Beleidsplan 2005-2009 Zorgen voor de toekomst 2 Inhoud VOORWOORD ....................................................................................................................................................... 4 INLEIDING .............................................................................................................................................................. 6 1. DE PLAATS VAN CNV VERZORGING EN VERPLEGING BINNEN CNV PUBLIEKE ZAAK .................... 7 2. CONTEXT .......................................................................................................................................................... 8 2.1 2.2 2.3 2.4 POLITIEKE ONTWIKKELINGEN ......................................................................................................................... 8 WET EN REGELGEVING ................................................................................................................................ 9 FINANCIERING VAN DE ZORG ....................................................................................................................... 9 GLOBALISERING EN DE EUROPESE GRONDWET.......................................................................................... 10 3. ETHISCHE ONTWIKKELINGEN EN KWALITEIT VAN ZORG .................................................................... 13 3.1 3.2 3.3 3.4 KWALITEIT VAN ZORG ................................................................................................................................. 13 BEJEGENING VERSUS VERZAKELIJKING........................................................................................................ 17 ETHISCHE (ZORG)VRAAGSTUKKEN ............................................................................................................ 19 PARTICULIERE VERSUS REGULIERE ORGANISATIES.................................................................................... 20 4. DOMEINAFBAKENING ................................................................................................................................... 22 4.1 TAAKHERSCHIKKING ..................................................................................................................................... 22 5. PROFESSIONALISERING .............................................................................................................................. 24 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 EVIDENCE BASED PRACTICE (EBP) ........................................................................................................ 24 WET BIG ................................................................................................................................................... 26 KETENZORG ................................................................................................................................................ 27 ORGANISATIEGRAAD VERPLEGING EN VERZORGING ................................................................................... 28 WEERBAARHEID EN WENDBAARHEID ........................................................................................................... 28 6. OPLEIDINGEN IN DE ZORG ......................................................................................................................... 30 6.1 MODERNISERING VAN HET OPLEIDINGSSTELSEL .......................................................................................... 30 6.2 OPLEIDINGSCONTINUÜM............................................................................................................................... 31 6.3 PROFESSIONELE ONTWIKKELING EN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING .......................................................... 32 LITERATUUR ....................................................................................................................................................... 34 GEBRUIKTE AFKORTINGEN ............................................................................................................................. 35 ADRESSEN CNV PUBLIEKE ZAAK .................................................................................................................. 37 COLOFON ............................................................................................................................................................ 39 3 Voorwoord In de Algemene Leden Vergadering (ALV) van oktober 2003 hebben de leden van CNV Verzorging en Verpleging aangegeven met welke onderwerpen zij zich de komende jaren bezig willen houden. Het Landelijk Groepsbestuur (LGB) van CNV Verzorging en Verpleging heeft deze onderwerpen vervolgens gerubriceerd en toebedeeld aan de verschillende commissies, waar ze op hoofdlijnen zijn besproken. In deze beleidsnota zijn de ingebrachte ideeën van de beroepsbeoefenaars uitgewerkt tot een leidend document. De beschreven thema’s zullen worden opgenomen in de jaarplannen van de commissies. In de eerstvolgende ALV kunnen de leden het LGB bevragen op de stand van zaken en aanspreken op de uitvoering van dit beleidsplan. Het afgelopen jaar is het LGB verder gegaan met het ontwikkelen en formuleren van een visie en missie voor de beroepsgroep CNV Verzorging en Verpleging. Onze visie en missie zijn voor het eerst opgenomen in deze beleidsnota. Het LGB wil zich bij wat het doet of laat, laten leiden door de visie en missie en daarmee herkenbaar zijn voor iedereen die op enigerlei wijze is betrokken bij de beroepsgroep verzorging en verpleging. Het LGB CNV Verzorging en Verpleging was geneigd alleen te kijken naar de ‘beroepsinhoud’ en dit in de besprekingen leidend te laten zijn. Zodra er sprake was van ‘arbeidsvoorwaarden’, werd dit niet verder besproken of meteen doorgeschoven naar de andere landelijke groepsbesturen of de regiogroepen. Tijdens de uitwerking van de visie en missie is, gebleken dat dit verschil kunstmatig is. Men kan zich namelijk niet goed richten op de beroepsinhoud wanneer de voorwaarden, waaronder de zorgverleners het werk moeten doen, niet goed zijn geregeld. Het is belangrijk om nauw contact te hebben met de andere landelijke groepen, onder andere omdat zij de wensen en ideeën van het LGB CNV Verzorging en Verpleging mee kunnen nemen naar het overleg met de CAO-partners. De vele plannen van de overheid duiden er op dat er de komende jaren heel wat gaat veranderen op het terrein van de gezondheidszorg. Met name in de financiering van de zorg en het verlenen van subsidies aan organisaties die opkomen voor de belangen van de zorgverleners. Deze plannen zullen ook gevolgen hebben voor de wijze waarop ieder zijn vak kan of wil uitoefenen. Het LGB wil pro-actief inspelen op deze ontwikkelingen in de zorg en wil intern en extern steeds opnieuw de discussie aangaan met de verantwoordelijken. Die discussies moeten ertoe bijdragen dat zorgverleners zich bewust zijn van de consequenties van ontwikkelingen voor hun beroep en dat zij daar ook wat aan willen doen. Beschouw dit beleidsplan als een steen die in het water wordt gegooid, het veroorzaakt slechts een kleine rimpeling op het water, maar je weet nooit wat het mijlen verderop voor grote deining kan veroorzaken…. Lucie Venhuizen Voorzitter LGB CNV Verzorging en Verpleging 4 5 Inleiding CNV Publieke Zaak, en daarmee het landelijk groepsbestuur CNV Verzorging en Verpleging, is een christelijke vakbond. Bij haar doelstellingen gaat zij uit van het christelijk-sociale gedachtengoed. Vanuit deze normen en waarden komt CNV Verzorging en Verpleging tot de uitgangspunten van haar beleid. Het beleidsplan is afgestemd op het beleid van CNV Publieke Zaak, de politiek en ontwikkelingen binnen de beroepsorganisaties. Voor CNV Verzorging en Verpleging is werken in de zorg meer dan alleen brood op de plank. Het betekent een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan onze samenleving en de solidariteit1 binnen de samenleving bevorderen. De visie van CNV Verzorging en Verpleging is “een zorgverlening waarin de optimale beroepsinhoud van verzorgenden en verpleegkundigen centraal staat.” De missie is “het vroegtijdig/pro-actief signaleren van ontwikkelingen die van invloed zijn op de visie, consequenties overzien, strategieën ontwikkelen en omzetten in beleid.” Binnen de huidige gezondheidszorg gebeurt op dit moment veel. Door het beleid van het kabinet en demografische ontwikkelingen, dreigt de solidariteit van de gezondheidszorg in de verdrukking te komen. CNV Verzorging en Verpleging wil de solidariteit en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg alsmede de inhoud van het werk van verpleegkundigen en verzorgenden waarborgen. 