Antwoorden Voortplantingsstelsel Henk 1: Urineblaas 2: Penis 3: Eikel 4: Voorhuid 5: Balzak 6: Zaadblaasje 7: Prostaat 8: Zaadleider 9: Zwellichaam 10: Urinebuis 11: Bijbal 12: Teelbal 13: Balzak Voortplantingsstelsel Ingrid 1: Baarmoeder 2: Eileider 3: Eierstok 4: Urineblaas 5: Urinebuis 6: Vagina 7: Clitoris 8: Urinebuis/plasgaatje 9: Binnenste schaamlip 10: Buitenste schaamlip 11: Vagina 12: Anus ‘De eerste keer’ Voorbehoedsmiddel Mannen condoom Vrouwen condoom Coïtus interuptus Spiraaltje Hormoon staafje Prikpil Periodieke onthouding Nuvaring Anticonceptiepil Pessarium Geschikt X X Niet geschikt Beschermt tegen SOA X X X X X X X X X X Afb. 5 7 4 8 1 2 3 6 Ongesteldheid Geef in de kalender aan op welke dagen Ingrid ongesteld zal zijn in 2016. 7 t/m 10 januari 31 maart + 1 t/m 3 april 23 t/m 26 juni 15 t/m 18 september 8 t/m 11 december 4 t/m 7 februari 28 t/m 30 april + 1 mei 21 t/m 24 juli 13 t/m 16 oktober 3 t/m 6 maart 26 t/m 29 mei 18 t/m 21 augustus 10 t/m 13 november Op welke datum heeft Ingrid voor het eerst een eisprong in 2016? 21 Januari Op welke datum is Ingrid uitgerekend? 7 April 2017 Zet de onderstaande stappen in de juiste volgorde B – E – I –K – A- L – F- H- M – G- C – J - D Embryo 1: Bloedvaten van de moeder 2: Bloedvaten van de embryo 3: Embryo 4: Navelstreng 5: Spierlaag van de baarmoederwand 6: Baarmoederslijmvlies 7: Vruchtwater 8: Placenta 9: Vruchtvliezen 10: Bloedruimte Leg uit waarom het slecht is voor de ontwikkeling van de embryo als Ingrid blijft roken en drinken: De schadelijke stoffen uit rook (bv. Nicotine) en alcohol kunnen via de placenta in het bloed van de embryo terecht komen en zorgen voor misvormingen/miskraam/etc. Bevalling Op de laatste pagina staat een knipblad met verschillende fasen en de uitleg van verschillende fasen. Knip deze allemaal uit en plak de verschillende fasen in de juiste volgorde hieronder op. Plak achter elke fase de juiste uitleg. Indaling Weeën Ontsluiting Breken van de vruchtvliezen Uitdrijving Persweeën Nageboorte Ontstaan navel Het hoofdje van de foetus zakt tot in het bekken De spieren in de baarmoederwand trekken zich met tussenpozen De baarmoedermond en baarmoeder hals worden wijder. samen. De vruchtvliezen gaan kapot waardoor het vruchtwater naar De babystroomt. komt via de vagina naar buiten. buiten Het kind wordt door het krachtiger samentrekken van de spieren De resten van de navelstreng, placenta en vruchtvliezen komen naar buiten van geperst. Het restant de navelstrengt valt af en er blijft een litteken over. naar buiten. Herhaling 1-Begrippenlijst – Geef de omschrijving van de volgende begrippen: Begrip Uitleg Reductiedeling Meiose – Celdeling waarbij het aantal chromosomen wordt gehalveerd. Worden geslachtscellen gemaakt met 23 chr. Normale celdeling waarbij lichaamscellen worden gemaakt. Dochtercellen hebben, net als moedercel, 46 chromosomen. Het stijf worden van een penis doordat de zwellichamen volzuigen met bloed en opzwellen. Een mengsel van zaadcellen, prostaatvocht en vocht uit de zaadblaasjes Klaarkomen. Bij een man komt er bij een orgasme sperma uit de penis. Zelfbevrediging. Door het zelf stimuleren van de eikel of clitoris een orgasme opwekken. Eisprong. Het vrijkomen van een eicel uit de eierstok. Gebeurt rond de 14e dag van de menstruatiecyclus. Om de eicel zit een zakje (follikel) na de ovulatie blijft dit zakje achter in de eierstok en heet het Gele lichaam. Plek bij de vrouw met veel zenuwuiteinden. Kan een orgasme veroorzaken. Zit bovenaan tussen de schaamlippen. Ribbelig randje aan het begin van de vagina. Kan kapot gaan bij seks en voor bloeding zorgen. Naam voor een kind tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. Naam voor een kind vanaf de 3e maand van de