DEEL 1 Hoofdstuk 1 De Verenigde Naties: organisatiestructuur DE VERENIGDE NATIES: ORGANISATIESTRUCTUUR De naam 'Verenigde Naties' werd bedacht door Franklin D. Roosevelt, president van de Verenigde Staten, en werd voor het eerst gebruikt in de Verklaring der Verenigde Naties van 1 januari 1942 – ten tijde van de Tweede Wereldoorlog – waarin vertegenwoordigers van 26 naties namens hun regeringen verklaarden de gezamenlijke strijd tegen de As-mogendheden te willen voortzetten. Al eerder hadden staten internationale organisaties gevormd om op specifieke terreinen samen te werken. Zo werd in 1865 de Internationale Telecommunicatie-unie opgericht (destijds Internationale Telegraafunie geheten) en enkele jaren later, in 1874, de Wereldpostunie. Beide organisaties zijn nu gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties. In 1899 had de eerste Internationale Haagse Vredesconferentie plaats. In Den Haag werden instrumenten ontwikkeld om crises vreedzaam te beslechten, oorlogen te voorkomen en rechtsregels inzake oorlogsvoering vast te leggen. Tijdens deze conferentie werd het Verdrag inzake de vreedzame oplossing van internationale geschillen aanvaard, en ook ging men over tot instelling van het Permanent Hof van Arbitrage, dat zijn werkzaamheden aanving in 1902. Voorloper van de Verenigde Naties was de Volkenbond, een organisatie die in 1919 naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog krachtens het Verdrag van Versailles het licht zag onder gelijksoortige omstandigheden als later de VN. De Volkenbond werd opgericht 'ter bevordering van de internationale samenwerking en ter verzekering van vrede en veiligheid onder de volken'. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) kwam eveneens tot stand met de aanvaarding van het Verdrag van Versailles, en wel als een nevenorganisatie van de Volkenbond. De Volkenbond staakte zijn activiteiten nadat hij er niet in was geslaagd de Tweede Wereldoorlog te voorkomen. In 1945 kwamen vertegenwoordigers van 50 landen samen in San Francisco voor de Conferentie der Verenigde Naties inzake Internationale Organisatie om het Handvest van de Verenigde Naties op te stellen. De afgevaardigden voerden besprekingen op basis van voorstellen die vertegenwoordigers van China, de SovjetUnie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in de nazomer van 1944 in Dumbarton Oaks (bij Washington D.C.) hadden uitgewerkt. De vertegenwoordigers van de 50 deelnemende landen ondertekenden het Handvest op 26 juni 1945. Polen was niet aanwezig op de Conferentie, maar ondertekende het Handvest later en werd alsnog een van de oorspronkelijke 51 lidstaten. De Verenigde Naties ging officieel van start op 24 oktober 1945, toen het Handvest was geratificeerd door China, Frankrijk, de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en door een meerderheid van de overige ondertekenaars. Sedert die datum wordt 24 oktober elk jaar gevierd als Dag van de Verenigde Naties. Het Handvest van de Verenigde Naties Het Handvest van de Verenigde Naties legt de grondslag van de Organisatie. Het bepaalt de rechten en plichten van lidstaten en stelt de organen en procedures van de Verenigde Naties vast. Als internationaal verdrag codificeert het Handvest op internationaal niveau de voornaamste beginselen inzake internationale betrekkingen – van de soevereine gelijkwaardigheid van staten tot het verbod op het gebruik van geweld in internationale relaties. Preambule van het Handvest De Preambule van het Handvest verwoordt de idealen en gemeenschappelijke doelstellingen van alle volken wier regeringen zich hebben verenigd om samen de Verenigde Naties te vormen: “WIJ, VOLKEN VAN DE VERENIGDE NATIES, VASTBESLOTEN komende geslachten te behoeden voor de gesel van de oorlog, die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed over de mensheid heeft gebracht, en opnieuw ons vertrouwen te bevestigen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de mens, in gelijke rechten voor mannen en vrouwen, alsmede voor kleine en grote naties, en omstandigheden te scheppen waaronder gerechtigheid, alsmede eerbied voor uit verdragen en andere bronnen van internationaal recht voortvloeiende verplichtingen kunnen worden gehandhaafd, en sociale vooruitgang en hogere levensstandaarden in grotere vrijheid te bevorderen, “EN TE DIEN EINDE verdraagzaamheid te betrachten en in vrede met elkander te leven als goede naburen, en onze krachten te bundelen ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid, en door het aanvaarden van beginselen en het invoeren van methodes te verzekeren dat wapengeweld niet zal worden gebruikt behalve in het algemeen belang, en gebruik te maken van internationale instellingen voor de bevordering van economische en sociale vooruitgang van alle volken, "HEBBEN BESLOTEN ONZE INSPANNINGEN TE VERENIGEN OM DEZE DOELEINDEN TE VERWEZENLIJKEN. Dienovereenkomstig hebben onze onderscheiden regeringen, door tussenkomst van hun in de stad San Francisco bijeengekomen vertegenwoordigers, die hun volmachten hebben overgelegd, welke in goede orde zijn bevonden, overeenstemming bereikt over dit Handvest van de Verenigde Naties en richten zij hierbij een internationale organisatie op die de naam zal dragen van de Verenigde Naties.” [inzet pagina 5] Amendementen van het Handvest van de Verenigde Naties Het Handvest kan worden geamendeerd door een tweederde meerderheid van de leden van de Algemene Vergadering en na ratificatie door twee derde van de lidstaten, met inbegrip van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad. Tot op heden zijn vier artikelen van het Handvest gewijzigd, één daarvan tweemaal. In 1965 werd het aantal leden van de Veiligheidsraad verhoogd van 11 naar 15 (artikel 23) en het aantal voorstemmen nodig voor een besluit ging van zeven naar negen, met inbegrip van de voorstemmen van alle vijf permanente leden voor niet-procedurekwesties (artikel 27); In 1965 werd het aantal leden van de Economische en Sociale Raad verhoogd van 18 naar 27 leden, en in 1973 nogmaals verruimd tot 54 (artikel 61); In 1968 werd het aantal stemmen van de Veiligheidsraad, nodig voor het bijeenroepen van een Algemene Conferentie ter herziening van het Handvest, verhoogd van zeven naar negen (artikel 109). Doelstellingen en beginselen De in het Handvest uiteengezette doelstellingen van de Verenigde Naties zijn: handhaving van de internationale vrede en veiligheid; ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen landen op basis van eerbied voor het beginsel van gelijke rechten en zelfbeschikking van volken; samenwerking bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele en humanitaire aard, alsmede het bevorderen van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; optreden als centrum voor de onderlinge afstemming van het optreden van naties ter verwezenlijking van deze gemeenschappelijke doelstellingen. De Verenigde Naties handelt overeenkomstig de volgende beginselen: ● ● ● ● ● ● de Organisatie is gegrond op het beginsel van de soevereine gelijkheid van al haar leden; leden dienen hun uit het Handvest voortvloeiende verplichtingen te goeder trouw na te komen; leden dienen hun internationale geschillen langs vreedzame weg op te lossen, zonder de internationale vrede en veiligheid of de gerechtigheid in gevaar te brengen; leden onthouden zich in hun internationale betrekkingen van dreiging met of gebruik van geweld tegen andere staten; leden dienen de Verenigde Naties volledige bijstand te verlenen bij elk optreden waartoe de Organisatie krachtens het Handvest overgaat; geen enkele bepaling van het Handvest machtigt de Verenigde Naties op te treden bij aangelegenheden die wezenlijk onder de nationale rechtsmacht van een staat vallen. Lidmaatschap Het lidmaatschap van de Verenigde Naties staat open voor alle vredelievende staten die de verplichtingen vervat in het VN-Handvest aanvaarden en die naar het oordeel van de Organisatie in staat en bereid zijn deze verplichtingen na te komen (zie blz. 289 voor de volledige lijst van lidstaten). De Algemene Vergadering beslist – op aanbeveling van de Veiligheidsraad – over de toelating van nieuwe lidstaten. Het Handvest voorziet in de mogelijkheid van schorsing of uitstoting van een lidstaat op grond van schending van de in het Handvest vervatte beginselen. Zo'n maatregel is echter nooit getroffen. Officiële talen Krachtens het Handvest zijn de officiële talen van de Verenigde Naties het Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans. Het Arabisch werd toegevoegd als een officiële taal voor de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad en de Economische en Sociale Raad. Structuur van de organisatie Het Handvest heeft zes hoofdorganen van de Verenigde Naties ingesteld: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, de Trustschapsraad, het Internationaal Gerechtshof en het Secretariaat. De 'VN-familie' is echter veel groter en omvat 15 gespecialiseerde agentschappen en verscheidene programma's en organisaties (zie blz. 36 en het schema op blz. 22-23). Algemene Vergadering De Algemene Vergadering is het belangrijkste overlegorgaan en omvat de vertegenwoordigers van alle lidstaten, die elk één stem hebben. Besluiten in belangrijke zaken – zoals kwesties betreffende vrede en veiligheid, de toelating van nieuwe leden en begrotingsvraagstukken – vergen een tweederde meerderheid. Besluiten in andere kwesties neemt de Vergadering met een gewone meerderheid van stemmen. Functies en bevoegdheden Krachtens het Handvest heeft de Algemene Vergadering de volgende functies en bevoegdheden: ● ● ● ● ● ● ● ● aanbevelingen overwegen en uitbrengen aangaande samenwerking bij het handhaven van internationale vrede en veiligheid, met inbegrip van beginselen voor ontwapening en wapenbeheersing; alle vraagstukken bespreken in verband met de handhaving van de internationale vrede en veiligheid en daarover aanbevelingen doen, behalve als een dergelijke kwestie in behandeling is bij de Veiligheidsraad;1 besprekingen voeren en aanbevelingen doen – onder hetzelfde voorbehoud – over alle vraagstukken die binnen het kader van het Handvest vallen of die betrekking hebben op de bevoegdheden en functies van VN-organen; studies verrichten en aanbevelingen doen ter bevordering van internationale samenwerking op politiek gebied en bij de ontwikkeling en codificatie van het internationaal recht; de verwezenlijking van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden voor iedereen; en internationale samenwerking op economisch, sociaal en cultureel vlak en op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg; maatregelen aanbevelen voor de vreedzame regeling van situaties – hoe die ook zijn ontstaan – die de vriendschappelijke betrekkingen tussen naties kunnen schaden; verslagen van de Veiligheidsraad en andere VN-organen ontvangen en bespreken; de begroting van de Verenigde Naties behandelen en goedkeuren, en de financiële bijdragen van de lidstaten berekenen; het verkiezen van de niet-permanente leden van de Veiligheidsraad, van de leden van de Economische en Sociale Raad en van de gekozen leden van de Trustschapsraad; het verkiezen – in overleg met de Veiligheidsraad – van de rechters van het Internationaal Gerechtshof; het benoemen, op aanbeveling van de Veiligheidsraad, van de Secretaris-Generaal. Zittingen 1 Krachtens de in november 1950 door de Algemene Vergadering aangenomen resolutie Uniting for Peace kan de Vergadering maatregelen treffen indien de Veiligheidsraad, bij gebrek aan eensgezindheid onder de permanente leden, niet kan optreden in een situatie waar een bedreiging van de vrede, een inbreuk op de vrede of een daad van agressie lijkt te ontstaan. De Vergadering is gemachtigd de zaak onmiddellijk in behandeling te nemen teneinde aanbevelingen te doen aan de leden voor collectieve maatregelen, eventueel met inbegrip – ingeval van een inbreuk op de vrede of een daad van agressie – van het gebruik van wapengeweld, indien dit noodzakelijk is voor de handhaving of het herstel van de internationale vrede en veiligheid. De jaarlijkse gewone zitting van de Algemene Vergadering begint meestal in september. De zitting van 20002001 is bijvoorbeeld de vijfenvijftigste reguliere zitting van de Algemene Vergadering. Aan het begin van elke gewone zitting kiest de Vergadering een nieuwe voorzitter, 21 ondervoorzitters en de voorzitters van de zes Hoofdcommissies. Om een billijke geografische spreiding te garanderen, rouleert het voorzitterschap elk jaar tussen de volgende vijf groepen van staten: Afrikaanse, Aziatische, Oost-Europese, LatijnsAmerikaanse/Caribische en West-Europese en overige staten. Voorts kunnen bijzondere zittingen worden bijeengeroepen op verzoek van de Veiligheidsraad, van een meerderheid van VN-lidstaten, of van één lid, mits een meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt. Bijzondere spoedzittingen kunnen worden bijeengeroepen binnen een etmaal volgend op het verzoek van de Veiligheidsraad (ingediend door negen willekeurige leden), van een meerderheid van de VN-lidstaten of van één lid, indien de meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt. Aan het begin van elke gewone zitting opent de Vergadering een algemeen debat, vaak met toespraken van staatshoofden en regeringsleiders, waarin de leden uitdrukking geven aan hun standpunten rond urgente internationale kwesties. De meeste vragen worden vervolgens besproken in haar zes Hoofdcommissies: ● ● ● ● ● ● Eerste Commissie (ontwapening en internationale veiligheid) Tweede Commissie (economie en financiën) Derde Commissie (sociale, humanitaire en culturele zaken) Vierde Commissie (speciale politieke zaken en dekolonisatie) Vijfde Commissie (administratieve zaken en begroting) Zesde Commissie (juridische aangelegenheden) Sommige vraagstukken worden uitsluitend behandeld tijdens plenaire zittingen en niet in een hoofdcommissie. Over alle kwesties wordt gestemd tijdens plenaire zittingen, die doorgaans plaatsvinden tegen het einde van de gewone zitting, nadat de commissies hun onderzoek omtrent de hun toegewezen kwesties hebben afgerond en ontwerp-resoluties hebben ingediend bij de plenaire Vergadering. In de commissies stemt men bij eenvoudige meerderheid van stemmen. Tijdens plenaire zittingen kunnen resoluties bij acclamatie, zonder tegenwerping of zonder stemming worden aangenomen, en ook door geregistreerde stemming of stemming met naamafroeping. Hoewel de besluiten van de Vergadering juridisch gezien niet bindend zijn voor regeringen, vertegenwoordigen zij toch het gewicht van de wereldopinie en daarmee het morele gezag van de internationale gemeenschap. De rest van het jaar vloeien de werkzaamheden van de VN grotendeels voort uit de besluiten van de Algemene Vergadering, dat wil zeggen uit de wil van de meerderheid van de leden, zoals die tot uitdrukking komt in de door de Vergadering aangenomen resoluties. Deze werkzaamheden worden verricht: ● ● ● door commissies en andere organen die de Vergadering opricht om specifieke kwesties zoals ontwapening, handhaving van de vrede, ontwikkeling en mensenrechten te onderzoeken en daarover verslag uit te brengen; tijdens door de Vergadering bijeengeroepen internationale conferenties; door het Secretariaat van de Verenigde Naties: de Secretaris-Generaal en zijn staf van internationale ambtenaren. Veiligheidsraad Het Handvest legt de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de internationale vrede en veiligheid in de eerste plaats bij de Veiligheidsraad. De Raad telt 15 leden: vijf permanente leden (China, Frankrijk, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en 10 leden die door de Algemene Vergadering worden gekozen voor een periode van twee jaar. Elk lid van de Raad heeft één stem. Besluiten over procedurekwesties kan de Veiligheidsraad nemen indien minstens negen van de vijftien leden vóór stemmen. Besluiten over inhoudelijke zaken worden genomen indien negen leden, waaronder alle permanente leden, vóór stemmen. Dit is de regel van de ‘unanimiteit van de grote mogendheden’, vaak ook het vetorecht genoemd. Als een permanent lid niet akkoord gaat met een besluit, kan het een negatieve stem uitbrengen en daarmee zijn veto uitspreken. Alle vijf permanente leden hebben ooit gebruik gemaakt van dit recht. Een permanent lid dat een bepaald besluit niet steunt, maar het anderzijds niet wil tegenhouden met een veto, kan zich onthouden van stemming. Krachtens het Handvest komen de leden van de Verenigde Naties overeen de besluiten van de Veiligheidsraad te aanvaarden en uit te voeren. Terwijl andere VN-organen alleen aanbevelingen doen aan regeringen, heeft de Veiligheidsraad de bevoegdheid besluiten te nemen die de leden krachtens het Handvest verplicht moeten uitvoeren. Functies en bevoegdheden Het Handvest formuleert de volgende functies en bevoegdheden van de Veiligheidsraad: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● de internationale vrede en veiligheid handhaven krachtens de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties; alle geschillen en situaties onderzoeken die kunnen leiden tot internationale wrijving; aanbevelingen doen omtrent methodes om geschillen te beslechten of omtrent de voorwaarden voor een schikking; plannen opstellen om te komen tot een stelsel van wapenbeheersing; vaststellen of er sprake is van een bedreiging van de vrede of een daad van agressie, en te nemen maatregelen aanbevelen; leden oproepen over te gaan tot economische sancties en andere geweldloze maatregelen om agressie te vermijden of te beëindigen; overgaan tot militair optreden tegen een agressor; de toetreding van nieuwe leden aanbevelen; trustschapstaken van de Verenigde Naties in ‘strategische gebieden’ uitoefenen; aanbevelingen doen aan de Algemene Vergadering in verband met de benoeming van de SecretarisGeneraal en het verkiezen, samen met de Algemene Vergadering, van de rechters van het Internationaal Gerechtshof. De Veiligheidsraad is zo georganiseerd dat hij voortdurend kan functioneren. Zo moet ieder lid van de Veiligheidsraad te allen tijde vertegenwoordigd zijn bij de hoofdzetel van de Verenigde Naties. De Raad kan ook elders bijeenkomen. Zo was er in 1972 een zitting in Addis Abeba, in 1973 in Panama-Stad en in 1990 kwam de Raad bijeen in Genève. Wanneer de Raad een klacht betreffende een bedreiging van de vrede krijgt voorgelegd, roept hij de betrokken partijen meestal eerst op om op vreedzame wijze tot een vergelijk te komen. In bepaalde gevallen stelt de Raad een onderzoek in en treedt zelf op als bemiddelaar. De Raad kan ook de uitgangspunten voor een vreedzame regeling formuleren. In sommige gevallen kan hij zelf overgaan tot feitenonderzoek en bemiddeling. Ook kan de Veiligheidsraad een missie opzetten, bijzondere vertegenwoordigers benoemen of de goede diensten van de Secretaris-Generaal inroepen. Wanneer een geschil leidt tot wapengeweld, dan is het de eerste zorg van de Raad om daaraan zo snel mogelijk een einde te maken. De Raad kan met het oog op een staakt-het-vuren bevelen uitvaardigen die een belangrijke rol kunnen vervullen bij het beteugelen van vijandelijkheden. De Raad kan ook militaire waarnemers of een vredesmacht uitzenden om spanningen te temperen, tegenstanders uit elkaar te houden en een klimaat te scheppen waarin men kan komen tot vreedzame regelingen. Krachtens Hoofdstuk VII van het Handvest kan de Raad besluiten tot dwangmaatregelen, waaronder economische sancties (zoals handelsembargo’s), wapenembargo's of gezamenlijk militair optreden (zie hoofdstuk 2). De Veiligheidsraad heeft twee Internationale Straftribunalen in het leven geroepen om misdaden tegen de menselijkheid te vervolgen die werden gepleegd in het voormalige Joegoslavië en in Rwanda (zie blz. 35). Beide Tribunalen zijn hulporganen