herhaling botten • • • • • scapula clavicula humerus ulna radius • carpus – ossa carpi • metacarpus – ossa metacarpalia I-V • digiti herhaling botten (vervolg) • scapula – ligging: • tussen 2e en 8e rib • margo medialis loopt parallel met w.k. • hoek scapula - frontaal vlak: 30° (in transversaal vlak) • hoek scapula - frontaal vlak: 10 - 15° (in sagittale vlak) ossa carpi • • • • • • • • os HAmatum os CApitatum os Trapezoideum os TRApezium os Pisiforme os TRiquetrum os LUnatum os SCAphoideum gewrichten • art. acromioclavicularis – lig. acromioclaviculare – lig. coracoclaviculare • lig. conoideum • lig. trapezoideum gewrichten • art. sternoclavicularis – – – – lig. sternoclaviculare anterius lig. sternoclaviculare posterius lig. costoclaviculare lig. interclaviculare gewrichten • scapulothoracale ‘gewricht’ • bewegingen scapula/clavicula? gewrichten (vervolg) • art. humeri – ligg. glenohumeralia – lig. coracohumerale • bewegingen? gewrichten (vervolg) • art. cubiti – art. humero-ulnaris – art. radio-ulnaris proximalis – art. humeroradialis • bewegingen? ligging assen? gewrichten (vervolg) • art. radio-ulnaris distalis – discus articularis • bewegingen? gewrichten (vervolg) • ‘polsgewricht’ • art. radiocarpea • art. mediocarpea • artt. intercarpeae • bewegingen? ligging assen? gewrichten (vervolg) • art. ossis pisiformis • • • • artt. carpometacarpeae artt. intermetacarpeae artt. metacarpophalangeae artt. interphalangeae spieren • Indeling: – Spieren van romp naar schoudergordel – Spieren van schoudergordel naar arm – Spieren van romp naar arm • Welke spieren zitten in welke groep? spieren • Welke spieren behoren tot het rotatorenmanchet? Spieren van romp naar schoudergordel • Welke spieren worden direct bedekt (geheel of ten dele) door de m. trapezius? (werkboek vraag 235) Spieren van schoudergordel naar arm • Waardoor wordt de palpatie van de m. supraspinatus ernstig bemoeilijkt? (werkboek vraag 275) Spieren van schoudergordel naar arm • Waardoor is de m. infraspinatus veel gemakkelijker te inspecteren en palperen dan de m. teres minor? (werkboek vraag 269) Spieren van schoudergordel naar arm • m. subscapularis – effect? – positie arm voor palpatie? Spieren van schoudergordel naar arm • Welke structuren begrenzen de m. coracobrachialis in vivo? Spieren van schoudergordel naar arm • beweging: exorotatie humerus • welke spieren? • agonist of synergist? okselwanden • mediale wand: – thoraxwand en bovenste koppen m. serratus anterior • ventrale wand: – m. pectoralis major en m. pectoralis minor okselwanden • dorsale wand: – craniaal: m. subscapularis – caudaal: buik m. teres major (mediaal) en pees m. latissimus dorsi (lateraal) • Waar ligt de art. humeri dus t.o.v. deze dorsale wand? spieren van romp naar arm • m. pectoralis major – pars clavicularis – pars sternocostalis – pars abdominalis • effecten? spieren van romp naar arm • m. latissimus dorsi • Waar ligt deze spier niet oppervlakkig? • Welk effect van deze spier wordt in vivo gebruikt? spieren bovenarm • flectorenloge • extensorenloge • septa intermuscularia brachii mediale en laterale • sulcus bicipitalis mediale en laterale spieren bovenarm (ventraal) • m. biceps brachii – caput longum – caput breve • origo’s en insertie? spieren bovenarm (ventraal) • m. brachialis • Tussen welke spieren/structuren ligt de m. brachialis oppervlakkig? • vivo: m. brachialis en m. biceps brachii spieren bovenarm (dorsaal) • m. triceps brachii – caput laterale – caput longum – caput mediale • vivo: m. triceps brachii spieren onderarm (dorsolateraal en oppervlakkig) • Welke spieren behoren tot deze groep? spieren onderarm (dorsolateraal en oppervlakkig) • m. brachioradialis • m. extensor carpi radialis longus • m. extensor carpi radialis brevis • vivo spieren onderarm en hand (palmair) • In de onderarm zijn de palmaire spieren te verdelen in 4 lagen. Welke spieren liggen in welke laag? (werkboek 716) onderarm spieren palmair • • • • • • • • m. flexor carpi radialis m. flexor carpi ulnaris m. flexor digitorum profundus m. flexor digitorum superficialis m. flexor pollicis longus m. palmaris longus m. pronator quadratus m. pronator teres spieren onderarm en hand (palmair) • retinaculum flexorum – orientatiepunten ossa carpi – welke pezen lopen niet onder of door dit retinaculum? spieren onder arm en hand (palmair) • Laag 1: – – – – m. pronator teres m. flexor carpi radialis m. palmaris longus m. flexor carpi ulnaris spieren onderarm en hand (palmair) • Laag 2: – m. flexor digitorum superficialis spieren onderarm en hand (palmair) • Laag 3: – m. flexor digitorum profundus – m. flexor pollicis longus spieren onderarm en hand (palmair) • Laag 4: – m. pronator quadratus spieren onderarm en hand (dorsaal) • De pezen van de dorsaal gelegen spieren zijn verdeeld over 6 tunnels van het retinaculum extensorum. Spieren onderarm en hand (dorsaal) • Tunnels: – I: