SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING….’ LESBRIEF INHOUD LESINFORMATIE blz. 2 INSTRUCTIE BIJ DE SPEURTOCHT 3 SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’ 4 DE ANTWOORDEN 7 INFORMATIE OVER DE BESPROKEN PLANTEN Suikerriet 8 Banaan Kaneel Koffie Vijgcactus Agave Aloë Avocado Vijg Thee Rijst Katoen Pinda Zoete aardappel Peper Citroen 8 8 9 9 9 10 10 10 10 10 11 11 11 11 12 LESSUGGESTIES Avocadoplantje kweken T-shirts verven 13 13 1 SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING …’ LESINFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT Locatie Tropische kas, Stadskweektuin Duur Ongeveer een uur. Doelgroep Bovenbouw van de basisschool, groep 7 en 8 Doel Kennismaken met een aantal tropische gebruiksplanten. Leren dat deze planten voor verschillende doeleinden worden toegepast. Werkvorm De les bestaat uit een speurtocht naar de verschillende gebruiksgewassen in de tropische kas. Hierbij wordt de klas bij voorkeur opgedeeld in groepjes van 4 tot 5 kinderen. Benodigdheden en inhoud leskist Leskist met inhoud: zie tweede kolom van onderstaande opgave. Instructieblad voor de leerkracht Antwoordenblad Werkblad Potloden en schrijfplankjes De volgende planten worden gebruikt: NAAM VAN DE PLANT: VOORWERP(EN) IN DE LESKIST: Vijgcactus (Opuntia ficus indica) Agave (Agave spec.) Aloë (Aloe spec.) Vijg (Ficus carica) Citroen (Citrus limon) Banaan (Musa acuminata) Avocado (Persea americana) Koffie (Coffea) Thee (Camellia sinesis) Rijst (Oryza sativa) Pinda (Arachis hypogaea) Katoen (Gossypium) Zoete aardappel (Ipomoea batatos) Kaneel (Cinnamonum zeylanicum) Peper (Piper nigrum) Suikerriet (Saccharum officinarum) Gedroogde cactusschijf Sisaltouw Crèmepotje Gedroogde vijgen Citroen afwasflacon Plastic banaan Shampoo-flacon Pak koffie, bonen en gemalen Thee, groene - en sinaasappel Rijstverpakking Pinda’s T-shirt Aardappelmeelverpakking Kaneelpoeder / kaneelstokjes Potje peper en peperkorrels Rietsuiker en bietsuikerklontjes De genoemde planten zijn in de kas aangegeven met een bordje. Hierop staan de naam van de plant, een beschrijving en een rode stip. 2 INSTRUCTIE BIJ DE SPEURTOCHT Inleiding: Eerst toont u alle voorwerpen uit de leskist en bespreekt u kort wat het is. Dan laat u de kinderen de voorwerpen bij de juiste planten leggen. Dit kan klassikaal of in groepjes. Controleer wel even of alles goed ligt, want dat is van belang bij de rest van de speurtocht. Kern: U deelt de klas in groepjes van 4 of 5 kinderen. Per groepje maken ze de opdrachten van het werkblad. Deze zijn onder te verdelen in doe-opdrachten en bedenk- en kennisvragen. De antwoorden van de kennisvragen kunnen de kinderen terug vinden op de bordjes bij de planten. Afsluiting: De antwoorden van de opdrachten kunt u het best in de klas bespreken. Het is leuk om naar aanleiding van deze speurtocht nog wat lessen rond het thema “gebruiksgewassen” te geven. Hiervoor zijn een tweetal lessuggesties bij de leskist gevoegd. Zorgt u ervoor dat alle voorwerpen weer terug in de leskist komen? De inhoud van de leskist vindt u aan de binnenzijde van de deksel. Tevens willen wij u vragen het evaluatieformulier in te vullen. Wij weten dan of deze leskist geschikt is voor deze doelgroep en wat er eventueel aan veranderd moet worden. 3 SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’ Lees de opdrachten goed. Sommige antwoorden moet je zelf bedenken, andere vind je bij de plant waar de vraag over gaat. Als er al een groepje bij een plant staat, dan ga je verder met een andere opdracht en kom je weer terug als het groepje bij die plant weg is. 1. Vijgcactus De schijf die bij de cactus ligt, is veel dunner dan de schijven van de levende cactus. Hoe komt dat denk je? