AFDELING HERENTALS Lesgever: Bert Peers 26 - 04 - 2015 Tekst: Bert Peers Bewerking M. Peeters Kamerplanten: Verzorging en onderhoud 1 1. Wat zijn kamerplanten? Geen enkele plant groeit van nature in een huiskamer of kas. Dus kunnen we zeggen dat kamerplanten gewoonweg niet bestaan. Het zijn dus gewoon buitenplanten die van vele uithoeken van de wereld naar hier gehaald zijn. Ze zijn hier beschermd verder gekweekt, gekruist of verbeterd en die nu als sierplant in onze huiskamer, serres en kantoorruimtes staan. We kunnen ook stellen dat kamerplanten niet winterhard zijn, anders konden we ze makkelijker buiten planten. Dit zou minder zorgen geven. Voor de rest lopen de eisen nogal sterk uiteen, vooral als het op standplaats op aan komt. Vaak zie je in de plantenwinkels labels bij de planten die met behulp van symbolen aanduiden waar de plant best staat en hoe je de verzorging kan doen. We zullen proberen om hier en daar wat te verduidelijken. - Licht Voor planten is licht een energievorm. De lichtsterkte die door het raam valt is reeds sterk minder dan buiten. Planten die vlak bij het raam staan krijgen vaak nog voldoende licht om een goede gezondheid te behouden. Staat diezelfde plant enkele meters van het raam weg kan het zijn dat deze plant gaat wegkwijnen. Dit doordat het licht daar een heel pak minder is. Hou hier rekening mee. We vinden altijd de symbolen terug die aanduiden of een plant graag in de * volle zon staat : Met andere woorden; deze plant heeft graag meerdere uren per dag een overvloed aan licht *Of halfschaduw: 2 Deze plant heeft graag een lichte standplaats maar liever niet in de volle zon *Of zelfs in de schaduw: Een lichte standplaats is nog wel nodig maar zeker niet in de volle zon. Ook niet voor enkele uren. Het is niet enkel de hoeveelheid licht dat van belang is maar zeker ook de daglengte! In de winterperiode zijn de dagen duidelijk korter dan tijdens de zomer. Dus doorheen een volledige dag is er dus minder licht voor de plant. tijdens de winter hebben we ook vaak donkere dagen (bewolkt, regenachtig ...). Dus kunnen planten in de winter lijden aan lichtgebrek. Zet planten in de winter korter bij het raam. Alle beschikbare licht kan nodig zijn. De daglengte gaat bij vele planten ook een invloed uitoefenen naar bloemvorming. We kennen korte dag planten, deze leggen bloemknoppen aan bij dagen met minder dan 12 uren licht per etmaal. Kweker zullen bij vele planten de daglengte aanpassen om ze zo vroeger of later in bloem te krijgen. (kerststerren) Er bestaan dan natuurlijk ook lange dag planten: deze zullen aan bloemvorming gaan doen bij een daglengte van meer dan 12 uren per etmaal. Om het lastig te maken zijn er ook dagneutrale planten. Bij deze speelt de daglicht lengte geen rol. Je kan hier thuis natuurlijk ook mee spelen door planten te verduisteren of belichten. Een kerstster bijvoorbeeld kan je in bloei trekken door vanaf eind september tot begin november niet meer bij kunstlicht te houden. Zet de plant op een warme (min. 18°C)plaats zonder dat hij extra licht krijgt. Dus enkel natuurlijk licht. Vanaf begin november zal er verkleuring optreden van de jonge bladeren. Hou de plant nog zo tot hij op kleur is. Als je te 3 vroeg ermee stopt zal de verkleuring stilvallen. Zet de plant na volledige kleuren pas in de huiskamer. Als je een donkere hal hebt waar je wel graag planten wil laten groeien kan je kunstmatig bij belichten. Men verkoopt eenvoudige armaturen met lampen die natuurlijk licht uitstralen. De lampen zelf kan je kiezen. De lampen die professionele kwekers gebruiken, verbruiken veel energie. Voor de huistoepassingen zijn er lampen met spaarlampen, weinig verbruik dus. Professioneel gebruik Nieuwe technieken met LED verlichting 4 eenvoudig armatuur met spaarlamp Met een eenvoudige TL-lamp kom je ook al een eind! Deze afbeelding geeft aan welk licht voor plant belangrijk is. Het menselijk oog is minder gevoelig voor dit licht. 