Preek over het zevende gebod, zomi Delft 14 februari. De aanleiding om het vanmiddag over seks te hebben is de bespreking van de tien geboden in de middagdiensten in Delft, waar vandaag zevende gebod aan de beurt is. De tien geboden vormen traditioneel samen een onderdeel van het christelijke onderwijs, naast de twaalf artikelen van het geloof (die gaan over de inhoud van het christelijk geloof) en het Onze Vader, het gebed dus. We gebruiken de tien geboden om na te denken en te praten over de praktijk van ons christelijke leven. De tien geboden vormen hierin niet het eindpunt (niet alles is ermee gezegd). Ze vormen juist een startpunt voor ons denken over het christelijke leven. We bedenken: de tijd waarin de tien geboden door God werden gegeven aan Mozes was anders dan deze tijd – in het algemeen gesproken – en we overwegen verder: wat betekenen de tien geboden voor ons leven met God nu Christus is gekomen (vb tweede gebod). En we bedenken ook wat het betekent dat Christus nog een keer komt. Om te overwegen hoe dat ons ons leven nu al richting geeft (vb 4e gebod). De tekst van het zevende gebod luidt: pleeg geen overspel. De betekenis hiervan in de tijd van Mozes lijkt eenvoudig en snel begrepen: je (de vrije, Israëlitische man) doet het niet met de vrouw van een ander. Dat had (en heeft) te enerzijds maken met de eenwording van man en vrouw – (Gen. 2, bevestigd door het woord van Christus: wat God heeft samengevoegd, scheidde de mens niet – en, daarmee nauw verbonden, de mogelijkheid om samen kinderen te krijgen. De oudtestamentische wet kende allerlei regels over nageslacht waarbij een familielid soms geroepen werd om kinderen te verwekken voor een broer bij een vrouw. Er waren in de tijd van Mozes ook voorwaarden waaronder je (een man) mocht scheiden (van zijn vrouw). Maar wat in ieder geval niet mocht was (ik formuleer het expres wat luchtig) ongevraagd kinderen verwekken bij de vrouw van een ander. Nu naar het Nieuwe Testament. Ik neem een Woord van Jezus als uitgangspunt voor mijn belangrijkste stelling van vanmiddag. In Matteüs 19 zegt Hij, in een gesprek met de Farizeeën:1 ‘Er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel.’ Jezelf onvruchtbaar maken met het oog op het koninkrijk van de hemel. Wat is dat? Dit is geen makkelijke tekst en er is dan ook zowel een lange als een korte uitleg. De korte is: mensen die niet trouwen om meer te kunnen betekenen in het koninkrijk van God. Die zijn dus niet gehandicapt (vgl. Jezus zelf, Paulus, de kamerling, ….). We zien eigenlijk de definitie van vruchtbaarheid veranderen. Het christelijk huwelijk wordt ondergeschikt aan de band met God door Christus. En vruchtbaar is hij of zij, getrouwd of ongetrouwd, daarin iets betekent. De apostel Paulus, die zelf ongetrouwd was, is daarvan een voorbeeld. En zelf schrijft hij ook aan de kerk in Korinthe over trouwen en seks (1 Kor. 7): ‘U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. En 1 Lezen Matt. 19,1-12. Jezus wijst terug naar de oorspronkelijke bedoeling van de huwelijkse verbintenis: dat man en vrouw één zijn. En Hij verbiedt scheiding (is dus strenger dan Mozes). een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw. Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden. Ik zeg u dit niet om u iets op te leggen, maar om u tegemoet te komen. Ik zou liever zien dat alle mensen waren zoals ik, maar iedereen heeft van God zijn eigen gave gekregen, de een deze, de ander die.’ Hier zien we weer dat gelijkwaardige tussen man en vrouw, dat in die tijd denk ik een van de meest revolutionaire dingen moet zijn geweest die mensen eruit oppikten. Maar dat terzijde. Waar het me om gaat is dat Paulus het huwelijk, en de daarmee verbonden seksuele omgang, ineens – en dat is pas echt revolutionair – beschouwt als een optie. Net als trouwen. Het huwelijk wordt een christelijke roeping in plaats van een natuurlijke vanzelfsprekendheid. Beiden worden ondergeschikt geacht aan de band met Jezus Christus. Elders schrijft hij: trouwen is goed, niet trouwen is beter. In mijn eigen woorden: het gaat christenen om de toewijding aan Christus. En die toewijding leer je ofwel door je aan elkaar toe te wijden