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 2. Banaan Waarom zijn de bananen krom? Omdat ze anders niet in hun schil passen? Of omdat ze al heel oud zijn en niet meer rechtop kunnen lopen? Of omdat……..… Wat denk jij ervan, hoe komt het nou echt? …………………………………………………………………………………… ……………..…….………………………………..……………………………… ………………………...………………………………………………………….. 3. Touw Van welke twee planten in deze kas wordt onder andere touw geslagen? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 4. Koffie Stel: Iemand drinkt per week één pak koffie (250 gram). Hoeveel koffieplanten zijn er voor nodig om één heel jaar (52 weken) koffie te kunnen drinken? Precies uitrekenen hoeft niet, je mag ook schatten: …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… Kun je je voorstellen hoeveel planten er nodig zijn voor heel Haarlem, of voor heel Nederland, of voor iedereen in de wereld? 5. Citroen Zitten er vruchten aan de plant? Zo ja: zijn ze al (bijna) rijp? En hoe zie je dat? .…………………………………………………………………………………… …………………………………………………………..……………………….. ……………………………………………………………………………………. 4 6. Vijg De vijgen die nu bij de plant liggen, zijn gedroogd. Ken je nog drie vruchten die je gedroogd eet? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 7. Avocado Een avocadoplant groeit uit de pit van een avocado. Hier in de kas kun je dat zien. Als je goed kijkt, zie je de pit net iets boven de grond uitsteken. Het is heel leuk om een avocadoplant zelf te kweken. Vraag aan de juf of de meester hoe het moet. 8. Thee Om thee extra lekker te maken, wordt er soms nog iets bij de theeblaadjes gestopt. Dat kan met natuurlijke ingrediënten of met kunstmatige smaakstoffen. Zo wordt gewone thee ineens sinaasappelthee, pepermuntthee, enz.. Welke soorten thee ken jij, die met natuurlijke stoffen op smaak worden gebracht? En bedenk eens welke ingrediënten dat zijn. Soort thee hoe? Sinaasappelthee Pepermuntthee stukjes sinaasappelschil blaadjes van de pepermuntplant ………………………………… ………………………………… ………………………………… ………………………………… 9. Rijst Wordt witte rijst zo van de plant geplukt of wordt er eerst iets mee gedaan voordat hij wit is? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 10. Pinda Kun je uit een pinda die je in een supermarkt koopt een plantje kweken? Waarom wel / niet? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… Maak eens een pinda open. Deel hem in twee helften. Als je goed kijkt, zie je in een van de helften een kaboutertje zitten. Hij heeft een puntmutsje op en een baardje. Eigenlijk zijn de twee pindahelften de kiemblaadjes van het jonge pindaplantje. Uit deze blaadjes haalt hij straks het voedsel om te groeien. Het mutsje van de kabouter zijn de worteltjes en het baardje de twee eerste echte blaadjes. 5 11. Zoete aardappel De zoete aardappel lijkt veel op de gewone aardappel. Maar ze groeien anders. Wat is het verschil? …………………………………………………………………………………… 12. Katoen Kijk eens op het etiket in het T-shirt of hemd van de kinderen van je groepje. Hoeveel kinderen hebben een katoenen hemd of - shirt aan? (het Engelse woord voor katoen is “cotton”) (a) …………………………………………………………..…………………… Van welke materialen kunnen ook shirts worden gemaakt? (b) …………………………………………….…………………………….…… 13. Avocado en Aloë Welke producten voor je haar of voor je gezicht bevatten stoffen die van planten zijn gemaakt? …………………………………………………………………………………… 14. Suikerriet De bruine rietsuiker wordt uit suikerriet gehaald. Maar weet je ook waar onze witte kristalsuiker vandaan komt? …………………………………………………………………………………… 15. Peper “Dat is een peperdure jas” (a) Wat wordt hier mee bedoeld? ……………………………………………………………………………… (b) Waar komt deze uitdrukking vandaan? ……………………………………………………………………………… 6 SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’: DE ANTWOORDEN 1. Cactussen leven in gebieden die zeer droge periodes kennen. Om deze te overleven slaan ze veel water op. Bij een gedroogde cactusschijf is al het vocht eruit. De schijven zijn dan veel dunner dan normaal. 