Middeleeuwen Hoorcollege 10 Docent: Van Der Eerden Datum: 5 december 2006 Mededeling: 1. Donderdag 7 december staat de tweede Kleio filmavond op het programma. De film Kingdom of Heaven, een historisch epos dat zich afspeelt in de 12e eeuw ten tijde van de kruistochten. De film zal om 20.00 uur vertoond worden in de filmzaal van Crea (In tegenstelling tot de Uitkijk heeft Crea wel een cafe!). Crea huist op het Turfdraagsterpad 17, vlakbij de Oudemanhuispoort. De film zal ditmaal ingeleid worden door mevrouw Weeda, docente Middeleeuwen. De toegang is wederom geheel gratis! 2. Tentamen: De volgende pagina’s hoef je niet te leren voor het tentamen: Hoofdstuk 14 pagina 356-371 en van hoofdstuk 11 pagina 267. Engelse affaires Voor het overzicht heeft Van Der Eerden wederom een schematische lijst gemaakt, van belangrijke data. 1e tot 4e eeuw Romeinse fase 5e eeuw Angelsaksische invasie (Friezen, Angelen, Zaksen, Juten) 6e tot 9e eeuw hectarchie 7e eeuw North-Humbria 7e eeuw Mercia 9e eeuw Wessex 835-880 Vorming Dane Law 871-899 Alfred de Grote koning van Wessex 1016-10351 Knut de Grote koning van Engeland 1042-1066 Edward de Belijder 1066 slag bij hastings; 1066-1087, Willem de Veroveraar koning van Engeland 1154-1189 Hendrik II 1189-1199 Richard I Leeuwenhard Van Der Eerden bespreekt dit alles vluchtig: De eerste groepen die we kennen zijn: 1. De Kelten: Deze zijn niet geheel verdwenen. We weten allemaal dat er Keltische restgroepen zijn uit Ierland, Wales en Brittannië. 2. Schotten: Dat waren de mensen op de noordelijke eilanden. 3. Pikten: Deze zijn nu nagenoeg verdwenen. 4. Britten: Deze kwamen uit Wales en Engeland. Zij zijn gecompliceerd doordat ze in de Angelsaksische fase verhuizen naar het continent. Ze gaan dan tegen de stroom in. Het Brittoen is verwant aan Engels. 1 In het boek staat: 1017-1035 Knut de Grote koning van Engeland. De eerste verovering van de Engelsen is door de Romeinen. De muur van Hadrianus2 is een teken van die Romeinse aanwezigheid. Ze bezaten niet het gehele eiland, maar ze zijn wel heel ver gekomen. Engeland is van alle Romeinse provincies het minst geromaniseerd. Door de volksverhuizingen staat alles op zijn kop. Vanaf 400 komen de Germaanse volkeren, zoals de Friezen3 en de Angelen. Die Germaanse volkeren trekken, net als de Franken en stichtte bruggenhoofden. Toen dit bruggenhoofd was gelegd, kwamen vrouwen en kinderen er achter aan. Dit ging de hele 5e eeuw door. Deze tijd is ook de tijd van koning Arthur. We weten weinig over hem. We weten dat hij een Britse vorst was die tegen de Germanen vocht. Het is een mythische koning die vanaf de 12e eeuw een andere legendarische en dominante figuur geworden is. De Germaanse chiefs verdelen het land. Ze hebben echter geen staatsbestel kunnen oprichten. Op het bord staan de belangrijkste dominante rijken, zoals Humbria (6 e eeuw) en Wessex, wat uiteindelijk de belangrijkste werd. Wat u moet weten is dat deze Wessex koningen domeinen verworven hebben tot en met het einde van de hectarchie. Op een gegeven moment is er de inval van de Vikingen (Denen) en deze Denen vormden een nieuw territorium. Ze kregen een gebied dat de Dane Law hanteerde. Het is koning Alfred die, met zijn verschrompelde volk, er in slaagt om in ‘86 met de herovering van York de Denen terug te dringen en een centrale monarchie te stichten. Een andere belangrijke staat in die tijd was Sicilië. Engeland ging uiteindelijk door Sicilië zakte in. Op nieuw is er vanuit het noorden een invasie in Wessex. De zonen van Knut zijn niet in staat deze te hanteren. Dan in 1066 is het laatste invasie drama4, daarna is het nooit meer gelukt5. Op het moment dat die Angelsaksen denken ‘Het is weer voor elkaar’, komt er een Scandinaviër uit het hertogdom Normandië, genaamd Willem de Veroveraar. Hij slaagt er in om bij de slag om Hastings Engeland te veroveren. Dan is er de aller belangrijkste koning. Deze kent u niet, maar hij is de grootste van allemaal; Richard Leeuwenhart. Hij is een koning waarvan je kan zeggen dat hij voldeed aan het ridderideaal. Hij was de held van de riddercultuur. Tevens is hij op kruistocht geweest. Zijn vader was Hendrik II. Hij is gedood in de oorlog tegen Frankrijk. 