m. abd. pollicis longus en m. ext. pollicis brevis – II: mm. ext. carpi radiales longus en brevis – III: m. ext. pollicis longus – IV: m. ext. digitorum en m. ext. indicis – V: m. ext. digiti minimi – VI: m. ext. carpi ulnaris spieren onderarm en hand (dorsaal, oppervlakkig) • m. extensor digitorum • m. extensor digiti minimi • m. extensor carpi ulnaris spieren onderarm en hand (dorsaal, diep) • • • • • m. supinator m. abductor pollicis longus m. extensor pollicis brevis m. extensor pollicis longus m. extensor indicis intrinsieke handspieren • Welke spieren behoren tot de duimmuis en welke tot de pinkmuis (werkboek 737) intrinsieke handspieren • thenar: – – – – m. adductor pollicis m. opponens pollicis m. flexor pollicis brevis m. abductor pollicis brevis intrinsieke handspieren (thenar) • Hoe kun je de m. abductor pollicis brevis, de m. flexor pollicis brevis en de m. opponens pollicis in vivo van elkaar onderscheiden? (werkboek 740) intrinsieke handspieren • hypothenar: – – – – m. opponens digiti minimi m. flexor digiti minimi brevis m. abductor digiti minimi m. palmaris brevis intrinsieke handspieren (hypothenar) • Hoe kun je de m. abductor digiti minimi, de m. flexor digiti minimi brevis en de m. opponens digiti minimi in vivo van elkaar onderscheiden? (werkboek 741) intrinsieke handspieren • middenhand: – mm. lumbricales – mm. interossei palmares – mm. interossei dorsales inserties buigers en strekkers • dorsaal: – dorsaalaponeurose • ventraal: – pezen mm. flexor digitorum profundus en superficialis dorsaalaponeurose • peesapparaat van de strekkers: – – – – – m. extensor digitorum m. extensor indicis m. extensor digiti minimi mm. lumbricales mm. interosei bewegingen in de elleboog • Welke spieren geven flexie in de art. cubiti? • Welke spieren geven extensie in de art. cubiti? bewegingen in de onderarm • Welke spieren geven pronatie ? • Welke spieren geven supinatie? innervatie • plexus brachialis – C5 t/m Th1 • pars supraclavicularis • pars infraclavicularis pars supraclavicularis • truncus superior – C5 en C6 • truncus medius – C7 • truncus inferior – C8 en Th1 pars supraclavicularis (korte takken) • n. dorsalis scapulae • n. thoracicus longus • n. subclavius • n. suprascapularis pars infraclavicularis • fasciculus lateralis – divisiones ventrales C5 t/m C7 • fasciculus medialis – divisiones ventrales C8 en Th1 • fasciculus posterior – divisiones dorsales C5 t/m Th1 pars infraclavicularis (korte takken) • nn. pectorales mediales en laterales – uit fasciculus medialis en lateralis • n. thoracodorsalis – uit fasciculus posterior • n. subscapularis – uit fasciculus posterior pars infraclavicularis (grote takken) • fasciculus posterior – n. axillaris – n. radialis • fasciculus lateralis – n. musculocutaneus • n. cutaneus antebrachii lateralis – n. medianus radix lateralis pars infraclavicularis (grote takken) • fasciculus medialis – – – – n. medianus radix medialis n. ulnaris n. cutaneus brachii medialis n. cutaneus antebrachii medialis n. axillaris • innerveert: – m. deltoideus – m. teres minor • bij verlamming: – problemen bij heffen arm in art. humeri n. radialis • in fossa cubiti: – ramus profundus – ramus superficialis • bij verlamming: – “dropping hand” n. musculocutaneus • innervatie? • n. cutaneus antebrachii lateralis n. medianus • sulcus bicipitalis medialis • fossa cubiti • canalis carpi • innervatie? n. ulnaris • diep in sulcus bicipitalis medialis • septum intermusculare mediale • sulcus n. ulnaris • innervatie? vascularisatie • aorta: – rechts: uit de truncus brachiocephalicus ontstaat • a. carotis communis dextra • a. subclavia dextra – links: • a. carotis communis sinistra • a. subclavia sinistra vascularisatie • a. subclavia: – okselholte – caudaal van de clavicula: a. axillaris a. axillaris aftakkingen: • a. circumflexa humeri posterior • samen met n. axillaris • a. circumflexa humeri anterior – caudaal van m. pectoralis major: a. brachialis a. brachialis • sulcus bicipitalis medialis – loopt in deze sulcus samen met....? aftakking: • a. profunda brachii – fossa cubiti a. radialis • tussen m. pronator teres en dorsoradiale spiergroep – m. interosseus I: a. princeps pollicis • arcus palmaris profundus a. ulnaris • tussen m. flexor digitorum profundus en superficialis • arcus palmaris superficialis veneuze afvoer • oppervlakkig subcutaan systeem • diep met arterien verlopend systeem • door algemene fascie: – elleboogsplooi – sulcus bicipitalis medialis – sulcus deltoideopectoralis veneuze afvoer (v. cephalica) • dorso-radiale zijde hand • fossa cubiti: v. mediana cubiti • sulcus bicipitalis lateralis • sulcus deltoideopectoralis: v. axillaris veneuze afvoer (v. basilica) • dorso-ulnaire zijde hand • fossa cubiti • sulcus bicipitalis medialis • vv. brachiales: v. axillaris veneuze afvoer • v. axillaris • v. subclavia • vv. brachiocephalica dextra en sinistra • v. cava superior