2. Bananen hebben licht nodig om rijp te worden. Ze buigen krom omdat ze naar het licht groeien. 3. Bananenplant en Agave. 4. Ongeveer 13 planten. 5. Verschillende antwoorden mogelijk: Geen vruchten Wel vruchten. Ze zijn groen en dus niet rijp. Wel vruchten. Ze zijn geel en dus (bijna) rijp. 6. Rozijnen, Dadels, Abrikozen, Pruimen en Krenten. 7. Kijk-opdracht, geen antwoord. 8. Verschillende mogelijkheden, bijvoorbeeld: Soort thee Bosvruchten Citroenthee Kruidenthee Kaneelthee Jasmijnthee 9. Hoe? Stukjes gedroogde vruchtjes Stukjes citroenschil Gedroogde kruiden Kaneel Jasmijnbloempjes Eerst wordt het zilverkleurige vliesje eraf gehaald en dan de witte rijst. 10. Nee / De pinda´s die je eet worden eerst gebrand. Daardoor is het jonge pindaplantje in de pinda verbrand en kan niet meer tot een pindaplant uitgroeien. 11. Verschillende mogelijkheden: De gewone aardappel groeit onder de grond, de zoete aardappel er half boven. De gewone aardappel groeit aan de wortels van de aardappelplant, de zoete aardappel is zelf de wortelknol waaruit de plant groeit. 12. (a) Aantal invullen. (b) B.v. Nylon, wol, polyester, zijde, viscose, polyamide. 13. Gezichtscrème (Aloë), shampoo (Avocado). 14. De witte kristalsuiker wordt gemaakt van suikerbieten. 15. (a) De jas is een erg dure jas . (b) Vroeger moest peper uit hele verre landen worden gehaald. Dat kostte veel geld. Peper was dus heel erg duur. 7 SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’ INFORMATIE OVER DE BESPROKEN DE PLANTEN SUIKERRIET (Saccharum officinarum) Gebied: Tropische en subtropische gebieden. Gebruik: Wist je dat suikerriet eigenlijk een hele grote grassoort is? Op plantages worden eerst stukken van de stengels onder de grond gestopt. Korte tijd later komen er wortels aan. Tenslotte groeit er een geweldig grote plant uit. De stengels bevatten veel suiker. In ontwikkelingslanden zuigen de kinderen er aan. Het is voor hen een snoepje. De suiker kan ook uit de stengels gehaald worden. Dit gebeurt in een fabriek. Deze suiker is bruin en iets minder zoet dan de witte kristalsuiker. De bruine kleur is afkomstig van de melasse (suikerstroop). Omdat dit lekker is en er stoffen in zitten die gezond zijn, is die er niet helemaal uit gehaald. Rietsuiker zou dus ook wit kunnen zijn. Tweederde van alle gebruikte suiker op de wereld is afkomstig van suikerriet. De rest is afkomstig van de suikerbiet (kristalsuiker). De consumptie varieert per land. In westerse landen ligt deze erg hoog. In veel arme landen is het een luxe artikel. Bij ons wordt suiker in zakken (los) of in dozen (klontjes) verkocht. In Marokko koop je een ‘suikerbrood’, dat is een grote in papier verpakte kegelvormige klont. Wat je nodig hebt schraap je er iedere dag met een mes vanaf. In delen van Nepal en Tibet was suiker een onbereikbaar artikel. Daarom ontstond daar de gewoonte om thee met zout te drinken. Uit het sap van suikerriet wordt ook nog alcohol (b.v. voor de fabricage van spiritus) en andere chemische producten gemaakt BANAAN (Musa acuminata) Gebied: Tropische en sub-tropische gebieden. Gebruik: We noemen de plant waar bananen aan groeien wel een bananenboom, maar eigenlijk is het geen boom. De stam is namelijk niet van hout, maar wordt gevormd door de bladeren die uit de grond komen. Het is dus een koker. Hierin groeit de grote roodbruine bloemknop omhoog. Als hij boven de bladeren uitkomt gaat hij hangen en krans voor krans bloeien (zie de kaft van dit boekje). Na de