Hst 6 Rome in de Renaissance en de Barok 1. De kunstenaar in de Renaissance Renaissance, soort wedergeboorte van de kunst. Kwam in Italië op aan het eind van de 13e en het begin van de 14e eeuw. Renaissance is geen culturele renovatie, geen breuk met het verleden., maar heeft zich geleidelijk aan ontwikkeld. Klassieke traditie nooit helemaal afwezig geweest, maar eind 13e eeuw wordt nabootsing van de oudheid sterker en zelfbewuster nagestreefd. Meest opvallende verandering die bijdroeg tot culturele hoogtepunt, Renaissance: opkomst van de Noord-Italiaanse stadstaat: steden als Florence, Pisa, Milaan, Bologna en Venetië zelfbestuur. Handel en geld grotere rol spelen→Rijke kooplieden en bankiers naast de adel erg belangrijk, wilden met hun steden afhankelijk zijn. Adel en rijke kooplieden belangrijke opdrachtgevers van kunstenaars. Kunstenaars, net als handwerks- en ambachtslieden, georganiseerd in gilden. → waakten over hun rechten en privileges→zo veilig mogelijke markt voor hun product. Loop 15e eeuw→bepaalde topkunstenaars gingen los van gilde eigen weg → opdrachten die ze zelf willen. Kunstenaar bewees een rijke vorst of koopman een dienst door bestelling van hem aan te nemen. Renaissance: evenwicht, harmonie en rust Renaissance ook tijd van: - grote ontdekkingsreizen -contact met oosterse culturen -allerlei uitvindingen (bv. boekdrukkunst) -nieuwe ontdekkingen in natuurkunde en astronomie →Dit alles verbreedde de horizon van de kunstenaar. Aanzien succesvolle kunstenaar hoog. Ideale kunstenaar: uomo universale (universele mens), die zowel kunst als wetenschap beheerst. 2 belangrijke perioden in Renaissance te onderscheiden: -De vroeg- en middenrenaissance: tot eind 15e eeuw Florence is centrum Bekende kunstenaars: Brunelleschi, Alberti, Donatello, Fra Angelico, Botticelli -De hoogrenaissance: 1490-1530 Rome als centrum Leonardo da Vinci, Michelangelo, Raphael Periode waarin Renaissance ook tot rest Europa doordringt 2. De Architectuur Wederopleving van klassieke vormen. (Niet verrassend in Italië, aantal gebouwen bijna ongeschonden bewaard, Pantheon, Colosseum, triomfboog Constantijn en theater van Marcellus) Generaties architecten, o.a. Filippo Brunelleschi (1377-1446), Donato Bramante (1444-1514) en Andrea Palladio (1505-1580) naar Rome om gebouwen te bestuderen en op te meten. → ‘De Architectura’ hielp hen daarbij, 10 boeken door Vitruvius, over architectuur. Benadrukte de noodzaak van symmetrie en proportie in architectuur, vergeleek met lichaam mens. Florence Groep jonge kunstenaars schiep, onder leiding van Brunelleschi, een nieuwe kunst die de plaatselijke manier van bouwen en de antieke vormentaal combineerde.→Leerde aan latere kunstenaars kritisch te zijn tegenover tradities en eruit te nemen wat nieuwe stijl van pas kan komen. Florentijnen wilde koepel op kathedraal, maar de te overspannen afstand was te groot. Brunelleschi ontwierp koepel die bestond uit twee schalen: binnen- en buitenkoepel, onderling verbonden→koepel veel minder zwaar. (ook wel beschouwd als eerste renaissancebouwwerk. Met dank aan Pantheon, veel bestudeerd. Koepel ook voorbeeld voor koepel St. Pieterskerk.). Perspectief Belangrijke ontdekking Brunelleschi wetenschappelijk perspectief→Alle in diepte lopende lijnen komen in één punt bijeen (centrale vluchtpunt). Horizon gelijk aan de ooghoogte van de beschouwer. San Pietro in Montorio Donato Bramante (1444-1514) voltooide in 1502 zijn kerk San Pietro in Montorio. Geen traditionele middeleeuwse kruisvorm, maar cirkelvorm van typisch Romeinse tempel. Eerste kerk geheel volgens Dorische orde. Werd standaardmodel van hoogrenaissance. De patriarchale basilieken Constantijn de Grote eerste basiliek