Datum 10 november 2014 Nummer 2014-13- Datum commissievergadering 2 december 2014 Datum raadvergadering 16 december 2014 OPLEGGER Registratienummer 2014-26001 / 14Z.006026 Onderwerp raadsvoorstel Wet Markt en Overheid Portefeuillehouder Hans Horlings Uiterste behandeldatum (+reden) Eerdere besluitvorming Samenvatting De Wet Markt en Overheid geeft een aantal regels die door de gemeente in acht genomen moeten worden. Zo moeten onder andere tenminste alle integrale kosten van een economische activiteit worden doorberekend in de kostprijs. De raad kan hiervan afwijken door bepaalde economische activiteiten aan te merken als activiteiten van algemeen belang. Te nemen besluit 1. De volgende activiteiten aan te merken als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25h, vijfde lid van de Mededingingswet: Verhuur- en exploitatie buitensportcomplexen; Verhuur maatschappelijk vastgoed; Antikraak verhuur; Exploitatie gemeentelijke begraafplaats; Gebruik van de gemeentelijke fietsenstalling; Verstrekken van geldleningen aan sportclubs. 2. De uniforme voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet besluitrecht van toepassing te verklaren op dit besluit en derhalve het besluit gedurende 6 weken na bekendmaking ter inzage te leggen. Bijlagen Advies commissie Raadsbesluit o Akkoord / o Niet akkoord opmerking: Arjan de Vos griffier Arnoud Rodenburg burgemeester *2014-25757* Inleiding Op 1 juli 2012 is de Wet Markt en Overheid (Wet M en O) van kracht geworden. Deze wet, een wijziging van de Mededingingswet, geeft een aantal gedragsregels die gemeenten in acht moeten nemen als zij economische activiteiten uitvoeren. De wet M en O maakt het mogelijk af te wijken van de gedragsregels, maar dat moet dan wel gebeuren op basis van raadsbesluit waarin is bepaald dat de daarin genoemde activiteiten verricht worden in het algemeen belang. Met ingang van 1 juli 2014 moeten alle bestaande economische activiteiten voldoen aan de voorschriften van de wet. Beoogd effect Te voldoen aan de bepalingen uit de Wet Markt en Overheid. Argumenten 1. De gemeente wil voldoen aan de bepalingen uit de Wet Markt en Overheid. Gemeenten verrichten over het algemeen publiekrechtelijke taken. In de afgelopen jaren zijn gemeenten steeds meer economische activiteiten gaan verrichten. Met deze economische activiteiten treedt de overheid in concurrentie met ondernemingen. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie. Tegen deze achtergrond is de Wet Markt en Overheid in het leven geroepen met als doel zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren. Deze wet maakt per 1 juli 2012 onderdeel uit van de Mededingingswet. Gedragsregels De wet bevat een aantal gedragsregels waar gemeenten aan moeten voldoen bij het uitvoeren van economische activiteiten. Deze zijn: Integrale kostprijsberekening: overheden moeten tenminste alle integrale kosten van een economische activiteit doorberekenen in de kostprijs. Bevoordelingsverbod van overheidsbedrijven: overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven niet bevoordelen boven concurrerende bedrijven. Functiescheiding: als een overheid voor bepaalde economische activiteiten een bestuurlijke rol heeft en die economische activiteit ook zelf uitvoert, mogen niet dezelfde personen betrokken zijn bij de bestuurlijke en economische activiteiten van die organisatie. Gegevensgebruik: overheden mogen gegevens waarover zij beschikken alleen hergebruiken voor andere, economische activiteiten als andere organisaties of bedrijven ook (onder dezelfde voorwaarden) over de gegevens kunnen beschikken. In de Wet M en O is een mogelijkheid opgenomen om af te kunnen wijken van de gedragsregels. Op economische activiteiten die door de raad zijn aangemerkt als activiteiten van algemeen belang is de wet niet van toepassing. Overtreding van de gedragsregels De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op de naleving van de gedragsregels en kunnen zo nodig handhavend optreden. De wet negeren brengt financiële risico’s met zich mee. Een (potentiële) overtreding wordt formeel vastgesteld en de ACM kan een last onder dwangsom opleggen. Private ondernemers kunnen het besluit van de autoriteit vervolgens gebruiken om de betrokken overheidsorganisatie aansprakelijk te stellen voor geleden schade. 