van de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad stelde na de Golfoorlog UNSCOM (Speciale Commissie van de VN) in om de daadwerkelijke vernietiging te onderzoeken van Iraks wapens voor massavernietiging. De taken van UNSCOM werden overgedragen aan UNMOVIC – de VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en Inspectie – die de Raad in 2000 instelde (zie Hfst 2, blz. 101). Een werkgroep van de Algemene Vergadering buigt zich sinds 1993 over een mogelijke hervorming van de Veiligheidsraad, vooral met betrekking tot een billijke vertegenwoordiging en een uitbreiding van het aantal leden. Economische en Sociale Raad De Economische en Sociale Raad werd krachtens het Handvest opgericht als het coördinerend orgaan voor de economische en sociale werkzaamheden van de Verenigde Naties, haar gespecialiseerde organisaties en andere VN-instellingen – samen veelal de ‘familie van VN-organisaties’ genoemd (zie blz. 49). De Raad telt 54 leden met elk een ambtstermijn van drie jaar. De Economische en Sociale Raad besluit bij gewone meerderheid; elk lid heeft één stem. Functies en bevoegdheden De functies en bevoegdheden van de Economische en Sociale Raad zijn: ● ● ● ● ● dienen als centraal platform voor het bespreken van internationale economische en sociale aangelegenheden en voor het formuleren van beleidsaanbevelingen, gericht aan de lidstaten en aan het VN-systeem als geheel; studies en rapporten maken of initiëren, en aanbevelingen doen over internationale economische, sociale en culturele kwesties en over vraagstukken rond onderwijs en gezondheid; eerbiediging en inachtneming bevorderen van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; internationale conferenties over economische, sociale en aanverwante aangelegenheden (helpen) voorbereiden en organiseren, en instaan voor een gecoördineerde follow-up van die conferenties; de werkzaamheden van gespecialiseerde organisaties coördineren door middel van overleg met en aanbevelingen aan deze organisaties en middels aanbevelingen aan de Algemene Vergadering; Het diepgaand overleg over internationale economische en sociale vraagstukken, en de beleidsaanbevelingen die het orgaan doet, maken dat ECOSOC een belangrijke rol speelt in het stimuleren van internationale samenwerking op ontwikkelingsgebied en in het bepalen van prioriteiten bij de invulling van die samenwerking. Zittingen De Economische en Sociale Raad houdt jaarlijks verscheidene korte werkzittingen over de praktische organisatie van de werkzaamheden en verder één grote zitting van vier weken – afwisselend in New York en Genève – over zaken van inhoudelijke aard. De grote zitting omvat een speciale vergadering op het hoogste niveau met ministers en hoge ambtenaren, waar men belangrijke economische, sociale en humanitaire kwesties bespreekt. Het uitvoerende werk van de Raad heeft plaats in zijn interne en verbonden instanties. Interne en verbonden organen De interne organen binnen de Economische en Sociale Raad zijn: ● negen functionele commissies – overlegorganen die aanbevelingen moeten overwegen en formuleren over kwesties die onder hun verantwoordelijkheid en expertise vallen. Het betreft de Statistische Commissie (zie hoofdstuk 3, blz. 155), de Commissie Bevolking en Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 176), de Commissie Sociale Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 159), de Mensenrechtencommissie (zie hoofdstuk 4, blz. 223), de Commissie voor de Status van de Vrouw (zie hoofdstuk 3, blz. 179 en hoofdstuk 4, blz. 234), de Commissie Verdovende Middelen (zie hoofdstuk 3, blz. 189), de Commissie Misdaadpreventie en Strafrecht (zie hoofdstuk 3, blz. 189), de Commissie Wetenschap en Technologie inzake Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 156) en de Commissie Duurzame Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 196); ● vijf regionale commissies: de Economische Commissie voor Afrika (Addis Abeba, Ethiopië), de Economische en Sociale Commissie voor Azië en het Stille-Oceaangebied (Bangkok, Thailand), de Economische Commissie voor Europa (Genève, Zwitserland), de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (Santiago, Chili) en de Economische en Sociale commissie voor West-Azië (Beiroet, Libanon) (zie ook blz. 32). ● vijf vaste comités en organen van deskundigen: het Comité voor Programma en Coördinatie, het Comité voor Menselijke Nederzettingen, het Comité voor Niet-gouvernementele Organisaties, het Comité voor Onderhandelingen met Intergouvernementele Organisaties en het Comité voor Energie en Natuurlijke Hulpbronnen; ● een aantal organen van deskundigen belast met kwesties als ontwikkelingsplanning, natuurlijke hulpbronnen, en economische, sociale en culturele rechten; De Raad werkt ook samen met – en coördineert tot op zekere hoogte de werkzaamheden van – VN-programma's (zoals UNDP, UNEP, UNICEF en UNFPA) en gespecialiseerde organisaties (zoals FAO, WHO, ILO en UNESCO). Al deze instanties brengen verslag uit aan de Raad en doen aanbevelingen voor zijn grote inhoudelijke sessies. Betrekkingen met niet-gouvernementele organisaties Het Handvest bepaalt dat de Economische en Sociale Raad overleg kan plegen met niet-gouvernementele organisaties betrokken bij aangelegenheden die vallen binnen de bevoegdheid van de Raad. Meer dan 1600 van die NGO’s hebben een consultatief statuut bij de Raad. De Raad erkent dat deze organisaties de gelegenheid moet worden geboden hun standpunten kenbaar te maken en dat zij over bijzondere expertise of technische kennis beschikken die de Raad ten goede komt bij zijn werkzaamheden. De Raad onderscheidt drie categorieën NGO's: organisaties in categorie I zijn betrokken bij het merendeel van de werkzaamheden van de Raad; organisaties van categorie II beschikken over speciale expertise op welbepaalde gebieden; en organisaties die van tijd tot tijd de Raad kunnen bijstaan, staan vermeld op een lijst voor ad hocconsultatie. NGO’s met consultatief statuut mogen waarnemers sturen naar openbare vergaderingen van de Raad en van zijn subsidiaire organen, en zijn gemachtigd schriftelijke verklaringen in te dienen met betrekking tot het werk van de Raad. Zij mogen ook overleggen met het Secretariaat van de Verenigde Naties over zaken van wederzijds belang. In de loop der jaren is de samenwerking van de Verenigde Naties met NGO's beduidend toegenomen. ECOSOC ziet NGO's steeds meer als partners die worden geraadpleegd over beleids- en programmakwesties, en ook als waardevolle tussenschakels met de bredere samenleving. Wereldwijd werken steeds meer NGO's dagelijks samen met de Verenigde Naties in het gemeenschappelijk streven naar de verwezenlijking van de doelen van het Handvest. Trustschapsraad De Trustschapsraad (zie ook hoofdstuk 7, blz. 276) werd in 1945 ingesteld krachtens het Handvest om internationaal toezicht uit te oefenen op het bestuur van elf trustgebieden, dat werd waargenomen door zeven lidstaten, en ook om er voor zorg te dragen dat toereikende stappen werden ondernomen om de trustgebieden voor te bereiden op zelfbestuur en onafhankelijkheid. Het Handvest machtigt de Trustschapsraad om verslagen van de bestuursautoriteit over de politieke, economische, sociale en onderwijskundige vooruitgang van de inwoners van de trustgebieden te onderzoeken en te bespreken, verzoeken van de trustgebieden te bestuderen, en speciale missies naar deze gebieden te zenden. In 1994 hadden alle oorspronkelijke trustgebieden zelfbestuur of onafhankelijkheid verworven, hetzij als afzonderlijke staten, hetzij door aansluiting bij aangrenzende onafhankelijke staten. Het laatste van de elf oorspronkelijke trustgebieden was Pacific Islands (Palau), dat de 185 ste VN-lidstaat werd. Nu het werk is voltooid, heeft de Trustschapsraad – bestaande uit de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad: China, Frankrijk, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten – zijn procedureregels gewijzigd in die zin dat de Trustschapsraad voortaan slechts vergadert wanneer en waar de situatie dat vereist. Internationaal Gerechtshof Het Internationaal Gerechtshof zetelt in Den Haag en is het voornaamste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties (zie ook hoofdstuk 6, blz. 259). Het Hof beslecht geschillen tussen staten die partij zijn en verleent adviezen aan de Verenigde Naties en haar gespecialiseerde agentschappen. Het Statuut van het Internationaal Gerechtshof maakt integraal deel uit van het Handvest van de Verenigde Naties. Het Hof is toegankelijk voor alle staten die partij zijn bij het Statuut van het Hof – eind 2001 waren dat alle VNlidstaten en Zwitserland. Alleen staten kunnen partij zijn bij zaken voor het Hof en ook alleen staten kunnen zaken bij het Hof aanhangig maken. Het Hof is niet toegankelijk voor privé-personen, particuliere entiteiten of internationale organisaties. Zowel de Algemene Vergadering als de Veiligheidsraad kunnen het Hof verzoeken advies uit te brengen over juridische kwesties. Ook de andere VN-organen en de gespecialiseerde organisaties kunnen het Hof, als ze daartoe door de Algemene Vergadering zijn gemachtigd, om advies vragen over juridische kwesties die rijzen in het kader van hun werkzaamheden. Rechtsmacht De rechtsmacht van het Hof strekt zich uit tot alle zaken die staten hem voorleggen en tot alle kwesties die worden genoemd in het Handvest of in van kracht zijnde verdragen of conventies. Staten kunnen zich er bij voorbaat toe verbinden de rechtsmacht van het Hof te aanvaarden, door een verdrag of conventie te ratificeren waarin verwijzing naar het Hof wordt voorzien, of door een speciale verklaring af te leggen. Dergelijke verklaringen waarin de verplichte rechtsmacht wordt aanvaard, kunnen bepaalde soorten zaken uitsluiten. Overeenkomstig het Statuut beslecht het Hof de hem voorgelegde geschillen met toepassing van: ● internationale verdragen die regels vastleggen die de bij het geschil betrokken staten uitdrukkelijk erkennen; ● internationale gewoonte als blijk van een als recht aanvaarde algemene praktijk; ● door beschaafde naties erkende, algemene rechtsbeginselen; ● rechterlijke uitspraken, alsmede de opvattingen van de meest bevoegde schrijvers van verschillende naties. Leden Het Hof telt 15 rechters die zijn gekozen door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad. Beide organen stemmen onafhankelijk van elkaar. De verkiezing van rechters geschiedt op grond van hun bekwaamheid. Bij de samenstelling van het Hof ziet men toe op vertegenwoordiging in het College van de voornaamste rechtsstelsels van de wereld. Er mogen geen twee rechters onderdaan zijn van dezelfde staat. Rechters worden verkozen voor een ambtstermijn van negen jaar en zijn herkiesbaar. Tijdens hun ambtstermijn mogen rechters geen andere ambten of functies bekleden. Het Hof houdt doorgaans voltallig zitting, maar kan op verzoek van partijen ook zetelen in kleinere eenheden, die men Kamers noemt. Een vonnis van een Kamer wordt geacht te zijn gewezen door het voltallige Hof. Het Hof heeft voorts een Kamer voor Milieuzaken ingesteld en formeert jaarlijks een Kamer voor Kort Geding. Secretariaat Het Secretariaat – een internationale staf van medewerkers werkzaam op posten verspreid over de hele wereld – is belast met de dagelijkse werkzaamheden van de Organisatie. Het Secretariaat staat ten dienste van de andere VN-organen en verzorgt de administratie van hun programma’s en beleid. Aan het hoofd staat de SecretarisGeneraal, die op voordracht van de Veiligheidsraad wordt benoemd door de Algemene Vergadering voor een hernieuwbare ambtsperiode van vijf jaar. Het werk van het Secretariaat is even gevarieerd als de problemen waarmee de Verenigde Naties te maken krijgt. De taken gaan van het coördineren van vredesoperaties tot het bemiddelen bij internationale geschillen, en van het onderzoeken van economische en sociale trends tot het opstellen van studies over mensenrechten en duurzame ontwikkeling Het personeel van het Secretariaat informeert wereldwijd pers en media over het werk van de VN; organiseert internationale conferenties over zaken met een wereldwijde dimensie; en verricht tolken vertaalwerk in de officiële talen van de Organisatie. Bij het Secretariaat zijn ongeveer 8900 mannen en vrouwen uit zo’n 160 landen in vaste dienst. Als internationale ambtenaren zijn zij – en ook de Secretaris-Generaal – alleen de VN verantwoording schuldig voor hun werkzaamheden en beloven zij geen instructies te zullen aanvaarden van enige regering of andere autoriteit. Krachtens het Handvest verplichten lidstaten zich ertoe het uitsluitend internationale karakter van de taken van de Secretaris-Generaal en zijn personeel te eerbiedigen, en niet te trachten hen op oneigenlijke wijze te beïnvloeden. De VN heeft haar hoofdzetel in New York, maar telt ook belangrijke vertegenwoordigingen in Addis Abeba, Bangkok, Beiroet, Genève, Nairobi, Santiago en Wenen. De VN heeft verder een wereldwijd kantorennet. De Secretaris-Generaal De Secretaris-Generaal, die zowel diplomaat als pleitbezorger is en zowel ambtenaar als topmanager, geldt voor de wereldgemeenschap als het symbool van de idealen van de Verenigde Naties en als spreekbuis van de volkeren ter wereld, in het bijzonder van de armste en kwetsbaarste naties. De huidige Secretaris-Generaal, de zevende die het ambt vervult, is sinds 1 januari 1997 Kofi Annan uit Ghana. Het Handvest omschrijft de Secretaris-Generaal als de hoogste ambtenaar van de Organisatie, die in die hoedanigheid optreedt en alle functies vervult die hem of haar worden toevertrouwd door de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad en andere VN-organen. Het Handvest machtigt hem elke zaak die naar zijn mening de internationale vrede en veiligheid kan bedreigen, onder de aandacht van de Veiligheidsraad te brengen. Enerzijds bakenen deze richtlijnen de bevoegdheden duidelijk af, anderzijds verschaft die brede taakomschrijving de Secretaris-Generaal een buitengewoon mandaat om actie te ondernemen. De Secretaris-Generaal zou tekortschieten als hij niet voldoende rekening hield met de bekommernissen en belangen van lidstaten, maar hij moet ook de waarden en het moreel gezag van de Verenigde Naties hooghouden, en zich uitspreken en optreden in het belang van de vrede, met af en toe het risico dat hij bij dezelfde lidstaten protest of een meningsverschil oproept. Deze 'creatieve spanning' vergezelt de Secretaris-Generaal tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden, die onder meer behelzen: het bijwonen van zittingen van VN-organen; overleg met wereldleiders, regeringsvertegenwoordigers en anderen; en vele reizen bedoeld om in contact te blijven met de inwoners van lidstaten en om op de hoogte te blijven van het brede spectrum van kwesties van internationaal belang op de agenda van de Organisatie. De Secretaris-Generaal publiceert jaarlijks een verslag dat het werk van de Organisatie evalueert en toekomstige prioriteiten uiteenzet. Een van de belangrijkste taken van Secretaris-Generaal is het verlenen van zijn 'goede diensten' – initiatieven die hij op basis van zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid en onkreukbaarheid in het openbaar of achter gesloten deuren ontplooit om het ontstaan, escaleren of uitdijen van internationale geschillen te voorkomen. Sinds zijn aantreden als Secretaris-Generaal heeft Kofi Annan in tal van situaties zijn goede diensten aangewend, onder meer in Cyprus, Irak, Libië, het Midden-Oosten, Nigeria, Oost-Timor en de Westelijke Sahara. Om zijn ambt gestalte te geven houdt iedere Secretaris-Generaal ook rekening met de bijzondere context van het tijdgewricht waarin hij zijn ambt vervult. Zo richt(te) Kofi Annan zijn inspanningen op: Hervormingen. Kort na zijn aantreden als Secretaris-Generaal presenteerde Kofi Annan een pakket met verreikende hervormingsmaatregelen bedoeld om de Verenigde Naties te helpen met haar tijd mee te gaan en zich aan te passen aan een nieuw tijdperk, dat wordt gekenmerkt door wereldomspannende aangelegenheden. De hervormingsmaatregelen die vielen binnen de bevoegdheden van de Secretaris-Generaal zelf, zijn grotendeels doorgevoerd of op gang gebracht. Die maatregelen betroffen zowel de administratie – met onder meer een nulgroei-begroting en een verbeterde invulling van het management – als de Organisatie in ruimere zin, met bijzondere nadruk op een krachtdadiger en doeltreffender respons van de VN op de almaar groeiende eisen, voornamelijk op het vlak van ontwikkeling en vredesoperaties. De nieuwe functie van Vice-Secretaris-Generaal werd gecreëerd om de Secretaris-Generaal bij te staan bij de uitoefening van de hem toevertrouwde taken. De eerste die dit ambt bekleedde was Louise Frechette, die Canadees vice-minister van Defensie was voordat zij in 1998 werd benoemd. [inzet blz. 16] Voormalige Secretarissen-Generaal Het Handvest bepaalt dat de Secretaris-Generaal wordt benoemd door de Algemene Vergadering op aanbeveling van de Veiligheidsraad. De voorgangers van Kofi Annan waren: Boutros Boutros Ghali (Egypte) die het ambt bekleedde van januari 1992 tot december 1996. Javier Pérez de Cuellar (Peru) was Secretaris-Generaal van januari 1982 tot december 1991. Kurt Waldheim (Oostenrijk) stond van januari 1972 tot december 1981 aan het hoofd van de VN. Oe Thant (Birma, nu Myanmar) werd in november 1961 tot plaatsvervangend Secretaris-Generaal benoemd en vervulde de functie officieel van november 1962 tot december 1971. Dag Hammarskjöld (Zweden) bekleedde de functie van april 1953 tot zijn dood bij een vliegtuigongeluk in Afrika in 1961. En Trygve Lie (Noorwegen) tot slot, diende als de eerste Secretaris-Generaal van 1946 tot 1953, het jaar waarin hij zijn functie neerlegde. [blz. 17] De Algemene Vergadering bekijkt nog verdere institutionele veranderingen die binnen haar bevoegdheden liggen, waaronder de omvang en samenstelling van de Veiligheidsraad, methoden voor de financiering van de Organisatie en methoden om te komen tot grotere samenhang binnen het bredere VN-stelsel van gespecialiseerde organisaties. Afrika. De Secretaris-Generaal vraagt blijvende aandacht voor Afrika en poogt internationale steun verkrijgen voor Afrika's inspanningen bij het opbouwen van een toekomst in het teken van vrede en een hoger ontwikkelingsniveau. Zijn aanpak staat verwoord in een rapport uit 1998 getiteld The causes of conflict and the promotion of durable peace and sustanainable development in Africa. Dit document bevat een uitgebreid pakket van 'realistische en haalbare' maatregelen, bedoeld om politieke spanningen en geweld in en tussen Afrikaanse staten terug te dringen en om kernproblemen op ontwikkelingsgebied – zoals de schuldenlast, goed bestuur en de verspreiding van ziekten als AIDS – aan te pakken. Vredesoperaties. De jaren negentig gaven een plotselinge toename te zien van het aantal VN-vredesoperaties. Ook was er sprake van aanzienlijke veranderingen in de aard van de conflicten zelf. Zo zag de wereld een afname van wrijvingen tussen staten en een toename in aantal en gewelddadigheid van geschillen binnen staten. Problemen bij het vinden van passende antwoorden op deze ingewikkelde humanitaire noodsituaties, brachten de SecretarisGeneraal ertoe alles in het werk te stellen om de Verenigde Naties optimaal toe te rusten – militair, financieel en politiek – om desgevraagd adequate vredesoperaties te kunnen opzetten. Naast de in het hervormingsplan aanbevolen maatregelen, hebben drie rapporten nadere invulling aan deze bekommernis gegeven. Het eerste, opgesteld op verzoek van de Algemene Vergadering en in 1999 door de Secretaris-Generaal ingediend, was een rapport van de Secretaris-Generaal waarin de gruweldaden worden onderzocht die in 1995 werden gepleegd tegen de Bosnische moslimbevolking in het 'veilige gebied' Srebrenica. Het tweede, waartoe opdracht werd gegeven door de Secretaris-Generaal en dat tevens in 1999 verscheen, was een onafhankelijk onderzoek, onder leiding van Ingvar Carlsson, ex-premier van Zweden, naar het optreden van de Verenigde Naties tijdens de volkenmoord in Rwanda van 1994. Het derde rapport werd gepubliceerd in 2000 en betrof een uitgebreide analyse van de VN-activiteiten in het kader van vrede en veiligheid. Dit document werd opgesteld door een gezaghebbende commissie die werd benoemd door de Secretaris-Generaal en voorgezeten door de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Algerije, Lakhdar Brahimi (zie ook hoofdstuk 2, blz. 76). Dit rapport, bedoeld om op basis van de twee voorgaande rapporten te komen tot conclusies met het oog op de toekomst, bevat zeer uiteenlopende aanbevelingen voor het Secretariaat en de lidstaten, in het bijzonder voor de staten die zetelen in de Veiligheidsraad. De Secretaris-Generaal heeft een aanvang gemaakt met de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen die vallen binnen zijn reikwijdte, terwijl andere moeten worden goedgekeurd en gesteund door de legislatieve organen van de VN. [inzet pagina 18] De Verenigde Naties als katalysator voor verandering In het Millenniumrapport – Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in de 21ste eeuw2 – stelt SecretarisGeneraal Kofi Annan dat de huidige spelers op het wereldtoneel niet alleen staten zijn; het bedrijfsleven, NGO's en multilaterale instellingen werken steeds nauwer samen met regeringen om op basis van consensus te komen tot oplossingen voor wereldomspannende problemen. Aangezien de middelen van de Verenigde Naties beperkt zijn, moet de VN er niet naar streven de rol van die mondiale actoren over te nemen, maar om een doeltreffender katalysator te worden voor verandering en voor samenwerking tussen die spelers, door wereldwijd gezamenlijke actie te stimuleren. De Secretaris-Generaal beveelt actie aan op de volgende terreinen: Inventarisatie van de voornaamste sterke punten van de VN. De Organisatie ontleent haar invloed niet aan macht, maar aan de waarden die zij vertegenwoordigt, aan haar rol bij het bepalen en uitdragen van mondiale normen, aan haar vaardigheid om wereldwijde bezorgdheid en actie te stimuleren, en ook aan het vertrouwen dat zij inboezemt met haar daadwerkelijke optreden om het bestaan van mensen te verbeteren. De Verenigde Naties moet voortbouwen op die sterke punten en zich tegelijkertijd aanpassen, met name door de Veiligheidsraad zodanig te hervormen dat deze niet alleen doeltreffend kan handelen, maar zich ook mag verheugen in onbetwiste legitimiteit. Ook moet de Organisatie haar relaties met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven verbreden. 