Biologie Thema 2 voortplanting en ontwikkeling Voortplantingsstelsel v/d man Teelballen (testes) Balzak (scrotum) produceren van zaadcellen huidplooi waarin de teelballen liggen. Temperatuur +/- 2˚C lager dan in de buikholte (gunstiger voor de ontwikkeling van de zaadcellen) Teelballen bevatten sterk gekronkelde zaadkanaaltjes → de wandcellen van de zaadkanaaltjes delen zich → zaadcelmoedercellen → na deling → cellen → zaadcellen = spermatogenese (vorming van zaadcellen) Opslagplaats zaadcellen. Zuur milieu → zaadcellen bewegingsloos. Zwellichamen bevatten veel holten als slagaders verwijden → holte worden gevuld met bloed → penis groter & stijver (erectie) Eikel gevoelig voor seksuele prikkels Geslachtsgemeenschap= Coïtus Zaadlozing (ejaculatie) zaadcellen worden door peristaltische bewegingen v/d zaadleiders voortgestuwd, vanuit bijballen, langs zaadblaasjes en de prostaat Zaadblaasjes voegt basisch vocht toe → maakt zaadcellen actief Prostaat voegt vocht toe (bevat voedingsstoffen voor zaadcellen) Sperma mengel van zaadcellen en vocht Orgasme sperma komt door peristaltische bewegingen met schokken uit de penis Smeer (smegma) wordt onder de voorhuid geproduceerd ------------------------Voortplantingsstelsel v/d vrouw------------------------------------------------------Eierstokken (ovaria) daarin vindt de ontwikkeling v/d eicellen (oöcyten) plaats Follikel eicel in wording omgeven door andere cellen Oögenese rijpen van de eicellen in de follikels Eisprong (ovulatie) uitstoten van de eicel Gele lichaam (corpus het follikelweefsel dat in de eierstok achterblijft lutheum) Bijballen vrijgekomen eicel → opgevangen door trechtervormig uiteinde v/d eileider onbevruchte eicel blijft na ovulatie +/- 12 uur in leven → alsnog geen bevruchting → eicel wordt afgebroken → resten v/d eicel worden geresorbeerd (opgenomen) door cellen v/d wand v/d eileider milieu van de baarmoeder is basisch bevruchting vindt plaats in de eileider. Na ejaculatie → zaadcellen m.b.v. zweepstaart → baarmoeder en de eileiders (basisch milieu = zaadcellen actief) → bevruchting in eileider Als kop v/d zaadcel is binnengedrongen in de eicel → bevruchtingsmembraam → kernen versmelten, direct na de bevruchting gaat de bevruchte eicel (zygote) zich delen. ↓ Als 2+ zaadcelkoppen de eicel zijn binnengedrongen (voor de vorming van het ↓ bevruchtingsmembraam) → eicel † Baarmoeder (uterus) 5-7 dagen na ovulatie → klompje cellen gearriveerd in baarmoeder → nestelt zich in het baarmoederslijmvlies → onttrekt voedingsstoffen aan het baarmoederslijmvlies Placenta (moederkoek) speciaal orgaan waar uitwisseling van stoffen tussen het bloed van moeder en van het embryo plaatsvind +/- 38 weken zwanger Clitoris (kittelaar) ontvangen van seksuele prikkels Kleine schaamlippen produceren van slijm (→toegang tot vagina wordt gladgemaakt) Maagdenvlies sluit vagina gedeeltelijk af -----------------Hormonale regeling van de voortplanting---------------------------------------------Secretie productie en afgifte van stoffen door cellen Hypofyse - centrale regelaar v/d voortplanting - hormoonklier - produceert ; FSH follikel stimulerend hormoon LH luteïniserend hormoon O.l.v. deze hormonen wordt de hormoonproductie van andere geslachtshormonen geregeld Regeling bij de man; FSH stimuleert vorming van de zaadcellen Testosteron heeft invloed op de verdere ontwikkeling van de zaadcellen → productie gestimuleerd door LH Beenderen / spieren zwaarder, uiterlijk verandert, zwaardere stem , haargroei → secundaire geslachtskenmerken Cellen van leydig (liggen tussen de zaadkanaaltjes) produceren testosteron Terugkoppeling wederzijds beïnvloeden van elkaars secretie Vb. testosteron remt bij bepaalde concentratie de hypofyse Hypofyse maakt dan minder LH Minder LH → cellen van Leydig maken minder testosteron Testosteronconcentratie