2. De gemeenteraad heeft beleidsvrijheid om te bepalen of een economische activiteit in het kader van het algemeen belang plaatsvindt. Binnen de ambtelijke organisatie is een inventarisatie gemaakt van de economische activiteiten die in aanmerking komen voor een algemeen belang besluit. Tevens is dit onderwerp besproken in een vergadering van het AMO. Het resultaat van deze inventarisatie is dat de volgende activiteiten in aanmerking komen voor een dergelijk besluit. Verhuur- en exploitatie buitensportcomplexen Sport heeft verschillende maatschappelijke functies, zoals het bevorderen van de gezondheid en een positief woon- en vestigingsklimaat. Het algemeen belang van sportbeoefening is evident. Sport heeft grote positieve gezondheids- en maatschappelijke effecten. Van groot belang is om de toegang tot sportvoorzieningen laagdrempelig te houden. Het in rekening brengen van kostendekkende tarieven 2 verhoogt de kosten van sportdeelname aanzienlijk en heeft direct invloed op de deelname aan sportactiviteiten. De sportverenigingen moeten de hogere kosten doorberekenen aan de leden. Hoge contributies zullen leiden tot afname van het ledenaantal en mogelijk leiden tot bedreiging van het bestaansrecht van sommige verenigingen. Voor de binnensportaccommodaties geldt dat deze of niet in eigendom zijn bij de gemeente (bijv. sporthal Keenenburg) of dat deze als onderdeel van een groter complex worden geëxploiteerd door een commerciële marktpartij (sporthal De Hoornbloem, gymnastieklokalen Het Lint). Voor de sportzaal De Dorpshoeve geldt dat nadat Optisport de exploitatie heeft beëindigd is getracht die complex, inclusief sportzaal, in gebruik te geven bij een commerciële marktpartij. Dit is niet gelukt. In een dergelijk geval van ‘marktfalen’ hoeft geen integrale kostprijs in rekening te worden gebracht. De buitensportaccommodaties, zoals die in onze gemeente aanwezig zijn worden niet of nauwelijks door private partijen aangevonden en dit is in de nabije toekomst ook niet te verwachten. Gelet op de doelstelling van het belang van laagdrempelige sportvoorzieningen weegt het algemeen belang zwaarder dan mogelijke nadelige gevolgen voor potentiële belanghebbenden. Verhuur maatschappelijk vastgoed Bij de verhuur van maatschappelijk vastgoed gaat het om de verhuur van accommodaties aan maatschappelijke-, culturele- en recreatieve instellingen (bijv. Notenschip, musea). Hoewel het streven bij het verhuren van vastgoed erop is gericht om de gemaakte kosten door te rekenen in de huurprijzen, is dit echter lang niet altijd mogelijk. Private ondernemers bieden ook vastgoed aan echter niet tegen tarieven die voor genoemde partijen acceptabel zijn. Het belang dat instellingen op het maatschappelijke, culturele, en creatieve vlak voor de beleving van een dorp en de samenleving hebben weegt zwaarder dan het commerciële belang dat partijen op de vastgoedmarkt hebben bij een integrale kostprijsdoorberekening door onze gemeente. Antikraak verhuur De gemeente streeft naar kostdekkende huurprijzen. Dat is echter niet altijd te realiseren. Een voorbeeld hiervan zijn de langlopende huurcontracten waarbij de huurprijs jaarlijks wordt geïndexeerd. In geval van leegstand doet zich een kraakrisico voor. Bij het tijdelijk in gebruik geven van een leegstaand pand ter voorkoming van kraken is er geen sprake van een kostendekkend tarief. Het gaat hier om panden die uit strategisch oogpunt zijn aangekocht en op termijn ingezet gaan worden bij een exploitatie. Het algemeen belang van het beperken van de risico’s van leegstand weegt zwaarder dan het belang dat partijen op de vastgoedmarkt hebben bij integrale kostendoorberekening door onze gemeente. Exploitatie gemeentelijke begraafplaats Het exploiteren van een begraafplaats is een economische activiteit die ook door private ondernemers wordt verricht. Gemeenten zijn wettelijk verplicht te voorzien in een gemeentelijke begraafplaats. De gemeentelijke begraafplaatsen worden bij de exploitatie geconfronteerd met lasten uit het verleden omdat er sprake is van een percentage eeuwigdurende of afgekochte graven die geen baten meer opleveren maar wel onderhoud vergen. Bij de begraafplaatsen die door private partijen worden geëxploiteerd doet dit verschijnsel zich niet voor. Hieruit bestaat dan ook het marktfalen. Van een volledige kostendekkendheid waarbij de integrale kosten volledig worden doorberekend is geen sprake omdat dit zou leiden tot een vanuit maatschappelijk oogpunt ongewenste tariefsverhoging. Het betaalbaar houden van de mogelijkheid tot begraven op de gemeentelijke begraafplaatsen wordt in het algemeen belang