2 Het "Millenniumrapport" Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in de 21ste eeuw. Verenigde Naties, 2000, ISBN 92-1-100844-1, E.00I.16. Het rapport is ook te raadplegen op www.un.org/millennium/sg/report. Netwerken in het teken van de vrede. De Verenigde Naties moet formele instellingen aanvullen met informele beleidsnetwerken, en wel door internationale instanties, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en regeringen samen te brengen, om gezamenlijk te werken aan gemeenschappelijke doelen. Digitale bruggen slaan. De VN moet maximaal gebruikmaken van de nieuwe informatietechnologie om doeltreffender te worden en om de wisselwerking met de rest van de wereld te verbeteren. De stille revolutie bespoedigen. De VN behoeft structurele hervormingen en heldere consensus over prioriteiten bij haar leden. Daartoe zijn besluiten van de Algemene Vergadering nodig – bijvoorbeeld om nieuwe mandaten te koppelen aan termijnen ('sunset provisions') en door te gaan werken met een begroting op resultaatsbasis. Om zowel staten als volken beter te dienen, moet de Verenigde Naties 'doeltreffender en doelmatiger worden en meer openstaan voor de volken in de wereld'. Het Millenniumrapport werd uitgegeven ter voorbereiding van de Millenniumtop, de grootste bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders ooit. Tijdens de topconferentie, die van 6 tot 8 september 2000 plaatshad op het VN-hoofdkantoor, voorzagen de wereldleiders de Organisatie van een duidelijk richtsnoer voor de 21 ste eeuw. De Millenniumverklaring, die unaniem werd aanvaard, stipuleert een reeks concrete doelstellingen en specifieke streefdoelen aan de hand waarvan de internationale gemeenschap de centrale uitdaging kan aangaan: ervoor zorgdragen dat mondialisering een positieve kracht wordt voor allen (zie ook blz. 128). [einde inzet] Global Compact. In 1999 presenteerde de Secretaris-Generaal tijdens het Wereldeconomieforum in het Zwitserse Davos een Global Compact (of Mondiaal Contract) tussen de Verenigde Naties en het internationale bedrijfsleven. Het Compact is bedoeld om de hele wereldbevolking in staat te stellen te delen in de baten van de mondialisering en om de wereldwijde markt te koppelen aan waarden en handelwijzen die van wezenlijk belang zijn om in te haken op sociaal-economische trends. Het Compact is gebaseerd op negen kernprincipes ontleend aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de grondbeginselen die de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) toepast inzake het recht op werk, de Beginselen van Rio betreffende milieu en ontwikkeling, en aan documenten die de consensus genieten van alle regeringen ter wereld. De Secretaris-Generaal heeft het bedrijfsleven gevraagd deze beginselen tot de zijne te maken en ze tot uitdrukking te laten komen in de praktische bedrijfsvoering. Ook moedigt hij beleidsmakers van werkgevers- en werknemersverbanden en van maatschappelijke organisaties aan om deel te nemen aan het Compact en het te gebruiken als platform voor overleg over verschillende heikele thema's rond mondialisering en ontwikkeling. De eerste bijeenkomst had plaats in 2000 en werd bijgewoond door kopstukken uit deze vier sectoren. Begroting van de Verenigde Naties De gewone begroting van de Verenigde Naties wordt tweejaarlijks goedgekeurd door de Algemene Vergadering. De begroting wordt eerst ingediend door de Secretaris-Generaal en beoordeeld door het Adviescomité voor administratieve en budgettaire aangelegenheden, dat bestaat uit 16 deskundigen die zijn voorgedragen door hun regeringen en worden verkozen door de Algemene Vergadering, maar handelen uit eigen hoofde. De programmatische begrotingsaspecten worden beoordeeld door het Comité voor programma en coördinatie, dat bestaat uit 34 deskundigen die zijn verkozen door de Algemene Vergadering en de standpunten van hun regeringen vertegenwoordigen. Het goedgekeurde budget voor de twee jaren 2000 en 2001 bedraagt 2,535 miljard dollar – 2 miljoen dollar meer dan het budget voor 1998 en 1999. De begroting omvat de kosten van VN-programma's betreffende politieke aangelegenheden, internationale rechtspleging, internationale ontwikkelingssamenwerking, publieksvoorlichting, mensenrechten en humanitaire aangelegenheden (zie deel 3, blz. 308). De contributies van de lidstaten zijn de voornaamste bron van inkomsten voor de begroting. Die bijdragen worden berekend op basis van een schaal die de Vergadering vaststelt op aanbeveling van de Commissie voor de Contributies, die bestaat uit 18 deskundigen – voorgedragen door de Vijfde Commissie (administratieve zaken en en begroting) en verkozen door de Algemene Vergadering – die uit eigen hoofde optreden (zie deel 3, blz. 289-293, voor de contributie per lidstaat). De hoogte van de bijdrage van lidstaten wordt berekend naar hun draagkracht. Die wordt bepaald op basis van het BBP (bruto binnenlands product) met inachtneming van een aantal factoren, zoals het inkomen per hoofd van de bevolking. De Commissie voert om de drie jaar een volledige herziening door van de aanslagvoet, op basis van de meest recente economische statistieken per land, en ziet er zo op toe dat de bijdragen eerlijk en nauwkeurig worden berekend. In 2000 stelde de Vergadering de maximumbijdrage voor een staat vast op 22%. De algemene financiële situatie van de Verenigde Naties is al verscheidene jaren zorgwekkend, daar veel lidstaten hun bijdragen niet tijdig of volledig betalen. De VN is erin geslaagd te blijven opereren dankzij vrijwillige bijdragen van een aantal landen en ook dankzij het Fonds voor het Werkkapitaal (waarin lidstaten van tevoren een bepaald percentage van hun contributie storten) en door geld te lenen van vredesoperaties. Op 31 december 2000 beliep het bedrag aan achterstallige bijdragen van lidstaten voor de gewone begroting bijna 222 miljoen dollar. Van dit bedrag waren lidstaten 200 miljoen dollar verschuldigd aan het gewone programma voor 2000 en nog 22 miljoen voor voorafgaande jaren. Van de 187 betalingplichtige lidstaten hadden er 142 op 31 december 2000 hun contributie voor het gewone programma geheel voldaan. De overige 45 waren op dat moment hun statutair vastgelegde verplichtingen jegens de Organisatie niet nagekomen. Naast het reguliere budget worden lidstaten ook aangeslagen voor de kosten van de Internationale Tribunalen (zie ook blz. 35) en – op basis van een gewijzigde verdeelsleutel – voor de kosten van VN-vredesoperaties (zie hoofdstuk 2, blz. 74, voor een lijst van de vredesoperaties). In 1995 bereikten de kosten voor vredesoperaties een piek van 3 miljard dollar, die hoofdzakelijk werd veroorzaakt door het hoog oplopen van de uitgaven voor operaties in Somalië en voormalig Joegoslavië. De kosten voor vredesoperaties kwamen in 1998 uit op circa 1 miljard dollar en in 1999 op 889 miljoen dollar. Het voor 2000 geraamde bedrag beloopt ten minste 2 miljard dollar, vanwege nieuwe, grootschalige missies in Kosovo, OostTimor, Sierra Leone, de Democratische Republiek Kongo, alsmede in Eritrea en Ethiopië. Per 31 december 2000 bedroegen de niet-betaalde bijdragen voor lopende en afgeronde vredesoperaties bijna 2 miljard dollar. Het uitblijven van de betaling van bijdragen moest de VN compenseren door uitstel van betaling aan regeringen die troepen, uitrusting en logistieke ondersteuning hadden geleverd, hetgeen een onbillijke last legde op deze staten. De fondsen en programma's van de VN – waaronder het Kinderfonds UNICEF, het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP en de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen – opereren met afzonderlijke begrotingen. Het merendeel van hun middelen wordt op vrijwillige basis gefourneerd door regeringen en ook door privé-personen; dit laatste geldt met name voor UNICEF. Ook de gespecialiseerde organisaties werken met eigen begrotingen. In 1999 beliep de goedgekeurde reguliere begroting van de gespecialiseerde organisaties (uitgezonderd de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en het Internationaal Landbouwontwikkelingsfonds) samen 1,987 miljard dollar. Ook hier leveren staten vrijwillige bijdragen (voor een gemiddeld bedrag van ca. 5,5 miljard dollar). DE VN-FAMILIE VAN ORGANISATIES De VN-familie van organisaties (het 'VN-systeem') bestaat uit het Secretariaat van de Verenigde Naties, de VNprogramma's en -fondsen (zoals UNICEF en UNDP) en de gespecialiseerde organisaties. De programma's en fondsen zijn hulporganen van de Algemene Vergadering. De gespecialiseerde organisaties zijn krachtens specifieke verdragen met de VN verbonden en rapporteren aan de Economische en Sociale Raad en/of aan de Algemene Vergadering. Zij hebben hun eigen begroting en bestuurslichamen, en stellen eigen normen en richtlijnen op. Samen verschaffen zij technische steun en andere vormen van praktische hulp binnen vrijwel alle disciplines op het economische en sociale werkterrein. Het Administratieve Comité voor Coördinatie (ACC). De 26 fondsen, programma's en gespecialiseerde organisaties zijn alle lid van het ACC. De voornaamste taak van het ACC is het bespoedigen van grotere coördinatie tussen de programma's die zijn goedgekeurd door de bestuurslichamen van de verschillende organisaties binnen het VN-systeem. Het ACC wordt voorgezeten door de Secretaris-Generaal en vergadert tweemaal per jaar om zich te buigen over inhoudelijke en bestuurlijke kwesties die het systeem aangaan. Het werk van het ACC wordt deels uitgevoerd door zijn hulporganen, die zich elk richten op een specifiek aspect van de coördinatie binnen het systeem. [organigram blz. 22-23] HET VN-SYSTEEM Hoofdorganen van de Verenigde Naties INTERNATIONAAL GERECHTSHOF VEILIGHEIDSRAAD Comité van de Militaire Staf Permanente Comités en ad hoc-organen Internationaal Tribunaal voor voormalig Joegoslavië Internationaal Tribunaal voor Rwanda VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en Inspectie in Irak (UNMOVIC) Vredesoperaties en -missies ALGEMENE VERGADERING Hoofdcommissies Overige zittinggebonden commissies Permanente commissies en ad hoc-comités Overige hulporganen PROGRAMMA'S EN FONDSEN UNCTAD VN-Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling ITC Internationaal Handelscentrum (UNCTAD/WTO) UNDCP Internationaal Drugscontroleprogramma van de Verenigde Naties UNEP Milieuprogramma van de VN UNDP VN-Ontwikkelingsprogramma UNIFEM VN-Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen UNV Vrijwilligers van de VN UNFPA Bevolkingsfonds van de VN UNHCR Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen UNICEF Internationaal Kindernoodfonds van de Verenigde Naties WFP (UN/FAO) Wereldvoedselprogramma UNRWA VN-Agentschap voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten OVERIGE VN-INSTANTIES OHCHR Bureau van de Hoge Commisaris voor de Rechten van de Mens UNCHS VN-Centrum voor Menselijke Nederzettingen (HABITAT) UNOPS Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten UNU De Universiteit van de VN ONDERZOEKS- EN OPLEIDINGSINSTELLINGEN INSTRAW Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw UNICRI Interregionaal Crimineel en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN UNITAR VN-Instituut voor Opleiding en Onderzoek UNRISD VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling UNIDIR VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD FUNCTIONELE COMMISSIES Commissie Sociale Ontwikkeling Commissie Mensenrechten Commissie Verdovende Middelen Commissie Misdaadpreventie en Strafrecht Commissie Wetenschap en Technologie voor Ontwikkeling Commissie Duurzame Ontwikkeling Commissie voor de Status van Vrouwen Commissie Bevolking en Ontwikkeling Commissie Statistiek REGIONALE COMMISSIES Economische Commissie voor Afrika (ECA) Economische Commissie voor Europa (ECE) Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (ECLAC) Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP) Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA) Zittinggebonden en permanente commissies Organen van deskundigen, ad hoc-comités en verbonden organen VERBONDEN ORGANISATIES IAEA Internationaal Agentschap voor Atoomenergie WTO Wereldhandelsorganisatie CTBTO Organisatie voor het Verdrag inzake het volledig verbod op kernwapenproeven OPCW Organisatie voor het verbod op chemische wapens WTO Wereldtoerismeorganisatie GESPECIALISEERDE ORGANISATIES ILO Internationale Arbeidsorganisatie FAO Voedsel- en Landbouworganisatie UNESCO Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur WHO Wereldgezondheidsorganisatie WERELDBANKGROEP IBRD Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling IDA Internationale Ontwikkelingsassociatie IFC Internationale Financieringsmaatschappij MIGA Agentschap voor Garanties op Multilaterale Investeringen ICSID Internationaal Centrum voor de Regeling van Investeringsgeschillen IMF Internationaal Monetair Fonds ICAO Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart IMO Internationale Maritieme Organisatie ITU Internationale Telecommunicatie-unie UPU Wereldpostunie WMO Wereld Meteorologische Organisatie WIPO Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom IFAD Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling UNIDO Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling TRUSTSCHAPSRAAD SECRETARIAAT OSG Bureau van de Secretaris-Generaal OIOS Bureau voor Intern Toezicht OLA Bureau Juridische Zaken DPA Departement Politieke Aangelegenheden DDA Departement Ontwapeningsaangelegenheden DPKO Departement Vredesoperaties OCHA Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden DESA Departement Economische en Sociale Aangelegenheden DGAACS Departement voor Aangelegenheden van de Algemene Vergadering en Conferentieondersteunende Diensten DPI Departement Publieksinformatie DM Departement voor Managementzaken OIP Bureau van het Irak Programma UNSECOORD Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN UNOG Bureau van de VN in Genève UNOV Bureau van de VN in Wenen UNON Bureau van de VN in Nairobi * Autonome organisaties die met de Verenigde Naties en onderling samenwerken via het coördinatiesysteem van de Economische en Sociale Raad. ** Rapporteren alleen aan de Algemene Vergadering. [inzet blz. 24] De voornaamste vestigingen van de Verenigde Naties in de wereld [legenda vlnr en vbnb] New York VN-hoofdkantoor UNDP UNFPA UNICEF Montreal ICAO Londen IMO Den Haag IGH Bern UPU Wenen IAEA UNIDO ODCCP Rome FAO IFAD WFP Beiroet ESCWA Gaza/Amman UNRWA Washington IMF De 'Wereldbankgroep' IBRD IDA IFC MIGA Santo Domingo INSTRAW Parijs UNESCO Tokio UNU Santiago ECLAC Genève ECE ILO ITU OHCHR UNCTAD UNHCR WHO WIPO WMO Addis Abeba ECA Nairobi UNCHS UNEP Bangkok ESCAP Het Secretariaat Het Secretariaat van de VN telt negen afdelingen en bureaus die hieronder worden beschreven. Het Uitvoerend Bureau van de Secretaris-Generaal, bestaande uit de Secretaris-Generaal en zijn belangrijkste adviseurs, formuleert het algemeen beleid en staat in voor het dagelijks bestuur van de Organisatie. Het hoofdkantoor van het Secretariaat bevindt zich in New York, met daarnaast bureaus in alle delen van de wereld. Drie belangrijke operationele centra zijn verder Genève, Wenen en Nairobi. Het Bureau van de VN in Genève (UNOG), onder leiding van Onder-Secretaris-Generaal Vladimir Petrovsky (Russische Federatie) is een centrum voor diplomatiek overleg tijdens conferenties en voorts een forum voor ontwapeningsvraagstukken en mensenrechten. Het Bureau van de VN in Wenen (UNOV), waar Onder-Secretaris-Generaal Pino Arlacchi (Italië) aan het hoofd staat, is de hoofdzetel voor activiteiten op het gebied van internationale drugsbestrijding, misdaadpreventie en strafrecht, vreedzaam gebruik van de extra-atmosferische ruimte en internationaal handelsrecht. Het Bureau van de VN in Nairobi (UNON), geleid door Onder-Secretaris-Generaal Klaus Töpfer (Duitsland) is het hoofdkwartier voor activiteiten op het gebied van milieu en menselijke nederzettingen. Bureau voor Intern Toezicht (OIOS) Onder-Secretaris-generaal Dileep Nair (Singapore) Het Bureau voor Intern Toezicht (OIOS) werd opgericht om een geloofwaardig, doeltreffend en bestendig systeem op te zetten voor toezicht op het intern functioneren van de VN. OIOS houdt zich bezig met: toezicht op en beoordeling van doelmatigheid en doeltreffendheid bij het uitvoeren van programma's en het uitoefenen van mandaten; uitgebreide interne accountantsonderzoeken; ad hoc-inspecties bij programma's en organisatorische eenheden; onderzoek van rapporten inzake wanbeheer en wangedrag; toezicht op de implementatie van aanbevelingen die het resultaat zijn van accountantsonderzoeken, beoordelingen, inspecties en onderzoeken. adviezen aan programmabeheerders over de doeltreffende uitoefening van hun taken. OIOS bestrijkt het Secretariaat, de operationele programma's en fondsen, belangrijke vredesoperaties en diverse andere programma's. Bij OIOS zijn 120 ambtenaren werkzaam en het bureau werkt met een budget van ongeveer 22 miljoen dollar, hetgeen