Opstel geschiedenis Van oudheid naar middeleeuwen Waarom wordt er gezegd dat in 500 een nieuwe tijd aanbrak? Hedendaagse geschiedenisboeken leren ons dat in 500 een nieuwe tijd aanbrak, namelijk de middeleeuwen. Maar is het terecht dat historici in 500 een streep hebben getrokken tussen de oudheid en de middeleeuwen? De Italiaanse humanisten hebben ooit de term ‘middeleeuwen’ bedacht. Zij leefden in de tijd na de middeleeuwen, de Renaissance. Zij waren geboeid door de klassieke oudheid, een bloeitijd, en wilden in de Renaissance daar naar terug. De tijd tussen hun tijd en hun ideaalbeeld vonden zij maar barbaars. Dat kan best kloppen, want prachtige Romeinse gebouwen zijn verwoest, de Franken vonden een nieuwe bouwstijl uit die totaal anders was dan de stijl van de Romeinen en Grieken en Romeinse boeken werden teruggevonden onder het stof en vuil. De mensen moesten weer noodgedwongen terug naar landbouw, bij gebrek aan handel, die was verdwenen. Dat zij de middeleeuwen barbaars vonden, is wel duidelijk. Zodoende komen ze aan de term middeleeuwen: een tussenperiode. Maar vanaf wanneer begon die tussenperiode? De breuk is in 500 gelegd. Basis hiervan ligt waarschijnlijk bij de val van het West Romeinse Rijk, in 476 na Christus. Door deze discontinuïteit, dingen veranderen, begonnen de middeleeuwen. Een andere discontinuïteit hangt hier sterk mee samen: de verdwijning van de ooit zo levendige handel in het Romeinse rijk. In de oudheid leefden mensen van de landbouw en van de nijverheid en handel in de grote steden, bijvoorbeeld de miljoenenstad Rome. Maar als de handel verdwijnt en de elite trekt weg uit de stad, moesten mensen wel terug op de landbouw als enige middel van bestaan. Ook deze discontinuïteit wijdde de middeleeuwen in. Dit lijkt allemaal heel duidelijk en logisch. Maar het grote probleem is nu dat deze discontinuïteiten al veel langer aan de gang waren dan vanaf 500. De oorzaak hiervan ligt bij de volkeren van Noordwest Europa, bijvoorbeeld de Germanen. Zij vonden het nodig om met zijn allen naar het Romeinse Rijk te verhuizen en eigen koninkrijkjes te stichtten. Hierdoor verbrokkelde het Romeinse Rijk en verslechterde de economie door verminderde inkomsten uit belastingen, waardoor het Rijk uiteindelijk ten val kwam. Als we dit zo horen, moeten we eigenlijk de scheidslijn eerder plaatsen dan 500, namelijk al in de 4de eeuw, toen deze volksverhuizingen zijn begonnen. Tot zover de discontinuïteiten. Er waren ook nog veel continuïteiten, dingen die hetzelfde bleven, veel meer dan alles wat veranderde. Zo bleef het christendom de voornaamste godsdienst. Sterker nog, deze kreeg alleen maar meer aanhangers. Ook bleven nog verscheidene Romeinse gebruiken intact, zoals hun belastingsysteem en de manier van rechtspreken. Ook bleef het Oost-Romeinse Rijk nog wel intact, tot in de 11de eeuw. Veel bleef nog gewoon hetzelfde. Hierdoor zou je juist kunnen zeggen dat de breuk in 500 onterecht is. Als we kijken naar wat de middeleeuwers er zelf van vonden, komen we op een verrassend element: sommige volkeren zien zichzelf als opvolgers van de Romeinen. Dit waren de Franken. Zij zagen zichzelf als opvolgers van de Romeinen uit de oudheid en ze vonden ook dat hun keizer gelijk stond aan keizer augustus, de eerste Romeinse keizer. Zij leggen de breuk dus helemaal niet in 500, maar nog veel later. De Franken die dit gezegd hebben, leefden in 800 na christus. De breuk zou, als je het hun zou vragen, waarschijnlijk onterecht zijn. Een Romeinse schrijver, Augustinus, vond in 426 juist wel dat er een breuk was. Hij zag dat het Romeinse Rijk aan het veranderen was en dat het einde nabij was. Hij bedoelde wel het einde van het aardse rijk, maar had wel door dat veranderingen leidden tot iets nieuws. Hij heeft dus voor een deel gelijk gekregen, het einde van zijn tijd was inderdaad nabij. Maar dat was dus wel al in gang gezet. Moeten we nu de breuk zo laten, naar voren plaatsen, of juist naar achteren? De scheidslijn naar achteren plaatsen vind ik niet. Het einde van het West-Romeinse Rijk is wel van enorme betekenis geweest. Hierdoor veranderde er veel. Erg belangrijk vind ik de ontwikkeling van het hofstelsel. Dit was zo’n andere manier van leven dan in de oudheid, dat je er wel een streep tussen kunt zetten. Het hofstelsel is ontstaan door de val van het West-Romeinse Rijk, dus in dat geval is 500 wel terecht. Naar voren plaatsen vind ik moeilijker. De volksverhuizingen waren al wel in gang gezet voor 500. Maar wanneer begonnen die dan precies? Ook weer niet zoveel eerder, maar een jaar of 100. Laten we maar gewoon de breuk bij 500 houden. Maar dan moeten er wel nuanceringen in de hedendaagse geschiedenisboeken komen. Want het hele probleem van de breuk in 500 staat er dus niet in.