in het bloed daalt → heeft invloed op hypofyse Hypofyse produceert weer meer LH → meer testosteron etc. etc. Regeling bij de vrouw Follikels scheiden onder invloed van FSH en LH, oestrogenen af Gele lichaam hormoonklier → produceert progesteron en oestrogenen Oestrogenen beïnvloeden secundaire geslachtskenmerken 1e dag van de menstruatie = begin menstruatiecyclus FSH FSH & LH stimuleert rijping van de follikels stimuleren de productie van oestrogenen door cellen uit de wand van de rijpende follikels Oestrogenen baarmoederslijmvlies dikker en gaat klieren bevatten In de eierstokken bereikt 1 rijpende follikel voorsprong op de anderen. Door rijpende follikel bereikt de productie van oestrogenen een hoogtepunt (→ stimuleert hypofyse tot afgifte van veel LH LH stimuleert de vochtopname door de rijpende follikel, zo barst de rijpende follikel open (ovulatie / eisprong) Eicel komt vrij (tadaaa) GEEN ZWANGERSCHAP…….. LH stimuleert vorming v/h gele lichaam stimuleert de productie van oestrogenen en progesteron door gele lichaam Progesteron baarmoederslijmvlies nog dikker maken en de klieren daarin ↓ gaan stoffen afscheiden (voedsel voor mogelijk embryo) → remt afgifte FSH & LH door hypofyse → gele lichaam sterft langzaam af (gebrek aan LH / ongeveer 11 dagen na ovulatie) → progesteronproductie stopt → baarmoederslijmvlies wordt niet in stand gehouden → menstruatie (14 dagen na ovulatie) → geen progesteron meer → hypofyse wordt niet meer geremd → nieuwe follikels gaan rijpen enz. ZWANGERSCHAP Eicel blijft na ovulatie +/- 12 uur in leven Zaadcel na lozing blijft +/- 3 dagen in leven (in het lichaam v/e vrouw) Na bevruchting produceert het gele lichaam nog 3 maanden progesteron (onder invloed van HCG ) HCG humaan chorion-gonatropine wordt in de eerste weken door het kind gevormd, daarna door placenta zorgt voor de productie van progesteron gele lichaam blijft d.m.v. HCG functioneren (na 3 maand †), na de ‘dood’ van gele lichaam neemt placenta progesteronproductie over. Progesteron houdt zwangerschap in stand Progesteron zorgt dat de melkkleren zich gaan ontwikkelen een zwangerschapstest toont HCG aan negatieve uitslag (geen zwangerschap) kan verkeerd zijn. Alleen in de eerste maanden wordt er zoveel HCG geproduceerd, dat het wordt uitgescheiden via de urine. Dus de zwangerschap kan dan al verder gevorderd zijn… ----------------------Seksualiteit--------------------------------------------------------------------Manieren waarop seksualiteit een rol kan spelen; 1) Voortplanting 2) Lustbeleving 3) Onderhouden van relaties Ongewenste intimiteiten lichte seksuele handelingen (in de billen knijpen) Incest het plegen van geslachtsgemeenschap / seksuele handelingen tussen bloedverwanten Aanranding er wordt met geweld / onder bedreiging seksuele handelingen verricht met een slachtoffer Verkrachting zelfde als aanranding, alleen vindt daarbij ook geslachtsgemeenschap plaats --------------Seksueel overdraagbare aandoeningen-----------------------------------------------Gonorroe, syfilis, chlamydia → bacterien A.I.D.S → virus Gonorroe (druiper) ontstekingen (kan leiden tot onvruchtbaarheid) Syfilis 1e fase : ontstekingen 2e fase : geestelijke achteruitgang (gekte) 3e fase : † Chlamydia afscheiding uit urine buis → ontstekingen A.I.D.S acquired immuno Deficiency Sydrome door H.I.V (human immunodeficiency virus) seropositief = antistoffen tegen het AIDS- virus zijn aangetoond lezen voorbehoedsmiddelen ---------------------Embryonale ontwikkeling---------------------------------------------------------------Klievingsdelingen delingen waarbij geen groei plaatsvind Trofoblast buitenste laag cellen, beschermt de embryoblast zorgt voor innesteling in het baarmoederslijmvlies scheidt enzymen af die het baarmoederslijmvlies plaatselijk oplossen → klompje zakt erin Chorion (buitenste