Koude Oorlog Historische Context Antwoorden INHOUDSOPGAVE § 1 IDEOLOGISCHE TEGENSTELLINGEN .................................................................................... 3 Verwerkingsvragen ........................................................................................................................... 3 Toepassing en Inzichtvragen .......................................................................................................... 4 § 2 TWEE IDEOLOGISCHE BLOKKEN ........................................................................................... 6 Verwerkingsvragen ........................................................................................................................... 6 Toepassing en Inzichtvragen .......................................................................................................... 6 § 3 KRITIEKE MOMENTEN ............................................................................................................ 9 Verwerkingsvragen ........................................................................................................................... 9 Toepassings- en Inzichtvragen................................................................................................... 9 § 4 AFNEMENDE SPANNINGEN .................................................................................................... 11 Verwerkingsvragen ......................................................................................................................... 11 Toepassing- en Inzichtvragen....................................................................................................... 11 2 § 1 IDEOLOGISCHE TEGENSTELLINGEN Verwerkingsvragen: 1. Burgers (blanke mannen met bezit) kozen zelf president die gecontroleerd wordt door een gekozen volksvertegenwoordiging. 2. Grondwet: fundamentele wetten van een staat waarin de werking van het politieke systeem en de rechten en plichten van de burgers staan beschreven. rondrecht: fundamentele rechten van individuele burgers tegenover de staat, die worden vastgelegd in een grondwet. 3. Grondwet, grondrechten, vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid. 4. Kapitalisten hebben de beschikking over de belangrijkste productiemiddelen (grond, kennis en kapitaal). De kapitalisten hebben dan ook de macht in handen. De proletariers hebben het niet breed, zij beschikken over het productiemiddel arbeid. Het verschil tussen beide groepen is groot en wordt alsmaar groter (klassenstrijd). De proletariers zullen in spontaan in opstand komen (wereldrevolutie). Na een korte periode van chaos zal de overheid, bestaande uit proletariers, zal de orde herstellen en de productiemiddelen gelijkmatig verdelen over de bevolking. Zodra de samenleving gewend is aan de nieuwe situatie kan de overheid zich (langzaam) terugtrekken en breekt er een nieuwe periode van voorspoed aan (heilstaat). 5. Sociaaldemocraten: niet wachten op wereldrevolutie, situatie van de arbeiders middels wetten verbeteren. Strijden voor algemeen kiesrecht zodat arbeiders een krachtige stem hebben in het parlement. Bolsjewieken: revolutie kan ook in een niet-geïndustrialiseerd land, georganiseerd met behulp van beroepsrevolutionairen. 6. Februarirevolutie is een spontane revolutie tegen de Tsaar door ontevreden arbeiders (stakingen en demonstraties). Oktoberrevolutie is gepleegd door een kleine groep beroepsrevolutionairen onder leiding van Lenin die het niet eens zijn met de Voorlopige Regering. 7. Kleine boerderijen worden samengevoegd tot grote staatsbedrijven (collectivisatie: schaalvergroting en modernisering). De landbouwproducten worden met winst verkocht maar de opbrengst wordt geïnvesteerd in de industrie. Op het platteland is regelmatig sprake van hongersnood. 8. a. b. Totalitair regime: de overheid wil volledige controle over het dagelijks leven van mensen, zowel op politiek, cultureel, sociaal en economisch terrein. Vijfjarenplannen voor de economie, schijnprocessen tegen anders denkenden, éénpartijstelsel. 3 Toepassing en Inzichtvragen 9. Nee, het hoger gerechtshof wordt benoemd door de president. Het hoger gerechtshof is dus niet gescheiden van de uitvoerende macht. De scheiding der machten is niet 100% doorgevoerd. 