in het huwelijk (dat daaraan dus ondergeschikt is), ofwel, en dat is volgens Paulus de betere optie, door ongetrouwd te blijven. Hoe kan dat? Nu kom ik bij de kern van mijn stelling van vanmiddag. Dat komt omdat Paulus in zijn onderwijs en in (het voorbeeld van) zijn leven een leerling is van Jezus. We lezen Lukas 20: ‘Enkele sadduceeën, die ontkennen dat er een opstanding is, kwamen naar hem toe en vroegen hem: ‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven: als een gehuwd man sterft zonder dat zijn vrouw kinderen heeft gebaard, moet zijn broer met die vrouw trouwen en nakomelingen verwekken voor zijn broer. Nu waren er zeven broers. De eerste was gehuwd, maar stierf kinderloos; daarna trouwde de tweede broer met de vrouw en vervolgens de derde, en toen de andere broers, maar alle zeven waren ze kinderloos toen ze stierven. Ten slotte stierf ook de vrouw. Wiens vrouw is ze dan bij de opstanding? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’ Jezus zei tegen hen: ‘De kinderen van deze wereld huwen en worden uitgehuwelijkt, maar wie waardig bevonden is deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden, huwt niet en wordt niet uitgehuwelijkt. Zij kunnen ook niet meer sterven, want ze zijn als engelen en ze zijn kinderen van God omdat ze deel hebben aan de opstanding.’ Wat staat hier nu eigenlijk? Hier staat volgens mij dat het huwelijk, inclusief de seksualiteit zoals wij dat kennen, van voorbijgaande aard is: ‘wie waardig bevonden is deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden, huwt niet en wordt niet uitgehuwelijkt.’ De reden daarvoor volgt daarna: opgestane mensen hebben een onsterfelijk lichaam. Zij hoeven dus niet meer te trouwen (en kinderen te krijgen): ‘Zij kunnen ook niet meer sterven, want ze zijn als engelen en ze zijn kinderen van God omdat ze deel hebben aan de opstanding.’ M.a.w.: de opstanding maakt uiteindelijk seks overbodig. Ervoor in plaats komt een soort lichamelijkheid en een intimiteit 2.0, waarin blijkbaar ook onze seksuele verlangen tot rust komen en beter nog: vervuld worden. Dit heeft te maken met het opstandingslichaam. Tom Wright noemt het opstandingslichaam transfysiek: van een andere, her-schapen, orde. We zijn op weg naar een werkelijkheid waarin we wellicht, we weten niet hoe dat bij de engelen is, nog steeds man en vrouw zijn, of blank of zwart, Jood of niet Jood, maar vooral ‘in Christus’ zijn. ‘U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.’, schrijft Paulus in Galaten 3. Nu is het punt: dat ‘in Christus’ zijn, begint nu. Paulus schrijft iedereen aan die ‘door de doop één met Christus is geworden.’ We gaan hier niet al te diep op in. Maar we denken wel na over de mogelijke consequenties van wat hier nu eigenlijk staat. We zijn op weg naar een werkelijkheid waarin seks vervuld, overbodig wordt. Daarom wordt 1) ongetrouwd zijn de eerste optie in de christelijke gemeenschap en is er, juist in de christelijke gemeenschap, in de loop van de tijd volop geëxperimenteerd met allerlei alternatieve samenlevingsvormen in kloosters en leefgemeenschappen. Trouwen is hier niet de norm maar juist ongetrouwd zijn. We zijn op weg naar een realiteit waarin de band met Christus steeds belangrijker, uiteindelijk het belangrijkst wordt, dan de (huwelijkse) band met elkaar. 2) voor het huwelijk zelf betekende dat ook veranderingen. De definitie van vruchtbaarheid heeft niet langer te maken met de vraag of je kinderen krijgt of niet maar met de vraag hoe vruchtbaar je bent voor het koninkrijk van God. Je kunt 10 kinderen hebben, maar niet gericht zijn op Gods koninkrijk. Of geen kinderen krijgen of er bewust van afzien om redenen die te maken hebben met het koninkrijk van God (vb). Er zijn twee valkuilen in Lukas 20: de sadduceeën ontkennen een lichamelijke opstanding van de doden. Vanuit die houding maken ze de maken de farizese partij belachelijk, waartoe ok Jezus behoort. Maar de Farizeeën zelf denken de toekomst nog te veel in de huidige-aardsecategorieën. En dan wordt het inderdaad belachelijk en er worden allerlei aardse beperkingen als uitgangspunt genomen voor het leven straks. Of andersom: het summum van wat wij nu kunnen bedenken