vruchtvlies) Via chorionvlokken worden voedingsstoffen en zuurstof opgenomen uit het baarmoederslijmvlies → groei wordt mogelijk In de embryoblast zijn 2 holten ontstaan →amnionholte →dooierzak Uit de cellen ertussenin ontwikkeld zich het embryo Hechtsteel vormt verbinding tussen embryo en trofoblast In verdere ontwikkeling verdwijnt de dooierzak al snel Amnionholte breidt uit, doordat de wand vocht in de holte afgeeft → wand van amnionholte komt tegen het chorion aan te liggen → amnion (binnenste vruchtvlies) Beide vruchtvliezen omgeven dan de amnionholte (ah is gevuld met vruchtwater) Vruchtwater op temperatuur houden schokdemper uitdroging voorkomen In de navelstreng : 2 navelstrengslagaders ; van embryo naar placenta 1 navelstrengader ; van placenta naar embryo In de placenta → tegenstroomprincipe → uitwisseling van stoffen; - voedingsstoffen / afvalstoffen - O2 / CO2 - ziektekiemen / antistoffen - nicotine / drugs / alcohol - medicijnen - hormonen Na +/- 2 maanden is het kind ‘klaar’ (moet nog wel groeien) Tweelingen soorten ^^ - Elk eigen placenta, amnion, chorion - Elk eigen placenta, amnion, gezamenlijke chorion - Gezamenlijke placenta, amnion, chorion ---------------Nieuwe voortplantingstechnieken-----------------------------------------------------Kwaliteit van sperma en hoeveelheid is afgenomen; reden onbekend (te strakke broeken?) Bij vrouwen neemt vruchtbaarheid ook af; - Willen steeds later moeder worden KI (kunstmatige inseminatie) IVF (in-vitrofertilisatie) arts brengt sperma in van een andere man hormonen worden toegediend → meerdere eicellen gaan rijpen. Na ovulatie haalt arts de vrijgekomen eicellen weg → naar voedingsmedium, arts voegt daar sperma van de man toe. in het voedingsmedium vinden de bevruchting en de ontwikkeling van de zygote tot een klompje cellen plaats Bij implantatie worden 2 klompjes cellen in de baarmoeder geplaatst PID (preïmplantatiediagnostiek) de gezondheidstoestand van het klompje cellen wordt onderzocht (8-cellig stadium) --------------------De geboorte--------------------------------------------------------------------------Foetus vanaf 24 weken kan buiten de baarmoeder m.b.v. medicijnen en technische hulpmiddelen in leven worden gehouden → couveuse Weeën samentrekkingen van spieren in de baarmoederwand die met tussenpozen Oxytocine door dit hormoon ontstaan de samentrekkingen van de spieren Bevalling verloopt in 3 fases : ontsluiting, uitdrijving en nageboorte Ontsluiting weeën vinden om de 15-30 min. Plaats Bovenste deel van de baarmoederwand trekt zich samen Onderste deel van de baarmoederwand en baarmoederhals worden rond het hoofd getrokken → indaling (8 uur bij eerste kind, 4-5 uur als vrouw meerder kinderen heeft gekregen) → weeën nu om de 3-5 min. → slijmprop in de baarmoederhals wordt uitgestoten, opening wordt groter (=ontsluiting) → vruchtvliezen breken (meestal) 10 cm ontsluiting = volledig Uitdrijving weeën krachtiger, spieren in de buikwand gaan zich ook samentrekken (persweeën) → ma mag gaan persen → hoofd wordt door baarmoederhalls geduwd. Uitdrijving duurt 1s – 2h Stuitligging => kont naar onderen Dwarsligging => rug naar onderen (keizersnede) Normalen ligging => hoofd naar onderen Nageboorte na geboorte → kind bedekt met huidsmeer (beschermt tegen ziekteverwekkers). Hoog CO2- gehalte zorgt ervoor dat baby gaat ademhalen (na doorknippen navelstreng). Kwartier na de geboorte komen de placenta, resten van de navelstreng en de vruchtvliezen → nageboorte Stompje van de navelstreng droogt ongeveer in een week uit, en valt dan af. Prolactine stimuleert de productie van melk door de melkklieren in de borsten Oxytocine zorgt ervoor dat melk naar buiten wordt geperst, door spieren te laten samentrekken Voor geboorte → ovale venster en ductus arteriosis \ bloedsNa geboorte gaan deze weg / omloop