2 Muur van Hadrianus: Deze muur is gebouwd tussen 121-128. De Friezen waren de mensen die wij nu ook zo noemen. 4 In de slag bij Hastings. 3 5 Napoleon heeft het ook geprobeerd, maar dit is mislukt. Koning Harald ging door in de traditie van de Scandinaviërs, hij werd dan echter verslagen (Stantenbridge). Dit zijn allemaal de koningen van Willem de Veroveraar. Een buitenlands politiek element: deze koningen blijven door erfdelingen koning van Normandië. Dus aan de ene kant zijn ze koning van Engeland en aan de andere kant leenman van de koning van Frankrijk. Hendrik II weet door een huwelijksverdrag ook een groot deel van West-Frankrijk te verwerven. Toen was de helft van Frankrijk in bezit van deze dynastie. Er blijven hierover tot de 15 e eeuw spanningen. Uiteindelijk zijn de Engelsen er uit gewerkt. Een antagonisme is dat deze koningen, zoals Leeuwenhard, zich geen Engelsen voelden, ze waren toevallig ook koning van Engeland. De Engelse koning en zijn elite spraken voornamelijk Frans. De burgerij sprak Engels en de geestelijkheid sprak Latijn. Dit was rond 1200. Het gaat Van Der Eerden vooral om de bijzonderheid van Engeland. Vorige keer hebben we het gehad over Duitsland. Engeland is het land van de macht en de grootste ontplooiing van politieke ontwikkeling. Afwijkingen tussen Engeland en de rest van Europa: 1. Heerkönig: De Engelse koningen tot en met Alfred en ook Knut en Willem zijn nog heel lang een soort heerkönigen. Koning Alfred is hier een goed voorbeeld van, die koningen fungeerden als reële aanvoerders van het leger. Die traditie was elders veel minder, daar was de koning op de achtergrond. In Engeland kwam dit door de invasies die moesten worden weerstaan en aanvallen die moesten plaatsvinden. 2. Infanterie: Engeland handhaaft tot 1066 een infanterie. Op een gegeven ogenblik werd er in West-Europa met cavalerie opgerukt. In Engeland blijft infanterie de strijdmethode. Willem de Veroveraar voerde een feodaal systeem in, waarin dienstplicht een rol speelde. Hij creëerde een oplossing voor het probleem waar Karel de Grote tegenaan liep. Veel vrije mannen konden niet in het leger helpen, doordat ze hun boerenbedrijfje niet konden verlaten. In Engeland hadden deze boeren niet zo een lange reistijd en waren dus minder lang van huis. Ze hadden een systeem van seculaire diensten, waardoor de lasten werden verspreid. 3. Net als Karel de Grote deelde de koning het gebied in in districten; shires. Deze werden weer verdeeld in kleine stukjes; de hundrids. 4. Ambtenaren: De ambtenaar (sherff) is de bestuurder. 5. Dane geld: In 991 word er weer heftig gevochten tussen Wessix en aanvallende Denen. De koning voert belasting in, het zogenaamde Denen geld. Dit geld word gebruikt voor het vechten tegen de Denen. Deze belasting word echter onder koning Knut gehandhaafd, ook al is hij zelf een Scandinaviër. Later word dit ook wel herengeld of legergeld genoemd. 6. Feodaliteit: In 1066 word door Willem de Veroveraar de feodaliteit weer ingevoerd. Het feodale stelsel van Karel de Grote stortte in elkaar. Het feodale stelsel van Engeland bleef lang op de been doordat: A. Over heel Engeland domeinen in koninklijk bezit kwamen. Op deze domeinen werkte middeleeuwse boeren, die hard moesten werken. De koning was hierdoor rechtstreekse grondheer en had daardoor lokale politieke macht. B. De koning wist hoe het moest doordat hij de zwakte kende. Hij wist hoe het mis was gegaan. Hij had als hertog van Normandië ook ervaring. Hij schonk zijn mannen grond, maar niet geconcentreerd. Karel de Grote was er niet in geslaagd om die grond in eigen handen te houden, doordat sommigen van zijn leenmannen ook ambsgrond bezaten en dit door elkaar ging lopen. 