2_03_005 Faseverschil tussen stroom en spanning. Voor een spoel: Z Impedantie: =50 Ohm LEICIER L E[=U] I voor een poel spanning, 90graden voor op de stroom stroom. 90graden na op de spanning. I=U/Z 200/50=4 A. UR=I*R 4*30= 120V UL=I*Xl 4*40= 160V Samen 280V Hoger als aangelegde spanning, door de fasedraaiing. 2_03_005 Faseverschil tussen stroom en spanning. De spanningen staan ZO!!! 001 Bij een bepaalde frequentie is XL 400 Ohm. Als de frequentie wordt verdubbeld , dan wordt de impedantie Z ongeveer: a 1100 Ohm b 700 Ohm c 850 Ohm d 500 Ohm Dus met de Stelling van Pythagoras zijn de verhoudingen weer te zien. 002 In de schakeling is de wisselstroom 0.5 Ampere. De aangesloten spanning is? a b c d P = UxI = 120 x 4 P = [UxU]/R = [120x120]/30 P =[IxI] xR = [4x4] x30 25 V 15 V 20 V 35 V = 480W = 480 W =480 W Een L neemt geen vermogen op!! 003 Als de frequentie wordt verdrievoudigd, dan wordt de ingangsimpedantie? a b c d 400 Ohm 1800 Ohm 1000 Ohm 1400 Ohm