Samenvatting repetitie geschiedenis § 1.2 Terug in de tijd Weten wist geweten Bronnen= alles wat informatie geeft over het verleden Prehistorie= tijd waar geen we alleen ongeschreven bronnen van hebben Historie= tijd waar we geschreven bronnen van hebben Prehistorie= voorgeschiedenis Historie= geschiedenis Jaar in jaar uit Het tijdvak Prehistorie de tijd jagers en boeren Tot 3000 V.C. Oudheid Grieken en Romeinen 3000 V.C. tot 500 Middeleeuwen monniken en ridders 500 tot 1500 Vroegmoderne tijd 1500 tot 1800 Moderne tijd 1800 tot nu ontwikkeling bij mensen werktuigen maken handen vrij recht op lopen gevaar naar andere plekken klimaat verandering Op weg naar de mens Jij en ik De eerste mens was de homo habilis dit betekent handige mens. De soort die 2 miljoen jaar geleden recht op ging lopen noemen we de homo erectus. Homo is Latijns voor mens. Denkende mens De homo sapiens (waar wij bij horen) heeft zich 150.000 jaar geleden ontwikkeld in Afrika en 30.000 jaar geleden in Europa. De ontwikkeling van de mens is in periodes gegaan deze evolutie is veroorzaakt door de veranderingen in het klimaat. Evolutie= langzame verandering Revolutie= snelle grote verandering § 1.3 op jacht Jagers-verzamelaars = de eerste mensen die voedsel moesten zoeken in de bossen en jagen op dieren. Als het winter werd of de groep te groot werd was er niet genoeg voedsel. Daarom gingen ze zich verplaatsen. Nomaden = mensen die zich verplaatsen voor voedsel of andere dingen Jagers-verzamelaars gebruikten de dieren waarop ze jaagden niet alleen voor het vlees maar ook voor de huiden als kleding en de tanden om sieraden van te maken. De homo erectus heeft vuur uitgevonden. Het gaf hun veiligheid tegen wilde dieren, beter voedsel en licht. De homo erectus liet dit aan alle dochters en zoons na zo wist iedereen in de groep hoe je vuur moest maken zo ontstond cultuur Cultuur= groepen mensen die op de zelfde manier leefden. Archeologen en historici denken dat de neanderthaler voor de homo sapiens kwamen. Maar 30.000 jaar geleden verdween de neanderthaler. § 1.5 een nieuw leven 12.000 jaar geleden werden de jagers-verzamelaars boer. Het klimaat werd steeds droger daarom leverde jagen en verzamelen niet genoeg eten om iedereen te voeden. De jagers-verzamelaars trokken naar plaatsen waar meer te halen viel. Rivierdalen= daar overstroomde de rivier vaak en liet een vruchtbare slib achter. Met het kleine beetje vruchtbare grond moest zuinig mee om worden gedaan. De mensen ontdekten dat de planten die ze verzamelden ook zelf konden kweken, en de dieren waarop ze jaagden konden ze ook temmen. Deze veranderingen vonden plaats in Mesopotamië een gebied tussen de twee rivieren de Eufraat en de Tigris. Pre-agrarische samenleving= tijd van jagers-verzamelaars Aan de tijd van de pre-agrarische samenleving kwam een einde, dat ging niet snel want toen landbouw ontdekt werd kwam er aan jagen nog geen einde. Na de pre-agrarische samenleving komt de agrarische samenleving Maar toen stopte het jagen en er werden steeds meer mensen boer. Er waren bij landbouw twee soorten dingen: 1 akkerbouw 2 veeteelt Omdat er landbouw was hadden de boeren teveel voedsel daarom maakten zij potten Vee werd gehouden voor het vlees maar mensen ontdekten dat je met dieren veel meer dingen kon krijgen zoals wol en melk en kaas Rond 5000 voor christus bereikten de boeren ook Nederland eerst in Limburg want daar waren vruchtbare lössgronden. § 2.2 kemet en desjret Boven Egypte ligt in de bergen daar stroomt de Nijl van boven Egypte naar beneden Egypte Δ =delta= de plaats waar een rivier zich vertakt De nijlgod Hapi die aanbaden ze omdat hij de Nijl liet overstromen Natuurgodsdienst= in Egypte graan dorsen= korrels losmaken Irrigatie= zorgen dat water bij de akkers komt daar voor gebruiken ze dijken, dammen en sloten. In Nederland werkt het ne andersom we willen het water bij de akkers weghalen Sjadoef= een waterschep Kemet= zwarte aarde Desjret=desert=woestijn § 2.3 Dynastie= een familie die meerdere generaties koning is. Een familie met aanzien, macht en geld zou een koningsfamilie kunnen zijn Het ontstaan van het bestuur 1. 2. 3. 4. 5. Boeren gaan irrigatie landbouw gebruiken Ze moeten samenwerken Controle en regels nodig De farao moet het oplossen Er komen ambtenaren Ambtenaren moeten gaan lezen en schrijven ontdekking van het schrift (letters/tekens) Het schrift zorgde voor regels en wetten en het hield oogsten en belasting bij Hulp bij bestuur -gouverneur= is een hoge ambtenaar die een provincie bestuurt -priesters= contact met de goden -legeraanvoerders= voeren het leger aan