Liturgie voor de viering van het Heilig Avondmaal op zondag 8 september 2013 Thema: Tot eer van zijn Naam! Eudokiakerk, 16.30 uur Ds. G. Zomer Welkom - Stilte Votum - Zegengroet - Amen Zingen: Liedboek 434 : 1, 5 1 Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here. 5 Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen. Gebed Viering Heilig Avondmaal: Lezing Formulier 4 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Instelling In het heilig evangelie wordt de instelling van het avondmaal zo beschreven: Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ Gedachtenis Onze Heer Jezus offerde aan het kruis zijn lichaam en bloed voor. Zo groot is zijn liefde voor ons. Dat maakt ons blij en dankbaar, want door zijn dood ontvangen wij het leven. Als broers en zusters van één huisgezin vieren we ons geluk met dit geestelijke feestmaal. Aan tafel voedt Christus ons en maakt Hij onze verlossing zichtbaar. Hij versterkt ons geloof door de heilige Geest. Daarom zullen wij met blijdschap en dankbaarheid de Heer dienen in ons leven van elke dag. Uitnodiging en terugwijzing Het avondmaal is vol van vergeving en vreugde, maar we mogen het niet achteloos of zonder geloof gebruiken. De Heer vraagt van ons een oprecht besef van schuld. Ga daarom bij uzelf na hoe u het avondmaal viert. Kom aan tafel met een oprecht hart. Ontvang het brood en de wijn en verheug u over uw redding door Christus. Gebed Heer, onze God en Vader, van harte danken we u voor het geschenk van het heilig avondmaal en voor de grote liefde die u ons in Christus hebt bewezen. We bidden u om een oprecht geloof bij het eten van uw brood en het drinken van uw wijn. Geef ons daartoe uw heilige Geest. We prijzen u dat we aan deze tafel de verlossing van ons leven mogen vieren. Dank u voor de eenheid die we met elkaar mogen ervaren in de gemeente. Geef dat we elkaar van harte liefhebben. Dat vragen we u in de naam van Jezus Christus, onze Heer. Amen. Geloofsbelijdenis melodie Liedboek 114 ’k Geloof in God de Vader, die almachtig hemel en aarde schiep; in Jezus Christus, Zoon uit God geboren, die Hem tot aanzijn riep, mijn Heer, die van de heilge Geest ontvangen, geboren uit een maagd, geleden heeft ten tijde van Pilatus, onschuldig aangeklaagd. Gekruisigd en gestorven en begraven, gedaald in helse dood, de derde dag verrezen, opgevaren, zit Hij voortaan naast God, vanwaar Hij op een dag terug zal komen als rechter van ’t heelal en alle levenden en alle doden ten oordeel dagen zal. De heilge Geest, Hij wordt door mij beleden. ’k Geloof dat God ons geeft een kerk die heilig is en in de wereld als zijn gemeenschap leeft. ’k Geloof dat God mijn zonden wil vergeven, mijn lichaam eens bevrijdt van dood en ondergang, en ik zal leven in alle eeuwigheid. (berijming: Casper Koolsbergen) Opwekking Dit brood en deze wijn verwijzen naar het lichaam en bloed van onze Heer Jezus Christus. Laten we daarom onze harten richten op hem, die koning is in de hemel en gastheer aan deze tafel. Viering Het brood dat we breken, maakt ons één met het lichaam van Christus. De beker met wijn, waarvoor wij God loven en danken, maakt ons één met het bloed van Christus. Neem dit brood en deze beker, eet en drink, gedenk en geloof dat onze Heer Jezus Christus zijn lichaam en bloed gegeven heeft om al onze zonden volkomen te verzoenen. Dankzegging Heer, onze God, we danken u hartelijk dat we aan dit avondmaal de dood van Jezus Christus mochten gedenken en belijden. We danken u dat hij stierf, opdat wij zouden leven. Nu u ons geloof hebt willen versterken door deze viering, vragen we u door Jezus Christus, onze Heer: geef dat we u in heel ons leven oprecht en met vreugde dienen. Amen. Liedboek 356 : 3 3 Verzadigd met een brood zijn wij, een lichaam en Gij zijt het hoofd. Een lied van lof en eer maakt Gij het leven dat in U gelooft. O liefde die ontbloeit uit pijn wij zijn van U in brood en wijn. Lezen: Ezechiel 36 : 16 - 32 16 De HEER richtte zich tot mij: 17 ‘Mensenkind, toen de Israëlieten nog in hun land woonden, hebben ze dat door hun daden onrein gemaakt; ik zag hoe hun daden even onrein waren als een vrouw die ongesteld is. 18 Dus stortte ik mijn toorn over hen uit, vanwege al het bloed dat ze op het land hadden uitgestort, en vanwege de afgoden waarmee ze het hadden verontreinigd. 