gebouwd (324-346), de oude Sint Pieter. Basiliek: langwerpig (kerk)gebouw, meestal ronde absis en gebruikt als markt-, beurs-, of rechtsgebouw. Patriarchale basilieken: kerken die naast de woonvertrekken lagen van patriarchen (kerkvorsten) die op bezoek waren in Rome. In Rome 5 Patriarchale basilieken: - S. Giovanni in Laterano (‘Jan van Lateranen’) - S. Pietro (‘St. Pieter’) - S. Paolo fuori le mura (‘Paulus buiten de muren’) - St. Maria Maggiore - S. Lorenzo fuori le mura (‘St. Lorenzo buiten de muren) Bouw van de nieuwe Sint Pieter Paus Julius II gaf opdracht aan Bramante om nieuwe Sint Pieter te bouwen. -Bramante maakte ontwerp voor reusachtige kerk met een enorme koepel, ontwerp was kruising tussen Colosseum en Pantheon. Maar plan niet uitgevoerd, te duur en verzet tegen de praktijk om in ruil voor bijdragen aflaten te verlenen. -Paus besloot: een rechthoekig schip, met zijn eigen mausoleum. -1508, Raphael, beroemde leerling van Bramante, naar Rome. Werkte tot z’n dood in 1520 aan Sint Pieter. -Plundering van Rome in 1527 door legers Karel V → bouw stil te liggen -in 1546 moest Michelangelo bouw voltooien. Hij ontwierp de koepel. Hij heeft werk echter niet af kunnen maken. -Giacomo della Porte en Carlo Maderna maakten het af. Gebouw in 1614 klaar. -1650, belangrijkste kunstenaar uit barok, Giovanni Bernini begon aan monumentale plein voor St. Pieter. -Hele complex in 1667 officieel geopend. De Mozaïken Alle muurdecoraties in St. Pieter in mozaïek. Geen enkele schildering in de kerk, hoge vochtigheidsgraad, verf zou gaan bladderen. Het Capitool (Campidoglio) 1536, Keizer Karel V ondernam triomftocht naar Capitool van Rome (Hij had daarvoor met troepen Rome geplunderd.)→Paus Paulus III liet voor gelegenheid ruitersstandbeeld van Marcus Aurelius naar Capitool verplaatsen, ze dachten namelijk dat dit Constantijn was, oprichter eerste Sint Pieter. Hiermee benadrukte de Paus de kerkelijke oorsprong van de plek die voorde wereldlijke macht zo belangrijk was. Bedoeling van Paus het stadsplein van Rome zo te veranderen dat er harmonie en symmetrie ontstond, brede wegen toegang tot grote gebouwen. Michelangelo ontwierp ovale plein van het Capitool. -In het midden Palazzo del Senatore (met dubbele trap)(ontworpen door Michelangelo) -Links Palazzo Nuovo -rechts het Palazzo dei Conservatori (naar ontwerp van Michelangelo) Deze paleizen een van de belangrijkste architectuur-monumenten uit de Renaissance. 3. De Beeldhouwkunst Kenmerken van beeldhouwkunst in Renaissance: wordt zelfstandig en maakt zich los van architectuur. Antropocentrisch denken (mens als centrum v/d wereld) tot uiting in gebruik van naaktfiguren, veel aandacht besteed aan skelet en spieren. Ook contraposto (standbeen-speelbeen-houding) uit oudheid weer terug. Donatello belangrijkste beeldhouwer uit vroege Renaissance. Vroegste bekende werk van hem: bronzen David in Florence, 1440, belangrijkste beeldhouwwerk van de vroege Renaissance. Voor het eerst sinds Oudheid dat kunstenaar in Europa de moed had een levengroot, vrijstaand, naakt beeld te maken. Verschil oudheid: hier wel naturalistische weergave van huidplooien, hoort bij ideaal nabootsen natuur dat vooral in hoogrenaissance leeft. In Renaissance veel zelfstandige studie van menselijk lichaam, terug te zien in beelden. Bestuderen van model, klassieke beelden in Rome bestuderen. Eind 15e eeuw nieuwe kunstvorm in mode: het kleine zelfstandige bronzen beeldje. Bronsgiettechniek veranderde→geschikt voor op grote schaal in klein formaat kopiëren van antieke beelden. Michelangelo als beeldhouwer -Hij maakte een staande Bacchus van marmer, beeld geweigerd door opdrachtgever. Het was gemaakt all’antica dat wil zeggen dat het moest worden aangezien voor een origineel werk uit de oudheid. -Hij maakte ook de David, kolossaal beeld, belangrijk voor de beeldhouwkunst. Hij gaf met dit beeld blijk van een nieuwe visie op de menselijke deugden: individuele moed en een jeugdig gezond lichaam. - In Sint Pieter een vroeg marmeren beeld van Michelangelo: de Pietà, Maria met gekruisigde Jezus in haar armen. Beeld is vaak gekopieerd en voorbeeld voor veel kunstenaars. 