geacht. Dit belang weegt zwaarder dan de gemeente te houden aan het doorberekenen van de integrale kosten en de commerciële belangen van exploitanten van particuliere begraafplaatsen. Gebruik van de gemeentelijke fietsenstalling Het gebruik van de gemeentelijke fietsenstallingen is gratis. Er is dus geen sprake van het doorberekenen van de integrale kosten. Het bieden van gratis stallingruimte voor de fiets bevordert het gebruik van de fiets. Stimuleren van het fietsgebruik is zowel vanuit het oogpunt van mobiliteit als vanuit het oogpunt van volksgezondheid wenselijk. Er zijn er geen andere private ondernemers die interesse hebben voor de (commerciële) exploitatie van fietsenstallingen. Door het gratis aanbieden van fietsenstallingruimte wordt mogelijk toetreden van private ondernemers tot deze markt bemoeilijkt. De aan het algemeen belang gekoppelde doelstellingen achten wij echter zwaarder dan mogelijke commerciële belangen van private ondernemers. 3 Verstrekken van geldleningen aan sportclubs Sportclubs hebben in het verleden een gemeentelijke lening ontvangen. Over deze leningen wordt geen rente bij de clubs in rekening gebracht. Dit is in strijd met de kaders van de Wet Markt en Overheid. De bedoeling van deze leningen is om de sport te stimuleren door het mogelijk maken van betere voorzieningen. Gelet op de doelstelling van het belang van laagdrempelige sportvoorzieningen weegt het algemeen belang zwaarder dan mogelijke nadelige gevolgen voor potentiële belanghebbenden. Kanttekeningen 1. De focus bij de inventarisatie ligt bij de nu bekende activiteiten. Bij de inventarisatie van de activiteiten is gekozen om in eerste instantie te focussen op die activiteiten waarbij het risico op oneerlijke concurrentie het grootst kan bestaan. Daarnaast kunnen er nog bestaande of nieuwe activiteiten worden verricht die in aanmerking komen voor een algemeen besluit vaststelling. 2. Doorberekening kostprijs biedt meer transparantie maar zorgt voor veel administratieve lasten en financiële risico’s. Het is in principe mogelijk om voor de activiteiten die nu in aanmerking komen voor een algemeen belang besluit de integrale kostprijs door te berekenen en de doelgroep anderzijds te compenseren met een (extra) subsidie. Deze oplossing is echter arbeidsintensief en brengt extra administratieve lasten met zich mee voor zowel de gemeente als de doelgroep. Wanneer hiertoe zou wordt besloten is eerst nader onderzoek naar de financiële en fiscale consequenties noodzakelijk. Financiën Er zijn niet direct financiële consequenties voor de algemeen belang besluit vaststelling. Communicatie Communicatie vindt op de gebruikelijk wijze plaats via de openbare besluitenlijst, op intranet (voor collega’s)en op de website. Inzage vind plaats zoals hierboven beschreven. Vervolgstappen Het raadsbesluit wordt gepubliceerd en ingevolge de Algemene wet bestuursrecht is dit besluit vatbaar voor bezwaar en beroep. Rechtsbescherming: Er zijn twee mogelijkheden om rechtsbescherming tegen het besluit tot vaststelling van het algemeen belang te bieden. De eerste optie is het bieden van de inspraakmogelijkheid tegen het voorgenomen besluit door de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing te verklaren. Na de definitieve besluitvorming kan er dan rechtstreeks beroep aangetekend worden door diegenen die een zienswijze hebben ingediend. De tweede optie is het direct nemen van een definitief besluit, waartegen bezwaar en vervolgens beroep openstaat. In de Wet Markt en Overheid is geen verplichting opgenomen om inspraak mogelijk te maken. Uit de handreiking van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie blijkt echter, dat dit wel de bedoeling van de wetgever is geweest. Het voordeel is dat betrokkenen op die manier de kans krijgen om de gevolgen die het besluit voor hen heeft onder de aandacht te brengen. Dat leidt ertoe dat u als raad beter in staat wordt gesteld een zorgvuldige belangenafweging te maken. De procedure heeft bovendien tot gevolg dat er rechtstreeks beroep tegen het (definitieve) besluit open staat. De bezwarenprocedure wordt overgeslagen en de rechter krijgt dus eerder in het proces de kans zich uit te spreken over een eventueel aanwezig geschil. Gelet op bovenstaande wordt u voorgesteld de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing te verklaren. Dit betekent dat het besluit 6 weken na bekendmaking ter inzage wordt gelegd. Reactie college op commissiebehandeling 4