minder is dan het bedrag dat men jaarlijks verdient met het opsporen van oneigenlijke uitgaven. De Onder-Secretaris-Generaal voor Intern Toezicht wordt na goedkeuring door de Algemene Vergadering benoemd door de Secretaris-Generaal voor een periode van vijf jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA) Onder-Secretaris-generaal Juridisch Adviseur Hans Corell (Zweden) Het Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA) is de centrale juridische dienst van de VN. Het geeft juridisch advies aan de Secretaris-Generaal, aan de afdelingen en bureaus van het Secretariaat, en aan de hoofd- en hulporganen van de Organisatie op het vlak van internationaal publiek- en privaatrecht; het bureau vervult juridischinhoudelijke en secretariële taken voor juridische organen die zich bezighouden met internationaal publiekrecht, zeerecht en internationaal handelsrecht. Ook vervult OLA de taken die op grond van artikel 102 van het Handvest en het Statuut van het Internationaal gerechtshof toevallen aan de Secretaris-Generaal. OLA behandelt voorts juridische kwesties in verband met internationale vrede en veiligheid; met de juridische status, voorrechten en onschendbaarheden van de Verenigde Naties; en met de geloofsbrieven en vertegenwoordigingen van lidstaten. OLA maakt ontwerpen voor internationale verdragen en afspraken, huishoudelijke reglementen voor VN-instellingen en -conferenties en andere juridische teksten; het verstrekt juridische diensten en adviezen inzake kwesties van internationaal-privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke aard en inzake VN-resoluties en reglementen. Ook biedt het Bureau secretariële ondersteuning aan de Zesde Commissie van de Algemene Vergadering, de Commissie voor Internationaal Recht, de Commissie voor Internationaal Handelsrecht, de organen die zijn ingesteld door het Zeerechtverdrag van de VN, het Administratief Tribunaal van de Verenigde Naties en aan andere juridische instanties. Voorts neemt het de verantwoordelijkheden van de Secretaris-Generaal op zich inzake de registratie en publicatie van verdragen en inzake diens verantwoordelijkheden als depositaris van multilaterale verdragen. OLA staat onder leiding van de Juridisch Adviseur, die de Secretaris-Generaal vertegenwoordigt op vergaderingen en conferenties van juridische aard en bij gerechtelijke en scheidsrechterlijke procedures. Voorts certificeert hij namens de Verenigde Naties uitgevaardigde juridische instrumenten, roept hij vergaderingen van de Juridisch Adviseurs van het VN-systeem bijeen en vertegenwoordigt hij de Verenigde Naties bij dergelijke bijeenkomsten. Departement Politieke Aangelegenheden (DPA) Onder-secretaris-generaal Kieran Prendergast (Verenigd Koninkrijk) Het Departement Politieke Aangelegenheden (DPA) steunt en adviseert de Secretaris-Generaal in alle politieke kwesties die hij ontmoet bij de uitoefening van zijn taken inzake het handhaven en herstellen van de internationale vrede en veiligheid die hem krachtens het Handvest toevallen. De taken van DPA betreffen met name: ● volgen, analyseren en beoordelen van politieke ontwikkelingen in de gehele wereld; ● mogelijke of bestaande conflicten inventariseren, ter beteugeling of oplossing waarvan de VN een nuttige rol zou kunnen vervullen; ● de Secretaris-Generaal in dergelijke gevallen aanbevelingen doen omtrent gepaste actie en instaan voor de uitvoering van goedgekeurd beleid; ● de Secretaris-Generaal bijstaan in de ontplooiing van politieke activiteiten – waartoe door hemzelf, door de Algemene Vergadering en door de Veiligheidsraad is besloten – met betrekking tot preventieve diplomatie en initiatieven gericht op het herstellen, handhaven en bevorderen van vrede; ● de Secretaris-Generaal adviseren aangaande verzoeken van lidstaten om bijstand bij verkiezingen en het coördineren van programma's die in aansluiting daarop worden vastgesteld; ● de Secretaris-Generaal adviseren en ondersteunen met betrekking tot de politieke aspecten van zijn relaties met lidstaten; ● diensten verlenen aan de Veiligheidsraad en zijn hulporganen, evenals aan de Adviescommissie van UNRWA en aan het Speciale Comité van 24 inzake dekolonisatie. Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-generaal voor Politieke Aangelegenheden – overlegt en onderhandelt namens de Secretaris-Generaal over het vreedzaam beslechten van geschillen en treedt op als het centrale aanspreekpunt voor activiteiten van de Verenigde Naties inzake vredesherstel, conflictpreventie en hulp bij verkiezingen. Departement Ontwapeningsaangelegenheden (DDA) Onder-Secretaris-generaal Jayantha Dhanapala (Sri Lanka) Het Departement voor Ontwapeningsaangelegenheden (DDA) streeft naar nucleaire ontwapening en non-proliferatie van kernwapens, en naar krachtiger ontwapeningsraamwerken in verband met andere massavernietigingswapens, zoals chemische en biologische wapens. Ook bevordert het ontwapeningsinspanningen op het vlak van conventionele wapens, meer bepaald landmijnen en kleine wapens, die steeds vaker worden ingezet bij conflicten. Het Departement verricht via de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering (ontwapening), de Ontwapeningsconferentie en andere organen, veel inhoudelijk en administratief werk bij het vaststellen van normen op het vlak van ontwapening. Het stimuleert preventieve ontwapeningsmaatregelen in de vorm van overleg en door het bevorderen van transparantie en vertrouwenwekkende initiatieven op militair gebied. Ook moedigt DDA regionale ontwapeningsinspanningen aan. Voorbeelden van dergelijke initiatieven zijn het VN-Register van conventionele wapens (zie hoofdstuk 2, blz. 118) en regionale overlegplatforms. Het Departement houdt zich ook bezig met voorlichting over de ontwapeningsinspanningen van de VN. DDA steunt de ontwikkeling van praktische maatregelen bij de beëindiging van een conflict, zoals de ontwapening van ex-strijders en hun terugkeer in de burgersamenleving. Departement Vredesoperaties (DPKO) Onder-Secretaris-generaal Jean-Marie Guéhenno (Frankrijk) Het Departement voor Vredesoperaties (DPKO) is de operationele poot voor alle VN-vredesoperaties en verantwoordelijk voor het opzetten, beheren, leiden, plannen en voorbereiden van die operaties. DPKO ontwikkelt plannen en methoden voor vredesoperaties; verzekert zich via onderhandelingen van het personeel en de uitrusting die zijn vereist voor operaties; voorziet in de logistieke en administratieve ondersteuning van operaties en politieke of humanitaire missies; doet voorstellen betreffende de vereiste middelen en bewaakt en beheert de fondsen voor vredesactiviteiten; onderhoudt contacten met partijen bij conflicten en met de leden van de Veiligheidsraad over de tenuitvoerlegging van besluiten van de Raad; houdt zich bezig met de planning vooraf van mogelijke nieuwe operaties; verschaft analyses van nakende beleidsvraagstukken, en formuleert beleid en procedures in dat opzicht. Ook coördineert DPKO alle VN-initiatieven op het vlak van landmijnen, en ontwikkelt en ondersteunt het actieprogramma's rond mijnen in het kader van vredesoperaties en noodsituaties. Het hoofd van de afdeling – de Onder-Secretaris-Generaal voor Vredesoperaties – geeft namens de SecretarisGeneraal leiding aan vredesoperaties, formuleert beleid en richtlijnen voor operaties en adviseert de SecretarisGeneraal over alle aanverwante zaken. Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) Onder-Secretaris-generaal voor Humanitaire Aangelegenheden Noodhulpcoördinator Kenzo Oshima (Japan) Het mandaat van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) behelst de versterking van de samenwerking tussen de verschillende VN-organen die noodhulp bieden. Het Bureau ijvert voor afspraken tussen de organisaties van het Permanent Interagentschappelijk Comité van de VN (zie Hoofdstuk 5, blz. 248) over de verdeling van verantwoordelijkheden zoals het opzetten van samenwerkingsstructuren, het organiseren van missies ter beoordeling van de hulpbehoefte, het voorbereiden van gezamenlijke inzamelacties en de mobilisatie van hulpmiddelen. De sleuteltaken van de Noodhulpcoördinator zijn: - - uitstippelen en coördineren van het beleid, waarbij hij er voor zorgt dat alle humanitaire aangelegenheden, ook kwesties die ergens in het niemandsland tussen de mandaten van de organisaties vallen, aan de orde worden gesteld; het vestigen van de aandacht op humanitaire kwesties bij politieke organen, met name de Veiligheidsraad; het coördineren van humanitaire noodhulp door te zorgen voor goede mechanismen om onmiddellijk te kunnen reageren bij rampen. Dit gebeurt door overleg in het Permanent Interagentschappelijk Comité (IASC), voorgezeten door de Noodhulpcoördinator. OCHA telt wereldwijd 439 medewerkers en werkt met een kernbegroting van 45 miljoen dollar (voor de periode 2000-2001). Departement Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA) Onder-Secretaris-generaal Nitin Desai (India) Het Departement voor Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA) is actief op drie brede, onderling gerelateerde gebieden. Als eerste verzamelt, verwerkt en analyseert DESA een enorme hoeveelheid sociale, economische en milieugerelateerde gegevens over relevante aangelegenheden en trends. Dit stelt lidstaten in staat ter zake kundig overleg te plegen en beleidsopties naar waarde te schatten. Ten tweede faciliteert DESA onderhandelingen in tal van intergouvernementele organen die zich binnen de VN buigen over economische, sociale en milieugerelateerde kwesties. Ook steunt DESA lidstaten bij onderhandelingen over maatregelen om bestaande of dreigende internationale problemen gezamenlijk aan te pakken. Ten slotte geeft DESA op verzoek van regeringen advies over het vertalen van beleidslijnen die tijdens recente wereldconferenties over sociale, economische en milieugerelateerde kwesties werden afgesproken, in programma's op landelijk niveau. Het Departement verleent ook technische ondersteuning bij het opzetten van de nodige nationale structuren. DESA houdt zich verder bezig met: het bevorderen van duurzame ontwikkeling; seksegerelateerde kwesties en de vooruitgang van vrouwen; Afrika en de minst ontwikkelde landen; de analyse van ontwikkelingsbeleid; bevolkingsvraagstukken; statistiek, staatseconomie en openbaar bestuur; en sociaal beleid en ontwikkeling. DESA werkt nauw samen met NGO's en andere maatschappelijke organisaties, en erkent zodoende de groeiende rol van deze spelers in beleidstechnische en operationele aspecten van ontwikkeling. Departement voor Aangelegenheden van de Algemene Vergadering en Conferentieondersteunende Diensten (DGAACS) Onder-Secretaris-generaal Yongjian Jin (China) Het Departement voor Aangelegenheden van de Algemene Vergadering en Conferentieondersteunende Diensten (DGAACS) biedt technische en administratieve ondersteuning aan de Algemene Vergadering, haar hoofdcomités en hulporganen, aan de ECOSOC (inclusief de meeste van zijn hulporganen) en aan vergaderingen en conferenties over economische en sociale aangelegenheden. Het Departement ondersteunt ook alle intergouvernementele organisaties en organen van deskundigen die samenkomen in New York of elders, met facilitaire diensten op het vlak van vergaderingen (documentatie, vertalingen, publicaties e.d.). Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor Aangelegenheden van de Algemene Vergadering en Conferentieondersteunende Diensten – vertegenwoordigt de Secretaris-Generaal op vergaderingen die verband houden met de taken van het Departement en hij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van conferentieondersteunende beleidslijnen en -mechanismen voor de Verenigde Naties overal ter wereld. Departement Publieksinformatie (DPI) Afdelingshoofd ad interim Shashi Tharoor (India) Het Departement Publieksinformatie (DPI) informeert mensen wereldwijd over de activiteiten en doelen van de Verenigde Naties. DPI brengt het complexe werk van het VN-systeem via een veelvoud van kanalen in beeld, onder meer via de VN-website, radio en televisie, persberichten, publicaties, videodocumentaires, speciale manifestaties, rondleidingen en bibiliotheekdiensten. Dit alles met de steun van 70 regionale VN-informatiecentra en -diensten – waarvan het bureau voor de Benelux in Brussel er één is – en acht Bureaus van de VN met een voorlichtingstaak. Het hoofd van DPI is verantwoordelijk voor het communicatiebeleid van de VN en moet zorgdragen voor een gecoördineerde en transparante stroom van informatie over het werk van de VN én voor de ontwikkeling van een coherent communicatiebeleid binnen de gehele Organisatie. De afdeling Publieksaangelegenheden voert informatiecampagnes over zaken van wereldwijd belang; organiseert speciale manifestaties en tentoonstellingen; ontplooit themagebonden activiteiten voor de pers; staat in voor workshops en speciale programma's voor journalisten, leerkrachten en andere informatiedoorgevers; voorziet in samenwerkingsverbanden met maatschappelijke organisaties, met name NGO's; dient als bron van informatie over de VN voor het brede publiek; en organiseert andere voorlichtingsactiviteiten, waaronder rondleidingen op de hoofdzetel van de VN. De afdeling Nieuws en Media staat in voor een vlotte beschikbaarheid voor nieuwsorganisaties en media in de hele wereld van nieuws en informatie over de VN en haar activiteiten. De afdeling verzorgt dagelijkse nieuwsberichten via de radio en internet, produceert andere radio- en videoprogramma's, verschaft directe tv-beelden en fotomateriaal rond VN-bijeenkomsten en -evenementen, en verzorgt persaccreditaties. De afdeling Bibliotheek en Informatiemiddelen draagt zorg voor de beschikbaarheid van VN-documenten en publicaties door middel van de producten en diensten van de Dag Hammarskjöld Bibliotheek. Dit geschiedt zowel rechtstreeks, als via zijn website en via het net van 350 partnerbibliotheken wereldwijd. De divisie verleent ook cartografische diensten en beheert de publicatie- en verkoopprogramma's van de VN (zie blz. 327 voor een lijst van DPI-publicaties). Het Bureau van de Woordvoerder van de Secretaris-Generaal ressorteert eveneens onder DPI en is verantwoordelijk voor de planning van de mediagerelateerde activiteiten van de Secretaris-Generaal. De Woordvoerder, die direct rapporteert aan de Secretaris-Generaal, verzorgt de dagelijkse briefing van journalisten. Departement voor Managementaangelegenheden (DM) Onder-Secretaris-generaal Joseph E. Connor (Verenigde Staten) Het Departement voor Managementaangelegenheden (DM) ondersteunt alle afdelingen van het Secretariaat met strategische beleidsformulering en managementondersteuning op drie terreinen: financiën, personeel en logistiek. Deze ressorteren respectievelijk onder de Bureaus voor Programmaplanning, Begroting en Boekhouding, Human Resources en Centrale Logistieke Diensten. DM is centraal bevoegd voor de formulering en invoering van verbeterde beleidsvoering voor het Secretariaat; voor het sturen en opleiden van de medewerkers van het Secretariaat; voor beleid inzake programmaplanning, begroting, financiën en personeel; en voor technologische innovaties. Het Departement biedt ook technische ondersteuning aan de Vijfde Commissie van de Algemene Vergadering (administratieve zaken en begroting) en ondersteunt verder het Comité voor Programma en Coördinatie. Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor Managementaangelegenheden – geeft beleidsadvies, ondersteuning en leiding bij de voorbereidingen van het middellange-termijnplan en de tweejaarlijkse begroting van de Organisatie. Hij vertegenwoordigt de Secretaris-Generaal inzake bestuurlijke aangelegenheden, houdt toezicht op te verwachten managementkwesties in het Secretariaat en heeft de algemene leiding over de werkzaamheden van de geschillencommissie van het Secretariaat. Bureau van het Irak-Programma (OIP) Onder-Secretaris-Generaal Uitvoerend Directeur Benon Sevan (Cyprus) Het Bureau van het Irak-Programma (OIP) coördineert het olie-voor-voedsel-programma, dat de Veiligheidsraad in 1995 opzette om te voorzien in humanitaire hulp aan de Irakese bevolking, die wordt getroffen door de sancties die de Raad in 1990 oplegde na de Irakese invasie in Koeweit (zie Hoofdstuk 2, blz. 101). In het kader van dit programma werd de eerste olie in december 1996 geëxporteerd, de eerste voedselzendingen volgden drie maanden later. Sedertdien is in het kader van het programma meer dan 10 miljoen ton voedsel (ter waarde van 4 miljard dollar) en geneesmiddelen en medische apparatuur (ter waarde van 720 miljoen dollar) geleverd aan Irak. Daarnaast heeft Irak ten belope van 800 miljoen dollar noodhulp ontvangen voor veilig drinkwater en hygiëne, landbouw, onderwijs, infrastructuur en mijnopruiming. Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN (UNSECOORD) Onder-Secretaris-Generaal VN-Veiligheidscoördinator Benon Sevan (Cyprus) Het Bureau van de VN-Veiligheidscoördinator (UNSECOORD) treedt op namens de Secretaris-Generaal en de directeurs van de agentschappen, programma's en fondsen van de VN. Het zorgt voor een passend antwoord van het VN-systeem in noodsituaties. Daarnaast is het Bureau verantwoordelijk voor beleids- en procedurekwestie op het vlak van veiligheid en beveiliging. Namens de Secretaris-Generaal neemt het ook alle beslissingen in verband met plotselinge evacuaties. Het Bureau formuleert uitvoerige aanbevelingen gericht op de veiligheid en beveiliging van VN-medewerkers en hun familieleden binnen het brede VN-systeem. Ook is UNSECOORD verantwoordelijk voor de afstemming, planning en implementatie van veiligheids- en beveiligingsprogramma's van afzonderlijke VN-instanties en treedt het op als coördinatiecentrum voor de samenwerking tussen de verschillende organisaties. Het Bureau wordt gefinancierd door alle leden van het Administratief Comité voor Coördinatie (ACC). Regionale Commissies De vijf Regionale Commissies van de VN brengen verslag uit bij de Economische en Sociale Raad en ressorteren onder de bevoegdheid van de Secretaris-Generaal. Het is hun taak maatregelen te initiëren ter bevordering van de economische ontwikkeling van elke regio en om de economische banden te versterken die de landen in die regio's onderling en met andere landen in de wereld onderhouden. Zij vallen onder de reguliere begroting van de VN. Economische Commissie voor Afrika (ECA) ECA werd opgericht in 1958 en ontplooit activiteiten die de groei van de economische en sociale sectoren in dat werelddeel aanmoedigen. ECA bevordert beleid en strategieën ter intensivering van de economische samenwerking en integratie tussen de 53 Afrikaanse staten, vooral op het vlak van productie, handel, monetair beleid, infrastructuur en instellingen. ECA concentreert zich op: het produceren van informatie en analyses over economische en sociale kwesties; het bevorderen van voedselzekerheid en duurzame ontwikkeling; het versterken van ontwikkelingsbeheer; het aanwenden van nieuwe informatietechnologieën voor ontwikkelingsdoeleinden; en het bevorderen van regionale samenwerking en integratie. Speciale nadruk ligt op het verbeteren van de leef- en werksituatie van vrouwen teneinde hen nauwer te betrekken – ook op beleidsniveau – in het ontwikkelingsproces, en om er voor zorg te dragen dat vrouwen en seksegelijkheid centrale waarden zijn in nationaal ontwikkelingsbeleid. Uitvoerend secretaris: K. Y. Amoako (Ghana) Adres: Africa Hall, P.O. Box 3001, Addis Abeba, Ethiopië Tel.: (251 1) 51 44 16, fax: (251 1) 51 44 16 E-mail: uneca@un.org Internet: www.un.org./Depts/eca/ Economische Commissie voor Europa (ECE) ECE werd in 1947 opgericht en is het forum waar de landen van Noord-Amerika, Europa en Centraal-Azië (de republieken van de voormalige Sovjet-Unie) bijeenkomen om