4. De schilderkunst Begin 14e eeuw in Florence, schilder Giotto, die in schilderkunst vernieuwing bracht. Zijn fresco’s waren een overzichtelijke compositie, met minder figuren erin maar wel grotere figuren. Daarvoot altijd overvolle decoratieve composities. Giotto voorloper beroemde schilders renaissance zoals Leonardo da Vinci, Raphael en Michelangelo. Door pauselijke opdrachten kwamen deze kunstenaars naar Rome. Botticelli Botticelli begon loopbaan in Florence als goudsmid. Later voornamelijk schilder. Meest bekend door zijn mythologische schilderijen van de Primavera en de Geboorte van Venus. Dit lijken afbeeldingen van eenvoudige mythologische verhalen, maar veel humanisten meenden dat er achter de mythologie van de Grieken en Romeinen een diepere wijsheid lag en dat zij een geheimzinnige waarheid bevatten. 1481→Botticelli en 2 andere kunstenaars naar Rome om wanden van Sixtijnse Kapel te beschilderen., met taferelen uit het oude en het nieuwe testament. De compositie van de schilderingen is harmonisch met op de achtergrond klassieke gebouwen en in het midden de triomfboog van Constantijn. Leonardo da Vinci -beroemde kunstenaar uit de hoogrenaissance -Een ware uomo universale, hield zich op hoog niveau bezig met alle gebieden van wetenschap en kunst. -Hij onderzocht menselijk lichaam door meer dan 30 lijken te ontleden. -ontwierp allerlei ingenieuze machines -Hij was belangrijk voor schilderkunst, hij introduceerde een vorm van perspectief. Via kleine gradaties in kleuren van licht en lucht, riep hij suggesties van diepte en perspectief op. Hij vermeed schilderen met scherpe contouren, dit noemen ze sfumato: de contouren worden in wazige, in elkaar overvloeiende kleuren opgelost (glimlach Mona Lisa). Michelangelo en de Sixtijnse Kapel -bracht in de sixtijnse kapel schilderingen in fresco aan. Fresco is een muurschildering, die op 2 manieren gemaakt kan worden: - buon fresco: waarbij direct op de natte kalk van het oppervlak wordt gewerkt met in water gemengde, kalkechte pigment - Secco-techniek, men werkt hierbij op een droge, harde achtergrond met op het palet gemengde pigmenten. - Bij beide technieken voortekening op karton, hierin gaatjes die de contouren volgen, hierdoor houtskool op muur geblazen. -Plafond Sixtijnse Kapel vertelt verhaal schepping en zondvloed. Bijfiguren (profeten, sibillen en naakte jongens) in een architecturale omlijsting. -Paus had concettisti in dienst, bedenkers van theologische en filosofische thema’s. -Michelangelo verdeelde plafond in 9 vlakken, qua onderwerpen in 3 drieluiken te verdelen: schepping van de wereld, schepping van de mens en de verdrijving uit het paradijs en de geschiedenis van Noach. -Dichtbij volle taferelen en verder weg taferelen met weinig figuren. 