PLV 6 Lisa Snoys H5D P. Bolwerk Bibliografische gegevens: Auteur: Maarten ’t Hart Titel: Verlovingstijd Jaartal 1e druk: 2009 Aantal bladzijden: 303 Wat gebeurt er in het boek: Het verhaal begint in het heden met de begrafenis van de stiefvader van de hoofdpersoon, waarvan de naam in het hele boek niet wordt genoemd. Zijn moeder, die eigenlijk bijna nooit wat zei, begint ineens te vertellen over vroeger. Dat ze eigenlijk al veel eerder met Siem had willen trouwen, maar dat de vader van de hoofdpersoon tussen hen instond. Ze praat over haar oudste zoon, dat hij vroeger zo’n vies ventje was. Zijn jongere broertje was veel netter. Ook begon ze over de vroegere beste vriend van de hoofdpersoon, Jouri. Zij hadden een hele hechte vriendschap en samen waren ze vaak wat ondeugend op de lagere school. Wat liefde betreft kwam er steeds hetzelfde patroon voor. De hoofdpersoon vindt een meisje leuk, er begint wat te spelen tussen hen waarna Jouri er met het meisje vandoor gaat. Dit gebeurde vroeger in de zandbak al met Ansje, later met Ria, Wilma, Hebe en het mooiste meisje van de school, Frederica. Dan gaan ze allebei studeren in Leiden. Overigens wel twee verschillende opleidingen, wat de ik-persoon wel prettig vindt. Zo heeft hij een grotere kans op succes met meisjes als Jouri niet in de buurt is om ze van hem af te pakken. Thema en motieven: Het thema van het boek is het afpakken van een partner. De hechte vriendschap tussen Jouri en de ik-persoon bestaat vooral uit het afpakken van een partner. Dit staat centraal in het boek. Een belangrijk motief is liefde. De hoofdpersoon heeft een aantal liefdes met meisjes. Elke keer als er een nieuwe liefde is ontstaan komt zijn beste vriend daar achter. In eerste instantie heeft Jouri geen interesse in het meisje. “Aldus raakte het ‘aan’ tussen Wilma en mij, en tussen Carry en Leendert uit de Lier. Zomaar opeens – nou ja, opeens, na een half jaar drentelen – bleek ik een vriendinnetje te hebben! Trots vertelde ik Jouri hoe ik met kloppend hart om het gereedschapshokje heen was gelopen om te voorkomen dat ze tussen de brandnetels terecht zou komen.” (blz. 85) “‘Wijs me Wilma aan,’ zei Jouri in het speelkwartier. Trots wees ik naar Wilma, die samen met Carry over het speelplein flaneerde. ‘Wat is ze groot,’ zei Jouri met opgetrokken neus. ‘Ze is niet groter dan ik.’ ‘Mij te groot’.” (blz. 85) Een ander motief is de rivaliteit tussen Jouri en de ik-persoon. Al op de lagere school was er sprake van rivaliteit tussen de twee vrienden. Jouri was altijd de betere, de intelligentere. Door de tijd heen is er sprake van rivaliteit als het gaat om meisjes. Op het moment dat de ik-persoon een meisje leuk begint te vinden, ziet Jouri dat meisje nog niet staan. Maar als het duidelijk is dat het iets begint te worden tussen de twee, gaat Jouri zich met dat meisje bemoeien waarna hij er met haar vandoor gaat. “Jouri met Julia bij de Chinees – dus nu was alles verloren. Weer had hij gepresteerd wat hij al zo vaak gepresteerd had, weer had hij ingegrepen, weer had hij een meisje dat ik liefhad, laten zien dat een man veel charmanter, innemender, hartelijker, invoelender kon zijn dan ik ooit, zelfs in mijn beste ogenblikken, zou kunnen opbrengen.” (136) “’Ik ben weg van Jouri,’ zei ze dromerig. ‘Al heel lang ben ik weg van hem, maar hij... Het is net of ik de lucht voor hem ben, hij heeft geen oog voor mij, terwijl hier op school de meeste jongens... Waar of niet... Ik schep heus niet op... Vind je dat ik opschep?’ ‘Nee, bij ons in de klas vinden ze jou allemaal ’t mooiste meisje van de school.’ ‘Ajakkes, wat heb je daaraan? Wat koop je daarvoor? Maar goed, als ze dat vinden... waarom... Jouri... Ik begrijp het niet... zo’n kanjer... Met jou samen zie ik hem steeds over het schoolplein drentelen, en jij... jij kijkt altijd naar me, jij kunt je ogen domweg niet van me afhouden, jouw ogen zuigen zich aan me vast, waar of niet, maar dat vriendje van jou, die Jouri... Hij ziet me gewoon niet, hij kijkt over me heen, langs me heen... Ik... Wat moet ik beginnen... Nou ja, daarom ben ik hier. Wie weet kan z’n beste vriend me helpen, me raad geven.” (blz. 100) Titel: De titel Verlovingstijd slaat op de relatie tussen Jouri en de hoofdpersoon. ‘Verlovingstijd’ is een motto dat staat voor: “als de paarband nog niet zo sterk is, moeten diverse diersoorten, waaronder de mens, er rekening mee houden dat een rivaal zich van de partner meester kan maken”.(citaat uit de encyclopedie van Grzimek) Als de verkering nog maar net aan is tussen een meisje en de ik-persoon, dus als de ‘paarband’ nog niet zo sterk is, moet hij eigenlijk als het ware voor Jouri, zijn rivaal, uitkijken dat hij er niet met dat meisje vandoor gaat. Personages: Ik-persoon Van de ik-persoon wordt de naam in het hele boek niet genoemd. Hij is de zoon van een rioolwerker. Hij is de beste vriend van Jouri. De ik-persoon heeft een aantal liefdes in het boek, waarvan de meesten maar van korte duur zijn. Hij heeft een grote liefde voor de klassieke muziek. Vroeger ging hij dan ook vaak bij de vader van Jouri platen luisteren. Als hij verliefd is op Frederica mag hij bij haar thuis met Frederica’s broer samen naar platen luisteren. Hij verhuist naar Leiden om daar een opleiding in de biologie te volgen. Jouri Jouri was als kleine jongen op de basisschool al erg ondeugend, maar is samen met zijn beste vriend een stuk intelligenter dan de rest van hun klas. Jouri is een geboren charmeur die elke keer als zijn vriend een meisje leuk vindt, er met haar vandoor gaat. Als de hoofdpersoon hem later vraagt waarom hij zijn vriendinnetjes altijd afpakte ontkent Jouri dat. Jouri heeft uiteindelijk affaires gehad met verschillende vrouwen zoals Frederica en Hebe. Frederica Frederica, afkomstig uit een rijk gezin, was het mooiste meisje van de school en kreeg dan ook veel aandacht van jongens. Zij had echter alleen oog voor Jouri. Zij krijgen verkering met elkaar, trouwen later en krijgen samen kinderen. Wat vind je van het boek? Het verhaal wordt ontzettend langzaam opgebouwd, waardoor het voelt alsof er na ruim honderd bladzijdes nog steeds erg weinig is gebeurd. Dit maakt het boek saai om te lezen, omdat het aan het begin is. Qua schrijfstijl valt het op dat de schrijver veel gebruik maakt van bepaalde woorden en vaak lange zinnen maakt die wat ouderwets zijn. Je merkt goed dat de schrijver al wat ouder is. Het verhaal is geschreven vanuit het ik-perspectief wat het erg fijn maakt om het te lezen. Je beleeft het dan vanuit één persoon waardoor je meeleeft met die persoon. Het verhaal begint in het nu en daarna worden er herinneringen opgehaald van uit het verleden. Dan komt het verhaal weer uit op het heden. Is het onderwerp nieuw voor je? Over dit onderwerp wordt, denk ik, wel veel geschreven en films over gemaakt, maar ik ben het zelf niet tegengekomen. In het echte leven gebeuren er, volgens mij, ook soortgelijke dingen.