10. a. Het overgrote deel van de bevolking woont op het platteland: 116 miljoen (totaal aantal inwoners: 137 miljoen). De stadsbevolking nam toe: van 26 naar 56 miljoen. Het platteland nam af: van 121 naar 115 miljoen. Periode iii (1939-1950): van 171 naar 178 miljoen/toename van 7 miljoen. (In de andere perioden was de toename hoger: i) 10 miljoen, ii) 24 miljoen). In de periode 1939-1950 viel de Tweede Wereldoorlog: terugslag in de ontwikkeling van de SU. b. c. d. 11. a. i. ii. iii. iv. v. Stalin Dienstbode Negatief, nors, doodshoofd op pet Handboeien en getrokken pistool Dienstbode doet de deur open voor officieren van het leger. i. De man boven aan de trap (buiten de afbeelding), een hoge functionaris van de communistische partij. De legerofficieren b. ii. c. i. Ironisch, er staan geen vrienden voor de deur, maar officieren met getrokken geweer. Zij hebben niets vriendelijks in de zin. Binnen het communisme is iedereen gelijk en wordt aangesproken met kameraad. Het feit dat de dienstbode een uniform aan heeft geeft aan dat toch niet iedereen gelijk is. d. i. e. De zuiveringen in de USSR onder Stalin. De tekenaar geeft hetzelfde beeld weer. 12. a. b. 13. De Amerikaanse politicus zou wijzen op (persoonlijke) vrijheid. In de Sovjet-Unie werd alles bepaald door de communistische partij/staat. Iedere Rus was ondergeschikt aan het grote geheel. In de Verenigde Staten stond/staat persoonlijke vrijheid centraal. Ieder mens mag zijn eigen keuzes maken. De Sovjetpoliticus zou wijzen op gelijkheid. In Amerika verrijkte de kapitalistische elite zich ten koste van de arbeiders, terwijl in de SovjetUnie iedereen gelijk was. atoombom communisme 4 invloedssfeer kapitalisme wapenwedloop grootmacht propaganda 8ste begrip: DREIGING 5 § 2 TWEE IDEOLOGISCHE BLOKKEN Verwerkingsvragen: 14. Op ideologische tegenstellingen tussen het kapitalisme en democratie enerzijds en het communisme als economisch en politiek systeem anderzijds. De Amerikanen waren bang voor een nieuw allesoverheersend dictatoriaal regime, terwijl de Sovjet-Unie tegen het kapitalistische imperialisme van de Amerikanen was. 15. 1943 – 1949 Blokvorming (verdeling van Europa in 2 afzonderlijke machtsblokken) en 1949 – 1991 Wapenwedloop en strategie van wederzijdse afschrikking (beide grootmachten beschikken over kernwapens). 16. a. b. De “vriendschappelijke” banden tussen twee of meerdere landen, waarbij land A achter de schermen de touwtjes in handen heeft, de regie voert en de koers uitzet voor land B (en C …). Het kapitalistische democratische “Westen” tegenover het communistische “Oosten” (Oostblok). 17. De containmentpolitiek; deze hield in dat alle landen die door het communisme bedreigd werden, konden rekenen op militaire en economische steun van de Verenigde Staten. Het Marshallplan was een economische steun om te voorkomen dat communistische partijen in Europa de macht zouden grijpen. 18. Stalin is van mening dat de Verenigde Staten hun macht over andere landen wilden vestigen door hen economisch afhankelijk te maken. Toepassing en Inzichtvragen 19. a. Nee, de oprichting van de NAVO was geen gevolg van beide gebeurtenissen, deze vonden immers later plaats. b. Misschien was de Russische atoombomontploffing een kwestie van machtsvertoon van de Sovjetunie. In dat opzicht kan het een gevolg zijn van de oprichting van de NAVO. De ontwikkeling van de A-bom - die nogal wat tijd vergt - kan natuurlijk geen gevolg zijn van de oprichting van de NAVO gezien de korte tijdspanne. c. De samenhang tussen de gebeurtenissen valt onder te brengen onder de term Koude Oorlog en/of bewapeningswedloop. In die zin zijn de drie gebeurtenissen te zien als zetten in een 'schaakspel'. Maar aangezien de Russen ook zelf in staat waren een atoombom te maken; de NAVO een reactie was op het proces van toenemende macht van de Sovjetunie in Oost-Europa en China op eigen kracht communistisch werd, is er van directe samenhang geen sprake. 