H10.1 Elektrische velden Wet van Coulomb Elektrische kracht F = f * q1r*2q2 of q * E F = Elektrische kracht in N EL 9 2 ­2 f = 8,9876*10 Nm C q = lading in coulomb r = radius in meter E = elektrisch veld in V/m F = q*E F = Elektrische kracht EL q = Lading deeltje in C E = Elektrische veldsterkte in N/C H10.2 Elektrische (kinetische) energie Elektrische energie E = q*U E = Energie in J q = Lading in C U = Spanning in V H10.3 Elektromagnetisme bepalen veld bij een draad (1e regel met rechterhand) Bepalen veld bij een spoel (2e regel met rechterhand) H10.4 Lorentzkracht FBI (3e regel met linker hand) F = Lorentzkracht B = Richting magnetisch veld (noord naar zuid) I = De stroomrichting (van negatieve naar positief) De lorentzkracht op draad F = B * I * L F = Lorentzkracht B = Magnetisch veld I = Stroomsterkte in A L = Lengte van de draad in m. Kracht op een deeltje F = B*q*v F = Lorentzkracht B = Magnetisch veld q = De lading in C v = Snelheid in m/s H10.5 Elektromotor Stator : De magneten. Rotor : Het deel dat rond draait. Collector : Regelt de stroom wisseling. H10.6 Elektromagnetische inductie Flux F L = B * cos(a) * A FL = Flux in Wb B = Magnetische inductie in T a = Hoek van veld 2 A = oppervlakte in M Spanning Spanning U ≃N U= spanning in V N = Aantal rotaties spoel U ≃dFL dt dFL = Delta flux in Wb dt = Delta tijd in seconden