Opdrachtkaart Naam: Klas: Opdracht 1a Het verschil tussen de de rivier en het kanaal: De rivier komt op de volgende manier aan zijn vorm: Dit noem je ook wel: Opdracht 2 Van Anne’s huis naar het huis van oom Jan is het: meter Deze afstand is korter: Opdracht 3 Namen van de wegen: Aan deze kant van de dijk vind je de meeste huizen: Het gebied tussen de rivier en de dijk heet: Het gebied waar mensen wonen heet: Het gebied waar weilanden achter de dijken liggen heten: Je vindt hier de volgende soorten bedrijven: Die vind je daar omdat: Opdracht 4 Bij deze plaats loopt de grens van het Romeinse Rijk niet meer langs de Rijn: Opdracht 5 De rivier loopt naar de plaats: Naam van de kade bij de loep: De plaats heet: Je kunt over de loop van De Rijn tijdens de Romeinse Tijd het volgende zeggen: