Samantha en Sophie Femke en Roshnie - D2C6 Bomenpaspoort: Bedeik Onze boom heet Bedeik, een Hollandse linde (Tilia vulgaris), ze staat in een rij bomen dicht bij de weg en is omringt door gras waar boterbloemen en margrieten in groeien en een paar struiken. Het is niet al te rustig in de omgeving maar als er geen auto’s rijden is het al een stuk rustiger. Bedeik is een niet al te grote boom (gaat meer de hoogte in dan breedte), heeft een normale bouw met aan de takken mooie groene blaadjes en heeft een zachte schors die makkelijk bewerkt kan worden. Anatomie van het blad: bladmoes, zijnerf, aders, de hoofdnerf, nog een paar steunbladeren, okselknop, bladvoet, bladsteel en de bladschede. Omringt door andere Hollandse linden, staat langs een weg, een gewone vlieren in een soort tuintje naast haar. Er kruipt een slak op de stam en er lopen een paar mieren overheen (ook in het gras). Schors Schors (afdruk) Omtrek: 60 cm Doorsnede (dikte): 19,1 cm Hoogte: 7,77 meter Weetjes over de lindeboom: - De lindeboom wordt vaak gebruikt als herdenkingsboom. - Van de bloemen van de linde kan kruidenthee gemaakt worden. Dit wordt ook wel tilleul genoemd, dit is Frans voor Tilia Lindes (echte naam voor linde is Tilia) komen vooral voor op het noordelijk halfrond in Europa, Noord-Amerika en Azië. De Hollandse linde (Tilia vulgaris) is een hybride (kruising van twee verschillende types planten of dieren) die is ontstaan door de winterlinde te kruisen met de zomerlinde. Is van het rijk Plantae (Planten) en de familie Malvaceae, die bestaat uit tweezaadlobbige planten met vooral groene bladeren en een zachte stengel. Je vindt op de Linde veel beestjes. Met name bladluizen, deze voeden zich met het zoete sap uit de bladeren van de Linde. Je vindt soms ook lieveheersbeestjes, deze zijn weer dol op bladluizen en eten deze op. De Hollandse lindeboom plant zich voor door zaden, stekken en door de wortelopslag. Bij de steel van de bloeiwijze zit een langwerpig blad, als de rijpe vruchten naar beneden vallen komt er een tollende beweging waardoor ze langer in de lucht blijven en de wind hun verder kan verspreiden voor een betere voortplanting.