Termen muziek per periode (Deze lijst is niet geheel volledig! Als je alle termen wilt, download dan de volledige termenlijst.) Middeleeuwen - isoritmiek - modaliteit (kerktoonsoorten) - syllabisch - melismatisch - neumatisch - cantus firmus - vrij ritme monofoon gelijke- of tegenbeweging (= parallelle beweging) motet directe zang responsoriale zang - antifonale zang ordinarium missae propium missae jongleurs trouvères minnesänger ballata Renaissance - pavane - gaillarde - instrumentale kwartetten - de stemsoorten - cantus firmus - stempaartechniek (stemparen / paarsgewijze stemvoering) - meerstemmige schrijfwijzen (homofonie, polyfonie, canon, imitatie, stemparen) - cadens / slotcadens Barok - arpeggio - imitatie - canon - fuga - fuga-expositie - thema - contrasubject - orgelpunt - stretto - tonica + dominant - modulatie - chromatiek - suite (+ onderdelen) - homofonie - polyfonie - sonate - triosonate - Classicisme - menuet - gebroken drieklank - Albertijnse bas - sinfonia - sonate - sonatine - menuet als derde deel. Romantiek - mazurka - Polonaise - Wals - (Gevarieerd) Coupletlied - Doorgecomponeerd Lied inégalité versieringen ouverture basso continuo becijferde bas monodie aria duet opera oratorium cantate passie recitatief accompagnato (arioso) recitatief secco gemengd koor obligaat complementair ritme - de stemsoorten ostinate bas chaconne passacaglia ground dubbelkoor concerto grosso concertino tutti soloconcert sequens cadens terrassendynamiek overgangsdynamiek driedelige liedvorm - Orkestlied Programmamuziek Symfonisch gedicht polyritmiek Termen 20e eeuw -