5 - Temperatuur De meeste kamerplanten gedijen goed in onze huiskamers daar de temperatuur redelijk constant is. Wij wensen het ook niet koud te hebben. Vele planten die we in onze huiskamers houden komen dan ook uit warme streken. Tussen verschillende kamerplanten bestaat ook een groot verschil naar warmtebehoefte. Ook vind je op de etiketten een aanduiding voor warmtebehoefte van de plant. Probeer dit ook te respecteren om een lange levensloop van de plant te hebben. Vaak zijn de aangegeven waarden gemiddelden. Dus een plant die je warm moet opkweken heeft graag een temp. die niet onder de 16 - 18 °C komt. We bedoelen hier meestal mee dat deze temp. de nachtwaarde is. Overdag mag het gerust warmer. Liefst zelfs! Planten zijn ermee gebaat om s' nachts kouder te staan dan overdag. Dit is in de buitenomgeving ook zo. Het is ook zo dat een plant die een hoge warmtebehoefte nodig heeft alles aan kan. Met andere woorden, extreem hoge waarden zijn ook dodelijk. Achter een raam die in de volle zon staat zijn waarden van 40°C nog niet zo uitzonderlijk. Weinig planten kunnen daartegen. Let dus op in de zomer! - Water geven Elke plant heeft water nodig. Natuurlijk is de behoefte ook zeer verschillend. Cactussen en vetplanten vragen weinig water, andere dan weer veel(varens). In een plant is water nodig om verschillende redenen. Water zorgt voor groei doordat het een bouwonderdeel van de cellen zijn, water transporteert voedingstoffen en afvalstoffen, water doet de planten op spanning staan (slap worden bij een tekort. Planten verdampen ook een groot deel van het opgenomen water. Dus moeten 6 we er van uitgaan dat de verhouding tussen opname en verdamping goed moet zitten. Eenzelfde plant die kouder staat zal minder verdampen dan een zelfde plant die warm staat. (verdamping zorgt ook voor de temperatuurregeling binnen de plant). Het is moeilijk om juiste hoeveelheden aan te bevelen. Maar algemeen kunnen we stellen dat bij de meeste planten best de potgrond licht vochtig blijft. Dus enkel water geven wanneer de grond droger is. Zet planten zeker niet nat! Simpelste manier om te weten of een plant water nodig heeft is voelen aan de grond. Steek je vinger iets dieper in de grond want de bovenste laag kan droog aanvoelen en iets dieper is het misschien zelfs nog wat te nat. Op het etiket in de winkel staat er meestal ook aan aanduiding met symbolen (waterdruppels) of die plant veel water nodig heeft of juist niet. Zet je planten altijd in een pot die voorzien is van drainagegaten. Zo kan het overtollige water wegvloeien. Let er dan wel op dat in de overpot of schaaltje niet teveel water blijft staan. Ook is het zo dat het gietwater best niet te koud is. Dus niet rechtstreeks uit de regenput, zeker niet in de winter. Laat het water eerst wat op temperatuur komen door de gieter een tijdje binnen te zetten. Giet water gewoon op de grond en laat het water rustig insijpelen. Je kan ook in het schoteltje water geven en laten opzuigen door de plant. Let er dan wel op dat dit water niet te lang blijft staan. Wortels kunnen afrotten als ze te lang in water staan. Er zijn ook een aantal planten die graag gedoopt worden. Denken we aan orchideeën. Doe dit eens per week in de zomerperiode, in de winter mag dit vaak minder. Let wel op, een orchidee die in de winter in bloeistaat kan je beter wel regelmatig dompelen. Als ze te droog staat vallen de bloemknoppen voortijdig af. Gebruik ook bij voorkeur regenwater. In ons leidingwater zitten wel wat producten in die de planten niet wensen. Denken we alleen al aan hoge dosissen kalk en chloor. 