samenstelling: E.J. Stoffels (ej.stoffels@hetnet.nl) TAXONOMIE nomenclatuur Benaming van planten of plantengroepen taxonomie Rangschikking van planten of plantengroepen Rangen (taxa): Plantenrijk (kleinste verwantschap) Afdeling Klasse Orde Familie Geslacht Soort (grootste verwantschap) Afdeling: zaadplanten Klasse: tweezaadlobbigen beuk Orde: katjesdragers berk noot els eik haagbeuk kastanje wilg beuk populier hazelaar Familie: beukachtigen (napjes) eik beuk kastanje Geslacht: eik (Quercus) Soort: zomereik (Quercus robur) Variatie: zuilvormige eik Wat is een soort? a. Gezamenlijke, gekoppelde kenmerken: bloem bloeiwijze Wat is een soort? a. Gezamenlijke, gekoppelde kenmerken: Vrucht: ‘appelachtig’ Wat is een soort? a. Gezamenlijke, gekoppelde kenmerken: Rode herfstkleur Geveerd Wat is een soort? a. Gezamenlijke, gekoppelde kenmerken: Wat is een soort? a. Gezamenlijke, gekoppelde kenmerken: Wat is een soort? b. Kenmerken van de ene soort mogen niet overlappen bij een andere verwante soort. Sorbus aucuparia Sorbus thuringiaca Sorbus intermedia Sorbus aria Wat is een soort? c. Gelijke soorten zijn onderling kruisbaar en leveren overeenkomstige nakomelingen Wat is een soort? c. Gelijke soorten zijn onderling kruisbaar en leveren overeenkomstige nakomelingen Hybride of bastaard Wanneer verschillende soorten kruisen, ontstaan hybriden Hybride of bastaard Nakomelingen van hybriden: oudersoorten komen vaak terug! Hybride of bastaard Daarom moeten hybriden vegetatief worden vermenigvuldigd stekken enten oculeren Hybridogene soort In uitzonderingsgevallen leveren hybriden toch overeenkomstige nakomelingen na zaaien Sorbus aucuparia Sorbus x intermedia Sorbus aria Hybridogene soort In uitzonderingsgevallen leveren hybriden toch overeenkomstige nakomelingen (via apomixis) na zaaien Sorbus x intermedia Populatie: Exemplaren van één soort zijn vaak in kleine erfelijke kenmerken verschillend, de hoofdkenmerken blijven gelijk. Populatie: Deze veranderlijke kenmerken zijn in diverse combinaties ogenschijnlijk willekeurig over een populatie verdeeld. Populatie: Die combinatie wordt biotype genoemd. Populatie: Exemplaren van één soort zijn vaak in kleine erfelijke kenmerken verschillend, de hoofdkenmerken blijven gelijk. Populatie: Deze veranderlijke kenmerken zijn in diverse combinaties ogenschijnlijk willekeurig over een populatie verdeeld. Populatie: Die combinatie wordt biotype genoemd. Populatie: Door onderling kruisen blijft de populatie als geheel constant. Ecotype: Als zaden zich verspreiden naar een afwijkend milieu (bijvoorbeeld droog en arm) overleven alleen die exemplaren die daar levensvatbaar zijn. Een dergelijke afstammelingschap noemen we een ECOTYPE Ecotype: Ecotype: duindoorn biotype bergland ecotype zeekust Fenotype: Actief aanpassen aan veranderende omstandigheden, zonder dat de erfelijke factoren een rol spelen. Invloed zeewind Fenotype: veenwortel watervorm landvorm