als ‘goed’ wordt daar in overvloed ervaren. Vergelijk de Islamitische variant hierop: wie op het punt staat het islamitische paradijs te betreden krijg daar alsnog 70 maagden. Maar het christelijke geloof over de toekomst leert anders denken, omdenken. Wat de geloven over de toekomst wordt nu al (een beetje) realiteit. Ja er is een opstanding. Maar ook een transformatie. In de kerk van Korinte leidde dat tot twee ideeën over de christelijke omgang met seks. Waarop de één zegt: ga maar los dan. En de ander: raak niet, smaak niet, roer niet aan. Onthoud je ervan. Dan is Paulus’ reactie: nee, verbind je aan Christus en wees vruchtbaar voor hem. Hij onderscheidt vervolgens twee roepingen. De meest voortreffelijke: ongetrouwd blijven met onthouding van seks. En de goede: trouwen met seks. Ik heb straks een aantal vragen hierover. Maar we zijn er nog niet helemaal. Want wat zijn onze opvattingen over seks eigenlijk? Want je kunt zeggen over de Korintiërs wat je wilt, maar beide opvattingen gingen tenminste nog terug op een christelijke overtuiging. Hoe zit dat met ons? Volgens mij, en ik ben niet de enige die zo denkt, laten wij ons veel meer beïnvloeden door wat anderen denken over seks dan door het evangelie. Seks is dé manier om jezelf te verwezenlijken. Velen van ons kunnen zich, een enkeling daargelaten, een leven zonder seks niet voorstellen. En streven naar geen seks komt ons voor als het ontkennen van een menselijke basisbehoefte. Heel ongezond dus. Seks is heel belangrijk. De christelijke variant hierop is om heel verheven over seks te praten. Alsof getrouwde mensen ook niet gewoon wat aan klungelen met seks. Alsof seks niet voorbijgaat. Nu een paar vragen: Wat betekent dit voor de huwelijken? Voor zover seks inderdaad verheven is, is dat omdat seks een beeld is van de gemeenschap met Christus. Maar lukt het ons om vrijen zo te ervaren? Het klinkt haast belachelijk. Toch? Hoe werkt seks? Seks is tegelijk zo belangrijk en zo geprivatiseerd dat we er, volgens mij, haast niet over durven praten. Er is veel moois, maar ook een hoop falen op dit punt. Juist omdat seks een middel is dat voorbij gaat zouden we er misschien wat ontspannener mee kunnen omgaan. Of niet? Hoe nuchter zijn wij over seks? Hoe bespreekbaar is het? Hoe beleven christenen zonder seks hun bevoorrechte positie in de gemeenschap met Christus? Wat zijn hun ervaringen? En hoe zijn zij een voorbeeld in de kerk? Of zijn zij alleen maar zielig? Hoe experimenteren we, net als de oude(re) Kerk, met alternatieve leefvormen en vriendschappen? Waar wonen wij als broeders en zusters eigenlijk samen? Waar kan je heen als je niet trouwt? (vb kringen, Taste). Wat betekent het evangelie en de kerk voor broeders en zusters die geen verlangen hebben naar seks op de manier zoals dat in het gewone huwelijk kan worden uitgeleefd? Mensen zonder libido of mensen die geen seks kunnen hebben? Mensen die wel verlangen naar seksuele eenheid, maar waarbij dat verlangen niet gericht is op partners van het andere geslacht? Mensen die man zijn maar zijn vrouw voelen of andersom? Er is volgens mij ruimte voor dit gesprek. Het evangelie biedt die ruimte. De kerk is mild geweest en stond huwelijken toe die niet geconsumeerd konden worden. Hoe mild zijn wij voor broers en zussen die wat dit betreft anders zijn? Waar en hoe ervaren zij intimiteit? Welke ruimte is er hier? Wat is hun plaats in de gemeenschap van Christus? Tot slot, niet onbelangrijk. Hoe gaan we om met falen en fouten? Geen zonde heeft meer gevolgen voor het lichaam, schrijft Paulus elders. De zonde tegen het 7e gebod is ingrijpender, maar niet erger of onoverkomelijker. Zij komt in heel wat mensenlevens voor, maar er is verzoening mogelijk en je kunt opnieuw beginnen. Kortom: we moeten niet doen alsof trouwen de norm is, falen onbesproken laten en diegenen die anders zijn, bijvoorbeeld homoseksuelen of mensen die niet voldoen aan die norm, overlaten aan zichzelf in het zoeken naar vormen waarin het christelijke dan wel mogelijk is. Vergissen wij ons niet. De norm is Christus. En mensen die niet trouwen zijn anderen daarin voor. Ik rond af. Maar we zijn volgens mij nog niet eens begonnen. Amen.