DE BESPIEGELING Culturele en kunstzinnige vorming 2 SPIEGEL AAN SCHERVEN 2 Fragmentatie in de eerste helft van de twintigste eeuw De Tweede Wereldoorlog overtreft de verschrikkingen van alle eerdere oorlogen. Kunstenaars hebben dan ook geen moeite om oude idealen de rug toe te keren. Waarom zou je idealen volgen als die alleen maar leiden tot oorlog en crisis? Expressionisme In het begin van de 20e eeuw groeit het besef dat de werkelijkheid meer is dan alles wat we met onze zintuigen kunnen zien of horen. Achter die waarneembare werkelijkheid houden zich emoties schuil. Impressionisme: legt de nadruk op alles wat zichtbaar is. Expressionisme: Kunstwerken waarin de nadruk ligt op het rechtstreeks tot uitdrukking brengen van emoties. Het kenmerkt zich aan een persoonlijke en een soms wat chaotische stijl. Een herkenbare voorstelling speelt een ondergeschikte rol. De houtsnede is voor expressionisten een favoriete techniek. Het vraagt meer kracht dan teken of schilderen en fouten kunnen niet meer hersteld worden. Academisch ballet: oogt sierlijk en de danseressen lijken soms te zweven over de dansvloer als ze gewichtloos zijn. Ausdruckstanz: Een dans zonder de voorgeschreven regels van het academische ballet. Muziek speelt een ondergeschikte rol, op die manier is er een optimale bewegingsvrijheid voor de danser. Emoties komen krachtig tot uitdrukking. Hierdoor ontstaat een volledig nieuwe dansstroming: de moderne dans. Onderhuids Expressionisten boeit de duistere wereld die in dromen opduikt heel erg. Psychiater Freud is geïnteresseerd in de momenten dat controle bij een mens wegvalt. Tijdens onze slaap bijvoorbeeld. Dynamiek: Gebruik van harde en zachte klanken in muziek. Abstractie Als in een schilderij de voorstelling geen rol speelt, noemen we dat abstract. Je kijkt niet naar de voorstelling, maar naar vormen en kleuren. Bij abstracte muziek hoor je alledaagse geluiden, zoals vogels die zingen of regendruppels die tegen het raam tikken. Atonaal: Vaste regels, zoals die van de harmonieleer gelden niet meer (muziek). Abstracte kunst is nodig om uitdrukking te geven aan het onbewuste, het innerlijke of het geestelijke. Het begin van de abstracte kunst heeft dus alles te maken met het expressionisme. Impressies: zijn werken waarin de directe waarneming, bijvoorbeeld van een landschap, nog een rol speelt. Improvisaties: Hier werkt het andersom. In deze werken gaat het in de eerste plaats om kleur, vorm en lijn en is de voorstelling minder van belang. Abstracte schilderkunst breekt met de eeuwenoude traditie waarin de weergave van de zichtbare wereld voorop staat. Primitief Omdat kunstenaars in het begin van de 20e eeuw direct uiting willen geven aan gevoel en emotie, zijn ze geïnteresseerd in het ongecultiveerde en het primitieve. Kunstenaars gaan op zoek naar oorspronkelijkere en oprechtere culturen in het buitenland. Avant-garde-kunstenaars leggen verzamelingen aan van primitieve niet-Europese kunst. De primitieve kunst heeft iets te bieden dat in de eigen burgerlijke kunst ontbreekt. Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) krijgt een breder publiek meer belangstelling voor ‘neger’-kunst. In de Amerikaanse steden beginnen blanke orkesten de zwarte jazz te imiteren. Dat geraffineerdheid ontbreekt in ‘neger’-kunst zorgt voor populariteit van de primitieve kunst, maar leidt ook tot eenzijdige beeldvorming. Kubisme: is een stroming in de beeldende kunst, waarin verschillende gezichtspunten worden gecombineerd. Het opdelen van het schilderij in allerlei losse hoekige fragmenten is kenmerkend voor het kubisme. In een kubistisch werk gelden perspectiefregels niet meer. Picasso is de drijvende kracht achter het kubisme. Jazz De voormalige negerslaven blijven vasthouden aan hun Afrikaanse muziektradities. Hun christelijke erediensten vermengen zich met traditionele elementen. Spirituals, gospels, en blues ontstaan vanuit de voedingsbodem (zingen gaat samen met dansen, trommelen, klappen en stampen) en ook ragtime vertoont ritmische kenmerken hiervan. Blues: is een soort volksmuziek die vanaf ongeveer 1900 door de NoordAmerikaanse zwarte bevolking beoefend en beluisterd wordt. Cakewalk: Een