1 Bij solidariteit gaat het erom mensen ongeacht status of inkomen op gelijke wijze te benaderen en elkaar te steunen. 6 1. De plaats van CNV Verzorging en Verpleging binnen CNV Publieke Zaak CNV Verzorging en Verpleging is een landelijke groep die zich bezighoudt met de beroepsinhoud. Dit in tegenstelling tot arbeidsvoorwaardelijke groepen van CNV Publieke Zaak, die zich vooral richten op arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden. Het accent van CNV Verzorging en Verpleging ligt op de beroepsinhoudelijke belangenbehartiging van verpleegkundigen en verzorgenden2. Het gaat daarbij om zaken die een directe weerslag hebben op de inhoud van het werk, zoals ethische vraagstukken, kwaliteitsvraagstukken en wetgeving waaraan verpleegkundigen en verzorgenden bij de uitvoering van hun werk gehouden zijn. Binnen het werkveld van verpleegkundigen en verzorgenden zijn ook aanpalende beroepsgroepen werkzaam, zoals agogisch opgeleide werknemers. Bij onderwerpen die tevens deze beroepsgroepen aangaan, worden zij bij de uitvoering van het beleid betrokken. CNV Verzorging en Verpleging bestaat uit een landelijk groepsbestuur (LGB) en een viertal commissies. Dit zijn de Commissie Kwaliteit Beroepsuitoefening Verpleging en Verzorging (KB V&V), Onderwijs, Ethiek en Verzorgenden3. Daarnaast vindt samenwerking plaats met de landelijke groepen Gehandicaptenzorg, Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en Verpleegen Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) over de beroepsinhoudelijke belangenbehartiging van kraamverzorgenden. In deze commissies zijn zorghulpen, helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen actief, maar ook docenten, praktijkopleiders, leerlingen en leidinggevenden. Het LGB houdt zich bezig met de ontwikkeling van het beleid en het uitdragen van de standpunten van CNV Verzorging en Verpleging. De commissies werken het beleid praktisch uit en adviseren het LGB. Ook organiseren zij studie- en themadagen over beroepsinhoudelijke onderwerpen. In haar beleidsvoering en in de uitvoering van activiteiten is CNV Verzorging en Verpleging zelfstandig. Daarbij wordt rekening gehouden met het algemene beleid van CNV Publieke Zaak. Het beleid en de activiteiten die daaruit voortvloeien worden bepaald door de (kader)leden van CNV Verzorging en Verpleging. Voor een evenwichtig beleid wordt gestreefd naar een nauwe samenwerking met de verschillende LGB-en en regiogroepen van CNV Publieke Zaak binnen de gezondheidszorg. 2 Onder verzorgenden wordt tevens verzorgende IG, kraamverzorgende, helpende en zorghulp verstaan 3 De commissies verstandelijk gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg zijn een alliantie aangegaan met desbetreffende arbeidsvoorwaardelijke groepen. 7 2. Context Als ik me niet met de politiek bemoei, bemoeit de politiek zich wel met mij. CNV Verzorging en Verpleging beweegt zich in het krachtenveld van de gezondheidszorg, de politiek en wet- en regelgeving. Hoe verpleegkundigen en verzorgenden hun beroep uit kunnen oefenen, is mede hierdoor bepaald. Daarnaast is het beleid op instellingsniveau van invloed op de inhoud van het werk. Het algemene beleid van CNV Verzorging en Verpleging is geplaatst in de context van politieke ontwikkelingen, ontwikkelingen in wet- en regelgeving en financiële kaders. Waar dit in de praktijk nodig blijkt, stuurt CNV Verzorging en Verpleging haar algemene beleid bij naar ontwikkelingen die op landelijk, regionaal of instellingsniveau plaatsvinden. 2.1 Politieke Ontwikkelingen Regeringsbeleid De regering Balkenende II wil in de regeerperiode tot en met 2007 miljarden bezuinigen. Een groot deel van deze bezuinigingen heeft effect op de gezondheidszorg. In relatie tot de groeiende vraag naar gezondheidszorg, toenemende vergrijzing en toenemende personeelsproblematiek, betekent dit een drastische herziening van het gezondheidszorg- en welzijnsstelsel. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zet in op het verder terugdringen van de WAO-instroom en het ziekteverzuim, het tegengaan van verloop van personeel en het vergroten van de instroom in de zorgopleidingen. Nieuw verzekeringsstelsel In 2006 wordt een nieuw verzekeringsstelsel van kracht. Het onderscheid tussen het ziekenfonds en particuliere verzekeringen vervalt. Daarvoor in de plaats komt een verplichte standaardverzekering voor de curatieve zorg. De bedoeling hiervan is dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders meer gaan concurreren. Het verzekerde pakket wordt beperkt, de eigen bijdrage wordt verhoogd en bepaalde voorzieningen uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) worden overgeheveld naar de standaardverzekering. Daarbij is een van de geschetste mogelijkheden dat de AWBZ op den duur geheel opgaat in deze verplichte standaardverzekering, die dan zowel voor curatieve zorg als voor de huidige AWBZ functies zou gaan gelden. Stimulering arbeidsproductiviteit Personele kosten vormen de grootste kostenpost in de gezondheidszorg. Door het stimuleren van innovatietrajecten die gericht zijn op arbeidsbesparende effecten kan de groei van deze kosten worden beperkt. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van informatie en communicatietechnologie (ICT), herontwerpen van zorgprocessen en taakherschikking. Ook het stimuleren van de doorvoering van Evidence Based Practice (EBP) kan een bijdrage leveren aan de effectiviteit en de efficiency in de zorg. 8 Kwaliteitsbeleid In haar beleidsnota geeft het ministerie van VWS aan de verpleegkundige en verzorgende beroepen te zien als kernberoepen in de zorg. Om de kwaliteit van deze kernberoepen te vergroten en het imago te verbeteren, zet zij in op het meer wetenschappelijk maken van de opleiding en het vergroten van de samenhang tussen opleidingen en beroepsuitoefening. Dit gebeurt onder meer door het ondersteunen van de Algemene Vereniging van Verpleging en Verzorging (AVVV). Aandacht voor normen en waarden Het kabinet Balkenende II heeft het onderwerp normen en waarden hoog in het vaandel staan. Dit komt tot uiting door aandacht voor algemene normen en waarden binnen de samenleving en aandacht voor medisch-ethische vraagstukken. Het ministerie heeft in de agenda ethiek en gezondheid 2005 in vergelijking tot andere jaren, naast aandacht voor medische ethische zaken, ook aandacht voor ethiek van de zorg. 2.2 Wet en regelgeving Binnen de gezondheidszorg is veel wet- en regelgeving van toepassing die van invloed is op de inhoud van het verplegend en/of verzorgend beroep. De werkzaamheden van verpleegkundigen en verzorgenden, en daarmee die van CNV Verzorging en Verpleging, worden beïnvloed door deze wetgeving. Een aantal van deze wetten en regels, zoals de Kwaliteitswet Zorginstellingen en de wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ), zijn op kleine aanpassingen na evaluatie al jaren stabiel. Deze wetten zal CNV Verzorging en Verpleging in hun ontwikkeling volgen. Indien zich belangrijke veranderingen voordoen, zal zij haar achterban op de hoogte stellen van de gevolgen hiervan voor de uitoefening van het beroep. In het kader van dit beleidsplan wordt echter niet inhoudelijk op deze wetten ingegaan. Andere wetten ondergaan in de komende jaren een drastische wijziging of zijn dusdanig in beweging, dat CNV Verzorging en Verpleging het wenselijk acht, daaraan in dit beleidsplan speciale aandacht te besteden. Dit betreft de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), daarmee samenhangend de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG). De veranderingen binnen deze wetten en de gevolgen daarvan voor de beroepsinhoud komen terug in de hoofdstukken ethische ontwikkelingen en kwaliteit van zorg respectievelijk professionalisering. 