bloei ontstaan in de kransen de bananen. Uiteindelijk hangen ze in grote trossen langs de ‘stam’. Als ze rijp worden, buigen ze naar achteren en kleuren ze langzamerhand geel. Er zijn verschillende soorten bananen; gele zoete, die je zo kunt eten en groene, minder zoete, die lekker zijn om te bakken. Uit de ‘stam’ van de plant worden sterke vezels gehaald. Daarvan maakt (slaat) men touw en vlecht men matten. KANEEL (Cinnamonum zeylanicum) Gebied: Sri Lanka, India, Indonesië. Gebruik: Boombast eten, daar moet je toch niet aan denken. Of toch wel? Kaneel wordt gemaakt van de bast van Kaneelboomtakken. Als deze verwijderd is moet hij een etmaal (24 uur) drogen. Daarna schilt men de buitenkant en rolt de binnenkant zich vanzelf op. Als de rolletjes nog vochtig zijn, worden er enkele in elkaar geschoven. Dat heet dan een pijp kaneel. Er zijn diverse soorten kaneel. Alleen de echte kaneel is afkomstig uit Sri Lanka en Zuid-China. Een andere als vanouds bekende soort komt 8 oorspronkelijk uit China en Vietnam (C. cassia). De naam kaneel komt van het Italiaanse ‘cannella’ of het Franse ‘canelle’ dat rietje betekent en hiermee worden de gedroogde bastrolletjes bedoeld. Kaneel is net als kruidnagel een veel gebruikte oude specerij. Meer dan vierduizend jaar geleden werd hij al gebruikt door de Egyptenaren. Je kunt met kaneel allerlei maaltijden lekker maken: bak bijvoorbeeld eens wentelteefjes of snoep van een kaneelstok, eet een appeltje met kaneel en suiker of maak er vlees extra lekker mee. KOFFIE (Coffea) Gebied: Z.-Amerika, Afrika, Azië Gebruik: In de bloeitijd draagt de koffieplant witte trossen bloemetjes die sterk geuren. Na de bloei ontstaan er groene bessen. Deze kleuren later purper (donkerpaars). In elk besje zitten twee zaden, dat zijn koffiebonen. Deze bonen zijn nog niet klaar voor gebruik; eerst worden ze gebrand. Daarna hebben ze pas de koffiesmaak. De poeder die je thuis in het koffiezetapparaat doet is van gemalen bonen. Van één plant komt per jaar maar één kilo koffie. Daarom zijn de plantages heel erg groot en werken er veel mensen. In Arabië dronk men al in de vijftiende eeuw koffie, vooral in Mekka. Via de handelsroutes brachten de Portugezen en Nederlanders de koffie pas vijfhonderd jaar later naar West-Europa. Naast de Arabica-koffie kennen we ook de Robusta-koffie uit Afrika. Arabica levert de beste bonenkoffie, Robusta wordt veel gebruikt als oploskoffie. VIJGCACTUS (Opuntia ficus-indica) Gebied: Zuid-Amerika, Middellandse Zeegebied, Zuid-Azië. Gebruik: Aan de vijgcactus komen heldergele bloemen. Na de bloei groeien de vruchtbeginsels uit tot rode eetbare vruchten. Het zachte oranje vruchtvlees is heel sappig en rijk aan suiker. Het helpt goed tegen de dorst. Pas wel op voor de stekels aan de buitenkant en de harde pitjes aan de binnenkant. De vrucht wordt op allerlei manieren gebruikt: vers, gekonfijt (in suikerwater gekookt), als vruchtensap en zelfs als cocktail. In tropische landen plant men ze ook wel dicht op elkaar rond de tuin. Je begrijpt wel dat geen dief over zo’n haag wil klimmen. Soms dienen de gedroogde schijven als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakpannen. De Vijgcactus wordt in Mexicaanse dorpen boven de deur gehangen om boze geesten buiten te houden. Vroeger werd het sap van deze cactus gebruikt om er botbreuken mee te genezen. AGAVE (Agave spec.) Gebied: Amerika, West-Indië Gebruik: Als de Agave groot genoeg is, wordt hij afgesneden. Aan de onderkant loopt er dan vocht uit. Dit vangt men op om er, vermengd met cactussap, limonade van te maken. Maar nog vaker dient het voor de distillatie van sterke dranken. Ook voor de productie van touw is de plant belangrijk. Hiervoor gebruikt men de vezels uit de bladeren. Deze worden zo gedraaid of geslagen dat er uiteindelijk touw ontstaat. Hiervoor wordt de Agave sisalana gebruikt, vandaar de naam sisaltouw. Oude Indiaanse beschavingen als die van de Azteken in Mexico maakten al gebruik van deze vezels. Hiermee is sisal één van de belangrijkste, plantaardige vezelsoorten. 