dansmuziek wat past bij de ragtime. Het is een dans waarin de negers spottend het dansen van de blanken imiteren. Blueszangers zetter de tonen vaak expres onzuiver in – ‘dirty intonation’ – of ze glijden naar de goede toon. Sneller Technische ontwikkelingen volgen elkaar in het begin van de 20e eeuw in een hoog tempo op. Futuristisch manifest: Kunst die zich alleen nog maar op de nieuwe toekomst (futur) van het machinetijdperk richt. Alle bestaande kunst zou achterhaald zijn en ouderwets zijn. Futurisme: Italiaanse beweging. Poging om kunst aan te laten sluiten bij een snel veranderende samenleving waarin industrie, machines en oorlog een belangrijke rol spelen. Het liefst zouden futuristen ook de mens zelf willen herscheppen. Fragmentatie In de eerste helft van de 20e eeuw worden in de kunsten opvallend vaak gehelen opgedeeld in losse fragmenten. Er is een neiging om overal maar de schaar in te zetten, van alles te demonteren, te verscheren en te versnipperen. In deze tijd worden machines steeds belangrijker. Fragmentatie wil zeggen dat een bom wordt gelegd onder het geruststellende idee dat alles compleet en af is: de spiegel aan scherven. Futuristen houden zich rond 1912 bezig met het weergeven van bewegende objecten. Het kubisme en het futurisme komen vaak bij fragmentatie voor. Oorlog Mensen gingen met enig enthousiasme de Eerste Wereldoorlog in, maar tijden de oorlog blijft er weinig over van de optimisme. Het machinetijdperk keert zich nu tegen de mensheid, vanwege de technische vooruitgang van het gevechtsmaterieel wordt deze oorlog gruwelijker dan alle voorgaande oorlogen. Zwitserland blijf in deze oorlog neutraal en daarom wordt Zürich een verzamelpunt voor de jonge kunstenaars. Ook New York is zo’n wijkplaats. In deze steden ontstaat de kunststroming dada. Er komt dus veel internationale uitwisseling van ideeën. Deze internationalisering wordt in de hand gewerkt door verzet tegen de Eerste Wereldoorlog. In het begin verheerlijkten de futuristen oorlog als middel om de oude orde en vermoeide wereld te herscheppen. Dodendans: Een toneelstuk waarin elke speler op een eigen karakteristieke manier door de Dood wordt weggevoerd. Montage Montage richt zich niet op het herstel van de oorspronkelijke samenhang. In plaats daarvan wordt deze techniek een middel om vraagtekens te zetten bij alles wat vertrouwd is. Dada maakt veel gebruik van montage. De naam dada duikt op in Zürich. Het is een internationaal gezelschap van jonge kunstenaars die zich afkeren tegen de slachthuizen van de wereld. Zo maakt een dadaïst onzinnige klankgedichten, want hoe kun je woorden nog serieus nemen als ze kunnen worden gebruikt om een volk tot oorlog op de jutten. Een nieuwe kunstvorm die het al helemaal niet zonder montage kan stelling is film. Als volgens dadaïsten kunst niet meer ambachtelijk, duur en uniek is, rest alleen nog het achterliggende idee om over na te denken. Montage: Losse fragmenten worden samengevoegd. Surreëel De analyse van dromen fascineert een arts tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hierin wordt een andere werkelijkheid geopenbaard, een werkelijkheid die niet luistert naar wetten van de logica en het gezond verstand. Hij noemt dit ‘surrealiteit’, een realiteit die zoveel interessanter is dan de direct waarneembare werkelijkheid. Het surrealisme is vanaf 1925 tot de directe aanloop van de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste vernieuwende stroming in de westerse kunst. Surrealisme heeft belangstelling voor droom, visioen en erotische fantasieën. Salvador Dali is de bekendste surrealistische kunstenaar. Hij laat zijn dromen werkelijkheid worden in zijn kunstwerken. Hierbij kan de voorstelling wel weer een rol spelen. Manieren om de droomwerkelijkheid te verbeelden: 1. Automatisme: Er wordt dan rechtstreeks geschilderd vanuit de droomtoestand. Het zou het eigen nuchtere brein te boven gaan. 2. Kunstenaars proberen droombeelden op te roepen door een onwerkelijke situatie ‘natuurgetrouw’ weer te geven. In de oorlog zoeken dada en het surrealisme bewust de confrontatie op met de gevestigde orde. De kloof tussen jonge avant-garde en het grote publiek wordt nog groter.