2.3 Financiering van de zorg Financiering is één van de meest complexe aspecten van ons gezondheidssysteem. Binnen dat systeem is onderscheid te maken tussen AWBZ gefinancierde zorg en zorg die niet onder de AWBZ valt. De AWBZ is een volksverzekering die langdurige zorg financiert, zoals verblijf in een GGZ- of gehandicaptenzorginstelling of een verpleeg- of verzorgingshuis, huishoudelijke zorg of behandeling van een langdurige ziekte of een 9 handicap. De premie voor deze verzekering wordt betaald door werkenden en uitkeringsgerechtigden. Steeds meer mensen doen aanspraak op de AWBZ. Daarom heeft het ministerie van VWS besloten een aantal vormen van zorg uit de AWBZ onder te brengen bij de reguliere ziektekostenverzekering. Dit gaat om een aantal extramurale voorzieningen en het eerste jaar opname in de psychiatrie. Daarnaast worden bepaalde zaken uit de AWBZ ondergebracht in een nieuwe welzijnswet, de WMO. Dit is verder uitgewerkt in paragraaf 3.1. Kosten die niet uit de AWBZ worden betaald, vallen onder de Wet Tarieven Gezondheidszorg. Deze tarieven zijn verdeeld in twee delen. Het A-segment bevat productsoorten (90% van de zorg) waarvoor de tarieven door het College Tarieven Gezondheidszorg (TCG) worden vastgesteld. Het B-segment (10% van de zorg), die de overige productsoorten omvat, is vanaf januari 2005 vrijgegeven. Dat wil zeggen dat instellingen zelf, op grond van Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s)4 hun prijzen kunnen bepalen. De bedoeling van deze vrije prijzen is dat zorgaanbieders met elkaar gaan concurreren. De kosten van deze zorg worden vergoed via de ziektekostenverzekeringen voor zover deze onder de verzekering vallen. Voor een aantal behandelingen, zoals bepaalde cosmetische behandelingen, geldt dat ze niet vergoed worden. Die moeten door de consument zelf betaald worden. Daarnaast heeft iedere verzekerde een eigen risico dat betaald moet worden, voordat de verzekeraar tot vergoeding van de kosten overgaat. De hoogte van dit eigen risico is omgekeerd evenredig met de verzekeringspremie die de consument betaalt. Voor het A-segment heeft de verzekeraar een contracteerplicht. Dat wil zeggen dat ze voor de productsoorten die hier onder vallen verplicht zijn de behandeling in elk ziekenhuis te vergoeden. Voor het B-segment vervalt deze contracteerplicht. 2.4 Globalisering en de Europese grondwet In 1989 werd voor het eerst door het Europees Parlement de wens van een gemeenschappelijke Europese grondwet uitgesproken. Dit omdat de verdragen op basis waarvan de Europese Unie (EU) tot dan toe gefunctioneerd had teveel vrijblijvendheid impliceerde. In april 1990 gaf de voorzitter van het Europees Parlement toestemming voor een studie hiertoe. In 1994 bestond er een ontwerp Grondwet voor de EU. Inmiddels zijn de artikelen van deze ontwerp Grondwet volledig herzien en op vele punten gewijzigd. Sinds 18 juli 2004 is de Europese Grondwet een feit. Het optreden van de Unie is een aanvulling op het nationale beleid, gericht op de verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen en het DBC is een ander woord voor producttypering voor medisch specialistische- en ziekenhuiszorg. Met een DBC wordt het zorgproces dat de patiënt, op grond van een bepaalde diagnose, binnen een ziekenhuis doorloopt, stapsgewijs weergegeven. De omvang van de zorgvraag wordt door deze nieuwe systematiek duidelijk. Aan elke DCB wordt een kostenmodel gekoppeld, zodat helder wordt hoeveel elke stap in het zorgproces kost (website ministerie van VWS) 4 10 wegnemen van gevaarsbronnen voor lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken en de preventie daarvan, evenals door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs. Hoewel binnen de Nederlandse gezondheidszorg de nodige problemen bestaan op het gebied van wachtlijsten en financiering, is het niveau van de gezondheidszorg in het Europese kader goed te noemen. Momenteel zal de invoering van de Europese grondwet dan ook geen direct gevolgen hebben voor de beroepsinhoud van verpleegkundigen en verzorgenden. Wel beschrijft de grondwet het recht om te werken in lidstaten van de Europese unie en het recht op Europese arbeidsvoorwaarden. Door de eenwording van Europa en de Europese grondwet wordt het zodoende wel makkelijker (tijdelijk) in een ander EU land te gaan werken en te ervaren hoe het beroep daar wordt vormgegeven. Internationale activiteiten van CNV Publieke Zaak CNV Publieke Zaak is lid van Eurofedop (Europese Federatie van overheidspersoneel). Deze federatie is op Europees niveau actief in de volgende sectoren en internationale instellingen: Gezondheidszorg, ministeries, lokale en regionale overheden, Post en Telecommunicatie, Financiën, Defensie, Politie, Justitie. Daarnaast participeert CNV Verzorging en Verpleging in een beroepsorganisatie op wereldniveau: Comite International Catholique des Infirmieres et Assistantes Medico- Sociales (CICIAMS). Hiermee zet zij zich in om in wereldverband de positie van verpleegkundigen en verzorgenden te verbeteren. De vakcentrale CNV, waarbij CNV Publieke Zaak is aangesloten, steunt collega-vakbonden in ontwikkelingslanden. CNV Internationaal financiert projecten van vakbonden in Azië, Afrika, Latijns-Amerika en Centraal- en Oost-Europa. De projecten zijn vooral bedoeld om de vakbonden op te bouwen of te versterken. Anders dan in Nederland is er in deze landen op het gebied van kinderarbeid, werkgelegenheid of cao-onderhandelingen weinig - of helemaal niets - geregeld. Buitenlandse collega’s Met de Europese eenwording en de uitbreiding van de EU, neemt de kans op zorgverleners met een buitenlands diploma toe. Het is echter niet zo dat deze één op één vertaald kunnen worden naar het Nederlandse diploma. Afhankelijk van het land waar het diploma behaald is, moet actie worden ondernomen om het diploma in Nederland geldig te krijgen. Informatie hierover is te krijgen bij het ministerie van VWS of bij een Regionaal Opleidingscentrum (ROC). CNV Verzorging en Verpleging ziet in de Europese eenwording en de Europese grondwet mogelijkheden voor arbeidsmobiliteit. Dit heeft een positief effect op enerzijds de carrièreperspectieven van verpleegkundigen en verzorgenden en anderzijds de samenstelling van de gezondheidszorgteams binnen onze multiculturele samenleving en de mogelijkheden van elkaar te leren. 11 CNV Verzorging en Verpleging is zich echter bewust van de gevaren die hieraan verbonden zijn. Het mag niet zo zijn dat verpleegkundigen en verzorgenden uit het buitenland hier komen werken ten koste van de banen van Nederlandse werknemers. Bovendien is in het verleden gebleken, dat werknemers uit het buitenland die naar Nederland kwamen, zich hier moeilijk konden handhaven. Taal- en cultuurbarrières zorgden ervoor dat dergelijke projecten weinig succes hebben gehad. 12 3. Ethische ontwikkelingen en kwaliteit van zorg Ethiek is doen wat je hart je ingeeft met al je kennis en kundigheid. Ethiek is een essentieel onderdeel van de zorg. Praten over ethiek stimuleert het nadenken over de vraag wat zorg tot goede zorg maakt en welke waarden en visies daaraan ten grondslag liggen. Een waarde is een principe dat we belangrijk vinden, bijvoorbeeld rechtvaardigheid, zorgvuldigheid, respect. Uit waarden komen normen voort, de gedragsregels waarmee we de waarde vorm kunnen geven. 3.1 Kwaliteit van zorg Ontwikkelingen De zorg staat onder grote druk. Enerzijds komen er, door vergrijzing en door een toename aan behandelmogelijkheden, steeds meer zorgvragers. Anderzijds wordt van overheidszijde flink de nadruk gelegd op bezuinigingen. De AWBZ is een sociale ziektekostenverzekering, gebaseerd op solidariteit tussen zieke en gezonde mensen en tussen arm en rijk. De wet legt het recht vast van een goede verzorging in geval van ziekte of gebrek, voor iedereen die op langdurige zorg is aangewezen. Om de kosten in de hand te houden, heeft het ministerie van VWS besloten de AWBZ te moderniseren en het aantal situaties waarin mensen recht hebben op een vergoeding terug te dringen. In de praktijk betekent dit dat de drempel voor zorg drastisch is verhoogd. Eigen bijdragen zijn hoger geworden en zorgvragers die thuis wonen en zorg nodig hebben, krijgen dit niet automatisch vergoed. Als zij geen hulp kunnen krijgen van mantelzorgers, kunnen ze bij de gemeente een beroep doen op de nieuwe WMO. De hieruit gefinancierde zorg valt niet langer onder een verzekering, maar wordt een voorziening waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor de indicatiestelling. Gevolg is dat mensen niet automatisch recht hebben op deze zorg. De budgetten die gemeenten krijgen om de WMO te financieren, zijn bovendien niet geoormerkt. Dat wil zeggen dat het geld in een algemene pot gaat en dat gemeenten zelf moeten bepalen hoeveel ze hiervan aan zorg willen besteden en aan welke type zorg en dienstverlening. Het risico bestaat dat gemeenten gaan proberen zo goedkoop mogelijk zorg te leveren. Bijvoorbeeld door zaken als thuiszorg in te kopen bij commerciële bedrijven waarvan het personeel geen professionele opleiding genoten heeft. Dit heeft enerzijds tot gevolg dat duizenden goed opgeleide werknemers hun baan op de tocht zien staan. Anderzijds mag het duidelijk zijn dat hier negatieve effecten op de kwaliteit van zorg zullen ontstaan. Personeelskosten zijn de grootste kostenpost binnen de gezondheidszorg. De tendens is daarop te bezuinigen, evenals op materiaal zoals schoon linnengoed. Door al deze bezuinigingen, kunnen verpleegkundigen en verzorgenden in de praktijk vaak hun werk niet meer uitvoeren zoals het behoort. Vaak is gebrek aan tijd om aan de behoeften van een 13 zorgvrager tegemoet te komen, zoals het maken van een wandeling of samen boodschappen doen. Dit heeft invloed op het ziekteverzuim en leidt in sommige gevallen tot burn-out of loopbaanveranderingen waarbij mensen de zorg in zijn geheel de rug toekeren. 