9 ALOË (Aloe spec.) Gebied: Zuid-Afrika Gebruik: Het gebruik van deze plant is al meer dan 2500 jaar oud. Toen diende hij als laxeermiddel. Nu wordt de Aloë in Afrika veel gebruikt door kruidenmagiërs en dokters. De magiërs gebruiken het sap om boze geesten te weren en lijken te balsemen. Doktoren schrijven het voor om er o.a. neusbloedingen, malaria en krampen mee te genezen. De pulp die na het persen van de bladeren overblijft, dient ter genezing van brandwonden. Omdat Aloë je huid zacht maakt, wordt hij wel in gezichtscrèmes verwerkt. Veel Moslims die op bedevaart naar Mekka zijn geweest, nemen als bewijs een Aloëtak mee. Daarna hangen ze hem boven de deur om er boze geesten mee te verjagen. AVOCADO (Persea americana) Gebied: Midden-Amerika, Mexico Gebruik: De bloemen van de Avocadoboom zijn groenig en hebben grijze haartjes. Na de bloei groeien de vruchtbeginsels uit tot avocado’s Ze hebben een beetje de vorm van een peer. De vruchten zijn geel, donkergroen, bruinig of paars en bevatten veel olie en vitamine B. Aan de binnenkant zit een grote pit. Je kunt de naar noten smakende Avocado eten. De olie uit de vrucht wordt in shampoos en crèmes verwerkt. Je haar en je huid worden en lekker zacht van. VIJG (Ficus carica) Gebied: Zuidwest-Azië, Middellandse Zeegbied. Gebruik: De bloemen van de vijg groeien in het jonge vruchtje. Hierin zit een kleine opening waardoor kleine galwespjes naar binnen kunnen. Zij leggen daar hun eieren. Als ze uitkomen gaan de jonge galwespen eerst paren. Door al die bezigheden blijft er stuifmeel aan hun lichaam plakken. Dan gaan ze op zoek naar een andere vijgenboom om hun eitjes te leggen. Met het meegenomen stuifmeel bevruchten ze de bloemen van de nieuwe boom. Na een tijdje groeien er daardoor groene peervormige vruchten, die later paars worden. Je kunt vijgen vers eten. Er zitten heel veel pitjes in. In Nederland kennen we voornamelijk de veel zoetere gedroogde vorm. THEE (Camellia sinensis) Gebied: China Gebruik: Thee wordt gemaakt van de blaadjes van de altijd groene theeplant. Het is een kleine boom die wel honderd jaar oud kan worden. Hoe hoger de plant in de bergen groeit, hoe aromatischer de thee. Een paar keer per jaar worden alle jonge blaadjes geplukt en gedroogd. Dan worden ze versnipperd. Van de snippertjes zetten we thee. RIJST (Oryza sativa) Gebied: China, Zuidoost-Azië, Spanje, Noord-Italië, Z.-Amerika. Gebruik: De rijstplant is een grassoort. Eerst worden dicht op elkaar kleine plantjes gekweekt. Als deze groot genoeg zijn planten de rijstboeren ze uit in sawa´s. Dit zijn horizontale terrassen tegen heuvels waar water op blijft liggen. Als de rijst rijp is worden de planten geoogst en de rijst uit de halmen geslagen. Om de korreltjes zit een zilverachtig vliesje. Deze rijst heet daarom zilvervliesrijst. Als de vliesjes eraf worden gehaald, heb je witte rijst. 10 Veel mensen denken dat alle rijst die je in ons land kunt kopen uit China komt. Maar daar groeit niet eens genoeg rijst voor het land zelf. De rijst die wij eten komt meestal uit Z.