Tussen welke twee landen is de Eerste Wereldoorlog begonnen? 1. Engeland en Frankrijk 2. Duitsland en Frankrijk 3. Duitsland en Engeland Wat is een loopgraaf? 1. Een bunker. 2. Een ondergrondse gang. 3. Een open gang. Hoe lang duurt de loopgravenoorlog in België en Frankrijk? 1. Een paar weken. 2. Een paar maanden. 3. Een paar jaar. Waar wordt de vrede gesloten? 1. In Brussel. 2. In Parijs. 3. In Berlijn. Waarom gaat Amerika meedoen? 1. Amerika en Engeland zijn bevriend. 2. De Amerikaanse president vindt dat ze Europa moeten helpen. 3. Duitsland valt Amerikaanse schepen aan. Hoeveel doden vallen er in de Eerste Wereldoorlog? 1. tienduizend. 2. een miljoen. 3. tien miljoen. Nederland blijft neutraal. Wat betekent dat? 1. Nederland kiest geen partij. 2. Nederland probeert de ruzie op te lossen. 3. Nederland laat geen vluchtelingen binnen. Waar komen de meeste vluchtelingen vandaan? 1. Duitsland 2. Engeland 3. België Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen. Hoe komt het dat er in de Eerste Wereldoorlog veel meer doden vallen? 1. Door de nieuwe wapens. 2. Omdat de oorlog heel lang duurde. 3. De soldaten hadden niet goed geoefend. De Eerste Wereldoorlog duurde 1. van 1900 tot 1914 2. van 1914 tot 1918 3. van 1918 tot 1945 Wat doet Engeland? 1. Engeland kiest partij voor Duitsland. 2. Engeland kiest partij voor Frankrijk. 3. Engeland blijft neutraal. Wie krijgt de schuld van de Eerste Wereldoorlog? 1. Frankrijk. 2. Adolf Hitler. 3. Duitsland. Welke straf krijgt Duitsland? 1. Ze moeten land afstaan en de keizer moet weg. 2. Ze moeten alle schade repareren. 3. Ze moeten land afstaan en heel veel schadevergoeding betalen. Hoe lang zaten soldaten elke dag in de loopgraven? 1. Een paar uur. 2. De halve dag. 3. De hele dag. Waarom stonk het zo in de loopgraven? 1. De soldaten konden zich niet wassen. 2. De lijken werden niet opgeruimd en begonnen te verrotten. 3. Het voedsel bedierf. Hoeveel gewonden vallen er in de Eerste Wereldoorlog? 1. één miljoen. 2. tien miljoen. 3. twintig miljoen. Wat vonden de Duitsers van de Vrede van Versailles? 1. Ze vonden het niet eerlijk dat zij de schuld kregen. 2. Ze waren wel blij dat ze niet naar de gevangenis hoefden. 3. Ze waren blij dat de oorlog voorbij was. les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog Wat betekent: iets op afbetaling kopen? 1. Je betaalt met je pinpas. 2. Je krijgt nu het product, en betaalt elke maand een beetje geld. 3. Je betaalt elke maand een beetje geld, en krijgt het product als je alles betaald hebt, Waarom kopen mensen op afbetaling? 1. Dan is het goedkoper. 2. Dan kunnen ze ook dure dingen kopen. 3. Omdat iedereen dat doet. Waarom verkopen winkels op afbetaling? 1. Ze krijgen rente, dus meer geld. 2. Om hun klanten een plezier te doen. 3. Anders verkopen ze niets. Hoe kan een crisis beginnen? 1. Fabrieken kunnen hun voorraad niet verkopen. 2. Arbeiders worden ontslagen. 3. Fabrieken gaan failliet. Waar is de crisis begonnen? 1. In Nederland. 2. In Amerika. 3. In Duitsland. Wat betekent: werkverschaffing? 1. Werklozen moeten werk doen voor de regering, anders krijgen ze geen uitkering. 2. Fabrieken moeten meer mensen aannemen. 3. Werklozen mogen vrijwilligerswerk doen. Wat betekent: zwart werken? 1. Werk waar je heel vies van wordt. 2. Nachtwerk. 3. Stiekem werken terwijl je ook een uitkering hebt. Waarom moesten werklozen elke dag stempelen? 1. Om te tellen hoeveel werklozen er waren. 2. Zodat ze geen tijd hadden om stiekem te werken. 3. Anders kregen ze geen uitkering. Wat betekent: NSB? 1. Nationaal Socialistische Beweging. 2. Nederlandse Socialistische Bond. 3. Nederlandse Speciale Beweging. Wat wil de NSB? 1. De koningin weer alleen de baas, geen parlement. 2. Een democratisch land. 3. Geen parlement, maar een leider als Hitler. Wie zijn volgens Hitler overal schuldig aan? 1. Frankrijk en Engeland. 2. De communisten. 3. De Joden. Waarom hebben de Duitsers meer last van de crisis dan wij? 1. Ze moeten ook nog schadevergoedingen betalen voor de Eerste Wereldoorlog. 2. Hitler geeft heel veel geld uit. 3. Duitsland is altijd al arm geweest. Waarom vinden veel mensen Hitler erg goed? 1. Hij belooft alle Joden weg te jagen. 