instrumenten te creëren voor hun economische samenwerking. ECE telt 55 leden en omvat ook Israël. ECE houdt zich voornamelijk bezig met milieu, transport, statistiek, handelsbevordering, industrie, land- en bosbouw, en ook met huisvesting, bouwbeleid en ruimtelijke ordening. ECE is een forum waar men onderhandelt over akkoorden en hulpgerichte activiteiten ontplooit. Voornaamste oogmerk is de harmonisering van het beleid en de handelwijzen van de leden. Een dergelijke harmonisering vergemakkelijkt niet alleen het economische verkeer, investeringen en de integratie van vervoersnetwerken, maar draagt ook bij tot doeltreffender procedures inzake het milieu. Uitvoerend Secretaris: Mw. Danuta Hübner (Polen) Adres: Palais des Nations, 1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: (41 22) 917 4444, fax: (41 22) 917 0505 E-mail: info.ece@unece.org Internet: www.unece.org Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (ECLAC) ECLAC werd in 1948 opgericht om het beleid te stroomlijnen dat zich richt op het stimuleren van de economische en sociale ontwikkeling in de regio. De Commissie telt 41 lidstaten en 7 geassocieerde leden. Ze houdt zich bezig met onderzoek en analyse van regionale en nationale ontwikkelingsprocessen. De opdracht van ECLAC omvat het voorstellen, beoordelen en opvolgen van overheidsbeleid en ook het verschaffen van hulp op gebieden die specifieke informatie vereisen. De Commissie werkt samen met nationale, regionale en internationale organisaties op uiteenlopende gebieden zoals landbouwontwikkeling; economische en sociale planning; industriële, technologische en bedrijfskundige ontwikkeling; internationale handel; regionale integratie en samenwerking; investeringen en financiering; sociale ontwikkeling en gelijkekansenbeleid; integratie van vrouwen bij ontwikkeling; natuurlijke hulpbronnen en infrastructuur; milieu en menselijke nederzettingen; statistiek; bestuurskunde; en demografie en bevolkingsvraagstukken. Het ECLAC-systeem omvat het Latijns-Amerikaans en Caribisch Instituut voor Economische en Sociale Planning (ILPES), dat onderzoek verricht, opleidingen verzorgt en verdere samenwerking tussen de planningsdiensten in dit gebied bevordert. Er zijn twee subregionale hoofdkantoren: één voor Mexico en Midden-Amerika (in Mexico) en één voor het Caribisch gebied (in Trinidad en Tobago). Verder zijn er vijf nationale kantoren (Argentinië, Brazilië, Colombia, Uruguay en de Verenigde Staten. Uitvoerend Secretaris: José Antonio Ocampo (Colombia) Adres: Edificio Naciones Unidas, Avenida Dag Hammarskjöld, Casilla 179-D, Santiago, Chili Tel.: (56 2) 210 2371, fax: (56 2) 208 0252, 56 2) 208 1946 E-mail: (eerste initiaal)(achternaam)@eclac.cl Internet: www.eclac.cl Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP) ESCAP werd in 1947 opgericht en behandelt economische en sociale kwesties in deze regio. De commissie speelt een unieke rol als het enige intergouvernementele forum voor alle landen van Azië en het Stille-Zuidzeegebied. De 51 lidstaten en 10 geassocieerde leden vertegenwoordigen samen ongeveer 60 procent van de wereldbevolking. ESCAP voorziet regeringen van technische ondersteuning ten behoeve van sociale en economische ontwikkeling. Die steun wordt geboden in de vorm van direct advies aan regeringen, opleidingen en het bundelen van regionale deskundigheid, en ook door middel van informatie via vergaderingen, publicaties en netwerken tussen de leden. De Commissie zet verder programma's en projecten op om groei te stimuleren, sociaal-economische omstandigheden te verbeteren en fundamenten te leggen voor een moderne samenleving. Drie regionale onderzoeks- en opleidingsinstituten werken onder auspiciën van de Commissie en leggen zich toe op landbouwontwikkeling, statistiek en op de overdracht van technologie. Recent is de Commissie zich ook gaan toeleggen op het bevorderen van onderlinge handelsbetrekkingen en investeringen; de overdracht van technologie; privatisering en ondernemerschap; milieu; verstedelijking; armoedeverlichting; drugsbestrijding; bevolkingsvraagstukken; sociale ontwikkeling; en de migratie van arbeidskrachten. Uitvoerend Secretaris: Kim Kah-Su (Republiek Korea) Adres: United Nations Building, Rajadamnern Avenue, Bangkok, Thailand Tel.: (662) 288 1234, fax: (662) 288 1000 E-mail: (achternaam).unescap@unorg Internet: www.unescap.org Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA) ESCWA werd in 1973 opgericht om inspanningen gericht om de economische en sociale ontwikkeling van de landen van West-Azië te bundelen, door de economische samenwerking en integratie in de regio te bevorderen. De Commissie telt 13 lidstaten en fungeert als het voornaamste algemene forum binnen het VN-systeem voor overleg inzake economische en sociale ontwikkeling voor de regio. De programma's van ESCWA zijn gericht op onder meer economische ontwikkeling, sociale ontwikkeling, landbouw, industrie, natuurlijke hulpbronnen, milieu, transport, communicatie en statistiek. Uitvoerend Secretaris: Mw. Merwat M. Tallawy (Egypte) Adres: P.O. Box 11-8575, Riad el-Solh Square, Beiroet (Libanon) Tel.: (961) 198 1301, fax: (961) 198 1516 E-mail: unescwa@escwa.org.lb Internet: www.escwa.org.lb Internationale Tribunalen Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië (ICTY) Het ICTY werd in 1993 door de Veiligheidsraad ingesteld met het mandaat om de personen te berechten die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die na 1991 plaatsvonden in het voormalige Joegoslavië. Het Tribunaal omvat 14 rechters en 1011 medewerkers. De begroting voor 2000 beliep 96 miljoen dollar. Sinds de aanvang van de werkzaamheden heeft het Tribunaal 94 personen in staat van beschuldiging gesteld. In juli 2000 liepen er voor het Tribunaal procedures tegen 38 beklaagden en 26 verdachten waren voortvluchtig. Van de personen die werden berecht, bekenden er twee schuld, dertien personen werden in eerste aanleg schuldig bevonden, vier van hen werden in hoger beroep schuldig bevonden en twee personen kregen vrijspraak. Tegen negen vonnissen is hoger beroep aangetekend. President: Claude Jorda (Frankrijk) Hoofdaanklager: mw. Carla Del Ponte (Zwitserland) Hoofdzetel: Churchillplein 1, 2517 JW, Den Haag, Nederland Tel.: (31 70) 416 5233; Fax: (31 70) 512 5355 Internet: www.un.org/icty Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR) Het ICTR werd opgericht door de Veiligheidsraad in 1994 met het mandaat om de personen te berechten die verantwoordelijk zijn voor volkenmoord en andere ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht die in 1994 plaatsvonden in Rwanda. Het Tribunaal bestaat uit drie Strafkamers met elk drie rechters en een Kamer van Beroep bestaande uit vijf rechters. Het Tribunaal telt voorts 729 medewerkers. Voor 2000 beliep de begroting 79 miljoen dollar. In 2000 waren er meer dan 40 personen in hechtenis, van wie er verscheidene inmiddels zijn veroordeeld. President: mw. Navanethem Pillay (Zuid-Afrika) Hoofdaanklager: mw. Carla Del Ponte (Zwitserland) Griffier: Agwu U. Okali (Nigeria) P.O. Box 6016, Arusha, Tanzania Tel. (212) 963 2850 of (255) 27 50 43 69/72 Fax (212) 963 2848 of (255) 27 50 40 00 of 50 43 73 Internet: www.ictr.un.org VN-programma's en andere organen De Conferentie van de VN inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD) De VN-conferentie inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD) is een permanent intergouvernementeel orgaan dat in 1964 werd opgericht. Het is het belangrijkste orgaan van de Algemene Vergadering op het vlak van handel en ontwikkeling. Het mandaat van UNCTAD omvat de bevordering van het handelsverkeer en de economische ontwikkeling, met name in de ontwikkelingslanden. UNCTAD is het centrale orgaan binnen de Verenigde Naties voor de geïntegreerde aanpak van ontwikkelingsvraagstukken en daaraan gerelateerde sectoren als handel, financiën, technologie, investeringen en duurzame ontwikkeling. De belangrijkste doelen zijn het optimaliseren van de handel, investeringen en het ontwikkelingspotentieel in de ontwikkelingslanden. Voorts helpt UNCTAD deze landen om de uitdaging aan te gaan waarvoor de mondialisering van de economie hen stelt en streeft men naar integratie in de wereldeconomie op voet van gelijkheid. UNCTAD probeert deze objectieven te realiseren met onderzoek en politieke analyse, intergouvernementeel overleg, technische samenwerking en overleg met de maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. De UNCTAD Conferentie, het hoogste beleidsorgaan, telt 190 lidstaten en komt om de vier jaar bijeen. De tiende Conferentie had plaats in 2000 in Bangkok. De Raad voor Handel en Ontwikkeling is het uitvoerend orgaan van UNCTAD en ziet erop toe dat de activiteiten van UNCTAD stroken met de overeengekomen prioriteiten. De jaarlijkse operationele begroting van 50 miljoen dollar wordt gefinancierd uit de reguliere begroting van de Verenigde Naties. Met activiteiten op het vlak van technische samenwerking, gefinancierd uit andere bronnen, is een bedrag van 24 miljoen dollar gemoeid. UNCTAD telt 394 medewerkers. Secretaris-Generaal: Rubens Ricupero (Brazilië) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: (41 22)907 1234, fax: (41 22)907 0043 E-mail: ers@unctad.org Website: www.unctad.org Internationale Handelscentrum UNCTAD/WTO (ITC) Het Internationale Handelscentrum (ITC) is het technisch samenwerkingsverband van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en UNCTAD voor de operationele en ondernemingsgerichte aspecten van de internationale handelsontwikkeling. Als centraal VN-orgaan voor technische samenwerking in het kader van handelsbevordering helpt ITC ontwikkelingslanden en overgangseconomieën bij het opvoeren van hun export en een verbetering van hun importbeleid. ITC is een gemeenschappelijk hulporgaan van de WTO en de VN, waarbij deze laatste optreedt via UNCTAD. De activiteiten van het hoofdkantoor worden bekostigd door de VN en de WTO. Technische samenwerkingsprojecten worden gefinancierd door UNDP en via vrijwillige bijdragen. De jaarlijkse begroting bedraagt 33 miljoen dollar. ITC telt 180 medewerkers Directeur-Generaal: J. Denis Bélisle (Canada) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: (41 22)730 01 11, fax: (41 22)733 44 39 E-mail: itcreg@intracen.org Website: www.intracen.org Bureau voor de Controle op Drugs en Misdaadpreventie (ODCCP) Het Bureau voor de Controle op Drugs en Misdaadpreventie (ODCCP) werd in 1997 opgericht om de VN in staat te stellen onderling gerelateerde vraagstukken rond drugsbestrijding, misdaadpreventie en internationaal terrorisme in hun verband aan te pakken. Het Bureau bestaat uit: Het Internationaal Drugscontroleprogramma van de Verenigde Naties (UNDCP) en Het Centrum voor Internationale Misdaadpreventie (CICP). UNDCP is de centrale eenheid voor drugsbestrijding die alle VN-activiteiten op dat vlak coördineert en aanstuurt. Het Programma treedt op als mondiaal centrum van technische expertise op dit gebied en voorziet de lidstaten van praktisch advies. UNDCP werkt op nationaal, regionaal en mondiaal niveau via een netwerk van kantoren. CICP is de centrale eenheid die verantwoordelijk is voor alle VN-activiteiten op het vlak van misdaadpreventie en strafrecht. Het centrum legt zich vooral toe op de bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, mensenhandel, financiële criminaliteit en terrorisme. De totale begroting voor de periode 1998-1999 bedroeg 150 miljoen dollar, waarvan 141 miljoen voor UNDCP en 9 miljoen voor CICP. Negentig procent van de middelen van UNDCP en 37 procent van de middelen van CICP bestonden uit vrijwillige bijdragen. De rest kwam van de reguliere VN-begroting. Directeur-Generaal: Pino Arlacchi (Italië) Hoofdzetel: Vienna International Centre, Wagramerstrasse 5, P.O. Box 500, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: (43 1)26060-0, fax: (43-1)26060-5866 E-mail: odccp@odccp.org Website: www.odccp.org Het Milieuprogramma van de VN (UNEP) Het Milieuprogramma van de VN (UNEP) werd opgericht in 1972. De taak van UNEP bestaat uit het aansturen en bevorderen van samenwerkingsverbanden inzake milieubeheer, door landen en volkeren in staat te stellen hun levensomstandigheden te verbeteren zonder die van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Als belangrijkste organisatie op milieugebied beheert UNEP de internationale milieuagenda en staat het binnen het VN-systeem garant voor de nodige aandacht voor de milieutechnische aspecten van duurzame ontwikkeling. Ook treedt UNEP op als gezaghebbend pleitbezorger voor het mondiale leefmilieu. De Bestuursraad telt 58 leden en komt jaarlijks bijeen. Programma's worden gefinancierd uit het Milieufonds, dat wordt gevoed met vrijwillige bijdragen van regeringen en trustfondsen. Een klein deel wordt gefinancierd uit de reguliere VN-begroting. De begroting voor de periode 2000-2001 beloopt 120 miljoen dollar. UNEP telt 680 medewerkers Directeur-Generaal: Klaus Töpfer (Duitsland) Hoofdzetel: United Nations Avenue, Gigiri, Nairobi, Kenia Tel.: (254-2)621-234, 520-602, fax: (254-2)226-886 of 226-895 E-mail: cpiinfo@unep.org Website: www.unep.org Het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) Het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) is het belangrijkste orgaan voor de coördinatie van de ontwikkelingsactiviteiten van de VN. Met een wereldwijd netwerk en financiële hulpmiddelen ten belope van 2,3 miljard dollar per jaar, is UNDP de grootste verstrekker van ontwikkelingssteun binnen het VN-systeem. UNDP biedt belangrijk advies inzake beleidsvoering en helpt bij het versterken van de menselijke en institutionele capaciteiten om te komen tot economische groei. UNDP werkt samen met partners uit de publieke sector en het bedrijfsleven om hulpmiddelen zo doelgericht mogelijk aan te wenden in overeenstemming met de uitdagingen en mogelijkheden die voortspruiten uit de mondialisering van de economie. UNDP ijvert voor verantwoordelijk bestuur op alle niveaus in de samenleving en voor het opzetten van samenwerkingsverbanden rond initiatieven die essentieel zijn voor duurzame menselijke ontwikkeling. UNDP beheert ook een aantal speciale fondsen, waaronder: het VN-ontwikkelingsfonds voor Vrouwen (UNIFEM) het VN-vrijwilligersprogramma (UNV) het VN-kapitaalontwikkelingsfonds (UNCDF) UNDP staat onder leiding van een Uitvoerende Raad van 36 leden, die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden en uit de geïndustrialiseerde wereld. Het Rapport over menselijke ontwikkeling is een belangrijke publicatie van UNDP. Bestuurder: Mark Malloch Brown (Verenigd Koninkrijk) Hoofdzetel: 1 UN Plaza, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: (1-212)906-5000, fax: (1-212)906-5001 E-mail: mark.malloch.brown@undp.org Website: www.undp.org Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM) Het Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM) bevordert medezeggenschap en gelijkberechtiging van vrouwen. Het probeert vrouwen te betrekken bij ontwikkelingsplanning en besluitvorming op alle niveaus. Het Fonds maakt zich binnen het VN-systeem ook sterk om in alle cruciale kwesties de behoeften en belangen van vrouwen op de politieke agenda te krijgen – in nationaal, regionaal en mondiaal verband. Sinds de oprichting in 1976 steunt UNIFEM projecten en initiatieven in de ontwikkelingslanden die de politieke, economische en sociale medezeggenschap van vrouwen bevorderen. De aandachtspunten variëren van kleine, algemene initiatieven om de arbeidsomstandigheden voor vrouwen te verbeteren tot grootschalige voorlichtingscampagnes en het opstellen van nieuwe, niet-discriminatoire wetgeving. UNIFEM is een autonome, met UNDP verbonden organisatie. Het Fonds rapporteert aan de Adviescommissie (met vertegenwoordigers uit alle regio's) en aan de Uitvoerende Raad van UNDP. Twaalf regionale programmaadviseurs vertegenwoordigen UNIFEM op regionaal en nationaal niveau. De jaarlijkse begroting van UNIFEM bedraagt 20 miljoen dollar. Directeur: Noeleen Heyzer (Singapore) Hoofdzetel: 304 East 45th Street, 6th floor, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: (1-212)906-6400, fax: (1-212)906-6705 E-mail: unifem@undp.org Website: www.unifem.undp.org De Vrijwilligers van de VN (UNV) Het Vrijwilligersprogramma van de VN (UNV) werd in 1970 opgericht door de Algemene Vergadering als een hulporgaan van de Verenigde Naties en groeide uit tot een operationeel programma voor ontwikkelingssamenwerking. Als vrijwilligersprogramma is dit internationale orgaan uniek binnen het VNsysteem en qua omvang ook uniek in het internationale speelveld als geheel. UNV zet mannen en vrouwen, doorgaans halverwege hun professionele carrière, in voor sectorgebonden en gemeenschapgerichte ontwikkelingsprojecten, humanitaire hulpverlening en voor de bevordering van mensenrechten en democratie. UNV brengt verslag uit aan de Uitvoerende Raad van UNDP/UNFPA en werkt via regionale UNDP-kantoren in de hele wereld. Elk jaar werken zo’n 4000 specialisten, veldwerkers, nationale vrijwilligers, kort dienende adviseurs voor handel/industrie en vaste adviseurs van zo'n 140 nationaliteiten in ongeveer evenveel landen. Twee derde van hen is zelf afkomstig uit een ontwikkelingsland, één derde van de vrijwilligers komt uit geïndustrialiseerde landen. Sinds 1971 hebben al meer dan 20.000 vrijwilligers voor het Programma gewerkt. Een graad van hogeschool of universiteit en ettelijke jaren beroepservaring zijn basisvoorwaarden voor aanwerving. Gewoonlijk hebben VN-vrijwilligers een contract van twee jaar. Voor humanitaire projecten of verkiezingsmissies geldt meestal een korter dienstverband. Zij ontvangen een bescheiden maandelijkse toelage om in hun dagelijkse behoeften te voorzien. Het programma wordt gefinancierd door UNDP, door VNorganisaties en uit vrijwillige bijdragen aan het Speciale UNV-Vrijwilligersfonds. De Algemene Vergadering duidde UNV aan als ankerpunt voor het Internationaal Jaar voor de Vrijwilligers 2001 (e-mail: team@iyv2001.org; website: www.iyv2001.org). Uitvoerend coördinator: Dr. Sharon Capeling-Alakija (Canada) Hoofdzetel: Postfach 260-111, D-53153 Bonn, Duitsland Tel.: (49-228)815-2000, fax: (49-228)815-2001 E-mail: enquiry@unv.org Website: www.unv.org Het Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA) In 1969 werd op initiatief van de Algemene Vergadering UNFPA opgericht, het grootste internationaal gefinancierde steunpunt op het vlak van demografische aangelegenheden ten bate van ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. UNFPA helpt landen die hierom verzoeken met het verbeteren van de vruchtbaarheid bij vrouwen, met vrijwillige gezinsplanning en met de formulering van bevolkingsbeleid ter ondersteuning van het streven naar duurzame ontwikkeling. UNFPA steunt volledig op vrijwillige bijdragen; deze belopen jaarlijks ongeveer 250 miljoen dollar. Bijna twee derde van de UNFPA-bijdragen gaat naar vruchtbaarheidgerelateerde gezondheidszorg (met inbegrip van gezinsplanning en seksuele gezondheid). Voornaamste aandachtspunten daarbij zijn: het ontwikkelen van adequate voorlichtingsmethoden voor tieners, het terugdringen van het sterftecijfer onder jonge moeders, HIV/AIDS-preventie en noodhulp. Ongeveer een derde gaat naar bevolkings- en ontwikkelingsstrategieën die ontwikkeling en bevolkingsgroei met elkaar in evenwicht moeten brengen. In dat kader wordt informatie verspreid, probeert men het beleid te beïnvloeden en worden nationale bevolkingsprogramma's opgezet en begeleid. De rest wordt gebruikt om materiële en politieke steun voor bevolkingsinitiatieven te verkrijgen. UNFPA telt 905 medewerkers. Directeur-Generaal: Thoraya Obaid (Saoedi-Arabië) Hoofdzetel: 220 East 42nd Street, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: (1-212)297-5000, fax: (1-212)370-0201 E-mail: hq@unfpa.org Website: www.unfpa.org Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen (UNHCR) Het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen (UNHCR) werd in 1950 opgericht door de Algemene Vergadering en heeft als hoofdtaak het coördineren van internationale initiatieven voor de wereldwijde bescherming van vluchtelingen en het vinden van oplossingen voor de vluchtelingenproblematiek. Sinds de oprichting heeft UNHCR al meer dan 50 miljoen vluchtelingen geholpen. De organisatie won tweemaal de Nobelprijs voor de Vrede (in 1954 en 1981). De belangrijkste taak van UNHCR noemt men 'internationale bescherming': respect afdwingen voor de fundamentele mensenrechten van vluchtelingen, met inbegrip van het recht asiel aan te vragen, en erop toezien dat niemand onvrijwillig wordt gerepatrieerd naar een land waar hij of zij kans loopt op vervolging. UNHCR ijvert voor internationale afspraken inzake vluchtelingen, ziet toe op de naleving van internationale wetgeving door regeringen en verleent materiële hulp (voedsel, drinkwater, onderdak en medische verzorging) aan nietmilitaire vluchtelingen. Op dit ogenblik zorgt UNHCR – met meer dan 5000 medewerkers verspreid over 281 kantoren in 121 landen – voor 21,6 miljoen mensen: vluchtelingen, repatrianten en ontheemden (vluchtelingen in eigen land). Meer dan 544 NGO's werken op operationeel vlak samen met UNHCR. Een Uitvoerende Raad van 57 leden verleent goedkeuring aan en ziet toe op de uitvoering van de programma's van de Hoge Commissaris. De programma's worden gefinancierd uit vrijwillige donaties van regeringen, maar ook van particulieren en andere organisaties. UNHCR ontvangt een kleine subsidie – minder dan 2 procent van de totale begroting – van de reguliere VN-begroting; een bedrag dat volledig wordt aangewend voor beheerskosten. Voor het jaar 2000 bedroeg de totale begroting van UNHCR 965,2 miljoen dollar. Om de twee jaar publiceert UNHCR De toestand van de vluchtelingen in de wereld, een grondige analyse van problemen en gevoerd beleid ten aanzien van vluchtelingen en ontheemden. Hoge Commissaris: Ruud Lubbers (Nederland) Hoofdzetel: 94 Rue Montbrillant, Genève, Zwitserland Tel.: (41-22)739 85 02, fax: (41-22)739 73 14 E-mail: hqpi00@unhcr.ch Website: www.unhcr.ch Het Internationaal Kindernoodfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) UNICEF werd in 1946 opgericht om regeringen, gemeenschappen en gezinnen te helpen om de wereld tot een beter leefbare plek voor kinderen te maken. UNICEF is de enige VN-organisatie die zich uitsluitend richt op kinderen en vrouwen, en moet optreden als pleitbezorger voor de rechten van kinderen – d.w.z. alle jongeren onder de 18 jaar. Het Fonds steunt hierbij op het Verdrag inzake de rechten van het kind, dat door vrijwel alle landen is geratificeerd. UNICEF is actief in 161 landen en streken. De activiteiten zijn even afwisselend als de uitdagingen waarvoor het Fonds staat. Ze richten zich met name op het streven naar een zo goed mogelijke start in het leven; het voorkomen van kinderziekten en -sterfte; veilige zwangerschappen en geboortes; uitbanning van discriminatie; samenwerking met gemeenschappen om ervoor te zorgen dat meisjes net als jongens naar school gaan; en jongeren helpen vaardigheden aan te leren om te overleven en hen nauwer betrekken in het maatschappelijke leven. UNICEF biedt ook noodhulp, helpt bij het creëren van een gevoel van stabiliteit, heropent scholen en creëert plaatsen waar kinderen veilig kunnen leven. UNICEF staat onder leiding van een Bestuursraad van 36 leden, die het beleid uitstippelt, toezicht houdt op de programma's en de begroting goedkeurt. In 1999 telde UNICEF 5600 medewerkers, waarvan 86 procent actief is in het veld. UNICEF is volledig afhankelijk van vrijwillige bijdragen van overheden en niet-gouvernementele instanties. Ongeveer 36 procent van de 1,1 miljard dollar in 1999 was afkomstig van particulieren. UNICEF besteedde 91 procent van het budget aan programma's gericht op gezondheid, onderwijs, voeding en drinkwater, en hygiëne. Belangrijke publicaties zijn De toestand van de kinderen in de wereld en Vooruitgang der Naties. In 1965 ontving UNICEF de Nobelprijs voor de Vrede. Directeur-Generaal: Carol Bellamy (Verenigde Staten) Hoofdzetel: UNICEF House, United Nations, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: (1-212)326 7000, fax: (1-212)888 7465 E-mail: webmaster@UNICEF.org Website: www.UNICEF.org Het Wereldvoedselprogramma (WFP) Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN is de grootste internationale voedselhulporganisatie ter wereld en verschaft jaarlijks zo'n 3 miljoen ton voedselhulp. WFP werd opgericht in 1963 met het mandaat om de armen in ontwikkelingslanden te helpen door honger en armoede te bestrijden. WFP zet voedselhulp ook in om sociale en economische ontwikkeling te bevorderen. Het Programma biedt hulp aan slachtoffers van oorlogen en van door de natuur of de mens veroorzaakte rampen. Tachtig procent van de middelen van WFP gaat naar noodhulp. Er werken meer dan 5000 mensen voor WFP. Meer dan de helft hiervan zijn tijdelijke krachten. In 1999 leverde WFP 3,4 miljoen ton voedsel aan 89 miljoen mensen in 82 landen. Een groot deel van de voedselvoorraden van WFP wordt door donorlanden in natura geschonken. WFP koopt zelf voedsel in voor meer dan 300 miljoen dollar, een bedrag dat afkomstig is uit multi- en bilaterale fondsen. WFP is binnen het VN-systeem de grootste aankoper van voedsel en diensten in ontwikkelingslanden. Alleen al in 1999 kocht het programma voor 122 miljoen dollar in. WFP staat onder leiding van het Comité voor Voedselhulpbeleid en -programma's, dat tweemaal per jaar bijeenkomt. De 42 leden worden voor de helft door ECOSOC benoemd, de andere helft door FAO. Directeur-Generaal: mw. Catherine Bertini (Verenigde Staten). Hoofdzetel: Via Cesare Giulio Viola, 68/70, 00148, Rome, Italië Tel.: (39-06)6513-1, fax: (39-06)6590-632/637 E-mail: wpinfo@wfp.org Website: www.wfp.org Het Agentschap van de Verenigde Naties voor hulp aan de Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) Het Agentschap van de Verenigde Naties voor hulp aan de Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) werd in 1949 door de Algemene Vergadering opgericht om in samenwerking met regeringen in de regio bijstand te verlenen aan Palestijnse vluchtelingen. Daar er nog steeds geen oplossing bestaat voor het Palestijnse vluchtelingenprobleem, werd het mandaat van UNRWA geregeld hernieuwd, de laatste maal tot 30 juni 2002. In het begin bood UNRWA noodhulp aan zo’n 750.000 Palestijnse vluchtelingen die hun huis en bestaansmiddelen waren kwijtgeraakt ten gevolge van het Arabisch-Israëlisch conflict van 1948. In 2000 verschafte UNRWA aan meer dan 3,4 miljoen geregistreerde Palestijnse vluchtelingen gezondheidszorg, onderwijs en sociale bijstand. Van deze 3,4 miljoen mensen leefden er ongeveer 1,2 miljoen in 59 door UNRWA beheerde vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Syrië, de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. De operaties worden geleid en ondersteund vanuit de hoofdkantoren in de Gazastrook en de Jordaanse hoofdstad Amman. De Commissaris-Generaal, die rechtstreeks aan de Algemene Vergadering rapporteert, wordt bijgestaan door een Adviescommissie samengesteld uit vertegenwoordigers uit België, Egypte, Frankrijk, Japan, Jordanië, Libanon, Syrië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. UNRWA telt bijna 22.000 plaatselijke medewerkers, voor het merendeel Palestijnse vluchtelingen. De Verenigde Naties betaalt de 98 mensen van de internationale staf. UNRWA is nagenoeg geheel afhankelijk van vrijwillige bijdragen voor zijn reguliere programma’s en voor hulpacties. Meestal is dit geld, maar ongeveer 7 procent bestaat uit bijdragen in natura. Het budget voor reguliere operaties voor 2000 bedroeg 360 miljoen dollar. Meer dan 74 procent van de begroting gaat naar programma’s voor onderwijs, gezondheidszorg en sociaal werk. Commissaris-Generaal: Peter Hansen (Denemarken) Hoofdzetel (Gaza) Gamal Abdul Nasser Street, Gaza City Tel.: (972-7)677 7333, fax: (972-7)677 7555 Hoofdzetel (Amman, Jordanië) Bayader Wadi Seer, P.O. Box 140157, Amman 11814, Jordanië Tel.: (962-6)582 6171/6, fax: (962-6)582 6177 Website: www.unrwa.org Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR) In 1993 creëerde de Algemene Vergadering het ambt van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens: de VN-functionaris die verantwoordelijk is voor de mensenrechteninitiatieven van de VN. De Hoge Commissaris moet ervoor ijveren dat iedereen zijn civiele, culturele, economische, politieke en sociale rechten kan uitoefenen. Hij voert zijn mandaat uit via het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR). OHCHR is het centrum van alle initiatieven die de VN inzake de mensenrechten ontplooit. Het stelt rapporten op en verricht onderzoek, op verzoek van de Algemene Vergadering en andere beleidsorganen. Het Bureau werkt samen met regeringen, internationale, regionale en niet-gouvernementele organisaties aan het bevorderen en beschermen van de mensenrechten. Het Bureau fungeert als secretariaat voor de vele vergaderingen die de mensenrechteninstanties van de VN organiseren. Het Bureau telt 200 medewerkers, verdeeld over drie afdelingen: 1. 2. 3. Onderzoek en Recht op ontwikkeling: deze afdeling onderzoekt en analyseert mensenrechtenkwesties, en ontwikkelt een strategie (en ziet toe op de uitvoering daarvan) gericht op het verwezenlijken van het recht op ontwikkeling. Activiteiten en Programma: deze afdeling ontplooit een uitgebreid programma van technische steun aan landen; ondersteunt onderzoeksorganen (speciale rapporteurs, werkgroepen, enz.) die vermeende inbreuken onderzoeken; en biedt steun en opleidingen in het kader van veldwerk op het vlak van mensenrechten. Ondersteunende diensten: deze afdeling ondersteunt de VN-mensenrechtenorganisaties zoals de Mensenrechtencommissie en de verschillende verdragsorganen. Hoge Commissaris: Mary Robinson (Ierland) Hoofdzetel: Palais Wilson, 1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: (41-22)917 31 34, fax: (41-22)917 02 45 E-mail: Secrt.hchr@unog.ch Website: www.unhchr.ch Centrum van de VN voor Menselijke Nederzettingen (HABITAT) Het Centrum van de Verenigde Naties voor Menselijke Nederzettingen (HABITAT) bevordert de ontwikkeling van duurzame menselijke nederzettingen en doet dit door pleitbezorging, beleidsvorming, opleiding en het versterken van samenwerkingsverbanden tussen regeringen en de brede samenleving. Het Centrum werd opgericht in 1978 en dient als centraal orgaan voor de coördinatie van VN-acties op het gebied van menselijke nederzettingen. De prioriteit gaat uit naar: Onderdak voor iedereen; Duurzame stadsontwikkeling. Habitat steunt – en werkt samen met – regeringen, plaatselijke overheden, NGO's en particulieren. In 1998 liepen er zo'n 200 programma's en projecten in meer dan 80 landen. Een breed scala van technische programma's en projecten richt zich onder meer op de stedelijke omgeving, het verminderen van armoede in de steden, wederopbouw na rampen en waterbeheer. De meeste van deze programma's worden uitgevoerd met steun van bilaterale hulporganisaties. Een belangrijke publicatie is het Global Report on Human Settlements, een volledig overzicht van de toestand van menselijke nederzettingen in de wereld. De Commissie voor Menselijke Nederzettingen – die 58 leden telt en eens in de twee jaar bijeenkomt – beheert het Centrum. Er werken 240 mensen. In het biënnium 1998-1999 bedroegen de uitgaven van Habitat 160 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Anna Kajumulo Tibaijuka (Tanzania) Hoofdzetel: United Nations Avenue, Gigiri, Nairobi, Kenia Tel.: (254-2)621 234; fax: (254-2)624 266/7 E-mail: habitat@unchs.org Website: www.unchs.org Het Bureau van de VN voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS) Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS) beheert hulpmiddelen voor projecten om ontwikkelingslanden en overgangseconomieën bij te staan in hun streven naar vrede, sociale stabiliteit, economische groei en duurzame ontwikkeling. UNOPS biedt de internationale gemeenschap een brede waaier van diensten, variërend van algemeen projectbeheer tot zeer specialistische inbreng. UNOPS biedt een flexibel antwoord op specifieke behoeften van klanten: diensten op bestuurlijk vlak zijn op maat gesneden, men hanteert methoden die tot rendabele oplossingen leiden en ook mobiliseert het Bureau implementatiepartners. UNOPS werkt samen met tal van VN-organen, regeringen van ontwikkelings- en donorlanden, het bedrijfsleven en met locale en internationale NGO's. Het Bureau opereert zelfstandig op basis van de opbrengsten uit geleverde diensten en heeft een staf van 1100 medewerkers, met inbegrip van projectmedewerkers. Directeur-Generaal: Reinhart Helmke (Duitsland) Hoofdzetel: 405 Lexington Avenue, New York, NY 10174, Verenigde Staten Tel.: (1-212)457 4000, fax: (1-212)457 4001 E-mail: unops.newyork@unops.org Website: www.unops.org De Universiteit van de VN (UNU) De Universiteit van de Verenigde Naties (UNU) is een internationale gemeenschap van wetenschappers die zich toeleggen op onderzoek, postgraduate-opleidingen en de verspreiding van kennis om de VN vooruit te helpen in haar streven naar vrede en vooruitgang. De Statuten van de Universiteit werden in 1973 goedgekeurd en in 1975 ging de UNU van start. De UNU telt verspreid over de hele wereld 13 instituten en programma's voor opleidingen en onderzoek (zie hoofdstuk 3, blz. 174). De UNU wordt vrijwel volledig gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van regeringen, organisaties, stichtingen en particulieren. De Universiteit ontvangt geen fondsen uit de reguliere begroting van de VN. De jaarlijkse operationele kosten worden betaald uit beleggingsinkomsten van het Endowment Fund. De begroting voor 2000 bedroeg 35,9 miljoen dollar. UNU telt 211 medewerkers en wordt bestuurd door een Bestuur van 24 leden dat jaarlijks bijeenkomt. Rector: Prof. Hans van Ginkel (Nederland) Hoofdzetel: 53-70 Jingumae 5-Chome, Shibuka-Ku, Tokio 150-8925, Japan Tel.: (81-3)3499 2811, fax: (81-3)3499 2828 E-mail: mbox@hq.unu.edu Website: www.unu.edu Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw (INSTRAW) Het Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw (INSTRAW) werd in 1976 in het leven geroepen op aanbeveling van de eerste Wereldconferentie over vrouwen. Het unieke mandaat van het instituut omvat het bevorderen en opzetten van beleidsonderzoek en opleidingsprogramma's op internationaal niveau, teneinde een bijdrage te leveren aan de vooruitgang van vrouwen; hun actieve en gelijkwaardige deelname aan het ontwikkelingsproces te bevorderen; man/vrouw-kwesties onder de aandacht te brengen; en wereldwijd netwerken op te richten om te komen tot gelijkberechtiging van man en vrouw. Het Instituut is een autonoom orgaan binnen de Verenigde Naties en staat onder leiding van een Beheerraad van elf leden die wordt benoemd door ECOSOC. INSTRAW wordt volledig gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van VN-lidstaten en van inter- en niet-gouvernementele organisaties, alsmede uit particuliere bronnen. De uitgaven voor de periode 1998-1999 bedroegen 4,01 miljoen dollar. Directeur: mw. Eleni Stamiris (Griekenland) Hoofdzetel: César Nicolás Penson 02-A, Santo Domingo, Dominicaanse Republiek Tel.: (1-809)685 2111, fax: (1-809)685 2117 E-mail: instraw.hq.sd@codetel.net.do Website: www.un-instraw-gains.org Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN (UNICRI) Het Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN (UNICRI) werd in 1968 opgericht om onderzoek te verrichten, opleidingen te geven en informatie te verzorgen. UNICRI: bevordert en ondersteunt onderzoek in samenwerking met betrokken landen om een betrouwbare bron van kennis en informatie over georganiseerde criminaliteit te creëren; om strategieën te ontwikkelen voor misdaadpreventie en -bestrijding teneinde bij te dragen tot sociaal-economische ontwikkeling en bescherming van de mensenrechten; en om praktische systemen te ontwikkelen ter ondersteuning van de formulering, implementatie en evaluatie van beleid; ontwikkelt en verzorgt opleidingsactiviteiten op interregionaal en nationaal niveau; bevordert de uitwisseling van informatie via het internationale documentatiecentrum voor criminologie. Het Instituut wordt gefinancierd met vrijwillige bijdragen van lidstaten, inter- en niet-gouvernementele organisaties en academische instellingen. Directeur: Alberto Bradanini (Italië) Hoofdzetel: Viale Maestri del Lavoro 10, 10127 Turijn, Italië Tel.: (39-11)653 7111, fax: (39-11)631 3368 E-mail: unicri@unicri.it Website: www.unicri.it Instituut van de VN voor Opleiding en Onderzoek (UNITAR) In 1965 werd het Instituut van de VN voor opleiding en onderzoek (UNITAR) opgericht als een autonome instelling binnen het VN-systeem. UNITAR heeft tot taak de VN doeltreffender te maken door opleidingen en onderzoek. UNITAR organiseert opleidingsprogramma’s om landen voor te bereiden op de uitdagingen van de 21ste eeuw; doet onderzoek naar innovatieve opleidings- en trainingsmethoden, en vormt partnerships met andere VN-organisaties, regeringen en NGO's voor de organisatie van opleidings- en trainingsprogramma's die aan de behoeften van landen voldoen. Een Beheerraad leidt het instituut. UNITAR is zelfbedruipend en steunt financieel op vrijwillige bijdragen van regeringen, intergouvernementele organisaties, stichtingen en andere NGO’s. De tweejaarlijkse begroting bedraagt ongeveer 12,5 miljoen dollar. Het Instituut telt 45 medewerkers en werkt vanuit het hoofdkantoor in Genève en het kantoor in New York. Directeur-Generaal: Marcel Boisard (Zwitserland) Hoofdzetel: International Environment House, Chemin des Anémones 11-13, 1219 Châtelaine-Genève, Zwitserland Tel.: (41-22)917 1234, fax: (41-22)917 8047 E-mail: info@unitar.org Website: www.unitar.org VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling (UNRISD) Het VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling (UNRISD) werd in 1963 opgericht als autonome instelling binnen het VN-systeem en legt zich toe op onderzoek naar de sociale dimensie van problemen die ontwikkeling beïnvloeden. UNRISD wil regeringen, ontwikkelingsorganisaties, maatschappelijke instanties en wetenschappers een beter beeld te geven van de invloed die ontwikkelingsbeleid en economische, sociale en milieugerelateerde veranderingsprocessen uitoefenen op verschillende sociale groepen. UNRISD is voor de financiering van zijn activiteiten geheel aangewezen op vrijwillige bijdragen en ontving in 1999 ongeveer 2 miljoen dollar uit Denemarken, Finland, Mexico, Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Daarnaast kreeg het Instituut voor specifieke projecten ook geldelijke steun van andere organen, bilaterale donoren en VN-organisaties. Een Raad van elf leden beslist over de begroting en het onderzoeksprogramma. Directeur: Thandika Mkandawire (Zweden) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: (41-22)917 3020, fax: (41-22)917 0650 E-mail: info@unrisd.org Website: www.unrisd.org Onderzoeksinstituut van de VN voor Ontwapeningsvraagstukken (UNIDIR) Het VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken (UNIDIR) werd in 1980 opgericht en voert onafhankelijk onderzoek op het vlak van ontwapening en aanverwante internationale veiligheidsvraagstukken. Op dit moment houdt het Instituut zich bezig met onder meer: vredesvraagstukken in Afrika; vredesinitiatieven en kleine wapens in West-Afrika; kleine wapens in Latijns-Amerika, seminarreeksen over kleine wapens; kleine wapens in