Samenvatting Tekenen P5.5 Postmoderne Kunst blz 140, 145 – 147 Modernisme was zuiver, esthetisch, origineel en positief. Het Postmodernisme was hier een reactie op. Dit was juist negatief, geen vooruitgang, en een negatieve sfeer. De grens tussen cultuur en elite verdwijnt. De stijl werd eclectisch, van alles wat. De uitwerking neemt niet de centrale plaats in, maar het idee en het concept is het belangrijkst. Doordat het niet één vaste stijl is, spreekt men ook wel eens van ‘anything goes’. Postmoderne denkers schrijven alle oude opvattingen af en maken plaats voor persoonlijke denkbeelden. In Amerika is men hier veel meer mee bezig geweest, waarschijnlijk omdat hier zomaar alles wel kan en iets niet zomaar een statement wordt. De postmodernisten maken werk waarmee ze kritiek uiten tegen de politiek (rol vrouw, integratie, etc). De werken worden niet gemaakt met een opdracht vooraf. Het worden autonome kunstwerken die op zichzelf staan en geen specifieke functie hebben. Voordeel voor de kunstenaar: Nadelen voor de kunstenaar: Alles mag Lastig om origineel te zijn Eigen mening Aanpassen aan de massa Breder publiek Schilderkunst Allemaal nieuwe ontwikkelingen in de postmoderne stroming, alleen de schilderkunst bleef traditioneel. In de jaren ’70 was de schilderkunst dood, maar hoera inmiddels is deze weer herboren. Er wordt niet gewerkt aan één stijl, maar weer anything goes. In de jaren ’80 ontstaat dan ‘de Nieuwe Wilden’, opleving van het abstract expressionisme. Ze schilderen spontaan en vanuit hun gevoel. Thema’s van deze groep zijn vooral verleden, erotiek, dromen, angst of agressie. || Schilders: Baselitz, Kiefer, Daniëls. Marlene Dumas schilderde vooral mensfiguren, waarin ze het wezenlijke van het menselijk bestaan probeert door te dringen: gebeurtenissen, emoties en gedachten. ‘Ik handel in tweedehands beelden en eerstehands ervaringen’. Luc Tuymans grijpt terug op historische gebeurtenissen, in de vorm van zijn subjectieve beleving. Veel fletse pastelkleuren en weinig details. Hij maakt veel schetsen en laat steeds iets meer weg tot hij de essentie overhoudt. De portretten geven niet een karakter weer, maar zijn gewoon een observering. Graffitikunst Dit ontstaat eind jaren ’60 in Amerika, bedacht door de jongere generatie. De tekeningen die ze maken heten pieces of tags. De vormgeving is origineel en decoratief, met veel kleur en er worden verschillende stijlen bij elkaar gebruikt. Vaak gezet op straat. Natuurlijk was daar ook Banksy, die goeie kerol. Hij is vrijwel anoniem, want het ging hem niet om zijn naam. Hij maakt || Schilders: Keith Haring, Jean-Michel Basquiat, Adam Neate, BANKSY Conceptuele Kunst blz 155 – 158 Halverwege jaren ’60 gaan veel kunstenaars hun grenzen verleggen: nieuwe manieren zoeken om werk te laten zien; openbare ruimte. Het concept wordt steeds belangrijker. Vaak wordt een idee niet uitgevoerd, maar in de vorm van een ontwerp gepresenteerd. De uitvoering meestal ook niet door de kunstenaar zelf, maar door anderen. Het kent geen specifieke stijl en heeft verschillende uitgangsvormen. Happening Kunstenaars zetten zich af tegen de gevestigde waarden en normen. Het is een gebeurtenis die door de kunstenaar in scène is gezet. Reacties van het publiek zijn hierbij heel belangrijk. || Kunstenaars: Yves Klein, Allan Kaprow (+ Oldenburg en Jim Dine van pop-art). Fluxus Dichters, musici en beeldende kunstenaars zetten een nieuwe stroming op: de Fluxus, zuiverende stroom. Ze willen het gewone leven en het grote publiek betrekken bij de kunst. Ze organiseren performances, een reeks van te voren bepaalde handelingen. Zo proberen ze hun ideeën op het publiek over te brengen. De kunstenaar en de handelingen tijdens de performance zijn het kunstwerk. Vaak wordt hiervan een film of foto gemaakt. Belangrijk kunstenaar: Joseph Beuys. Hij was een Duitser die is neergeschoten in de oorlog en gered door een of ander vaaag tartaars volk. Hij wil dat iedereen teruggaat naar het bewuste, primitieve in zichzelf. Hij is de grondlegger van de conceptuele kunst. Hij werkt veel met metaforen: in zijn werk met haas en honing en shit bijvoorbeeld. Vilt staat voor redding, honing voor gemeenschappelijk en de haas heeft meer intuïtie dan de mensen die alleen hun verstand gebruiken. Body Art De persoon van de kunstenaar wordt steeds belangrijker. De kunstenaar gebruikt zijn lichaam om zijn ideeën vorm te geven en deze handelingen worden vast gelegd op film of foto. Maar er worden af en toe ook vragen gesteld over hoever je kunt gaan met Body Art: Stelarc liet een oor in zijn arm implanteren. Samenvatting Tekenen P5.5 Is dit wel ethisch verantwoord? Hij vond dat in die periode grenzen tussen mens en machine steeds meer vervaagden; machines worden een verlengde van het menselijk lichaam. || Kunstenaars: Gilbert & George, Stelarc . Environment Het begon als protest van de jongere generatie tegen de westerse maatschappij en oorlog, corruptie, machtsdenken, commercie en materialisme. Er was een dikke hippiecultuur en flowerpowershit. Een environment is een ruimte waarin objecten worden neergezet. Het publiek kan de ruimte in, maar heeft verder geen invloed. || Kunstenaars: Kienholz Neo-expressionisme Jaren ’60 – ’70 – ’80 Komt voor in Duitsland ofz; oppakken van figuratieve schilderkunst en het expressionisme. De Duitse kunstenaars proberen hun land weer zelfbewust op de culturele kaart te zetten. || Kunstenaars: Kirchner, Marc, Nolde, Anselm Kiefer