-Amerika. Zoals je weet kun je rijst eten. Dat deed men al 4500 jaar geleden. Maar je kunt er ook een maracas (rammelinstrumentje) van maken of er een knuffel mee vullen. Verder wordt het wel eens over een bruid en haar bruidegom gestrooid als ze het stadhuis uit lopen. Mensen doen dat om het kersverse echtpaar een vruchtbaar leven toe te wensen. KATOEN (Gossypium spec.) Gebied: Azië, Zuid- en Midden-Amerika, Afrika. Gebruik: Als de bloemen van de katoenplant zijn uitgebloeid, groeien er ronde of hoekige zaden aan de plant. Deze zijn gevuld met dichte wol en zaadjes. Door de wol, die wij katoenpluis noemen, kunnen de zaadjes door de lucht zweven en zich verspreiden. Na het oogsten van de katoen worden de zaadjes verwijderd en blijft de vezelige pluis over. Van deze dunne vezels spint men draden. Weverijen gebruiken de draden om er bij voorbeeld lakens en kleding van te maken. Er blijft altijd wel wat pluisafval over. Dit gaat naar papierfabrieken. De zaden zijn rijk aan olie. Deze wordt met persen gewonnen om er lampolie, machineolie en zelfs zeep van te maken. PINDA (Arachis hypogaea) Gebied: Zuid-Amerika, Afrika. Gebruik: Pindaplantjes zijn maar klein. Als de gele bloempjes zijn bevrucht buigen ze naar beneden en boren ze zich in de grond. Daar groeit dan het vruchtbeginsel uit tot een pinda. Daarom noemen we ze ook wel aardnootjes. Uit die pindaatjes groeien weer nieuwe plantjes. Pinda´s die je zo uit de grond graaft zijn niet lekker. Ze moeten eerst gebrand worden. Uit de pinda´s wordt ook olie geperst. Daar maakt men dan slaolie of margarine van. Hieraan dankt de pinda zijn tweede bijnaam, ‘olienootje’. ZOETE AARDAPPEL (Ipomoea batatos) Gebied: China, Afrika, Zuid-en Midden-Amerika. Gebruik: De Zoete aardappel lijkt wel wat op de gewone aardappel (Solanum tuberosum) maar is geen familie. Ze zijn wel allebei door Columbus meegenomen vanuit Amerika. De gewone aardappel groeit aan de wortels van de aardappelplant. De Zoete Aardappel is juist de wortelknol waaruit de plant groeit. Beide zijn lekker om gekookt te eten. PEPER (Piper nigrum) Gebied: Oorspronkelijk uit Zuidwest-India. Gebruik: De inwoners van Zuidwest-India gebruiken de zaden in gemalen vorm als ingrediënt voor hun curry’s, dat zijn pittige vlees- en groentesausen. Al tijdens het Romeinse rijk werd peper naar Europa geëxporteerd. De vele tussenhandelaren maakten het product zo duur, dat alleen de rijken het konden betalen. In de Middeleeuwen werden peperkorrels daarom als betaalmiddel meer gewaardeerd dan munten. Peper is een klimplant. Aan de witte bloemen komen kogelronde bessen. Groene onrijpe bessen worden geplukt voor de bereiding van zwarte peper. Ze worden dan eerst gedroogd en vervolgens gemalen. Bessen die blijven hangen kleuren rood. Hierin ontstaan de zaden; ééntje per bes. De gemalen zaden noemen we witte peper. 11 CITROEN (Citrus limon) Gebied: Middellandse Zeegebied, Zuid-Oost Azië. Gebruik: De citroen bloeit bijna het hele jaar door. De bloemetjes zijn wit aan de binnenkant en rozerood van buiten. Na de bloei groeien de vruchtbeginsels uit tot citroenen. In het begin zijn ze groen, maar als ze rijp worden kleuren ze geel. De citroen wordt overal voor gebruikt: sukade citroenaroma in cakes, door de sladressing, in schoonmaakmiddelen en ga zo maar door. In een citroen zit veel vitamine C en is daarom heel gezond. Wist je dat je citroen ook kunt gebruiken om ruwe plekjes op je ellebogen zacht te krijgen? Je kunt er zelfs je haar mee blonderen! 12 LESSUGGESTIES: AVOCADOPLANTJE KWEKEN Benodigdheden: Begin: Avocadopit Vier cocktailprikkers Glas water Later: Bloempotje met onderin een gat Schoteltje Grind Potgrond (Grote augurkenpot) Haal de pit uit de Avocado en spoel hem schoon. Houd de pit met de punt naar boven vast en steek er aan vier kanten een cocktailprikker in. Leg de pit met de cocktailprikkers op het randje van het glas. Zorg ervoor dat de onderkant van de pit het water raakt. Zet het geheel op een warme, zonnige plek. Na een tijdje groeien er wortels onder aan de pit en komt er een groen puntje uit de bovenkant. Nu