Centraal-Azië; tactische kernwapens; splijtstoffen; en een handboek over wapenbeheersing. UNIDIR heeft een kleine kern van medewerkers en voert zijn onderzoeksprogramma voornamelijk uit op basis van kortlopende, projectgebonden contracten. Het Instituut wordt grotendeels gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van staten en door openbare en particuliere organisaties. De begroting bedraagt ongeveer 1,1 miljoen dollar. Directeur: Dr. Patricia Lewis (Verenigd Koninkrijk) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: (41-22)917 3186 of (41-22)917 4263, fax: (41-22)917 0176 E-mail: plewis@unog.ch Website: www.unog.ch/unidir GESPECIALISEERDE EN ANDERE ORGANISATIES Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is de gespecialiseerde organisatie die werkt aan de bevordering van sociale rechtvaardigheid en de internationaal erkende mensen- en werknemersrechten. De ILO bestaat sinds 1919 en werd in 1946 de eerste gespecialiseerde VN-organisatie. De ILO formuleert internationale beleidslijnen en programma’s om levens- en werkomstandigheden te verbeteren; ze stelt internationale arbeidsnormen op die dienen als richtlijnen voor nationale autoriteiten bij de implementatie van deze beleidslijnen; ze voert een uitgebreid programma van technische samenwerking uit om regeringen te helpen deze beleidsvoering in praktijk te brengen; en ze houdt zich bezig met opleiding, onderwijs en onderzoek om dit streven te ondersteunen. De ILO is een unieke wereldorganisatie omdat vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers er bij het formuleren van beleid een even zware stem hebben als de vertegenwoordigers van regeringen. De organisatie bestaat uit drie organen: De Internationale Arbeidsconferentie brengt jaarlijks afgevaardigden van de regering, werknemers en werkgevers uit elke lidstaat bijeen. De Conferentie doet aanbevelingen inzake internationale arbeidsnormen en vormt een forum voor de bespreking van sociale problemen en arbeidsvraagstukken die de hele wereld aangaan; Het Besturend Orgaan komt tweemaal per jaar bijeen en leidt de werkzaamheden van de ILO, bereidt het programma en de begroting voor, en onderzoekt gevallen van het niet-naleven van ILO-normen; Het Internationale Arbeidsbureau is het permanente secretariaat van de Organisatie. Gelegenheid voor studie en opleiding wordt geboden aan het Internationaal Opleidingscentrum in Turijn. De actiemiddelen van het Internationaal Instituut voor Arbeidsstudies bestaan uit onderzoeksnetwerken, fora voor sociaal beleid, publicaties, cursussen, seminars en stageprogramma's. In 1969 (op haar vijftigste verjaardag) kreeg de ILO de Nobelprijs voor de Vrede. De 2250 medewerkers van de ILO werken verspreid over de hoofdzetel en 40 kantoren in de wereld. Het budget voor 2000-2001 bedroeg ongeveer 467 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Juan Somavía (Chili) Hoofdzetel: 4, route des Morillons, CH-1211 Genève 22, Zwitserland. Tel.: (41-22)799 61 11, fax: (41-22) 798 86 85 E-mail: webinfo@hql.ilo.ch Website: www.ilo.org Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) treedt binnen het VN-systeem op als de belangrijkste organisatie voor plattelandsontwikkeling. De FAO probeert honger en armoede te verlichten door ontwikkeling van de landbouw, betere voeding en door te streven naar voedselzekerheid, d.w.z. verzekeren dat alle mensen altijd toegang hebben tot het voedsel dat ze nodig hebben voor een actief en gezond leven. FAO werd opgericht op 16 oktober 1945 tijdens een conferentie in Quebec City. Die datum wordt jaarlijks herdacht als Wereldvoedseldag. FAO biedt ontwikkelingssteun; adviseert regeringen op het vlak van beleid en planning; verzamelt, analyseert en verspreid informatie; en treedt op als internationaal forum voor overleg over voedsel- en landbouwproblemen. Speciale FAO-programma’s helpen landen zich voor te bereiden op voedselnoodsituaties en verschaffen hulp. Dagelijks zijn er gemiddeld 1800 FAO-projecten gaande. De door FAO gesteunde projecten krijgen jaarlijks meer dan 300 miljoen dollar van donororganisaties en regeringen. FAO wordt geleid door een Conferentie van lidstaten die om de twee jaar bijeen komt. Een Raad bestaande uit 49 door de Conferentie gekozen leden, fungeert tussen de zittingen van de Conferentie door als besturend orgaan van de FAO. De begroting voor 2000-2001 bedroeg 650 miljoen dollar. Er werken 4034 mensen voor FAO verspreid over de hoofdzetel en kantoren in de hele wereld. Directeur-Generaal: Dr. Jacques Diouf (Senegal) Hoofdzetel: Viale delle Terme di Caracalla, 00100 Rome, Italië. Tel.: (39-6)57051, fax: (39-6)5705 3152 E-mail: gii-registry@fao.org Website: www.fao.org Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) In 1946 werd de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) opgericht met als voornaamste taak het streven naar duurzame wereldvrede, gestoeld op de morele en intellectuele solidariteit van de mensheid. Het werkingsgebied van UNESCO omvat onderwijs, natuurwetenschappen, sociale en andere gammawetenschappen, cultuur en communicatie. UNESCO probeert te komen tot een cultuur van vrede en van menselijke en duurzame ontwikkeling. UNESCO streeft naar onderwijs voor iedereen; steunt milieuonderzoek via internationale wetenschappelijke programma’s; moedigt nationale culturele waarden en het behoud van het culturele erfgoed aan; bevordert vrije informatiestromen en persvrijheid; en streeft naar het versterken van communicatiemogelijkheden van ontwikkelingslanden. UNESCO krijgt bij haar werkzaamheden de steun van 178 Nationale Commissies en 5000 UNESCOverenigingen, -centra en -clubs. De Organisatie werkt samen met meer dan 588 NGO’s en stichtingen, en met tal van internationale en regionale netwerken. UNESCO wordt bestuurd door de Algemene Conferentie die uit vertegenwoordigers van alle lidstaten bestaat en om de twee jaar samenkomt. De Uitvoerende Raad telt 58 door de Algemene Conferentie verkozen leden en is belast met het toezicht op het door de Conferentie aanvaarde programma. UNESCO telt 2000 medewerkers. De reguliere begroting voor 2000-2001 bedroeg 544 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Koichiro Matsuura (Japan) Hoofdzetel: 7, place de Fontenoy, 75352 Paris 07-SP, Frankrijk Tel.: (33-1)4568 1000, fax: (33-1)4567-1690 E-mail: info@unesco.org Website: www.unesco/org Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd opgericht in 1948 en ijvert voor technische samenwerking tussen alle landen op het gebied van gezondheid, zet programma's op voor de controle en uitbanning van ziekten en streeft naar een verbetering van de levenskwaliteit. Het objectief van de WHO is dat alle volkeren het hoogst mogelijke gezondheidsniveau bereiken. De strategische doelen van de WHO zijn: Het terugdringen van extreme sterfte-, ziekte- en invaliditeitscijfers, met name onder arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen; Het stimuleren van een gezonde levensstijl en het beperken van risico's voor de gezondheid veroorzaakt door milieu- en gedraggerelateerde, economische en sociale problemen; Het ontwikkelen van toegankelijke en efficiëntere zorgsystemen, die betaalbaar zijn en beantwoorden aan de terechte eisen van mensen; Het ontwikkelen van een degelijk gezondheidsbeleid en een goed institutioneel bestel ter zake, en het bevorderen van aandacht voor gezondheid bij beleid inzake sociale en economische aangelegenheden, milieu en ontwikkeling. Het besturend orgaan van de WHO is de Wereldgezondheidsvergadering bestaande uit 191 leden. De Vergadering komt jaarlijks bijeen. De besluiten en het beleid worden uitgevoerd door de Uitvoerende Raad, die bestaat uit 32 door de overheden benoemde gezondheidsdeskundigen en tweemaal per jaar bijeenkomt. De WHO heeft regionale kantoren in Brazzaville (Democratische Republiek Kongo, momenteel ondergebracht in Harare, Zimbabwe), Washington D.C. (Verenigde Staten), Caïro (Egypte), Kopenhagen (Denemarken), New Delhi (India) en Manila (Filippijnen). De WHO telt 3800 medewerkers. De begroting voor 2000-2001 bedroeg 842 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Dr. Gro Harlem Brundtland (Noorwegen) Hoofdzetel: 20, Avenue Appia, CH-1211 Genève 27, Zwitserland Tel.: (41-22)791 2111, fax: (41-22)791 3111 E-mail: inf@who.org Website: www.who.int De Wereldbankgroep De Wereldbank is een groep van vijf instellingen: de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (opgericht in 1945), de Internationale Financieringsmaatschappij (1956), de Internationale Ontwikkelingsassociatie (1960), het Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (1988) en het Internationale Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen (1966). Het gemeenschappelijke doel van deze instellingen is armoedebestrijding door versterking van de economieën van arme landen. Hun doel is de verbetering van de levensstandaard door verantwoorde economische groei en ontwikkeling. De Bank wordt bestuurd door een Raad van Gouverneurs waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd. Algemene werkzaamheden worden verwezen naar een kleinere groep, de Raad van Directeurs, waarbij de President van de Bank optreedt als voorzitter van de Raad. De Wereldbankgroep heeft ongeveer 11.000 mensen in dienst en het jaarlijkse werkingsbudget bedraagt ongeveer 1,4 miljard dollar. Een van de belangrijkste publicaties van de Wereldbank is het Wereldontwikkelingsrapport, dat jaarlijks verschijnt. President: James D. Wolfensohn (Verenigde Staten) Hoofdzetel: 1818 H Street NW, Washington, D.C. 20433, Verenigde Staten Tel.: (1-202)477-1234, fax (1-202)477-6391 E-mail: feedback@worldbank.org Website: www.worldbank.org Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (IBRD) De statuten van de IBRD werden in 1944 opgesteld tijdens de Conferentie van Bretton Woods. In 1946 startte de Bank haar werkzaamheden. De Bank verstrekt leningen en ontwikkelingssteun aan landen met een middelhoog inkomen en aan kredietwaardige armere landen. Het stemrecht is afhankelijk van de geldelijke bijdrage van de lidstaten, die is gebaseerd op de relatieve draagkracht van elk land. Negentig procent van de fondsen van de Bank is afkomstig uit de verkoop van obligaties op de internationale kapitaalmarkten. In haar 54-jarig bestaan hebben de aandeelhouders slechts 11 miljard dollar in de bank gestoken, maar inmiddels wordt er voor meer dan 280 miljard dollar aan leningen verstrekt. In het boekjaar 1999 vertegenwoordigden de verbintenissen van de bank een bedrag 29 miljard dollar. Leningen voor structurele aanpassingen – o.m. voor institutionele hervorming, degelijk bestuur, economische beleidsvorming en sociale bescherming – beliepen 15,3 miljard dollar; meer dan de helft was gericht op armoedebestrijding, met belangrijke steun voor sociale sectoren. Steun voor menselijke ontwikkeling – onderwijs, gezondheid, voedselvoorziening en sociale bescherming – bedroeg 7,3 miljard dollar of 25% van het uitgeleend kapitaal. Leningen van de Bank werden geïnvesteerd in sectoren als elektriciteit, olie en gas, industrie en mijnbouw, transport, stedelijke ontwikkeling, water en hygiëne, en de financiële sector. Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA) IDA verstrekt tegen zeer gunstige voorwaarden leningen aan de armste landen in de wereld die niet in aanmerking komen voor IBRD-leningen. De IBRD verzorgt wel de administratie van IDA. IDA-leningen – ook 'kredieten' genoemd – worden met name verstrekt aan landen met een bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking van minder dan 895 dollar en dit voor een termijn van 35 à 40 jaar. De kredieten zijn renteloos, afgezien van een geringe bijdrage in de administratiekosten. De eerste tien jaar zijn vrijgesteld van aflossing. Het leeuwendeel van de fondsen van de IDA komt uit giften van regeringen. Deze bijdragen komen met name van de rijkere IDA-leden, maar ook van landen die leningen hebben lopen bij de IBRD. Donoren wordt eens in de drie jaar gevraagd het IDA-fonds 'aan te zuiveren'. Sinds de oprichting van IDA (1960) gebeurde dit twaalf keer. IDA verstrekt jaarlijks 5 à 6 miljard dollar aan leningen. Het gaat daarbij vooral om ontwikkelingsprojecten die beantwoorden aan de fundamentele behoeften van mensen op het vlak van basisonderwijs, essentiële gezondheidsvoorzieningen, zuiver water en hygiëne. IDA financiert veel projecten gericht op milieubescherming, op de verbetering van het ondernemingsklimaat, op de aanleg van infrastructuur en ook hervormingsprojecten gericht op de liberalisering van economieën. Internationale Financieringsmaatschappij (IFC) De Internationale Financieringsmaatschappij (IFC) is de grootste multilaterale verstrekker van financieringen aan particuliere ondernemingen in ontwikkelingslanden. In samenwerking met particuliere investeerders financiert en verschaft IFC advies betreffende initiatieven en projecten van bedrijven in ontwikkelingslanden. IFC adviseert regeringen bij het scheppen van voorwaarden die de stroom van nationale en buitenlandse spaargelden en investeringen bevorderen. IFC wil economische ontwikkeling bevorderen door in de lidstaten de groei van productiebedrijven en doeltreffende kapitaalmarkten aan te moedigen. IFC participeert alleen in investeringen als de Maatschappij een bijzondere bijdrage kan leveren ter aanvulling van de rol van andere investeerders. IFC treedt ook op als katalysator: door aan te tonen dat beleggen in ontwikkelingslanden rendabel kan zijn, stimuleert en bewerkstelligt IFC particuliere investeringen. IFC is een autonoom orgaan binnen de Wereldbankgroep; de fondsen zijn niet dezelfde als die van de IBRD. In het boekjaar 1999 keurde de Raad van Gouverneurs 255 nieuwe projecten goed voor een totaalbedrag van 5,3 miljard dollar. Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (MIGA) MIGA werd opgericht om particuliere buitenlandse investeringen in ontwikkelingslanden aan te moedigen door buitenlandse beleggers verzekeringen (garanties) aan te bieden tegen verliezen veroorzaakt door nietcommerciële (d.w.z. politieke) risico’s zoals problematische geldoverschrijvingen, onteigening, valutawissels, oorlog en onlusten. Het biedt ook technische steun aan landen bij de verspreiding van informatie over investeringsmogelijkheden. Het geplaatste kapitaal van de 151 lidstaten bedraagt meer dan 1 miljard dollar. In 1999 keurde de Raad van Gouverneurs een kapitaalverhoging van 850 miljoen dollar goed. De Wereldbank maakte 150 miljoen dollar extra over als werkkapitaal. MIGA heeft met succes de kapitaalstroom naar ontwikkelingslanden op gang gebracht. Tot nu toe zorgden de garanties van MIGA voor 33 miljard dollar aan rechtstreekse buitenlandse investeringen in 69 aangesloten ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. Internationaal Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen (ICSID) ICSID biedt faciliteiten voor de schikking – door verzoening of bemiddeling – van investeringsgeschillen tussen regeringen en buitenlandse particuliere investeerders. Het Centrum werd in 1966 ingesteld door het Verdrag inzake de schikking van investeringsgeschillen tussen staten en ingezetenen van andere staten, dat nu is geratificeerd door 131 landen. Partijen doen vrijwillig een beroep op het Centrum, maar indien ze hebben ingestemd met de bemiddeling, kunnen ze zich niet eenzijdig terugtrekken. Het centrum is een autonome organisatie die nauwe banden onderhoudt met de Bank – alle leden zijn ook lid van de Bank. De Raad van Beheer, voorgezeten door de President van de Wereldbank, bestaat uit een vertegenwoordiger per land dat het verdrag heeft geratificeerd. Internationaal Monetair Fonds (IMF) Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd in 1945 op de Conferentie van Bretton Woods gesticht met de volgende doelstellingen: bevorderen van internationale samenwerking in monetaire aangelegenheden; bevorderen van stabiele wisselkoersen en handhaven van ordelijke koersafspraken; bijdragen tot de totstandkoming van een multilateraal betalingsstelsel en tot eliminatie van deviezenrestricties; tijdelijk beschikbaar stellen van middelen om leden in staat te stellen onevenwichtigheden in hun betalingsbalans te corrigeren. De middelen van het IMF zijn voornamelijk afkomstig van de bijdragen – quota – van de 182 lidstaten, momenteel goed voor 210 miljard SDR (ongeveer 300 miljard dollar). De quota worden vastgesteld op basis van de economische draagkracht van de leden. Het IMF heeft het recht om bij haar leden internationale financiële reserves aan te leggen en toe te wijzen in de vorm van bijzondere trekkingsrechten ('special drawing rights' of SDR's). De belangrijkste financiële functie van het IMF is het verschaffen van tijdelijke kredieten aan leden die problemen hebben met hun betalingsbalans. In ruil beloven lidstaten die lenen bij het IMF de noodzakelijke beleidsveranderingen door te voeren om de problemen op te lossen die aan de basis liggen van hun moeilijkheden. De maximale omvang van de leningen staat in verhouding tot het quotum van een land. Het IMF biedt ook concessionaire steun aan arme lidstaten (zie hoofdstuk 3, blz 137). Alle lidstaten zijn vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur die jaarlijks bijeenkomt. Het dagelijks bestuur van het Fonds staat onder leiding van de Raad van Bewindvoerders bestaande uit 24 leden, bijgestaan door het Interim Comité. Het IMF heeft 2500 medewerkers uit 133 landen onder leiding van een Directeur die wordt verkozen door de Raad van Bestuur. De jaarlijkse administratieve begroting bedraagt ongeveer 650 miljoen dollar. Het IMF publiceert tweemaal per jaar de World Economic Outlook en eenmaal per jaar het International Capital Markets Report. Directeur: Horst Köhler (Duitsland) Hoofdzetel: 700 19th Street NW, Washington, DC. 20431, Verenigde Staten Tel.: (1-202)623 7000, fax: (1-202)623 4661 E-mail: publicaffairs@imf.org Website: www.imf.org Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart (ICAO) De Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart (ICAO) zorgt dat men veiliger en gemakkelijker van het ene land naar het andere kan vliegen. ICAO werd opgericht in 1944 en heeft een aantal internationale normen en voorschriften ingesteld die noodzakelijk zijn voor veilig, regelmatig, efficiënt en economisch luchtverkeer. De Organisatie coördineert ook de samenwerking van de 185 lidstaten op het vlak van de burgerluchtvaart. ICAO wordt bestuurd door de Vergadering, een soeverein orgaan bestaande uit afgevaardigden van de 185 lidstaten, en een Raad van Beheer met 33 leden die de Vergadering uit haar midden kiest. De Vergadering komt minstens eens per drie jaar bijeen, beslist over het beleid van ICAO en behandelt alle kwesties die niet specifiek worden verwezen naar de Raad van Beheer. De Raad is het uitvoerende lichaam van ICAO en voert de instructies van de Vergadering uit. Voorzitter van de Raad: Dr. Assad Kotaite (Libanon) Secretaris-Generaal: R. C. Costa Pereira (Brazilië) Hoofdzetel: 999 University Street, Montreal, Quebéc, Canada H3C 5H7 Tel.: (1-514)954 8219 , fax: (1-514)954 6077 E-mail: icaohq@icao.org Website: www.icao.int Internationale Maritieme Organisatie (IMO) De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) startte haar activiteiten in 1959 en is verantwoordelijk voor meer veiligheid van het vrachtverkeer op zee en voor het voorkomen van de vervuiling van de zee door schepen. IMO biedt regeringen een raamwerk om samen te werken bij de formulering van regels en gebruiken inzake technische kwesties die de internationale koopvaardij betreffen; om te komen tot de hoogst mogelijke normen voor de veiligheid op zee en een efficiënte scheepvaart; en om het zeemilieu te beschermen door de preventie van en toezicht op vervuiling door schepen. Momenteel