3 vwo Samenvatting Hoofdstuk 3 Functiewaarden berekenen De functie f(x) = x2 – 7 is een voorbeeld van een kwadratische functie. Bij het origineel x = 3 hoort het beeld f(3) = 32 – 7 = 9 – 7 = 2 Het beeld van 3 heet ook de functiewaarde van 3. Notaties voor een functie haakjesnotatie f(x) = x2 – 7 formule y = x2 – 7 3.1 Dal- en bergparabool Een kwadratische formule heeft de vorm y = ax2 + bx + c met a ≠ 0. Is a een positief getal, dan krijg je een dalparabool. Is a een negatief getal, dan krijg je een bergparabool. Elke parabool is symmetrisch. De symmetrieas van een parabool is de verticale lijn door de top. 3.1 Werkschema: zo ontbind je in factoren Breng de gemeenschappelijke factor buiten haakjes x2 + 5x = x(x + 5) 6x2 + x = x(6x + 1) –3x2 + 12x = –3x(x – 4) De product-som-methode Bij x2 – 5x + 6 zoek je twee getallen met product 6 en som –5. Gebruik de tabel van 6. Je ziet dat je –2 en –3 moet hebben, dus x2 – 5x + 6 = (x – 2)(x – 3). Bij x2 + x – 2 zoek je twee getallen met product –2 en som 1. Dat zijn –1 en 2, dus x2 + x – 2 = (x – 1)(x + 2) 3.2 Werkschema: zo los je een kwadratische vergelijking op Maak het rechterlid nul. Ontbind het linkerlid in factoren. Gebruik: uit A · B = 0 volgt A = 0 ∨ B = 0. opgave 45 a x2 + 7x = 8 x2 + 7x – 8 = 0 (x + 8)(x – 1) = 0 x+8=0∨x–1=0 x = –8 ∨ x = 1 b 2x2 = 6x 2x2 – 6x = 0 2x(x – 3) = 0 2x = 0 ∨ x – 3 = 0 x=0∨x=3 3.2 Snijpunten met de coördinaatassen Snijpunt met de x-as De y-coördinaat is 0. De x-coördinaat volgt uit f(x) = 0. Dus los op f(x) = 0. Snijpunt met de y-as De x-coördinaat is 0. De y-coördinaat is f(0). Dus bereken f(0). 3.3 Grafieken en snijpunten De snijpunten van de grafieken van de functies f en g krijg je als volgt. • De x-coördinaat volgt uit f(x) = g(x). • De y-coördinaat krijg je door de gevonden oplossingen bij f(x) of bij g(x) in te vullen. opgave 32 f(x) = g(x) geeft x2 – 3x – 1 = –2x + 5 x2 – x – 6 = 0 (x + 2)(x – 3) = 0 x+2=0∨x–3=0 x = –2 ∨ x = 3 g(–2) = –2 · –2 + 5 = 4 + 5 = 9 A(–2, 9) g(3) = –2 · 3 + 5 = –6 + 5 = –1 B(3, –1) 3.3 Oplossen met de abc-formule Werkschema: zo los je met de abc-formule een kwadratische vergelijking op 1. Schrijf de vergelijking in de vorm ax2 + bx + c = 0 2. Vermeld a, b en c. 3. Bereken D = b2 – 4ac 4. De oplossingen zijn x = –b – D –b + D en x = 2a 2a opgave 38a 3x2 – 7x + 2 = 0 a = 3, b = –7 en c = 2. D = (–7)2 – 4 · 3 · 2 D = 49 – 24 = 25 –(–7) – 25 ∨x= 2·3 7–5 x= = ∨x= 6 x= –(–7) + 25 2·3 7+5 =2 6 3.4 Het aantal oplossingen van een kwadratische vergelijking De vergelijking ax2 + bx + c en de parabool y = ax2 + bx + c discriminant D>0 D=0 D<0 vergelijking twee oplossingen één oplossing geen oplossingen twee snijpunten met de x-as één snijpunt (raakpunt) met de x-as geen snijpunten met de x-as parabool 3.4 Drie oplossingsmethoden x2 = c ontbinden in factoren abc-formule x2 = 2 x2 = 8 x 8x 8 x ≈ –2,83 ∨ x ≈ 2,83 x(x + 2) = 8 x2 + 2x = 8 x2 + 2x – 8 = 0 (x + 4)(x – 2) = 0 x = –4 ∨ x = 2 x(x + 2) = –8 x2 + 2x + 8 = 0 D = 22 – 4 · 1 · 8 = –28 D < 0, dus er zijn geen oplossingen. 3.5