BEGRIPPENLIJST Kiremt Inkomende zonnestraling Kortgolvige straling = = = Langgolvige straling = Broeikaseffect = Latente energie Energiebalans = = Uitgaande straling = Dynamisch evenwicht Versterkt broeikaseffect = = Lagedrukgebied/ minimum = Hogedrukgebied/ maximum = Mondiale luchtcirculatie/ atmosferische circulatie/ grote windsystemen Wet van Buys Ballot/ corioliseffect Passaten = Intertropische convergentiezone (ITCZ)/ zone van equatoriale lage luchtdruk Moessons Zeestromen Warme zeestroom Koude zeestroom Thermohaliene circulatie Diepwaterpomp = Oceanische circulatie = = = = = = = = = Het grote regenseizoen Hoeveel zonnestraling die de aarde ontvangt Straling die bestaat uit elkaar kort opvolgende trillingen, afkomstig van de zon Straling die bestaat uit relatief trage trillingen, afkomstig van het door kortgolvige straling opgewarmde aardoppervlak Het adsorberen van langgolvige straling door de atmosfeer Verdamping van water Het dynamisch evenwicht in inkomende en uitgaande straling op aarde De straling die de aarde aan de top van de atmosfeer verlaat Een situatie die gemiddeld in evenwicht is Het deel van het broeikaseffect dat wordt veroorzaakt door menselijk handelen. Vooral de uitstoot van koolstofdioxide Minder zware lucht doordat er per volume-eenheid minder luchtdeeltjes zijn i.v.m uitzetting door warmte Zware lucht doordat er per volume-eenheid veel luchtdeeltjes zijn i.v.m. ‘inkrimping’ door kou Alle luchtstromen bij elkaar De afwijking van de luchtstroom op het noordelijk en zuidelijk halfrond Winden in de tropen die op het noordelijk halfrond uit het noordoosten en op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten komen Het lagedrukgebied rondom de evenaar Omgebogen passaten Stormingen in zee i.v.m. meesleuring door water Zeestroom afkomstig vanuit een relatief warm gebied Zeestroom afkomstig vanuit een relatief koud gebied Zeewater dat stroomt op grote diepte Proces waarbij koud en zout water zinkt, hetgeen de thermohalience circulatie aandrijft Alle oceaan- en zeestomen El Nino = Zuidelijke oscillatie = La Nina = Klimaatclassificaties = Köppen Klimaatgebieden landschapszones = = = Tropische zone = Aride zone = Gematigde zone = Subtropische zone = Boreale zone = Polaire zone = Ijstijden = Kwartair Interglacialen Milankovic-variabelen = = = Excentriciteit = Scheefheid Precessie = = Terugkoppelingsmechanismen = Abnormaal. Toestand van de equatoriale Grote Oceaan, waarbij oceaanwater richting Peru stroomt en daar opwelling van koud diepzeewater belemmert Voortdurende verandering in het luchtdrukverschil over de Grote Oceaan tussen Indonesië en Peru. De veranderingen kennen min of meer een vast patroon Toestand van de equatoriale Grote Oceaan, waarbij oceaanwater richting Indonesië stroomt en opwelling van koud diepzeewater bij Peru stimuleert. Bedacht systeem om de klimaattypen te onderscheiden Ontwierp een beroemd klimaatclassificatie Groot gebied met sterke overeenkomsten in klimaat Groot gebied met sterke overeenkomsten in landschap Landschapsklimaat rond de evenaar, gekenmerkt door tropisch regenwoud, savanne en tropische landbouw Landschapszone gekenmerkt door een lage hoeveelheid neerslag, waardoor woestijn en steppe overheersen Landschapszone gekenmerkt door milde winters, koele zomers en voldoende vocht Landschapszone op de overgang van aride en gematigde zone, vaak gekenmerkt door droogtetoleranctie en vegetatie Landschapszone gekenmerkt door grote verschillen in temperatuur tussen zomer en winter, waarbij de winters koud zijn. Er groeit hier hoofdzakelijk naaldwoud Landschapszone rond de polen met ijskappen, gletsjers en toendra Langdurige periodes in het geologische verleden, waarin grote ijskappen werden gevormd Geologisch tijdvak van de afgelopen 2,6 miljoen jaar Warme periode tussen twee ijstijden in het Kwartair De variabelen excentriciteit, scheefheid en precessie, waardoor er cyclische veriaties in de baan van de aarde plaatsvinden De mate waarin de baan van de aarde niet circelvormig is Mate waarin de aardas scheef staat Tollende beweging van de aarde, die ervoor zorgt dat de jaargetijden op een variërende positie in de aardbaan plaatsvinden Proces dat invloed heeft op hetgeen waardoor het in werking wordt gezet