7. Count/duke: Er kwamen duke (hertog) en earl/count (graaf), maar deze kregen geen aaneengesloten gebieden in bezit. 8. Ligische relatie: De grote zwakheid met leenheren was dat de trouw zich alleen richtte op de persoon boven de leenman. Dit was een probleem voor de koning, omdat hij de onderste mannen nooit bereikte. De koning had alleen mensen uit zijn eigen gebieden: ze werden gedilateerd (iets tussen in). In Engeland was iedereen altijd eerst loyaal aan de koning; een ligische relatie. Hiermee was de angel uit het feodale systeem gehaald. 9. Ministeriële differentiatie: Vanaf Willem de Veroveraar, maar vooral vanaf Hendrik I (begin 12e eeuw) en vooral Hendrik II bouwen die Engelse koningen, als eerste in Europa, een systeem van ministeriële differentiatie. De Engelse koningen gaan het bestuur opdelen in verantwoordelijke departementen. Pauze Ministerie en departement Voor de pauze zijn we blijven steken bij de termen: ministerie en departement. Wat daar in Engeland gebeurde was dat zich daar een regeringssysteem begon te ontwikkelen, dat was een soort blauw druk voor de moderne regeringen. Er ontstond in de 12e eeuw iets dat de Exchequer (Engelse ministerie van financiën) heette. Het leek op de moderne staat, een ambtenaren korps in een apart gebouw met specialistische kennis. Deze kennis omvatte zowel inkomsten (belasting) als uitgaven. Er waren nu eindelijk mannen die tegen de koning konden zeggen ‘deze oorlog gaat ons zoveel kosten, en dan heeft u zoveel over, of dan is de schatkist leeg.’. Deze mannen hielden zich bezig met de rekeningen en het archief. In het archief was te vinden wat de inkomsten waren per district en hoe duur de feestjes van de koning waren, maar ook hoeveel de oorlog tegen Frankrijk had gekost. Naast die exchequer, bestaan ook juridische afdelingen. De koning ontwikkelde rechtshoven die de rechten hanteren die voor heel Engeland gelden (The Kings Laws). Toen kwam ook The Common Law waarmee Engeland zich verder onderscheid van Europa. Deze Common Law werd toegepast in de centrale koninklijke rechtbank. De lokale sherff moest nu het recht van de koning hanteren, en mocht niet zelf de straf bepalen. Er werd nog een onderdeel aan dit systeem toegevoegd. Karel de Grote had de Missi Dominici om het rijk door te reizen om te controleren of de leenmannen hem wel trouw waren. In Engeland was er het hof van abel (Thineren Dodges) die rondreisde om te controleren of deze rechtbanken wel aan de eisen voldeden. Als je klachten had kon je bij hen terecht. Het kon dat de plaatselijke aristocraat zo veel macht had dat de mensen niet durfden te gaan klagen, daarom was er nog een oplossing bedacht. Het laatste hulpmiddel was de Grand Jury6 (Jury of Presentment). Dit was een groep gezworenen die het initiatief namen van aanklager. Ze waren er om misstanden aan de kaak te stellen. Dus er was geen particuliere klager, maar een speciaal daarvoor ingesteld lichaam die de klachten verzameld. Dat kent feodaal Europa niet. In de 13e eeuw nijgt de koning naar meer macht en heeft hij meer geld nodig. Onder Jan Zonder Land komen deze vel tegenover elkaar te staan. Er kwam een proces van volksvertegenwoordiging en een parlement. Engeland was het eerste land met een parlement. Hoofdstuk 10 Van Der Eerden gaat tijdens het tentamen maar één vraag over dit hoofdstuk stellen en daar gaan we het nu over hebben. Van Der Eerden gaat hoofdstuk tien problematiseren. Titel hoofdstuk 10: Wankelende kernen in het oosten en het begin van de Europese expansie. Het westen word agressiever. Eerste zin (pagina 242): ‘Vanaf de elfde eeuw manifesteerde zich op diverse terreinen en in verschillende vormen een algehele westerse expansiebeweging. De basis daarvan moet worden gezocht in de stabilisatie die het Westen bereikte na het stilvallen, vanaf het midden van de tiende eeuw, van de verwoestende invasies vanuit Centraal-Azië en Scandinavië.’ Een zin op pagina 246 is: ‘Er is dus alle aanleiding de motieven voor de kruistochten niet in het Oosten maar in het Westen te zoeken, temeer daar kennis over de islam en de situatie in Palestina hier - te oordelen naar de bewaarde geschriften aantoonbaar niet aanwezig was. De kruistochten zijn daarom te interpreteren als een vorm van westers expansionisme op zowel religieus als politiek gebied.’ Conclusie door Van Der Eerden: Er is dus alle aanleiding de motieven voor de kruistochten niet in het oosten, maar in het westen te zoeken. De kruistochten zijn een vorm van westers expansionisme. We gaan u wat begrippen nader bekijken. Europese expansie 6 Deze jury bestaat nog steeds in Amerika. Je verwacht dat iets in West-Europa expandeert. Een voorbeeld waar het niet op slaat is expansie buiten Europa. Westen agressiever De kruistochten waren westers expansionisme. Wat is westers? Dit is een problematisch begrip. In deze tijd behoren Australië en Nieuw-Zeeland tot de westerse wereld. Wij bedoelen met het westen de vrije westerse wereld, met vrijheid van meningsuiting, de wereld van het kapitalisme, en ook de wereld van de pornoshops. En natuurlijk de westerse cultuur. Maar wie horen hier toe? Amerika, Nederland, Scandinavië, Japan en Israël. In de middeleeuwen is het zelfde aan de hand, maar waar in de middeleeuwen ligt de grens van het westen? Is dat dan alleen West-Europa? Wat is dan die identiteit van het westen? Die parlementaire democratie? Dat was alleen in Engeland. Misschien de expansie van Katholieken? Echter toen de Engelse koningen naar het westen trokken vochten de christenen tegen de christenen. Ierland is een belangrijke geloofsbron geweest7. Ook het feodaal systeem past hier niet. Agressiever Dit is een begrip uit de psychologie. Men is minder of juist meer agressief. Moeten wij dit zo op vatten dat die westerlingen agressiever werden? Nu gebruik je dit woord ook wel voor een staat. Dan zou je zeggen er word bedoeld dat de staat agressiever is. Die kruistochten waren echter geen kwestie van staten. Het was een conglomeraat van ridders die vrolijk gingen knokken. Agressief is een ongelukkige term. Je moet het metaforisch bekijken, net als: Het agressieve westen, het luie zuiden en het achterbakse oosten. Dat heeft niets met geschiedenis te maken. Expansie Als we in het boek kijken staat er: het uitbreiden van de grens van je gebied. Dit gebeurd onder andere in Spanje. Deze trekken steeds een stukje verder. Ook zijn expansies zeer avontuurlijke expedities van elite. Een voorbeeld zijn de elite die op de boot stappen naar Sicilië. Dit is weer wat anders dan een koning die zijn gebied wil uitbreiden. Expansie is ook als onvrije boeren hun hele boeltje oppakken en trekken naar Polen, Oekraïne of Oost-Duitsland. Ze trekken daar heen omdat daar een gunstigere levensvoorwaarde was voor boerenbedrijfjes. 7 Denk maar aan de Ierse kloosters. Wat ook expansie is, is alle contact uit de steden in de wereld kunnen bereiken. Kortom expansie is commercie. Tenslotte is het ook ontginning van bijvoorbeeld de bodem. Dus: A. Wat betekend de term? B. Je moet je afvragen heeft het wel zin om een woord te gebruiken of om al deze begrippen te gebruiken. Motieven Problemen 1. niet iedereen heeft de zelfde motieven. Deze kunnen zowel van economische als van politieke aard zijn. 2. Bijna iedereen heeft bij verschillende handelingen meerdere motieven. 3. Wij merken dat als je iets doet, je motieven veranderen. 4. Kennen wij onze eigen motieven wel? Uit psychologisch onderzoek blijkt dat mensen over hun motieven moeten nadenken. Je hebt altijd een dieper motief. 5. Wij zijn geweldige leugenaars. We geven elkaar voortdurend valse motieven.