20. a. Meningen over McCarthy in BRON 6: Hij neemt het niet zo nauw met de waarheid; 6 Het is een lompe man en hij was omkoopbaar. Bevestigingen in BRONNEN 7 EN 8: BRON 8 geeft aan dat hij mensen vals beschuldigd en dat hij geen respect heeft voor mensen die hij (vals) beschuldigd. McCarthy is volksvertegenwoordiger en wordt door velen gezien als betrouwbaar. De Amerikanen waren bang of bang gemaakt voor het communisme. Welch maakte duidelijk dat McCarthy's beschuldigingen nergens op gebaseerd waren. b. c. 21. a. i. ii. iii. iv. Galg, Stalin als stalende lachende zon, strop om de nek, hamer en sikkel bij galg, enkele personen in ademnood (stikken), ontevreden gezichten (behalve Stalin) Alle elementen geven een verstikkende sfeer weer. Hamer en sikkel (communisme), Stalin als stralende zon (middelpunt heelal), bloemen plukken (alles is ok). Bloemen aan het plukken onder toeziend oog van Stalin. b. i. ii. De satellietstaten van de USSR (tijdens de koude oorlog). De satellietstaten van de USSR hadden weinig speelruimte en stonden onder streng toezicht van de USSR. Satellietstaten of invloedssfeer. c. 22. a. i. ii. iii. 2 concurrerende kerstmannen bij 1 schoorsteen met cadeau ’s, 4 personen (Midden-Oosten; Azië) die verwachtingsvol uitkijken naar de cadeau ‘s. Amerikaanse Vlag (VS) en de hamer en sikkel (USSR). De kerstmannen geven cadeau ‘s weg, de anderen zijn in afwachting van de cadeau ‘s die komen gaan. b. i. De tekst maakt duidelijk dat de kerstmannen kostbare cadeau ‘s (dammen en staal) aan het vergeven zijn. c. i. d. De VS en de USSR proberen hun invloedssfeer buiten Europa te vergroten. Invloedssfeer. 23. a. i. ii. iii. Uncle Sam, personen die gretig een kar trekken, hengel met een beloning. Dollar teken, sigaar Uncle Sam kijkt tevreden en trots met sigaar in mond. Alle andere personen kijken gretig en kwijlend naar de beloning. 7 iv. b. c. d. Uncle Sam laat anderen de kar trekken. De andere personen rennen om dichter bij de beloning te komen, zonder dat deze ooit in de beurt komt. Marshallhulp. Pro-Sovjetunie. De Amerikanen worden negatief neergezet, laten immers anderen het zware werk doen. (de tekst op de beloning is Russisch) Dollarimperialisme 24. a. b. c. d. e. f. Slagboom, wegblokkade, 3 personen staan op elkaar schouders, Stalin is de onderste persoon, stad op de achtergrond, vliegtuigen, kapot vliegennet. De 3 personen blokkeren de weg naar de stad. Berlijn, Stalin “weg afgesloten”, 2e persoon “spoorwegen gesloten”, 3e persoon “eis voor luchtcontrole”. De tekst in de afbeelding is verklarend. Blokkade van Berlijn. De tekenaar geeft hetzelfde beeld weer. 8 § 3 KRITIEKE MOMENTEN Verwerkingsvragen: 25. a. Het verbeteren van de betrekkingen tussen de USSR en de VS. Het vreedzaam samenleven van het communisme en het kapitalisme. b. Chroesjtsjov pleit voor acceptatie van de status quo (verdeling van de wereld in twee machtsblokken), maar wil geen veranderingen aanbrengen in de bestaande invloedssferen. Hongarije ligt in de invloedssfeer van de USSR en zal dat ook blijven. Chroesjtjov slaat de opstand neer. Dit zelfde argument gaat ook op voor de bouw van de muur. De DDR ligt in de invloedssfeer van de USSR en zal dat ook blijven. De USSR is bereid om te vechten voor wat zij in handen heeft. 26. a. b. 27. Met het kapitalistische blok worden de staten bedoeld die zich bij de Verenigde Staten hebben aangesloten. Met het communistische blok de staten die zich bij de Sovjetunie hadden aangesloten. Beide blokken produceerden steeds meer wapens om sterker te zijn dan het andere blok. Een atoomoorlog was niet te winnen: de aanvaller zou zelf vernietigd worden. Daardoor hielden de twee grootmachten elkaar in evenwicht en vielen zij niet aan. Blokkade van Berlijn. Toepassings- en Inzichtvragen: 28. a. De sfeer past bij de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen, omdat uit het artikel blijkt dat de Nederlanders in 1956 opgehitst werden door de media (krant en radio) om de communisten aan te pakken. Adressen van communisten werden gepubliceerd, Boedapest werd omschreven als een martelaar van de vrijheid die op de brandstapel sterft. Dit had duidelijk effect: mensen kwamen samen om huizen van communisten te vernielen. b. De sfeer past bij de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken, omdat uit deze bron duidelijk blijkt dat er twee groepen zijn: de Amsterdammers (voorstanders van democratie) tegen de buitenstaanders (lees communisten). 