4.1 van stad tot wereldrijk Het ontstaan van Rome Hoe en wanneer Rome is ontstaan, weten we niet precies, maar archeologen hebben er resten van landbouwdorpen gevonden uit omstreeks 750 v.C. deze dorpen groeiden naar elkaar toe en werden uiteindelijk een stad. Rome is gebouwt. Het ontstaansgeschiedenis van Rome Toen Rome een belangrijke stadstaat was geworden, vonden de romeinen dat hun stad een roemrijkere ontstaansgeschiedenis moest hebben, er ontstonden toen veel verhalen. Heel popuplair was het verhaal van Romulus en Remus uit omstreeks 200 v.C. Het gaat over een koning die heet Numitor een wolvin vindt de babytweeling Romulus en Remus in een mandje aan de oever van de rivier de Tiber. Ze zoogt de baby's met haar eigen melk. Zo overleven Romulus en Remus. En later vindt een herder de baby's. Die voedt ze op als zijn eigen kinderen. Aan de rivier de Tiber, waar de wolvin de tweeling vond, bouwen Romulus en Remus later een stad. En die stad noemen ze Rome. Het werd het officiële stichtingsverhaal van Rome. Het bestuur van Rome Vanaf de stichting van Rome was Rome een koningkrijk, maar na problemen met koning Tarquinus Superbus werdt Rome in 509 v.C. republiek. Voor het bestuur koos de romeinse volksvergadering 2 mannen die consult werden genoemd, zij werden bij hun taak geholpen door senatoren. De gallische oorlogen De Gallische Oorlogen waren een reeks van veldtochten die gevoerd werden door de Romeinse onsul Julius Caesar tegen verschillende Gallische stammen. Het duurde van 58 v.Chr. tot 51 v.Chr. De Romeinen vielen ook Britannia en Germanië aan, maar deze expedities ontwikkelden zich nooit tot zeer grote invasies. De Gallische Oorlog mondde uit in de beslissende Slag bij Alesia in 52 v.Chr., waarin een complete Romeinse overwinning resulteerde in de uitbreiding van de Romeinse Republiek over heel Gallië. De oorlog maakte de weg vrij voor Julius Caesar om de enige heerser van de Romeinse Republiek te worden. Hoewel Caesar deze invasie portretteerde als een defensieve, preventieve actie, zijn de meeste historici het eens dat de oorlog in de eerste plaats werd gevochten om Caesars politieke carrière te stimuleren en om zijn enorme schulden af te betalen. Toch was Gallië van een groot militair belang voor de Romeinen, want ze waren al verschillende keren aangevallen door inheemse stammen beiden zowel van Gallië en van verder naar het noorden. Het veroveren van Gallië stond Rome toe om de natuurlijke grens van de Rijn te beveiligen. Deze veldtocht wordt beschreven door Julius Caesar zelf in zijn boek Commentarii de Bello Gallico, dat de belangrijkste historische bron van het conflict is. Dit boek is ook een meesterwerk van politieke propaganda, want Caesar was zeer geïnteresseerd in het manipuleren van zijn lezers in Rome om hem te steunen. In 218 v.C De romeinen begonnen met veroveringen van gebieden in Oost-Spanje (Carthago liet het er niet bij zitten, Generaal Hannibal trok met een leger met 37 olifanten langs de kust. Daarna ging hij via de Alpen Italië binnen, waar hij zich oprukte tot aan de stadsmuren van Rome. Met veel moeite wisten de Romeinen de Carthagers te verslaan) Tussen 350 en 270 v.C. In 241 v.C In 146 v.C. De romeinen veroverden bijna het hele vaste land van Italië. Rome bemachtigde Sicilië na een lange en felle strijd. Een Romeins leger veroverde Carthago en verwoestte. De Carthaagse gebieden werden deel van het romeinse rijk, het Imperium Romanum. 4.2 De romeinse samenleving Arm en Rijk De patriciërs waren de rijkste, in Rome ook wel de bestuurders. Zij kozen namelijk de senatoren en consuls. De patriciërs bepalen ook wat er in de rest van het land gebeurt. Arme mensen in Rome werden proletariërs genoemd, ze hadden meestal alleen in een kazerne 1 kamer met strozakken als bed en een emmer als wc. Sommige patriciërs dachten daardoor dat ze in opstand zouden komen. Ze hielden hun daarom tevreden met brood en spelen Je kon jezelf opgeven als slaaf als je geen geld meer had het geld wat je kreeg was afhankelijk van wat je kon,was je leraar dan verdiende je meer dan tuinman.vrouwen waren meestal voor het huishouden. Slaven werden vaak slecht behandeld maar somige ook beter dan arme mensen in Rome. boeren Het Romeinse Rijk leeft eigenlijk van de landbouw. De schrijver Cato schreef: Uit de boeren komen de stoerste mannen en de flinkste soldaten voort, het werk dat zij doen is het eerlijkste en het beste waar je geld mee kunt verdienen. De boer moet daarom ruimschoots geacht en geprezen worden. Als boer had je het niet super slecht. Je kon bijvoorbeeld belasting met graan of andere landbouwproducten betalen. Ook leefden de mensen in de stad van landbouw dus je verdiende ook niet slecht. In de landbouwstedelijke samenleving van het Romeinse rijk was de stad het centrum van de handel. Toch waren er grote economische verschillen. Als boer had je een groot probleem als je oogst mislukte, dat kan je veel geld kosten. De arme boeren gingen naar de stad. De arme stedelingen waren afhankelijk van de rijken, die zorgde dat ze een baan kregen en dus ook geld om van te leven. Een groot deel van de bevolking was toen slaaf zoals: de buitenlanders (zij hadden daar niks te zeggen), slaven, Romeinen (ze hadden niet genoeg geld en de enige manier om voor hun familie te zorgen was zichzelf of hun kinderen als slaaf aan te bieden. Spartacus Spartacus was hulpsoldaat in het romeinse leger. Toen hij daarna ging roven, werd hij door de Romeinen opgepakt en veroordeeld tot slavernij. Hij werd verkocht aan een gladiatorenschool in Capua. In 73 v.C. wist hij te ontsnappen met 70 medegladiotoren.Met een verassings aanval wist hij het leger te verslaan. Tot schande van de romeinen maakte Spartacus hun onderscheidingstekenen buit, waaronder een adelaar. Maar toen zette Rome nieuwe legioenen in onder leiding van generaal crassus. Hij joeg het slavenleger naar het Zuiden van Italie waarbij de slaven heel wat verliezen moesten incasseren maar ze gaven niet op! In de zuidpunt van Italie werden de slaven uit elkaar geslagen. In bendes plunderden ze het land, maar de bendes werden één voor één vernietigt noor de Romeinen. In een van deze gevechten stierf ook Spartacus, die had besloten te vechten tot de dood. Zijn lichaam werd nooit gevonden. De Romeinen hielden 6000 slaven levend voor een afschrikwekkend spektakel. Langs de weg van Capua naar Rome werd om de 100 passen een slaaf vastgespijkerd aan een houten kruis. De lichamen bleven hangen tot ze dood en verrot waren.