zwangerschap tot aan de bevalling. Mannelijk geslachtshormoon. Wordt gemaakt in de teelballen en zorgt voor mannelijke geslachtskenmerken. Vrouwelijk geslachtshormoon. Wordt gemaakt in de eierstok en zorgt voor vrouwelijke geslachtskenmerken. Geslachtskenmerken die vanaf de geboorte te zien zijn; penis, balzak, vagina en schaamlippen. Geslachtskenmerken die vanaf de puberteit ontwikkelen; borsten, bredere schouders/heupen, schaamhaar, etc. Cyclus van 28 dagen (4 weken) waarbij de vrouw de eerste vier dagen ongesteld is en op de 14e dag de ovulatie is. Periode waarin de vrouw vruchtbaar is en een eicel bevrucht kan worden. Duurt ongeveer van de 12e t/m de 14e dag van de menstruatiecyclus (4 dagen) In-Vitrofertilisatie. Eicel wordt buiten het lichaam bevrucht en een klopje cellen wordt in de baarmoeder terug geplaatst. Deel van de baarmoederwand waar bloed van het embryo vlak langs bloed van de moeder stroomt zodat stoffen kunnen worden uitgewisseld. Mitose Erectie Sperma Orgasme Masturbatie Ovulatie Gele lichaam Clitoris Maagdenvlies Embryo Foetes Testosteron Oestrogeen Primaire geslachtskenmerken Secundaire geslachtskenmerken Menstruatiecyclus Vruchtbare periode IVF Placenta Navelstrengslagader Couveuse Chlamydia Seropositief HIV remmers Periodieke onthouding Coïtus Interruptus Voorvocht Anticonceptie Nuvaring Pessarium Spiraaltje Sterilisatie Ovabloc-methode Essure-methode Morning afterpil Abortus Bloedvat vanaf het hart van de embryo naar de placenta. Vervoerd zuurstofarm bloed, waar geen voedingsstoffen inzitten en veel CO2 Bak waarin de omstandigheden optimaal zijn voor een baby die te vroeg geboren is. SOA veroorzaakt door een bacterie. Zorgt voor afscheiding uit de penis of vagina en een branderig gevoel bij het plassen. Kan leiden tot onvruchtbaarheid Iemand die bespet is met het hiv-virus maar nog geen ziekteverschijnselen vertoont. Medicijnen die de ziekteverschijnselen van aids remmen Geen seks hebben rond de vruchtbare periode. Is onbetrouwbaar omdat de menstruatiecyclus kan schommelen. ‘Voor het zingen de kerk uit’. De penis terug trekken voor dat er een orgasme is. Is onbetrouwbaar omdat er al eerder zaadvocht uit de penis kan komen. Vocht dat voor het orgasme al de penis uit komt. Bevat vaak al veel zaadcellen. Middelen of methode tegen zwangerschap. Voorkomen dat zaadcellen de eicel kunnen bereiken of verhinderen dat de ovulatie plaats vindt. Ring die om de baarmoedermond heen wordt geplaatst in de vagina. Geeft gedurende drie weken hormonen af die de ovulatie voorkomen. Zacht rubber koepeltje dat over de baarmoedermond heen wordt geplaatst. Zorgt er voor dat er geen zaadcellen in de baarmoeder terecht kunnen komen. Een ankertje met een hormoon of koper spiraaltje. Zorgt er voor dat een vrouw voor 5 á 10 jaar niet zwanger kan worden. Het onvruchtbaar maken van een man of vrouw. Door sterrilisatie kunnen er geen zaadcellen meer in de zaadleider of eicellen in de eileider terecht komen. Bij een man wordt er wel nog sperma geproduceerd maar zonder zaadcellen. Het blokkeren van de hele eileider waardoor de vrijgekomen eicellen niet in de baarmoeder terecht komen. Het dicht laten groeien van de eileider waardoor de vrijgekomen eicellen niet in de baarmoeder terecht komen. Pil met veel hormonen die tot 72 uur na de seks ingenomen kan worden en voorkomen dat er een eicel vrijkomt of een bevruchte eicel kan innestelen. Het afbreken van de zwangerschap. De embryo wordt uit de baarmoeder verwijderd. 2-Benoem de volgende onderdelen 1: Eileider 2: Eierstok 3: Eileider 4: Baarmoeder 5: Clitoris 6: Binnenste schaamlip 7: Buitenste schaaplip 8: Vagina 3-Benoem de volgende onderdelen 1: Placenta 2: Vruchtwater 3: Navelstreng 4: Embryo 5: Vruchtvliezen 6:Vruchtvliezen