14 Keuzen Het inhuren van niet professioneel personeel als gevolg van het Persoonsgebonden Budget (PGB) en in de toekomst ook mogelijk als gevolg van de invoering van de WMO heeft gevolgen voor de kwaliteit van zorg. Voor werknemers in de thuiszorg betekenen deze ontwikkelingen, dat zij vaker “thuiszorg” aan ouderen moeten verlenen binnen bijvoorbeeld het verzorgingshuis. Ook wordt steeds vaker de zorg voor ouderen in de thuissituatie overgenomen door personeel uit verzorgingshuizen. CNV Verzorging en Verpleging wil waken voor verschraling van werkzaamheden en uitholling van het beroep. Zij pleit ervoor de zwaksten in de samenleving (hulpbehoevenden) te beschermen door hen goede betaalbare zorg thuis te bieden. Uiteindelijk zal dit leiden tot extramuralisatie, wat de kosten in de zorg ten goede komt. Managers in de gezondheidszorg geven leiding aan professionals. Het is het management dat de financiële ruimte en de verdeling van (financiële) middelen bepaalt. Dit heeft personele consequenties en dure reorganisaties tot gevolg. CNV Verzorging en Verpleging is van mening dat de professional op de werkvloer het beste zicht heeft op de ontwikkelingen binnen het primaire proces en op de benodigde (materiële) ondersteuning om dit primaire proces kwalitatief zo goed mogelijk vorm te geven. Meer verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid voor de professional dragen bij aan een toename van arbeidsvreugde. Bovendien leidt dit tot een efficiëntere en effectievere besteding van middelen, waardoor zorgverschraling een halt kan worden toegeroepen. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging motiveert werknemers om met elkaar te praten over de ethische dilemma’s die ontstaan als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen. Dit maakt ze meer bewust van hun handelen en stelt ze in staat gemotiveerd keuzes te maken. - CNV Verzorging en Verpleging helpt haar leden mee te denken over het beleid binnen de instelling en de ideeën van de professional uit te dragen naar het management. - Indien CNV Verzorging en Verpleging signalen krijgt van zorgverschraling, zal zij haar leden attenderen op mogelijke gevolgen en ze verwijzen naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IZG). - CNV Verzorging en Verpleging volgt de ontwikkelingen rondom de AWBZ op de voet en oefent waar mogelijk invloed uit. Zodra zich ontwikkelingen voordoen die gevolgen hebben voor de beroepsinhoud van werknemers in de zorg, maakt zij dit aan haar achterban kenbaar middels publicaties. - De veranderingen in de AWBZ hebben zowel beroepsinhoudelijke als arbeidsvoorwaardelijke consequenties voor het personeel in de zorg. CNV Verzorging en Verpleging werkt hierin nauw samen met andere LGB-en van CNV Publieke Zaak in de zorg. Samen zorgen zij ervoor dat betrokken politici op de hoogte zijn en blijven van de gezamenlijke visies van de LGB-en van CNV Publieke Zaak op het gebied van de AWBZ en de WMO. - CNV Verzorging en Verpleging bepleit, samen met de betreffende LGB-en, een geleidelijke doorvoering van de WMO en een oormerking van het budget. Daarnaast 15 moeten afspraken worden gemaakt om de kwaliteit van zorg te waarborgen. Hierover zal CNV Verzorging en Verpleging het ministerie van VWS adviseren. 16 3.2 Bejegening versus verzakelijking Ontwikkelingen De afgelopen twintig jaar is er veel veranderd in de zorg. Door een zorgvraag die sneller toenam dan het zorgaanbod, is de bereikbaarheid van de zorg afgenomen. Dit is onder andere terug te zien in de vele wachtlijsten die de zorg kent. Bovendien zijn professionals als gevolg van bezuinigingen genoodzaakt steeds efficiënter en rationeler te werken. Door fusies en schaalvergroting wordt de zorg anoniemer, door protocollering en het werken volgens behandelcontracten vindt verzakelijking plaats. De basis van de zorgverlening wordt steeds minder sociaal en steeds meer gericht op ondernemersschap en zakelijkheid. Daarnaast verandert zowel de groep zorgvragers als de groep zorgverleners. Zorgvragers worden mondiger en komen meer voor hun rechten op. Aankomende verpleegkundigen en verzorgenden zijn opgegroeid in een andere maatschappij met andere normen en waarden dan hun voorgangers. Hoewel het werk in de zorg naar verwachting altijd mensen zal trekken die een bepaalde sociale inslag hebben, is het individuele belang van de werknemer over het algemeen gezien de laatste jaren gegroeid ten koste van het collectieve belang. Ook de veranderende opvatting over de verantwoordelijkheidsverdeling binnen de samenleving speelt hierin een rol. Steeds meer wordt de nadruk gelegd op eigen verantwoordelijkheid en recht op zelfbeschikking. Een gevolg hiervan is bijvoorbeeld dat verslaafden en geestelijk zieken onder de noemer eigen verantwoordelijkheid in de maatschappij aan hun lot worden overgelaten. Een andere ontwikkeling is de marktwerking in de zorg. Door maatregelen als de invoering van DBC’s, herziening van de zorgverzekeringen en afschaffing van de contracteerplicht voor zorgverzekeraars probeert de overheid marktwerking in de zorg te stimuleren. De minister van VWS wil met (gereguleerde) marktwerking bereiken dat zorginstellingen klanten meer service gaan bieden tegen een scherpe prijs. Op die manier hoopt hij de kwaliteit en de betaalbaarheid van zorg te waarborgen. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging is voorstander van een gezonde professionele afweging tussen zelfbeschikking voor zorgvragers en bemoeizorg. Persoonlijke zorg is zorg waarbij de hulpverlener betrokken is en zorg levert die nodig is. Om kwalitatief goede zorg te kunnen leveren, is het van belang dat hulpverleners gelegenheid krijgen zelfstandig na te denken. Zij moeten aanspreekbaar zijn op hun gedrag en de verzakelijking kunnen nuanceren tot zorg op maat. Daarbij kunnen raamprotocollen richtinggevend zijn voor de professionele interventies. CNV Verzorging en Verpleging ziet knelpunten bij marktwerking in de zorg. Hoewel de minister het heeft over gereguleerde marktwerking, waarbij hij een aantal voorwaarden stelt, is zorg volgens CNV Verzorging en Verpleging een voorziening en geen product waarvoor 17 mensen moeten gaan winkelen. Het is wel goed als instellingen gestimuleerd worden om een goede kwaliteit van zorg te leveren. Maar zodra financiën in het gedrang komen, bestaat het gevaar dat de zorg niet meer goed wordt uitgevoerd. Door bezuinigingen op het personeel, gaat de werkdruk omhoog. Bij bezuinigingen op materialen is het voor personeel vaak onmogelijk goede kwaliteit van zorg te leveren. 18 Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging bepleit de invoering van raamprotocollen op specifieke handelingen. Binnen deze raamprotocollen dienen verpleegkundigen en verzorgenden zelf invulling te geven aan de zorg op maat. - CNV Verzorging en Verpleging volgt de ontwikkelingen over marktwerking en de effecten ervan op de kwaliteit van de zorg. - CNV Verzorging en Verpleging benadrukt in haar uitingen dat professionele belangen voor economische belangen dienen te gaan. - CNV Verzorging en Verpleging zorgt dat haar visie kenbaar gemaakt wordt bij het ministerie van VWS wanneer marktwerking negatieve gevolgen dreigt te krijgen voor de kwaliteit van arbeid, de kwaliteit van zorg en/of de kwaliteit van organisatie. 