2 basiskleuren: groen en paars. -Hij hield meer van beeldhouwen en na Sixtijnse Kapel begon hij daar weer mee. Al snel moest hij weer terug naar Rome→eerste bouwmeester, beeldhouwer en schilder van het Vaticaan. -1534→begon hij aan enorme schildering achter altaar Sixtijnse Kapel, het laatste oordeel, heel anders dan schilderingen plafond. De restauratie van de Sixtijnse Kapel -1980-1994, stof vuil en roet weghalen van Michelangelo’s fresco’s. Nieuw airconditioning systeem. Raphael (1483-1520) -Woon- en werkvertrekken (stanze) van Paus in deel Vaticaan. Raphael moest ze decoreren→ enorm veel werk→leerlingen en assistenten die op basis van krijttekeningen schilderingen aanbrachten. -Villa (Villa Farnesina) van rijke bankier in Rome decoreren met als onderwerp een vers uit een gedicht over zeenifm Galatea, toen hij haar had geschilderd mensen vragen hoe hij zo’n mooi model had gevonden→had hij niet, hij had in zijn hoofd beeld gevormd, hele andere methode dan voorgangers, die wilden zo natuurgetrouw mogelijk. -Bekend om zijn Madonna’s, bekendste: Sixtijnse Madonna (besteld voor kerk van San Sisto in Piacenza) -Stierf in 1520, maar 37 geworden, begraven in Pantheon in Rome. 5. Het Maniërisme -Naam kunstperiode vanaf dood Raphael – 1600 -Vasari, kunstenaar 16e eeuw gebruikte deze term als eerst. Verweet kunstenaars dat ze Michelangelo op onbeholpen wijze nadeden: ‘Alla maniera di Michelangelo’. Ze hadden eigen handschrift ingeleverd in poging hem te evenaren. Anderen verklaarden het zo: er was altijd gestreefd naar zo natuurgetrouw mogelijk, maar Michelangelo en Raphael niet te overtreffen, leerlingen gedwongen andere richting op te gaan. Nog andere verklaring: kunstenaars waren natuurlijke afbeeldingen de baas, wilden nu de natuur verbeteren. -I.p.v. naturalisme nu gestreefd naar fantastische. Ideale proporties vervangen door langgerekte figuren, in allerlei onmogelijke houdingen gedraaid. De gedraaide figuur komen we tegen in schilderen beeldhouwkunst: de figura serpentinata, speelt tot en met Barok dominante rol. Harmonie in composities vervangen door het element van verrassing, en de voor- en achtergronden zijn doolhoven en mysterieuze ruimten. Ze wouden meesters overtreffen in vindingrijkheid→schilderijen vol met diepe betekenis en wijsheid→werken werden ware beeldraadsels. -Beroemde architect uit deze periode Andrea Pallasio (1518-1580), combineerde klassieke bouwstijlen met maniëristische denkbeelden. Kenmerkend voor zijn stijl: dominerende zuilen of pilasters tot aan kroonlijst laten doorlopen → horizontale geleding doorbroken (pilaren door meerdere verdiepingen). Hij had grote invloed op Europese architectuur in barok en classicisme. 6. Barok -overheersende stijl van midden 16e eeuw – 18e eeuw. -doel: toeschouwer verrassen -Geen naturalistische weergave meer, overgeven aan fantasie, rechte lijnen verwrongen, contrasten tussen licht en donker dramatisch. -Tegenstellingen, dramatische effecten, weelderige vormen en beweging. -Na reformatie probeerde katholieke kerk aanzien van vroeger terug te krijgen→ wilde protestantse soberheid tegengaan→beroep op architecten, beeldhouwers en schilders om kerken tot schitterende pronkstukken te maken, waarvan effect diepe indruk moest maken. -Kerken en paleizen in Barok verguld stucwerk, grootste verheven schilderingen, op plafonds fresco’s met illusionistische hemelluchten vol putti (engeltjes). -Goed voorbeeld vroege barokkerk is de moederkerk van de jezuïten, de Il Gesù: tussen 1575 en 1577 gebouwd, kerk had kruisvorm en bekroond door hoge, statige koepel. Weerskanten schip reeks kleine kapellen, ieder met eigen altaar. Gevel kerk combineert klassieke elementen met nieuwe vormentaal. Bernini (1598-1680) -belangrijke beeldhouwer en bouwmeester voor Rome en barok. -Triron-fontein -vier-rivieren-fontein, op hoeken 4 reusachtige mannen afgebeeld, stelden grote rivieren voor: de Doneau, de Ganges, de Nijl en de Rio de la Plata. -omgeving sint pieter vormgegeven: grote zuilengalerij, Scala Regia, kansel in St. Pieter met gedraaide zuilen, monumentale graf Paus Urbanus VIII. -introduceerde in beeldhouwkunst boortechnieken→licht en schaduw gingen grote rol spelen.