2. Hij belooft de mensen werk en geld. 3. Hij belooft een nieuwe wereldoorlog. Wat hoort niet bij het nationaal socialisme? 1. Iedereen is gelijkwaardig. 2. Ons eigen volk is het beste. 3. Buitenlanders brengen ons problemen. Wie was Mussert? 1. De assistent van Adolf Hitler. 2. De leider van de Nazi’s 3. De leider van de NSB. Hoe komt Hitler aan de macht? 1. Hij vermoordt de keizer. 2. De soldaten komen in opstand tegen de regering en kiezen Hitler als leider. 3. Hij wordt gekozen bij de verkiezingen. Welke Nederlandse Partij is het eens met Hitler? 1. PVDA 2. NSB 3. VVD Wat zijn pacifisten? 1. Mensen die Adolf Hitler bewonderen? 2. Mensen die geweren kapot maken. 3. Mensen die nooit meer oorlog willen. les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog Ik welk jaar komt Hitler aan de macht? 1. 1918 2. 1933 3. 1940 Wat gebeurt er niet in de Kristallnacht? 1. Joodse winkels en synagogen worden vernield. 2. Joden worden aangevallen. 3. Alle Joden worden vermoord. Wat is het eerste land dat door Duitse soldaten wordt aangevallen? 1. Polen. 2. Nederland. 3. Oostenrijk. Wie was koningin in Nederland toen de Duitse soldaten aanvielen? 1. Koningin Beatrix. 2. Koningin Juliana 3. Koningin Wilhelmina. Wanneer vielen de Duitse soldaten Nederland binnen? 1. 15 mei 1940 2. 5 mei 1945 3. 10 mei 1940 Hoe lang duren de gevechten in Nederland? 1. Vijf dagen. 2. Vijf maanden. 3. Vijf jaar. Hitler was een dictator. Wat betekent dat? 1. Hij was alleen de baas. 2. Hij wist het beste wat er moest gebeuren. 3. iedereen was bang voor hem. Welke landen stonden aan de kant van Duitsland? 1. Italië en Zwitserland. 2. Japan en Zwitserland. 3. Japan en Italië. Hoe kwamen de Duitse soldaten in Rotterdam? 1. Met tanks. 2. Met treinen. 3. Met vliegtuigen en parachutes. Waarom liet Hitler Rotterdam bombarderen? 1. Hij dacht dat de koningin daar was. 2. Rotterdam was de belangrijkste stad van Nederland. 3. Om Nederland te dwingen zich over te geven. Wanneer gaf Nederland zich over? 1. 10 mei 1940. 2. 15 mei 1940. 3. 5 mei 1945. Wat deed Radio Oranje? 1. Die verzond vanuit Londen berichten van de Nederlandse regering. 2. Die liet de hele dag Nederlandse liedjes horen. 3. Die was verboden. Wat was één van de eerste maatregelen tegen de Joden? 1. Ze moesten een ster dragen. 2. Ze moesten naar kampen. 3. Ze kregen geen eten meer. Waar vluchtte de koningin naar toe? 1. Naar Amerika. 2. Naar Londen. 3. Naar Suriname, dat hoorde bij Nederland. Waarom gaf Nederland zich over? 1. De soldaten konden niet meer vechten. 2. De meeste soldaten waren dood. 3. Hitler dreigde nog meer steden te bombarderen. Wat is: propaganda? 1. Allemaal leugens. 2. Goede ideeën. 3. Reclame voor ideeën. Wat is: censuur? 1. De regering bepaalt wat de kranten wel en niet mogen schrijven. 2. De redacteur van de krant bepaalt wat er in komt. 3. Je moet niet alles geloven wat er in de krant staat. Waarom maken mensen propaganda? 1. Ze hopen dat anderen hun ideeën overnemen. 2. Om te laten zien dat ze gelijk hebben. 3. Om meer geld te verdienen. les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog Wat bedoelt Hitler met “übermensch”? 1. Er zijn te veel mensen. 2. Mensen die beter zijn dan andere mensen. 3. Alle mensen zijn gelijk. Wat zijn volgens Hitler “übermenschen”? 1. Duitsers. 2. Ariërs. 3. Europeanen. Wat is een zondebok? 1. Iemand die schuldig is. 2. Iemand die de schuld krijgt. 3. Iemand die nooit de schuld krijgt. Waar wil Hitler de mensen niet van overtuigen? 1. Blanke, blonde mensen zijn beter dan anderen. 2. Er is genoeg werk voor iedereen. 3. Hij weet wat het beste is voor Duitsland. De propaganda van Hitler over de Joden is 1. allemaal gelogen. 2. allemaal waar. 3. een beetje gelogen. Heel veel mensen geloofden Hitler. Hoe kwam dat niet? 1. Hitler was een goede spreker. 2. Er was niemand die hem tegensprak. 3. Ze waren dom. Welke mensen worden door Hitler als zondebok gebruikt? 1. Joden. 2. “übermenschen” 3. Negers. Welk recht uit de grondwet wordt door de censuur te niet gedaan? 1. Vrijheid van onderwijs. 2. Vrijheid van meningsuiting. 3. Vrijheid van godsdienst. les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog les 3: oorlog