29. a. b. Na augustus 1945: Truman beschikt over de atoombom en Stalin heeft alleen conventionele wapens aan zijn gordel hangen. Voor augustus 1949: Stalin en de USSR beschikken vanaf dat moment ook over een atoombom. Beide partijen zijn huiverig om een nieuwe oorlog te beginnen. Ze delen speldenprikken aan elkaar uit. (Beide hebben munitie om, VS heeft zelfs een atoombom maar ze vechten met spelden). 9 30. a. b. Cubacrisis. De VS onderneemt actie op het moment dat de tak met Cuba over de schutting heen groeit. De tekenaar is van mening dat de VS zich aanstelt. De VS heeft immers 3 stevige, dikke takken die over de schutting hangen, en de USSR heeft maar 1 dun takje dat hetzelfde doet. Iedere tak stelt een legerbasis in het buitenland voor (Japan, Turkije en BRD tegenover Cuba). De VS staat er beter voor. 10 § 4 AFNEMENDE SPANNINGEN Verwerkingsvragen: 31. a. Détente (1967 – 1979). b. De afspraken gaan over de vermindering van het aantal kernwapens, niet over de hoeveelheid nucleair materiaal per raket. 32. In de Trumandoctrine was vastgelegd dat de Verenigde Staten financiële en militaire steun zouden geven aan alle landen die democratisch wilden blijven/het communisme buiten de deur wilden houden. De Brezjnevdoctrine komt op hetzelfde neer, maar hier wordt natuurlijk geredeneerd vanuit de Sovjet-Unie waarbij alle communistische landen die bedreigd worden door het kapitalisme/democratische hervormingen met militair ingrijpen beschermd zullen worden. 33. Tekort aan consumptiegoederen, door wapenwedloop bijna failliet, volk gelooft niet meer in systeem. 34. Glasnost (persoonlijke vrijheid en openheid van zaken) en Perestrojka (meer marktwerking), toenadering tot het westen met de bedoeling het aantal kernwapens te verminderen en een einde aan de overheersing van de satellietstaten. 35. Vertrouwen in communisme verdwijnt helemaal, Oostblok niet langer communistisch (val van de muur, Duitse eenwording), uiteenvallen van de USSR 36. Ja, het is een goede term, want hij laat zien dat er tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten wel oorlog dreigde, maar dat het nooit tot een rechtstreekse confrontatie is gekomen. Of: nee, want het woord ‘koude’ verhult dat er wel degelijk sprake was van militair geweld tussen Oost en West, bij de Sovjetoverheersing van Oost-Europa en bij indirecte militaire conflicten tussen Oost en West (Korea, Vietnam enzovoort). Toepassing- en Inzichtvragen: 37. a. b. Détente (Salt I). Amerika en de USSR gelopen gearmd over straat achter de kinderwagen, met hun liefdeskind. Hij gelooft niet in de toekomst van dit koppel (zie bovenschrift bij de bron). 38. a. b. Perestrojka en Glasnost, geïntroduceerd door Michael Gorbatsjov. De tekst uitgesproken door Gorbatsjov (beetje schilderen, een veranda, skylights. Dit kan een droomhuis worden) komt niet overeen met het huis. Huis staat letterlijk aan de afgrond, prikkeldraad en bewaking, tralies voor de ramen in de kelder, muren zijn opgelapt, oude machines, luchtvervuiling en verspilling. De vrachtwagenchauffeurs rechts denken 11 dat Gorbatsjov dronken is en het niet serieus meent. De tekenaar twijfelt aan de haalbaarheid van de nieuwe politiek. 39. a. i. Vijandbeeld. Bron 24. De VS beschuldigt de USSR dat zij het communisme willen uitbreiden over de rest van de wereld, dat is te zien in 24B. De USSR beweert hetzelfde ten aanzien de VS, te zien in 24A. ii. Start Koude Oorlog. Bron 18. Tussen de Russische Beer en de Amerikaanse Arend is een diepe kloof te zien. Ze staan vijandig tegenover elkaar. iii. Praagse Lente BRON 23. Het ijzeren gordijn heeft de arm waar Tsjecho-Slowakije op staat vermorzeld. iv. Marshallplan. Bron 22. Stalin probeert het Marshallplan te blokkeren (bal). v. Hongaarse Opstand. Bron 19. De USSR slaat met behulp van de hamer en sikkel Hongarije tot moes. De VN kijkt toe en doet niets. vi. USSR valt uiteen. Bron 21. De Russische Beer staat allen in het midden, terwijl mensen alle kanten op rennen met eigen vlaggen. vii. Salt I. BRON 20. Armband Bron 18 – 22 – 19 – 23 – 20 – 21 40. Maak je eigen spotprent (ideeën voor onderwerpen): a. De Berlijnse Muur (bouw of val) b. Cubacrisis c. Demonstraties tegen kernwapens 12