19 Ik verdreef hen naar vreemde volken en ze raakten verstrooid in verre landen; ik strafte hen zoals ze verdienden. 20 Bij de volken waar ze kwamen werd mijn heilige naam ontwijd doordat men van hen zei: “Dit is nu het volk van de HEER, uit zijn land is het verbannen.” 21 Het deed mij verdriet dat mijn heilige naam zo door het volk van Israël ontwijd werd, bij alle volken waar het kwam. 22 Zeg daarom tegen het volk van Israël: “Dit zegt God, de HEER: Ik zal ingrijpen, volk van Israël – niet omwille van jou, maar omwille van mijn heilige naam, die je hebt ontwijd bij de volken waar je gekomen bent! 23 Ik zal mijn grote naam, die door jullie bij die volken is ontwijd, weer aanzien verschaffen. Die volken zullen beseffen dat ik de HEER ben – spreekt God, de HEER. Ik zal ze laten zien dat ik heilig ben; 24 ik leid jullie weg bij die volken, ik breng jullie bijeen uit die landen en laat je naar je eigen land terugkeren. 25 Ik zal zuiver water over jullie uitgieten om jullie te reinigen van alles wat onrein is, van al jullie afgoden. 26 Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. 27 Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn wetten leven en mijn regels in acht nemen. 28 Jullie zullen in het land wonen dat ik aan je voorouders gegeven heb, jullie zullen mijn volk zijn en ik zal jullie God zijn. 29 Ik zal jullie redden van alles wat je onrein maakt, ik zal het koren bevelen overvloedig te groeien en nooit meer een hongersnood op jullie afsturen. 30 De bomen zullen overvloedig vrucht dragen en de akkers zullen een rijke opbrengst geven; jullie zullen niet meer door andere volken worden bespot omdat jullie honger lijden. 31 Jullie zullen je al je dwaalwegen en wandaden herinneren, en jullie zullen van jezelf walgen vanwege jullie gruwelijke zonden. 32 Ik doe dit alles niet omwille van jullie – spreekt God, de HEER; laat dat tot je doordringen! Schaam je over je schandelijk gedrag, volk van Israël. Zingen: Psalm 135 : 1, 3, 8 1 Looft de HERE, prijst zijn naam, knechten van de hoge God, u die tot zijn dienst bekwaam, alles doet naar zijn gebod en uw ambt bekleedt met eer in het huis van onze HEER. 3 Ja, ik weet: groot is de HEER, die geen God naast Zich verdraagt. Hem alleen komt toe de eer. En Hij doet wat Hem behaagt. Aard' en hemel zijn van Hem, zee en land bedwingt zijn stem. 8 HEER, uw naam die heerlijk is zal in eeuwigheid bestaan. Nooit zal uw gedachtenis bij het nageslacht vergaan. Want Hij doet zijn volk naar recht, schenkt ontferming aan zijn knecht. Verkondiging over Ezechiel 36 : 21 – 23, 32 Liedboek 444 1 Grote God, wij loven U, Heer, o sterkste aller sterken! Heel de wereld buigt voor U en bewondert Uwe werken. Die Gij waart te allen tijd, blijft Gij ook in eeuwigheid. 2 Alles wat U prijzen kan, U, de Eeuw'ge, Ongeziene, looft uw liefd' en zingt ervan. Alle eng'len, die U dienen, roepen U nooit lovensmoe: Heilig, heilig, heilig toe! 3 Heer, ontferm U over ons, open uwe Vaderarmen, stort uw zegen over ons, neem ons op in uw erbarmen. Eeuwig blijft uw trouw bestaan laat ons niet verloren gaan. Dankgebed en voorbeden Collecte Zingen: GK 141 1 Dankt, dankt nu allen God met hart en mond en handen, die grote dingen doet hier en in alle landen, die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood. 2 Die eeuwig rijke God moog' ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd, is hier en overal een helper die bevrijdt. 3 Lof, eer en prijs zij God, die troont in 't licht daarboven. Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven. Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk, het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk. Zegen Amen