op fijnstof 2. invloed op gasvormige verontreiniging loofblad met grote huidmondjes 3. CONCLUSIE loofblad met kleine huidmondjes Hoe hariger / plakkeriger de bomen, hoe meer fijnstof er wordt opgevangen. Hoe groter de huidmondjes van de loofbomen, hoe meer gasvormige verontreiniging er wordt opgevangen. Een combinatie van naald- en loofbomen is het meest effectief. In combinatie met een gelaagde aanplant, verschillende hoogtes maar ook meerdere schermen achter elkaar wordt het beste resultaat bereikt. naalden