3.3 Ethische (zorg)vraagstukken Ontwikkelingen Zowel binnen de maatschappij als binnen de gezondheidszorg komt de aandacht voor ethiek steeds meer in de belangstelling te staan. Ethische dilemma’s binnen het dagelijkse werk hebben altijd bestaan. Denk bijvoorbeeld aan zorgvragers die een bepaalde zorg weigeren en daardoor last veroorzaken voor anderen. Maar door ontwikkelingen zoals toenemende agressie zowel binnen de gezondheidszorg als in de maatschappij, een grotere mondigheid van de zorgvrager en bezuinigingsmaatregelen, worden verpleegkundigen en verzorgenden zich steeds meer bewust van deze dilemma’s en de gevolgen ervan voor de uitoefening van hun beroep. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging vindt deze ethische bewustwording een goede ontwikkeling. Doordat mensen de ethische dilemma’s onder ogen zien en er met elkaar over praten, worden beter gefundeerde keuzen gemaakt. Uit de praktijk blijkt dat verpleegkundigen en verzorgenden die aandacht hebben voor de ethiek binnen hun dagelijkse werk, hun werk met meer plezier uitvoeren5. Dat is voor CNV Verzorging en Verpleging de reden ervoor te zorgen dat het in 2009 op de agenda staat van alle verpleegkundigen en verzorgenden. Actiepunten - De commissie ethiek van CNV Verzorging en Verpleging stimuleert de ontwikkeling en invoering van richtlijnen voor verpleegkundigen en verzorgenden die zij kunnen gebruiken als handvat bij de ethische dilemma’s uit het dagelijkse werk. - CNV Verzorging en Verpleging werkt samen met het Lindeboominstituut om de invloed van ethische reflectie op de praktijk van verpleegkundigen wetenschappelijk te onderbouwen. Deze wetenschappelijke onderbouwing gebruikt CNV Verzorging en Verpleging vervolgens om ethische reflectie op de werkvloer te stimuleren. 5 Dit is onder andere gebleken uit het project ‘ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging’ van CNV Verzorging en Verpleging. 19 - CNV Verzorging en Verpleging biedt structureel scholing op het gebied van ethiek. CNV Verzorging en Verpleging stimuleert het gebruik van de beroepscode op de werkvloer. CNV Verzorging en Verpleging bevordert het spreken over ethische aspecten van de dagelijkse zorg door: • voorlichting in instellingen • informatieverstrekking via brochures en projectverslagen • de website 3.4 Particuliere versus reguliere organisaties Ontwikkelingen Kwaliteit en kwantiteit van de zorg schieten vaak tekort, terwijl de kosten explosief stijgen. Daarom heeft de overheid bepaald dat de administratieve lastendruk, de bureaucratie en overhead in alle onderdelen van de zorg fors omlaag moeten. Geld en tijd moeten aan zorgvragers worden besteed, niet aan bovenmatige overhead, formulieren en kantoren. De oorspronkelijke centrale aanbodsturing is vastgelopen en wordt zo snel als verantwoord vervangen door gereguleerde marktwerking waarbij vraagsturing het uitgangspunt is. Met deze marktwerking wil de overheid zorginstellingen stimuleren te concurreren op prijs en op kwaliteit. Door het bijhouden van zogenaamde DBC’s kan inzichtelijk gemaakt worden wat een behandeling, inclusief paramedische zorg, mag kosten. De doelstellingen van deze bekostigingssystematiek zijn enerzijds het stimuleren van meer productie waardoor de wachtlijsten/tijden af moeten gaan nemen. Anderzijds gaat het erom ziekenhuizen en zorgverzekeraars ervaring te laten opdoen met vrije onderhandelingen over volume, prijs en kwaliteit. De afgelopen jaren is de private gezondheidszorg gegroeid6. Mede door zaken als stimulering van marktwerking en de invoering van het PGB, komen er meer particuliere instellingen. Daarnaast is ook een opkomst van zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers) te zien. De laatste groep betreft werknemers die zichzelf verhuren aan zorgvragers met een PGB. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging ziet in de opkomst van particuliere initiatieven en de stimulering van marktwerking het gevaar dat kwaliteit van zorg verloren gaat. Particuliere instellingen hebben een winstoogmerk. Om meer winst te kunnen maken, is het niet ondenkbaar dat investeringen in personeel minder worden. Gedacht kan worden aan minder geld voor bij- en nascholing en het niet aanbieden van beroepspraktijkvormingsplaatsen. Hoewel CNV Verzorging en Verpleging het goed vindt dat zorgverleners de keuze hebben als zelfstandige aan het werk te gaan, ziet zij hierin ook knelpunten. Deze zorgverleners 6 Rapport ‘Natuurlijk in Beweging, Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) , 2002 20 werken niet in teamverband en missen derhalve afstemming met collega’s. Bovendien zijn zij zelf verantwoordelijk voor het op peil houden van hun eigen kwaliteit. Vooralsnog bestaat hierop geen enkele controle. De invoering van DBC’s zijn volgens CNV Verzorging en Verpleging weliswaar een effectieve maar een weinig efficiënte methode om behandelingskosten inzichtelijk te maken. In plaats van minder, ontstaat naar verwachting meer bureaucratie door alle formulieren die moeten worden ingevuld. CNV Verzorging en Verpleging is van mening, dat goede zorg een substantieel onderdeel is van onze welvaartsmaatschappij. Door maatregelen als marktwerking, winst in de zorg en het invoeren van DBC’s is de kans groot dat het automatische recht op goede zorg verloren gaat. Zorgvragers moeten zelf gaan shoppen om goede zorg te ontvangen. Zorgaanbieders moeten teveel energie stoppen in zaken die slechts secundair met zorg te maken hebben. Dat alles gaat ten koste van de kwaliteit. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging onderzoekt of en hoe zij leden die bij een particuliere instelling of als ZZP-er werken kan ondersteunen op het gebied van beroepsinhoud. - CNV Verzorging en Verpleging onderzoekt of de ethische dilemma’s waar ZZP-ers en werknemers bij particuliere instellingen mee te maken hebben, overeenkomen met die van zorgverleners bij reguliere instellingen. 21 4. Domeinafbakening "Als je niet weet waar je heen gaat, eindig je waarschijnlijk ergens anders….." 7 4.1 Taakherschikking Ontwikkelingen Binnen de gezondheidszorg werken verschillende beroepsgroepen. Onder deze beroepsgroepen zijn de taken verdeeld. In de praktijk blijkt deze taakverdeling niet star te zijn, maar voortdurend te verschuiven. De redenen van deze verschuivingen zijn divers. Door toenemende wachtlijsten en een steeds duurder wordende zorg, zoeken instellingen, beroepsbeoefenaren en verzekeraars tegenwoordig naar manieren om de zorg beter en efficiënter te organiseren. Daarbij worden ook mogelijkheden tot herschikking van taken overwogen. Momenteel vindt deze herschikking van taken vaak nog informeel plaats. Met als resultaat dat de verdeling van taken per instelling of regio kan variëren. Om dit beter te stroomlijnen is van overheidswege aangedrongen op een structurele taakherschikking. Het rapport taakherschikking8 stelt dat het schuiven met taken in de zorg kan, als er duidelijke en formele afspraken worden gemaakt rond taken en domeinen, deskundigheid, verantwoordelijkheden en financiering. Zij stelt dat door taakherschikking de zorg anders georganiseerd kan worden, wat het innovatief vermogen van de zorgsector versterkt, wachtlijsten terugdringt, vraaggestuurde zorg stimuleert, carrièreperspectieven biedt aan werknemers in de gezondheidszorg en goedkoper is. In het kader van de taakverschuiving rekt het verpleegkundige en verzorgende domein zich richting medische en richting welzijnstaken uit. Keuzen Taakherschikking kan een goede methode zijn om de zorg zowel financieel als kwalitatief gezonder te maken. Taakherschikking kan enerzijds uitbreiding van horizontale en verticale carrièremogelijkheden voor verpleegkundigen en verzorgenden tot gevolg hebben. Anderzijds moet met herschikking van taken gewaakt worden voor uitholling van beroepen. CNV Verzorging en Verpleging is van mening, dat bij taakherschikking de deskundigheid en competenties van beroepsbeoefenaren centraal staan. Daarnaast zijn de behoeften en vragen van zorgvragers van belang. Daar waar sprake is van taakherschikking, moeten profielen 7 Dr. L. J. Peter, geb. 1919, Canadees opleider Taakherschikking in de gezondheidszorg, Advies uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 8 22 opnieuw beoordeeld en waar nodig herzien worden. Ook dient de functiewaardering van beroepsbeoefenaren te worden getoetst aan de nieuwe taken die bij de functie horen. Niet alleen voor die functies die nieuw gecreëerd worden, moet een functieprofiel, een functieomschrijving en een functiewaardering komen, maar ook bestaande beroepen en functies veranderen door de taakherschikking. Deze zullen opnieuw beschreven en gewaardeerd moeten worden. Vervolgens zullen ook opleidingen aangepast dienen te worden aan de nieuwe en aan de hernieuwde beroepen en functies. Taakherschikking heeft ook gevolgen voor de opleidingen. Deze moeten worden aangepast aan veranderende posities en werkzaamheden van professionals. Door het toenemende aantal welzijnstaken naast de reguliere zorgtaken, is het bijvoorbeeld noodzakelijk binnen verzorgende en verpleegkundige opleidingen meer aandacht te besteden aan welzijn. Gedacht kan worden aan een combinatie van opleidingen in welzijn en in zorg voor bepaalde sectoren, waarbij de gedachte van breed opleiden niet uit het oog verloren wordt. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging volgt de ontwikkelingen op het gebied van taakherschikking nauwlettend en oefent waar mogelijk invloed uit. Als zich voor de beroepsgroep relevante ontwikkelingen voordoen, informeert zij haar leden hierover en onderneemt zij waar nodig actie. - CNV Verzorging en Verpleging blijft haar visie omtrent domeinafbakening aanscherpen en laat deze meegroeien met de ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. - CNV Verzorging en Verpleging waakt ervoor dat in de discussie over het opleidingscontinuüm de taakherschikking een belangrijke rol speelt. 23 5. Professionalisering "Als er al een geheim voor succes is, dan is dat het vermogen om dingen te bekijken vanuit zowel het oogpunt van iemand anders als dat van zichzelf." 9 5.1 Evidence Based Practice (EBP) Ontwikkelingen Binnen de gezondheidszorg wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan. Niet alleen op het gebied van de geneeskunst, maar ook op het gebied van de zorg. Te denken valt aan onderzoek op het gebied van decubituspreventie en op het gebied van wondverzorging. Bij EBP gaat het erom de bevindingen uit het wetenschappelijk onderzoek toe te passen in de praktijk. Op die manier is het mogelijk systematisch de kwaliteit van zorg te borgen en te verbeteren en dit voor derden inzichtelijk te maken. Bij sommige (verpleegkundige) beroepsgroepen, zoals bij Intensive Care verpleegkundigen wordt EBP toegepast, terwijl er binnen andere groepen nauwelijks gebruik van wordt gemaakt. Het Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging (LEVV) oriënteert zich op methoden om EBP breed in te voeren. Zij is betrokken bij de ontwikkeling van proeftuinen voor EBP. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging vindt EBP een goed middel om de daartoe geëigende aspecten van de zorgverlening te onderbouwen met beschikbare onderzoeksresultaten en daarmee de zorg te verbeteren. Door aandacht te besteden aan de inbedding van wetenschappelijk onderzoek in de verpleegkundige en verzorgende praktijk is gebleken dat zorgresultaten op patiëntniveau verbeteren, een organisatiecultuur ontstaat waarin zorgverleners verantwoordelijk zijn voor goede kwaliteit van zorg en effectieve zorgverlening en medewerkers bijdragen aan de ontwikkeling van de totale organisatie10. Gestructureerde evaluatie en reflectie op het eigen werk, levert een positieve bijdrage aan de kwaliteit van het werk en aan de bereidheid nieuwe kennis in te voeren. Experimenten in o.a. Groot-Brittannië met Nursing Deveopment Units (NDU) hebben laten zien dat het scheppen van organisatorische voorwaarden hierbij een goed hulpmiddel is. In NDU worden organisatorische voorwaarden gecreëerd om de zorg te verbeteren en de medewerkers te professionaliseren. CNV Verzorging en Verpleging vindt het belangrijk de leden bewust te maken van hun eigen mogelijkheden om kennis en inzicht van de praktijkvloer en vanuit de theorie zo met elkaar te verbinden dat de patiënt er beter van wordt. Actiepunten 9 10 (Henry Ford 1863-1947 Amerikaans autofabrikant) www.fontys.nl 24 - CNV Verzorging en Verpleging maakt leden bewust van het bestaan en de mogelijkheden van EBP en van de rol die evaluatie, reflectie en organisatorische constructies zoals NDU’s kunnen hebben bij het optimaliseren van de zorgverlening. 25 5.2 Wet BIG Ontwikkelingen Herregistratie/ Periodieke registratie In 1993 is de wet BIG in werking getreden. Deze wet beoogt de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg te bevorderen en te bewaken en de zorgvrager te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren. De wet beschermt de titel van een aantal beroepen (artikel 3), waaronder die van verpleegkundige. Daarnaast bestaat binnen de wet BIG een opleidingstitelbescherming voor een aantal zogenaamde artikel 34 beroepen. De verzorgende IG11 is hier één van. Artikel 8 van de wet BIG regelt een periodieke herregistratie van ingeschreven beroepsbeoefenaren. Voor de invulling van dit artikel heeft CNV Verzorging en Verpleging in 2004 meegewerkt aan een advies voor het ministerie van VWS. Het voorstel van VWS beoogt een kwantitatieve werkervaring. Daarnaast bepleit het ministerie dat beroepsverenigingen, waaronder CNV Verzorging en Verpleging, zich inspannen om de kwaliteit te waarborgen. Het ministerie van VWS heeft aangegeven dat de invoering van de herregistratie, indien de betrokken partijen akkoord gaan met hun concept, er als volgt uit zal zien: - Tot 2006 wordt het concept verder uitgewerkt en wordt een begin gemaakt met het ontwikkelen van het scholingsaanbod door erkende instellingen. - In 2006 worden de afspraken vastgelegd in artikel 8 van de wet BIG. - De periode van 2006 tot 2011 is de eerste periode van 5 jaar. Aan het begin van deze periode moet voor alle beroepsbeoefenaren duidelijk zijn welke eisen aan herregistratie worden gesteld. - Het streven is om in 2011 de eerste herregistraties te realiseren. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging vindt het belangrijk dat met de herregistratie de kwaliteit van de verpleegkundige beroepsuitoefening het uitgangspunt is. Zij kan zich op hoofdlijnen vinden in het voorstel van VWS met betrekking tot de kwantitatieve werkervaringeis en zal zich inspannen om de kwaliteit van het herscholingsaanbod te waarborgen. De kwalitatieve bijscholing van verpleegkundigen is verder uitgewerkt in paragraaf 6.2 over het opleidingscontinuüm. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging informeert haar leden over de stand van zaken, nut en noodzaak van herregistratie. - CNV Verzorging en Verpleging bepleit, voor zover daarin nog niet is voorzien, het regelen van de kosten voor herregistratie en bijscholing (door de werkgever gedragen) 11 Ten tijde van het schrijven van deze beleidsnota werd onderscheid gemaakt tussen verzorgende en verzorgende Individuele Gezondheidszorg (IG) 26 - - in CAO’s. CNV Verzorging en Verpleging volgt via de media en door communicatie met leden, kritisch wat de effecten van de herregistratie zijn op buitenlandse gediplomeerden en op verpleegkundigen met een Nederlands diploma die in het buitenland werken. CNV Verzorging en Verpleging denkt mee over de inhoud van de herscholing ten behoeve van herregistratie. Zij spant zich in om de kwaliteit van deze herscholing te waarborgen. 5.3 Ketenzorg Ontwikkelingen Bij ketenzorg gaat het om zorg over de gehele zorgverleningketen, die geleverd wordt op basis van samenwerkingsafspraken tussen verschillende (soorten) zorgverleners. Doel hiervan is verbetering van de organisatie van de zorg en - daarmee - van de zorgverlening aan de individuele zorgvrager. De gedachte voor een dergelijke samenwerking bestaat al langer, maar sinds 1994 wordt het geleidelijk door heel Nederland doorgevoerd. De doorvoering van ketenzorg past geheel in het overheidsbeleid met betrekking tot herziening van de zorgsector. De sectorgrenzen vervagen en er wordt gesproken van functiegebonden zorgaanspraken in plaats van instellingsgebonden zorgaanspraken. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging is van mening dat ketenzorg de kwaliteit van zorg kan vergroten. De zorg wordt immers beter afgestemd, waardoor meer continuïteit ontstaat. Wel heeft het grote gevolgen voor de werkzaamheden van professionals. Steeds vaker worden verpleegkundigen en verzorgenden uit de intramurale zorg bijvoorbeeld ingezet in de thuiszorg. Ook vallen grenzen weg tussen zorg aan verstandelijk gehandicapten en niet verstandelijk gehandicapten. Hierdoor wordt een steeds groter beroep gedaan op de kennis en vaardigheden van zorgpersoneel. Bovendien vraagt het extramuraal werken andere verantwoordelijkheden dan het intramuraal werken, bijvoorbeeld door het ontbreken van collega’s direct op de werkvloer. Hoewel dit alles de uitdaging om in de zorg te werken kan vergroten, is CNV Verzorging en Verpleging van mening dat hieraan een grens zit. Effectieve ketenzorg moet bestaan uit een goede samenwerking en veel overleg tussen beroepsbeoefenaren. Het is echter voor de kwaliteit van zorg noodzakelijk dat verpleegkundigen en verzorgenden zich kunnen beperken in het aantal ‘soort’ zorgvragers dat zij bedienen. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging ontwikkelt een beleidsnotitie over ketenzorg waarin zij samen met haar leden haar standpunten bepaalt. - Op grond van standpunten maakt CNV Verzorging en Verpleging bij betrokken partijen duidelijk waar de grenzen van ketenzorg moeten liggen. 27 5.4 Organisatiegraad Verpleging en Verzorging Ontwikkelingen Algemeen is bekend dat slechts een beperkt deel van de verpleegkundigen en verzorgenden lid is van een vakbond of beroepsvereniging. Verpleegkundigen en verzorgenden vormen echter een zeer grote vertegenwoordiging van werknemers binnen de gezondheidszorg. Door zich te organiseren, kunnen zij op het gebied van kwaliteit van arbeid en kwaliteit van zorg veel voor elkaar krijgen. Keuzen Verpleegkundigen en verzorgenden die zich mondig opstellen en invloed uitoefenen op de inhoud van hun beroep, voelen zich vaak beter betrokken bij de inhoud van hun werk dan zij die dit niet doen. Een kritische opstelling naar zichzelf en de inhoud van het werk heeft een positieve invloed op de kwaliteit van het werk. CNV Verzorging en Verpleging is ervan overtuigd dat werknemers die (actief) lid zijn van een vakbond of beroepsvereniging een waardevolle bijdrage leveren aan de kwaliteit van arbeid en de kwaliteit van zorg binnen een instelling. Bovendien is het voor vakbonden noodzakelijk een representatief aantal leden te hebben om namens de werknemers een stem te kunnen laten horen. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging verzorgt gastlessen voor ROC’s en Hogescholen. Op die manier kunnen zij leerlingen bekend maken met de vakbond en met de beroepsinhoudelijke activiteiten die de vakbond, naast de arbeidsvoorwaarden, te bieden heeft. - CNV Verzorging en Verpleging profileert zichzelf binnen instellingen door onder meer gebruik te maken van de inzet van haar kaderleden. 5.5 Weerbaarheid en wendbaarheid Ontwikkelingen De praktijk wordt steeds complexer. Aan de ene kant vormt dit een uitdaging. Aan de andere kant wordt steeds meer van werknemers verwacht. Dit betekent dat al in de opleiding veel aandacht moet worden besteed aan een zelfstandige en kritische werkhouding. Een kritische werkhouding wordt echter niet altijd op prijs gesteld. In de praktijk betekent dit een risico dat verpleegkundigen en verzorgenden zich inhouden op het moment dat zij eigenlijk kritisch zouden willen zijn. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging is ervan overtuigd dat kritische werknemers een grote bijdrage kunnen leveren aan de organisatie en aan de kwaliteit van zorg. Verpleegkundigen 28 en verzorgenden zijn door hun positie binnen het primaire proces vaak goed op de hoogte van de knelpunten binnen een organisatie en hebben ideeën hoe die op te lossen zijn. Een bijdrage kunnen leveren aan het organisatiebeleid, bevordert plezier in het werk en een gevoel van betrokkenheid bij de organisatie. Dit maakt werknemers weerbaar. Mensen die plezier hebben in hun werk en in hun organisatie, stellen zich vaak flexibel op en staan open voor veranderingen en het leren van nieuwe vaardigheden. Hierdoor worden ze beter inzetbaar en wendbaar binnen de organisatie. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging ontwikkelt samen met de afdeling Scholing en Vorming van CNV Publieke Zaak een cursus weerbaarheid en wendbaarheid voor haar leden. 29 6. Opleidingen in de zorg Je moet de toekomst vormgeven voordat de toekomst jou vorm geeft.…..12 6.1 Modernisering van het opleidingsstelsel Ontwikkelingen In 2004 is het samenhangend stelsel geëvalueerd. In de afzonderlijke branches is nagegaan welke knelpunten werden ondervonden. Over het algemeen komen deze knelpunten neer op een tekort aan praktijkleerplaatsen, te breed opgeleide leerlingen en een gebrek aan structuur en samenhang binnen opleidingen. Leerlingen die zijn opgeleid op niveau 1 en 2 blijken in de praktijk vaak niet aan het werk te komen13. Door teleurstelling, tegenstellingen tussen theorie en praktijk, verkeerde verwachtingen of een onjuist beroepsbeeld, haken ze al tijdens de opleiding af. Een groot probleem sinds de invoering van het samenhangend stelsel, is het verkrijgen van leerplaatsen voor beroepspraktijkvoering. Door goed onderhandelen van de vakbonden, krijgen studenten tegenwoordig een vergoeding voor het werk dat zij tijdens hun beroepspraktijkvoering verrichten. Door deze vergoeding is echter voor werkgevers een barrière ontstaan om studenten aan te nemen. Ook worden leerlingen in bepaalde sectoren beperkt aangenomen, omdat in de CAO bepaald is dat het dienstverband voor onbepaalde tijd is. Sinds de invoering van het samenhangend stelsel wordt binnen de verzorging (kwalificatieniveau 3) onderscheid gemaakt tussen verzorgenden en VIG. Ideeën bestaan om dit onderscheid op termijn te laten verdwijnen. Alle verzorgenden worden dan in staat geacht een aantal verpleegtechnische handelingen uit te voeren. Bij de omschakeling hiervan, is sprake van een kloof tussen opgeleide verzorgenden van verschillende generaties. De toekomstige kwalificatiestructuur zal competentiegericht zijn, waarin de beroepspraktijk en de handelingen of het gedrag van de leerling beroepsbeoefenaar centraal staat. De leerling beroepsbeoefenaar verwerft daartoe beroepscompetenties op het gebied van kennis, vaardigheden en houding. Keuzen CNV Verzorging en Verpleging vindt het belangrijk dat kwalitatief goed opgeleide (leerling) beroepsbeoefenaren behouden blijven voor het beroep. Het niet kunnen krijgen van een praktijkleerplaats of het idee geen vooruitzicht te hebben op een baan na de opleiding, 12 13 www.oneliners-and-proverbs.com commissie onderwijs, CNV Verzorging en Verpleging 30 werkt demotiverend. Daarom is het van belang te investeren in leerlingen en ervoor te zorgen dat een betaalde praktijkleerplaats werkgevers niet afschrikt om hen aan te nemen. Ook vindt CNV Verzorging en Verpleging het belangrijk, dat duidelijkheid bestaat over de verschillen tussen de opleidingsniveaus. Met name over de meerwaarde van opleidingniveau 5 ten opzichte van opleidingniveau 4 bestaat in de praktijk onduidelijkheid. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging houdt de vinger aan de pols met betrekking tot de ontwikkelingen binnen het opleidingsstelsel en speelt waar nodig hierop in. 6.2 Opleidingscontinuüm Ontwikkelingen Als gevolg van veranderingen binnen de gezondheidszorg, zoals transmuralisatie, technologische ontwikkelingen, fusies en internationalisering, verandert de verpleegkundige en verzorgende beroepsuitoefening. Door functiedifferentiatie en flexibilisering van de beroepenstructuur, ontstaat een verschuiving van domeinen en verantwoordelijkheden tussen verschillende beroepsgroepen. Er zijn nieuwe functies ontstaan, zoals de Nurse Practitioner, de Advanced Nurse Practitioner en de Physician Assistent. De CIOT (= Commissie Implementatie Opleidingscontinuüm en Taakherschikking14) heeft in juli 2003 advies over de kwalificatie- en beroepenstructuur uitgebracht aan het ministerie van VWS. Een nieuwe opleidingsstructuur is nodig om meer samenhang te brengen in de opleidingen, om te zorgen dat de beroepen en opleidingen beter aansluiten bij de vraag uit de samenleving en om dreigende personeelstekorten in de zorg tegen te gaan. Daarnaast moeten er meer kansen komen voor nieuwe beroepen. Het is mogelijk dat aanpassingen van de Wet BIG nodig zijn om de herzieningen kwalitatief verantwoord wettelijk te verankeren. In navolging van het advies van de CIOT is in april 2004 de stuurgroep Modernisering Opleidingen en Beroepsuitoefening in de Gezondheidszorg (MOBG) geïnstalleerd. Deze stuurgroep heeft tot taak om binnen vijf jaar, samen met alle betrokken partijen, een geheel nieuwe structuur voor een samenhangend stelsel van medische beroepen en opleidingen in de zorg op te zetten. Aan de stuurgroep nemen 2 personen deel op voordracht van de AVVV. Tevens heeft het ministerie de AVVV de opdracht gegeven, in overleg met belanghebbende partijen, een advies uit te brengen over het Verpleegkundige Beroepenstructuur en OpleidingsContinuum (VBOC). Een werkgroep is inmiddels operatief. Om ervoor te zorgen dat het VBOC goed aansluit bij het medische opleidingscontinuüm, is nauwe samenwerking met de stuurgroep MOBG een vereiste. Hier zullen standpunten worden ingenomen wat verpleegkundig specialisten zijn (art. 14 wet BIG) Keuzen 14 Ook bekend onder de naam commissie LeGrand 31 CNV Verzorging en Verpleging vindt het belangrijk dat er samenhang komt in de vervolgopleidingen binnen de gezondheidszorg. De werkgroep VBOC en de stuurgroep MOBG kunnen hieraan een bijdrage leveren. Via de AVVV kan CNV Verzorging en Verpleging mee denken en praten over de nieuwe structuur van het opleidingscontinuüm. Helaas is deze invloed slechts minimaal. Voor CNV Verzorging en Verpleging is het belangrijk dat er aandacht besteed wordt aan de ontplooiingsmogelijkheden en het carrièreperspectief van zowel verpleegkundigen als verzorgenden. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging volgt de ontwikkelingen op het gebied van de Verpleegkundige en Verzorgende Beroepenstructuur en het Opleidingscontinuüm en houdt hierbij een vinger aan de pols. Zij vertaalt de ontwikkelingen naar de praktijk. - CNV Verzorging en Verpleging waarborgt naast de aandacht voor ontplooiingsmogelijkheden voor verpleegkundigen ook aandacht voor die van verzorgenden. 6.3 Professionele Ontwikkeling en Deskundigheidsbevordering Bij professionele ontwikkeling en deskundigheidsbevordering is sprake van een continu proces van (kennis)ontwikkeling. Daarbij is onderscheid te maken tussen enerzijds educatie die nodig is om ontwikkelingen bij te houden, het werk kwalitatief goed te kunnen (blijven) uitvoeren (professionele ontwikkeling) en/of de herregistratie te kunnen krijgen en anderzijds educatie om aan loopbaanontwikkeling te doen (deskundigheidsbevordering). Ten behoeve van de herregistratie heeft het ministerie van VWS, zoals eerder te lezen is, kwantitatieve eisen opgesteld. Het is de taak van de beroepsgroep om kwalitatieve eisen te formuleren. Daartoe heeft de AVVV als koepelorganisatie voor verenigingen van verpleegkundigen en verzorgenden al een aanzet genomen met het project Continue Professionele Ontwikkeling en Additionele Deskundigheidsbevordering {CPO/AD}. In dit project wordt een systeem ontwikkeld waardoor herintreders en beroepsbeoefenaren zich kunnen ontwikkelen tot op een niveau waarop ze goede zorg kunnen (blijven) verlenen. In dat systeem wordt rekening gehouden met Erkenning van Verworven Competenties (EVC’s ). Daarnaast wordt ook gekeken om, in samenwerking met de sociale partners, werknemers de gelegenheid te geven een portfolio en een Persoonlijk Ontwikkelplan (POP ) op te stellen. Ook voor verpleegkundigen en verzorgenden die in het buitenland hun diploma gehaald hebben, is EVC een goede methode om het diploma in Nederland erkend te krijgen. Dit kan door het doorlopen van een EVC procedure op een ROC. Aan de hand van het buitenlandse diploma en de competenties die daaraan gekoppeld zijn en de ervaring van de werknemer in kwestie, wordt een opleidingsprogramma op maat samengesteld. Aan het eind van het opleidingstraject, kan de werknemer als Nederlands gediplomeerde aan de slag. 32 Keuzen CNV Verzorging en Verpleging hecht, in het kader van professionalisering van verpleegkundigen en verzorgenden en kwaliteit van de beroepsuitoefening, grote waarde aan zowel professionele ontwikkeling als deskundigheidsbevordering van werknemers. De EVC procedure is een gereedschap waarmee de competenties van werknemers kunnen worden beoordeeld. Dit vormt een goed uitgangspunt voor professionele ontwikkelingen en deskundigheidsbevordering. Bovendien is het EVC een goed gereedschap om verpleegkundigen en verzorgenden met een buitenlands diploma te helpen hun diploma in Nederland erkend te krijgen en/of waar nodig bijscholing te volgen. CNV Verzorging en Verpleging pleit ervoor dat verpleegkundigen en verzorgenden een portfolio aanleggen waarin zij hun theoretische kennis (behaalde diploma’s) en praktijkervaring bundelen. Op die manier ontstaat een overzichtelijk uitgangspunt van waaruit, rekening houdend met EVC’s, een POP opgesteld kan worden. Actiepunten - CNV Verzorging en Verpleging pleit voor een vergelijkbaar project aan CPO/AD voor verzorgenden. - CNV Verzorging en Verpleging zorgt ervoor dat zij haar (potentiële) leden heldere informatie verschaft over werken in het buitenland en in Nederland werken met een buitenlands diploma 33 Literatuur CNV Publieke Zaak. 2003. Beleidsplan CNV Publieke Zaak 2003-2006 : Evenwicht in delen. Zijlstra Drukwerk BV, Rijswijk Commissie Kwalificatiestructuur, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. 1996. Gekwalificeerd voor de toekomst, Zoetermeer/Rijswijk Eerland-van Vliet, B. en J. Sax van der Weijden. 2000. Beleidsplan BVV/CFO 20012004. Den Haag Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 2002. Zorgnota 2003. SDU Uitgevers, Den Haag Nivel. 2004. Herregistratie in het BIG-register, Utrecht Turmer Shaw, J. en N. Bosanquet. 1993. Nursing Development Units: A way to develop nurses and nursing. Londen, King’s Fund Centre Waling-Huijsen, M.F.D. en D.M. Vollebregt. 2004. Projectverslag ‘ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging’. CNV Verzorging en Verpleging, Den Haag Websites: www.cnvpubliekezaak.nl www.NIZW.nl www.minvws.nl www.AVVV.nl www.fontys.nl www.healthnetinternational.nl www.ctg-zaio.nl www.zorgethiek.nl 34 Gebruikte afkortingen AVVV Algemene Vereniging voor Verpleegkundigen en Verzorgenden AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BIG Beroepen Individuele Gezondheidszorg BOPZ Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen CICIAMS Comite International Catholique des Infirmieres et Assistantes Medico- Sociales CIOT Commissie Implementatie Opleidingscontinuüm en Taakherschikking CPO/AD Continue Professionele Ontwikkeling en Additionele Deskundigheidsbevordering Diagnose Behandel Combinaties DBC Evidenced Based Practice EBP Erkenning Verworven Competenties EVC Europese Unie EU Individuele Gezondheidszorg IG Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging LEVV Landelijk Groepsbestuur LGB Modernisering Opleidingen en Beroepsuitoefening in de Gezondheidszorg MOBG Persoons Gebonden Budget PGB Persoonlijk OpleidingsPlan POP Regionale Indicatie Orgaan RIO Regionale OpleidingsCentra ROC Raad voor Volksgezondheid en Zorg RVZ Universitair Medisch Centrum UMC Verpleegkundige Beroepenstructuur en OpleidingsContinuüm VBOC Volksgezondheid, Welzijn en Sport VWS Wet Maatschappelijke Ondersteuning 35 WMO Zelfstandige Zonder Personeel ZZP 36 Adressen cnv publieke zaak CNV Publieke Zaak heeft vijf regiokantoren in alle delen van het land. Met het oog op een zo goed mogelijke dienstverlening moet bij vragen of problemen op of met het werk in eerste contact worden opgenomen met het regiokantoor bij u in de buurt. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Hoofdkantoor Den Haag Carnegielaan 1, 2517 KH Den Haag Postbus 84500, 2508 AM Den Haag telefoon: 070 – 4 160 600 fax: 070 – 4 160 690 internet: www.cnvpubliekezaak.nl e-mail: denhaag@cnvpubliekezaak.nl Friesland, Groningen en Drenthe Regiokantoor Assen Beilerstraat 10, 9401 PK Assen Postbus 10085, 9400 CB Assen telefoon: 0592 – 390 100 fax: 0592 – 390 110 e-mail: assen@cnvpubliekezaak.nl Gelderland en Overijssel Regiokantoor Apeldoorn Ovenbouwershoek 9, 7328 JH Apeldoorn Postbus 193, 7300 AD Apeldoorn telefoon: 055 – 5 264 200 fax: 055 – 5 264 210 e-mail: apeldoorn@cnvpubliekezaak.nl Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Regiokantoor Hilversum Minister Hartsenlaan 7, 1217 LR Hilversum Postbus 500, 1200 AM Hilversum telefoon: 035 – 6 264 300 fax: 035 – 6 264 310 e-mail: hilversum@cnvpubliekezaak.nl Zuid-Holland Regiokantoor Rotterdam Heemraadssingel 163, 3022 CE Rotterdam telefoon: 010 – 4 787 400 fax: 010 – 4 787 410 e-mail: rotterdam@cnvpubliekezaak.nl Noord-Brabant, Limburg en Zeeland Regiokantoor Eindhoven Fazantlaan 3, 5613 CA Eindhoven 37 Postbus 6190, 5600 HD Eindhoven telefoon: 040 – 2 171 500 fax: 040 – 2171 510 e-mail: eindhoven@cnvpubliekezaak.nl 38 Colofon Het beleidsplan 2005-2009 is een uitgave van CNV Verzorging en Verpleging. Tekst D.M. Vollebregt, beleidsmedewerker Eindredactie Afdeling Publiciteit CNV Publieke Zaak Nadruk van deze uitgave is, behoudens toestemming van CNV Publieke Zaak, krachtens de auteurswet verboden. Gebruik van gegevens verplicht tot bronvermelding. Het beleidsplan is gratis te bestellen door een briefkaart te sturen naar: CNV Publieke Zaak t.a.v. Post en Reproductie Postbus 84500 2508 AM Den Haag o.v.v. beleidsplan CNV Verzorging en Verpleging 2005-2009 E-mail: postkamer@cnvpubliekezaak.nl 39