kunt u de pit in een pot planten. Dit doet u als volgt: Leg een laagje grind onder in de bloempot. Vul de pot voor de rest met potgrond. Doe de pit zo diep in de aarde dat het groene puntje nog goed boven de grond uit komt. Let erop dat de wortels niet beschadigen! Eventueel kunt u een grote lege augurkenpot over het plantje heen zetten. Als u de plant water geeft, giet het water dan altijd op de aarde en niet in het schoteltje. De plant kan het water niet vanuit het schoteltje opzuigen. T-SHIRT VERVEN Sommige tropische gewassen kunnen gebruikt worden voor het verven van bijvoorbeeld textiel. Vooral Zuid-Amerikaanse en Aziatische volkeren maken hiervan gebruik. Met behulp van diverse soorten planten geven ze wol en katoen bonte kleuren. De benodigde tropische vruchten, zoals die van de passieflora of de avocado, zijn in ons land niet eenvoudig verkrijgbaar of in de benodigde hoeveelheden zeer duur. Daarom is bij deze lessuggestie gekozen voor Hollandse groenten en vruchten. Benodigdheden: Voor het maken van de verf: Groenten e.d. die veel kleurstoffen bevatten Groentenmessen, snijplanken Grote pannen met water Zout Zeef 13 Voor het beschilderen van de shirts: De zelfgemaakte verf. Witte T-shirts o.i.d. Elastiekjes om te batikken. Plastic boterhamzakjes. Waslijn om de T-shirts aan uit te hangen. Kranten. Het maken van de verf De verf kunt u samen met de kinderen maken, maar het is praktischer om dat zelf thuis te doen. Om de verf te maken, neemt u een grote hoeveelheid groente. De soort bepaalt welke kleur: Rode kool: Rode bietjes: Uien: Goudsbloemen: Spinazie: Bramen: Blauwpaars. Rood Geel/bruin Oranje Groen Donkerpaars Hoe meer u gebruikt, des te mooier wordt de kleur. Snij de groente heel fijn en doe het in een pan water. Doe er een paar eetlepels zout bij (om de kleur vast te houden).Breng de groente aan de kook. Laat ongeveer 10 tot 15 minuten koken. Dan trekt de kleurstof er goed uit. Haal dan de pan van het vuur en zeef alle groenteresten uit het water. Als dat gebeurd is. is de verf klaar. N.B. Wilt u de groente nog opeten - de rode kool en de bietjes bijvoorbeeld voeg dan de zout pas toe na het zeven! Het verven van de shirts Er zijn verschillende manieren om de shirts te verven: Met een kwast: Denk er hierbij om, dat je niet een concrete tekening op het shirt kan maken. De verf is namelijk heel dun en loopt uit. U kunt op deze manier wel verschillende kleurvlakken maken. Hang het shirt na het verven te drogen. Egaal: Doop hierbij het shirt in z´n geheel in de verf en knijp hem daarna uit. Knijp niet te hard. want dan knijp je de kleurstof er ook uit. Hang het shirt na het verven te drogen. Leg er wel kranten onder, want het gaat druppen! Batikken: Door bepaalde delen van het shirt met elastiek af te binden, ontstaan verschillende patronen. Raadpleeg handwerkliteratuur om te zien welke patronen op welke manier ontstaan. Na het afbinden kunt u het T-shirt in z´n geheel in de verf dompelen, maar u kunt ook een dikke kwast gebruiken om verschillende kleurvlakken te maken. Gebruik dan wel veel verf. Stop het T-shirt na het verven in een boterhamzakje en bind het goed dicht. Laat het zo een dag liggen. Neem dan het T-shirt weer uit het zakje en spoel hem goed uit. Hang hem daarna te drogen. 14 SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’ INHOUD LESKIST Gedroogde cactusschijf Sisaltouw Potje crème Gedroogde vijgen Flacon citroenafwas Plastic banaan Flacon shampoo Pak koffie (gemalen) Pak koffiebonen Thee (groene en sinaasappel) 15 Rijstverpakking Pinda’s T-shirt Aardappelmeel verpakking Potje kaneelpoeder Zakje kaneelstokjes Potje peper Potje witte en zwarte peperkorrels Doosje rietsuiker Van de meeste plantproducten een monster.