Checklist Arbeidsontwikkeling en het Individueel Ontwikkelings Plan Waar moet de OR op letten? Arbeidsontwikkeling is een belangrijke taak van SWorganisaties. Het wil zeggen: het beste uit medewerkers naar boven halen. Mogelijkheden en talenten zo goed mogelijk benutten. Kijken welk werk het beste bij iemand past. Iedereen kan zich in zijn werk verder ontwikkelen: jongere en oudere werknemers, ieder op zijn eigen niveau. Het Individueel Ontwikkelings Plan (IOP) is onderdeel van de arbeidsontwikkeling binnen de organisatie. Hierin staan afspraken tussen medewerker en de SW-organisatie over de ontwikkeling van de medewerker. Het plan bevat duidelijke doelen. Medewerker en SW-organisatie hebben allebei een taak in het IOP. Arbeidsontwikkeling begint met een goed beleid van de organisatie. De OR bespreekt en beoordeelt dat beleid. De cao SW bepaalt dat de werkgever jaarlijks rapporteert over dit beleid. Maar waar moet de OR op letten? Hoe zorgt de OR ervoor dat de organisatie een goed beleid krijgt voor arbeidsontwikkeling? Deze checklist geeft aandachtpunten voor het bespreken en beoordelen van het beleid op het gebied van arbeidsontwikkeling. Het is een steuntje in de rug voor de OR. 1. Het beleid beoordelen Om het beleid voor arbeidsontwikkeling te beoordelen, zijn de volgende zaken belangrijk: 1. Heeft de organisatie precies beschreven hoe het de arbeidsontwikkeling aanpakt? 2. In welke documenten heeft de organisatie het beleid beschreven? 3. Weten de werknemers hoe de organisatie arbeidsontwikkeling vorm geeft? Heeft de OR ingestemd met het beleid voor arbeidsontwikkeling en opleiding? De organisatie heeft hiervoor namelijk de instemming van de OR nodig. Dat staat in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). 4. Zorgt de organisatie ervoor dat het beleid ook kan worden uitgevoerd? Hiervoor is antwoord op de volgende vragen nodig: • Hebben of krijgen leidinggevenden de tijd om het beleid uit te voeren? • Zijn leidinggevenden geschikt om medewerkers te helpen zich verder te ontwikkelen? Denk daarbij aan hun kennis, vaardigheden, houding en gedrag. 2 • Kunnen leidinggevenden voldoende middelen inzetten voor de arbeidsontwikkeling? Bijvoorbeeld scholing, trainingen en cursussen? • Steunen de mensen in de organisatie het beleid voor arbeidsontwikkeling? Denk hierbij aan de leidinggevenden en hun medewerkers. • Houdt de organisatie de resultaten van de arbeidsontwikkeling goed bij? Legt de organisatie bijvoorbeeld vast hoe een bepaalde werknemer zich ontwikkelt? • Stelt de organisatie ieder jaar een (scholings)budget vast voor arbeidsontwikkeling en scholing? En is dat voldoende om de doelen van arbeidsontwikkeling te bereiken? 2. De resultaten van het beleid beoordelen Wat heeft het beleid opgeleverd en heeft de werknemer er voordeel van? Denk daarbij aan de volgende punten: 1. Hoeveel Individueel Ontwikkelings Plannen (IOP’s) heeft de organisatie opgesteld? Voor wie of voor welke groep? 2. Hoeveel IOP’s heeft de organisatie tussentijds aangepast? 3. Welke scholingen, trainingen, cursussen, enzovoort heeft de organisatie ingezet? 4. Heeft het uitvoeren van het IOP gevolgen voor het salaris van de medewerker? Zijn medewerkers binnen 5 jaar na indiensttreding in functieloon op basis van de cao SW geplaatst? 5. Wat zijn de resultaten van arbeidsontwikkeling? Bijvoorbeeld: behaalde diploma’s, een cursus die met succes is gevolgd. Hoe zorgt de OR ervoor dat de organisatie een goed beleid krijgt voor arbeidsontwikkeling? 6. Is er een betere doorstroom van medewerkers? Krijgen ze een betere baan binnen de organisatie? Stromen ze door naar Begeleid Werken? Worden werknemers alleen of in een groep gedetacheerd? 7. Krijgt de OR regelmatig informatie over de resultaten van het beleid voor arbeidsontwikkeling? 3. Het Individueel Ontwikkelings Plan beoordelen De OR kan het IOP beoordelen aan de hand van de volgende vragen: 1. Heeft de organisatie vastgelegd hoe het IOP in de organisatie verloopt? Zoals: welke gesprekken zijn nodig voor het IOP en wanneer? Wat is het verschil tussen een IOP-gesprek en het functionerings- en/of beoordelingsgesprek? Heeft de organisatie formulieren voor het voorbereiden van het IOP? Heeft de organisatie formulieren voor het opstellen van het IOP? 2. Stelt de organisatie voor iedere SW-medewerker regelmatig, bijvoorbeeld eens per jaar, een IOP op? En geldt dat ook voor een vervolg IOP? 3. Hoe vaak stelt de organisatie voor een medewerker een IOP of een vervolg-IOP op? 4. Als de organisatie niet voor alle medewerkers een IOP opstelt: voor wie wordt wel een IOP opgesteld? 5. Waarom stelt de organisatie niet voor alle medewerkers een IOP op? Waarom alleen voor een bepaalde groep? 6. In de organisatie voert iemand de IOP-gesprekken met de medewerkers. Soms is dat de werkleiding soms een trajectconsulent of nog iemand anders. Weet iedereen in de organisatie wie dat is? En krijgt deze IOP-functionaris ondersteuning bij zijn taak als dat nodig is? 7. Is er in de organisatie een goede voorbereiding op het IOP-gesprek? Krijgt de medewerker vooraf informatie over het doel van het IOP? Weet de medewerker wat de organisatie van hem verwacht voor het IOP? 8. Ondertekent zowel de medewerker als de leidinggevende het IOP? 9. Ontvangt de medewerker een kopie van het ondertekende IOP? 10. Toetst de afdeling Personeelszaken (of een andere afdeling) de kwaliteit van het IOP? En geeft die afdeling zijn mening hierover door aan de verantwoordelijke IOP-functionaris? 11. Houdt de organisatie bij of de IOP-afspraken worden nagekomen? Hoe gebeurt dat? Is daar een (digitaal) registratiesysteem voor? cao SW 2007-2011 artikel 55 lid 7 De werkgever rapporteert jaarlijks in zijn sociaal jaarverslag over de wijze van uitvoering van de individuele ontwikkelingsplannen, de globale inhoud en richting van die plannen, het aantal plannen dat voor werknemers is opgesteld en de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om te belonen met het WML indien wordt voldaan aan de voorwaarde van artikel 24, lid 1. WOR De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) geeft de OR instemmingsrecht over het opleidingsbeleid van het bedrijf. (artikel 27, lid 1f). 3 Publieke Zaak Deze brochure is ontwikkeld in het kader van de cao-afspraken in 2010. Cao-partijen willen de ontwikkeling en scholing van werknemers een verdere impuls geven door te komen tot een kwaliteitsverbetering van het IOP. De foto’s zijn gemaakt bij Roteb. Colofon SBCM is het A&O- fonds sociale werkvoorziening. Het wordt bestuurd door de landelijke vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers van de sector. SBCM is het kennis- en expertisecentrum voor arbeidsontwikkeling, gezond en veilig werken en arbeidsmarkt in de SW-sector.