bestaan er 40 verdragen en protocollen, en ongeveer 800 gedragscodes en aanbevelingen, die wereldwijd worden toegepast (zie hoofdstuk 3, blz 149). In het Zweedse Malmö richtte de IMO in 1983 de World Maritime University op, die opleidingen verzorgt voor bestuurders, docenten en anderen die op hoog niveau betrokken zijn bij de koopvaardij. Het IMO International Maritime Law Institute in La Valetta (Malta) werd in 1989 opgericht voor de opleiding van advocaten gespecialiseerd in internationaal zeerecht. De IMO International Maritime Academy in het Italiaanse Triëst werd eveneens in 1989 opgericht en biedt speciale korte cursussen in verschillende disciplines die de scheepvaart betreffen. Het bestuursorgaan van IMO, de Vergadering, omvat alle lidstaten en komt om de twee jaar bijeen. De Vergadering verkiest de 32 leden tellende Raad, het besturend orgaan van de organisatie dat tweemaal per jaar vergadert. De begroting voor 2000-2001 bedroeg 56,3 miljoen dollar. IMO telt ongeveer 300 medewerkers. Secretaris-Generaal: William A. O’Neil (Canada) Hoofdzetel: 4, Albert Embankment, Londen SE1 7SR, Verenigd Koninkrijk Tel.: (44-207)735 7611, fax: (44-207)587 3210 E-mail: info@imo/org Website: www.imo.org De Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) De Internationale Telecommunicatie-unie is een internationale organisatie waarin regeringen en het bedrijfsleven de mondiale telecommunicatienetwerken en -diensten coördineren. ITU werd in 1865 in Parijs opgericht als de 'Internationale Telegraafunie'. De naam werd in 1934 gewijzigd en in 1947 werd het een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. Het mandaat van de Unie omvat de volgende taken: Techniek: meewerken aan de ontwikkeling en verbetering van de telecommunicatiesystemen om de doeltreffendheid van telecomdiensten te vergroten en ze toegankelijk te maken voor het grote publiek; Beleidsvorming: zoeken naar een bredere aanpak van vraagstukken rond telecommunicatie in het licht van de mondiale informatie-economie en -maatschappij. Ontwikkeling: ontwikkelingslanden technische steun verlenen op het vlak van telecommunicatie; het mobiliseren van de nodige expertise en middelen voor de ontwikkeling van telecommunicatie; en de voordelen van de nieuwe telecommunicatietechnologie binnen het bereik brengen van mensen overal ter wereld. ITU telt 189 lidstaten en bijna 600 leden uit de telecomsector (wetenschap en industrie; openbare en particuliere operators; omroeporganisaties; en regionale en internationale organisaties). Het hoogste orgaan van ITU is de Conferentie van Gevolmachtigden, die om de vier jaar bijeenkomt en de 46 leden kiest van de Raad van Beheer die jaarlijks vergadert. ITU telt 740 medewerkers. De begroting voor het biënnium 2000-2001 bedroeg 23 miljoen dollar. Secretaris-Generaal: Yoshio Utsumi (Japan) Hoofdzetel: Place des Nations, CH-1211 Genève 20, Zwitserland Tel.: (41-22)730 5111, fax: (41-22)733 7256; E-Mail: itumail@itu.int Website: www.itu.int Wereldpostunie (UPU) De Wereldpostunie is de gespecialiseerde instelling die het internationale postverkeer regelt. UPU is in 1874 opgericht krachtens het Verdrag van Bern en werd in 1948 een met de Verenigde Naties verbonden gespecialiseerde organisatie. UPU speelt een vooraanstaande rol in het voortdurend optimaliseren van postdiensten. De Unie telt 189 leden en vormt het belangrijkste raamwerk voor internationale samenwerking op postaal vlak. UPU adviseert, bemiddelt en verschaft technische bijstand. Hoofddoelen zijn: de bevordering van het mondiale postverkeer; een toename van het aantal verwerkte poststukken door te voorzien in moderne producten en diensten; en een hoge servicekwaliteit voor de consument. Daarmee geeft UPU vorm aan haar kerntaak: het bevorderen en ontwikkelen van de communicatie tussen alle volken ter wereld. Het Wereldpostcongres is de hoogste autoriteit van UPU. Het komt om de vijf jaar bijeen om strategische kwesties op posterijgebied te bespreken en om het algemene programma te bepalen. Het 23 ste Congres zal in 2004 plaatshebben in Abidjan (Ivoorkust). De begroting voor 2000 bedroeg 22,5 miljoen dollar. Er werken 151 mensen voor UPU. Directeur-Generaal: Thomas E. Leavey (Verenigde Staten) Hoofdzetel: Weltpoststrasse 4, Case Postale 3000 Bern 15, Zwitserland Tel.: (41-31)350 31 11, fax: (41-31)350 31 10 E-mail: info@upu.int Website: www.upu.int De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) werd in 1951 een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties en verschaft gezaghebbende wetenschappelijke informatie over het atmosferisch milieu, de zoetwaterbronnen op aarde en over klimatologische kwesties. WMO ontwikkelt weersvoorspellingsdiensten, met inbegrip van seizoenvoorspellingen, en werkt in een internationale context mee bij het in kaart brengen van klimatologische trends. Verder bevordert WMO een snelle uitwisseling van meteorologische gegevens en ook stimuleert de organisatie initiatieven op het vlak van operationele hydrologie. WMO ontplooit haar activiteiten in de vorm van grootschalige programma’s rond het klimaat, de atmosfeer, toegepaste meteorologie, het milieu en watervoorraden. Op basis van die programma's kan men sneller waarschuwen voor extreme weersomstandigheden – tropische orkanen, El Niňo, overstromingen, droogte en andere natuurrampen – zodat mensen beter zijn voorbereid en levens en goederen kunnen worden gespaard. Ook geven deze programma's ons belangrijke informatie over het milieu en het klimaat. De organisatie richt de aandacht op belangrijke problemen zoals het gat in de ozonlaag, het broeikaseffect en de afname van het aantal zoetwaterbronnen. WMO telt 185 leden (179 staten en 6 gebieden) die alle eigen meteorologische en hydrologische diensten hebben. Het hoogste orgaan van WMO is het Meteorologisch Wereldcongres, waar om de vier jaar alle leden samenkomen. De 36 leden tellende Uitvoerende Raad komt eens per jaar bijeen. WMO telt 246 medewerkers. De begroting voor 2000-2003 bedraagt 152 miljoen dollar. Secretaris-Generaal: Dr. G.O.P. Obasi (Nigeria) Hoofdzetel: 7bis, Avenue de la Paix, CH-1211 Genève 2, Zwitserland Tel.: (41-22)730 8111, fax (41-22)730 8181 E-mail: ipa@gateway.wmo.ch Website: www.wmo.ch Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) De Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) werd in 1970 opgericht. In 1974 werd het een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. De belangrijkste doelstellingen zijn het verhogen van het wereldwijde respect voor intellectuele eigendom – door samenwerking van de 175 lidstaten – en het bevorderen van de administratieve samenwerking tussen de ‘Unies’ opgericht ter bescherming van intellectuele eigendom. De belangrijkste Unies zijn: De Parijse Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van industriële eigendom') De Berner Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van artistieke en literaire werken'). Intellectuele eigendom valt in twee hoofdgebieden uiteen: industriële eigendom (voornamelijk uitvindingen, handelsmerken, industriële ontwerpen, herkomstbenamingen enz.) en auteursrechten (op literair, muzikaal, artistiek, fotografisch en audiovisueel werk). WIPO beheert 21 internationale verdragen, 15 daarvan betreffen industriële eigendom, de zes overige auteursrechten. WIPO heeft drie bestuursorganen: de Algemene Vergadering, waarin de lidstaten zetelen die ook lid zijn van de Parijse en/of Berner Unie en die eens in de twee jaar bijeenkomt; de Conferentie, die bestaat uit alle lidstaten en ook om de twee jaar bijeenkomt, en het 72 leden tellende Comité voor Coördinatie dat jaarlijks vergadert. De programma's en de begroting worden om de twee jaar goedgekeurd door de bestuursorganen. De begroting voor 2000-2001 bedroeg 248 miljoen dollar. Er werken 765 mensen voor WIPO. Directeur-Generaal: Dr. Kamil Idris (Soedan) Hoofdzetel: 34, chemin des Colombettes, 1211 Genève 20, Zwitserland Tel.: (41-22)338 9111, fax: (41-22)733 5428 E-mail: PUBLICINF.mail@wipo.int Website: www.wipo.int Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD) Het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD) is een multilaterale financiële instelling die in 1977 werd opgericht op basis van een besluit van de Wereldvoedselconferentie van 1974. De opdracht van IFAD is om honger en armoede bij plattelandsgemeenschappen in ontwikkelingslanden te bestrijden. IFAD mobiliseert fondsen om de voedselproductie en de voeding van armen in ontwikkelingslanden te verbeteren en richt zich primair op de behoeften van de armste plattelandsgemeenschappen; extreme armoede gaat altijd gepaard met chronische honger en ondervoeding. IFAD stelt rechtstreeks geldmiddelen ter beschikkingen via leningen en subsidies, en mobiliseert extra middelen voor zijn projecten en programma's. Betaaltermijnen en voorwaarden voor leningen verschillen naargelang het bruto nationaal product per hoofd. IFAD werkt samen met tal van andere instellingen, waaronder de Wereldbank, regionale ontwikkelingsbanken, andere regionale financiële instellingen en VN-organisaties. Veel van die instellingen cofinancieren IFAD-projecten. IFAD wordt gefinancierd door vrijwillige bijdragen van regeringen, speciale bijdragen, terugbetalingen van leningen en opbrengsten uit investeringen. Jaarlijks investeert IFAD gemiddeld 450 miljoen dollar in nieuwe projecten en subsidies. Het Fonds telt 266 medewerkers. IFAD wordt geleid door de jaarlijks vergaderende Bestuursraad waarin alle lidstaten zetelen. Het Uitvoerend Comité, bestaande uit 18 leden en 18 plaatsvervangers, houdt toezicht op de verrichtingen van het Fonds en keurt leningen en subsidies goed. Voorzitter: Lennart Bage (Zweden) Hoofdzetel: Via del Serafico107, 00142 Rome, Italië Tel.: (39-6)54591, fax: (39-6)504 3463 E-mail: ifad@ifad.org Website: www.ifad.org Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO) De Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling richt zich op de bevordering van industriële ontwikkeling en samenwerking. UNIDO werd in 1966 door de Algemene Vergadering opgericht en werd in 1985 een gespecialiseerde organisatie van de VN. UNIDO wil de levensomstandigheden van mensen en het universele welzijn verbeteren door pasklare oplossingen te bieden voor een duurzame industriële ontwikkeling van ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. De Organisatie werkt samen met regeringen, vakorganisaties en het particuliere productiewezen aan de opbouw van een industriële sector die beantwoordt aan de eisen van de mondialisering van de industrie en tevens de vruchten daarvan kan plukken. Het werk wordt uitgevoerd door ingenieurs, economen en technologie- en milieudeskundigen op het hoofdkantoor in Wenen en door medewerkers van de Investment Promotion Service-bureaus en veldkantoren. De veldkantoren worden geleid door regionale UNIDO-directeurs. UNIDO telt 168 lidstaten. Zij komen om de twee jaar samen op de Algemene Conferentie, waar de begroting en het programma worden vastgesteld. De Raad voor Industriële Ontwikkeling, bestaande uit 53 lidstaten, doet aanbevelingen in verband met de planning en implementatie van het programma en de begroting. Er werken 650 medewerkers op de hoofdzetel en wereldwijd zijn er 1830 deskundigen in dienst. De begroting voor 2000-2001 bedroeg 133 miljoen dollar. Multilaterale en bilaterale bronnen zorgen voor bijkomende fondsen. Directeur-Generaal: Carlos Magariňos (Argentinië) Hoofdzetel: Vienna International Centre, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: (43-1)26026/0, fax: (43-1)269 2669 E-mail: unido-pinfo@unido.org Website:www.unido.org Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) Het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie treedt op als het belangrijkste intergouvernementele wereldforum voor wetenschappelijke en technische samenwerking in het kader van kernenergie voor vreedzame doeleinden. IAEA werd in 1957 opgericht als autonome organisatie onder auspiciën van de VN. Het Agentschap verleent de 131 lidstaten technische steun bij de ontwikkeling van zelfbedruipende wetenschappelijke programma's op nucleair gebied. Ongeveer de helft van de activiteiten is gericht op programma's die toepasbaar zijn op het vlak van voeding, landbouw, gezondheid, industrie, hydrologie en milieuvervuiling (vooral de vervuiling van de zee). IAEA ziet erop toe dat zijn leden internationale verdragen naleven en nucleair materiaal niet gebruiken voor militaire doeleinden. Wereldwijd verifiëren 200 inspecteurs in meer dan 1000 installaties en andere locaties die ressorteren onder het Voorzorgsprogramma van IAEA. IAEA wordt geleid door de Algemene Conferentie, die jaarlijks bijeenkomt en alle IAEA-lidstaten omvat, en door een Raad van Bewindvoerders bestaande uit 35 leden. Het Agentschap telt 2133 medewerkers. De reguliere begroting voor 2000 bedroeg 224 miljoen dollar; extrabudgettaire bijdragen beliepen 80 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Mohammed El Baradei (Egypte) Hoofdzetel: Vienna International Centre, Wagramerstrasse 5, P.O. Box 100, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: (43-1)2600-0, fax: (43-1)2600-7 E-mail: official.mail@iaea.org Website: www.iaea.org Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag betreffende het allesomvattend testverbod De Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag betreffende het allesomvattend testverbod of 'Kernstopverdrag' (zie hoofdstuk 2, blz. 113) werd opgericht op 19 november 1996 in New York tijdens een vergadering van landen die dit verdrag hadden ondertekend. Deze internationale organisatie wordt gefinancierd door de verdragspartijen en kent twee organen: een plenaire vergadering waarin alle verdragspartijen zetelen ook bekend als de Voorbereidende Commissie – en het Voorlopig Technisch Secretariaat. De belangrijkste taak van de Commissie bestaat erin het mondiale onderzoeksregime op te zetten dat is voorzien in het Verdrag, zodat het operationeel is zodra het Verdrag in werking treedt. De Commissie heeft drie suborganen: Werkgroep A voor de administratie en begroting, Werkgroep B voor controlekwesties en de Adviesgroep voor financiële, budgettaire en aanverwante administratieve zaken. Secretaris-Generaal: Wolfgang Hoffman (Duitsland) Hoofdzetel: Vienna International Centre, P.O. Box 100, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: (43-1)26030 6159, fax: (43-1)26030 55877 E-mail: info@ctbto.org Website: ww.ctbto.org De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) De belangrijkste taak van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) is de implementatie van het Verdrag inzake productie, gebruik, opslag en gebruik van chemische wapens en de vernietiging ervan (zie hoofdstuk 2, blz. 116). Dit verdrag, dat op 29 april 1997 van kracht werd, is het eerste internationale ontwapeningsverdrag dat voorziet in de vernietiging van een volledig categorie massavernietigingswapens. De Conferentie van Verdragsstaten, waarin alle leden zijn vertegenwoordigd en die eenmaal per jaar bijeenkomt, is het belangrijkste orgaan van OPCW. De Uitvoerende Raad houdt zich bezig met de dagelijkse werkzaamheden en bestaat uit 41 vertegenwoordigers uit de lidstaten, die worden verkozen voor een periode van twee jaar. Het Technische Secretariaat is verantwoordelijk voor inspecties, hulpverlening bij gebruik van chemische wapens en voor het bevorderen van internationale samenwerking bij de vreedzame aanwending van scheikunde. De Wetenschappelijke Adviesraad geeft deskundig advies aangaande wetenschappelijke en technologische aspecten van de Conventie. OPCW telt 500 medewerkers en heeft een jaarlijkse begroting van 56 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Dr. José Mauricio Bustani (Brazilië) Hoofdzetel: Johan de Wittlaan 32, 2517 Den Haag, Nederland Tel.: (31-70)416 33 00, fax: (31-70)306 35 35 E-mail: webmaster@opcw.org Website: www.opcw.org Wereldtoerisme-organisatie (WTO) De Wereldtoerisme-organisatie werd opgericht in 1925 en is de belangrijkste internationale organisatie op het vlak van reizen en toerisme. De organisatie vormt een mondiaal overlegforum voor kwesties in verband met toerismebeleid en is een praktische bron van knowhow. WTO telt 138 leden – landen en gebieden – en meer dan 350 aangesloten leden die plaatselijke autoriteiten, toeristische organisaties en particuliere ondernemingen – o.a. luchtvaartmaatschappijen, hotelketens en touroperators – vertegenwoordigen. Als intergouvernementeel orgaan door de VN belast met de bevordering en ontwikkeling van het toerisme, tekende WTO in 1977 een samenwerkingsakkoord met de VN. WTO probeert met toerisme economische groei te stimuleren en banen te creëren, initiatieven te ontplooien voor de bescherming van het milieu en erfgoed op toeristische bestemmingen, en de verstandhouding tussen landen te bevorderen. Het belangrijkste orgaan van WTO, de Algemene Vergadering, bestaat uit volledige en buitengewone leden. De Vergadering komt eens in de twee jaar bijeen voor de goedkeuring van begroting en werkprogramma, en voor bespreking van belangrijke thema's binnen de toerismesector. De Uitvoerende Raad telt 26 leden die worden verkozen door de Vergadering. De Raad is belast met het beleid en komt tweemaal per jaar bijeen. De zes regionale commissies – Afrika; Noord- en Zuid-Amerika; Oost-Azië en het Stille-Zuidzeegebied; Europa; het Midden-Oosten; en Zuid-Azië – vergaderen minstens eens per jaar. Er werken 80 mensen voor WTO en de tweejaarlijkse begroting bedraagt 18 miljoen dollar. Secretaris-Generaal: Francesco Frangialli (Frankrijk) Hoofdzetel: Capitán Haya 42, 28020 Spanje Tel.: (34-91)567 81 00, fax: (34-91)571 37 33 E-mail: omt@world-tourism.org Website: www.world-tourism.org Wereldhandelsorganisatie (WTO) De Wereldhandelsorganisatie (WTO) werd op 1 januari 1995 opgericht ter vervanging van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) als enige beleidsorgaan dat toezicht houdt op de wereldwijde afspraken betreffende de internationale handel. De WTO is geen gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties, maar er is wel sprake van overeenkomsten en praktische samenwerking tussen de twee. Het doel van de WTO is een zo soepel mogelijk handelsverkeer binnen een gereguleerd systeem; het onpartijdig oplossen van handelsgeschillen tussen regeringen; en het organiseren van handelsbesprekingen. De WTO is opgebouwd rond 60 overeenkomsten die de juridische basis vormen voor het internationale handelsverkeer en beleid. De principes ten grondslag aan deze afspraken zijn onder meer het beginsel van niet-discriminatie tussen handelspartners (de 'meest begunstigde natie'-clausule), een vrijere handel, het aanmoedigen van concurrentie, en extra voorzieningen voor minder ontwikkelde landen. Een van de doelstellingen van de WTO is het terugdringen van protectionisme. Sinds de oprichting is de WTO het forum voor succesvolle onderhandelingen over het openstellen van de markten op het vlak van telecommunicatie, informatietechnologie en financiële dienstverlening. De Organisatie was betrokken bij het oplossen van meer dan 190 handelsgeschillen en blijft toezicht houden op de implementatie van de akkoorden die werden bereikt tijdens de internationale handelsbesprekingen, bekend als de 'Uruguay-ronde' (1986-1993). De WTO telt 135 lidstaten. Het belangrijkste orgaan is de Ministeriële Conferentie, die om de twee jaar vergadert. De Algemene Raad leidt de dagelijkse activiteiten. De begroting voor 2000 bedroeg 77,1 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Mike Moore (Nieuw-Zeeland) Hoofdzetel: Centre William Rappard, 154 rue de Lausanne, CH-1211 Genève 21, Zwitserland Tel.: (41-22)739 51 11, fax: (41-22)731 42 06 E-mail: enquiries@wto.org Website: www.wto.org