lapsnuitkever De Lapsnuitkever De lapsnuitkever wordt ook wel snuitkever of taxuskever genoemd. Het is een kleine kever die schade aan tuin- en kamerplanten kan aanrichten. Opeens liepen er tientallen in ons huis. Lapsnuitkevers op de muur Opeens liepen ze rond de kerst op de muur. Zwarte kevertjes van ongeveer een centimeter. Ik zag direct dat het snuitkevertjes waren. De eerste kever netjes buiten gezet, de tweede ook nog. Leven en laten laten leven, toch? Bij de derde kever toch maar even uitzoeken waar we nou precies mee van doen hadden. Via internet en De Nieuwe Insectengids was de kleine kever snel gedetermineerd als de lapsnuitkever, Otiorhynchus sulcatus. Volgens mijn insectengids komt de O. sulcatus, de gegroefde lapsnuitkever, voor op ‘tal van planten in tuinen en kassen en is met name een plaag op potplanten’. Met de kevers die zich toen nog durfden te vertonen in onze huiskamer is het slecht afgelopen. Kerstboom of Ficus Er zijn twee mogelijk bronnen voor onze lapsnuitkevers in da house. Meegekomen met de kerstboom? Of is het onze Ficus irregularis. Schade van de lapsnuitkever Ondanks dat we veel van de natuur houden, wil het met kamerplanten niet zo lukken. Uitzondering hierop is onze Ficus irregularis die al vanaf de tijd dat we in ons flatje woonden bij ons is. In 1980 gekocht Zwolle. Deze plant koesteren we dus. Onze Ficus staat ’s winters in de huiskamer en in het voorjaar gaat hij naar buiten op een niet al te zonnige plek op het terras. Kan dus zijn dat de lapsnuitkevers met het naar binnen halen zijn meegekomen. Een ding is zeker, ze knagen aan zijn bladeren. UPDATE januari 2016: dit jaar hadden we in verband met werkzaamheden in de woonkamer geen kerstboom, maar wel lapsnuitkevers in huis. Het mysterie is hierbij dus opgelost: onze lapsnuitkevers zitten in de ficus. Het waren er een stuk minder in aantal, de ficus doet het prima, veel last hebben we er niet van. We laten het maar zo en gaan niet bestrijden. Lapsnuitkevers In Nederland komen 18 verschillende lapsnuitkevers voor. Hiervan zijn 11 soorten uitheems. Deze uitheemse soorten komen vooral uit Zuid-Europa en door de de klimaatverandering kunnen ze zich ook in noordelijker streken handhaven. Dat zien we bij steeds meer diersoorten uit het zuiden. De meeste soorten zijn pathogenetisch, dat wil zeggen dat er alleen vrouwtjes zijn die zich zonder te paren met een mannetje kunnen voortplanten. Vroeger trof men onze lapsnuitkever hoofdzakelijk op taxus struiken en bomen aan, vandaar de naam taxuskever. Door de jaren heen heeft de soort zich flink uitgebreid en eet zowat alle planten, maar houdt wel zijn voorliefde voor de wat ‘hardere’ bladeren, zoals de rododendron, coniferen en klimop. Daar tref je dan ook het eerst de sporen van de kever aan. Lapsnuitkevers hebben een redelijk goed herkenbare vraat, het lijkt of er vanaf de rand happen uit het blad zijn genomen. Zie je die in je tuin en je ziet geen insect, dan is de kans groot dat je ze in de tuin hebt. Daar de kevers ’s vooral nachts actief zijn, zie je ze niet vaak. De kevers richten niet de grootste schade aan, dat zijn de larven. Het vrouwtje legt in voorjaar en zomer (200 dagen lang) gemiddeld 5 eitjes in de grond en de larven doen zich ondergronds te goed aan de wortels van jouw tuin- of kamerplanten. De larven worden ongeveer een centimeter lang. In een seizoen kunnen de larven van pop tot volwassen kever worden (metamorfoseren). De larven die aan het einde van het seizoen worden geboren overwinteren in de bodem om in het volgende voorjaar verder te groeien en dan te verpoppen. De meeste insecten leven maar kort, de lapsnuitkever echter niet. Die kan wel een paar jaar mee. Bestrijding lapsnuitkever Tot op heden heb ik de bestrijding van de kevers ‘mechanisch’ gedaan, dat wil zeggen vangen en dooddrukken. Ik weet niet of de kevers elkaar gewaarschuwd hebben, maar nu (eind januari) zie ik geen kevers meer door het huis wandelen. De kerstboom is inmiddels afgetuigd en we wachten met spanning af hoe het verder gaat met onze geliefde Ficus irregularis. We verpotten hem komend voorjaar en zien dan wel of er larven in de pot zitten. Dat we ze in de tuin hebben is zo goed als zeker, gezien de happen die er uit de klimop genomen zijn. Als er larven van snuitkevers in je pot- of kuipplanten zitten dan is bestrijding noodzakelijk. In de kleine ruimte van de pot richten ze veel schade aan de wortels aan. Een paar larven kunnen je plant al om zeep helpen. Als je ze in de tuin hebt geconstateerd is het allereerst de vraag of je tot bestrijding moet overgaan. In een gezonde tuin richten ze over het algemeen niet heel veel schade aan. Als de planten in je border het goed blijven doen en je stoort je niet al te veel aan een hapje uit een blad is het advies om de boel goed in de gaten te houden. Zolang het nog binnen de perken blijft, om het maar eens zo te zeggen, leven en laten leven. Merels en andere vogels en ook egels zijn dol op de larven, die veel eiwitten bevatten. Mocht je toch het besluit moeten nemen om ze uit te roeien, dan is gif natuurlijk geen optie. Gif doodt alle insecten en vormt een gevaar voor de nuttige bijen en hommels en voor de vogels die de vergiftigde insecten opeten. Een beproefde methode is die met aaltjes. Aaltjes zijn nematoden, rondwormen waartoe ook veel parasieten behoren die zoogdieren (en mensen) lastig vallen. De nematoden die we gebruiken om onze snuitkevers te bestrijden zijn voor mensen en dieren volstrekt ongevaarlijk. Lees hier meer over de bestrijding met aaltjes. Een andere biologische methode is die met compost waarin een schimmel leeft die de larven van de snuitkever infecteert. Lees hier meer over het gebruik van compost tegen de lapsnuitkever. Of bezoek de uitgebreide website. Bij een zware plaag is de combinatie van beide methoden uiterst effectief.