7 Geef je vaak leidingwater zie je een witte waas op de grond verschijnen. Dit is de kalk en magnesium uit het water. Verwijder deze laag regelmatig en leg een goede grond bovenop. - Luchtvochtigheid In de omgevingslucht hangt ook altijd een groot deel vocht onder de vorm van waterdamp. Als de lucht volledig verzadigd zou zijn met waterdamp, of met andere woorden er kan geen meer bij, dan spreken we van een relatieve vochtigheid van 100%. Maar het zit natuurlijk zo dat de temperatuur mee bepalend is over de hoeveelheid vocht er maximaal in de lucht in kan. Als we bij een bepaalde temperatuur 100% vochtigheid hebben en de temperatuur stijgt dan kan er meer waterdamp in. Niet allemaal zo eenvoudig dus. Als er een lage luchtvochtigheid is gaan planten zich beschermen hiertegen. Dit kan op verschillende manieren. Meestal is dit door veel water op te nemen ( en veel te verdampen). Maar het zal ook vaak voorkomen dat planten door een te lage R.V. bepaalde plantendelen zullen afstoten (bladeren of delen ervan) zo krijg je bladeren met bruine randen en gele bladeren. Hang aan de verwarming een potje met water, zet op de kachel een pot met water. Zo zal de luchtvochtigheid niet te diep wegzakken. Ook kan je planten op een schotel met water zetten. Zet in de schotel wat blokjes of dergelijke en vul water tot net onder de bovenrand van de blokjes. Zet op de blokjes je plant. Het water zal rustig verdampen en hiervan profiteert uw plant. Je kan ook regelmatig je planten bestuiven met water. Of je neemt een elektrische verdamper. - Rustperiodes Planten hebben ook graag rustperiodes, een soort van winter. Als het op licht op aan komt krijgen ze in de winter voldoende rust maar dit is vaak niet in verhouding tot de temperatuur en vochtgift. Zo zal een plant, die in de huiskamer staat vaak in de winter nog steeds warm staan en krijgt hij evenveel water. De plant zal dus blijven groeien. Maar er is minder licht waardoor de groei spichtig zal zijn, ijl. 8 Ook is het zo dat vele planten de rustperiode nodig hebben om bloem aan te leggen. Rust onder de vorm van lager temperaturen en minder licht. Zo is het niet slecht om je plant in de winter te verhuizen naar de slaapkamer waar het meestal een pak koeler is. Of zet ze in de hal, zorg er wel voor dat de plant nog voldoende licht krijgt! Voeding De meeste planten nemen hun voeding op uit de grond, de grond moet dus ook goed voorzien zijn. Het begint bij een goede potgrond die goed voorzien is van voeding. Regelmatig moet je dus bijgeven. Dit kan op eenvoudige manier door met het gietwater voeding mee te geven. In de handel zijn zeer veel meststoffen te verkrijgen. Kies voor een meststof die verschillende voedingselementen bevat. Denken we aan N,P,K,Mg,Ca,Fe,Zn,Cu,B,... . Kies liefst organische meststoffen, deze zijn trager en minder radicaal. Je kan zelf ook aan de slag met organische meststoffen uit de tuin in water op te lossen. Let wel op de verhouding, veel stikstof geeft een sterkere groei maar geeft ook wekere planten. Geef dus zeker ook voldoende P en K. Geef liever regelmatig een beetje dan in een keer veel. Een goede verhouding voor vele kamerplanten is: 6+4+6 9 - Verpotten en potgrond De potgrond zal op verloop van tijd verzuren, vol zouten zitten en helemaal doorwortelt zijn. Het is dus van belang om je plant regelmatig te verpotten. Dit hoeft niet altijd in een grotere pot zijn. De meeste planten verdragen het om de grond van tussen de wortels te halen. Zo kan je ze in dezelfde pot terug zetten met nieuwe grond. Welke grond gebruiken we? Neem niet de eerste de beste grond, je planten moeten er lange tijd in staan. Weet ook wat voor plant je hebt. Er zijn er die graag in een zure grond staan (vb Azalea) of in een neutraal mengsel. De meeste potgronden bevatten een groot deel turf, dit heeft zeer goede eigenschappen naar water en voedingshuishouding. Maar ecologisch gezien is dit niet goed. Je kan ook kiezen voor een mengsel met kokos, dit is ecologisch gezien veel beter. Maar ze houden minder goed voeding vast. Best een deeltje klei toevoegen. Een goede grond moet ook luchtig zijn, met liefst veel vezels, om een goede waterafvoer te hebben. Kies best een standaard mengsel in de betere tuinvakhandel. 10 - Ziekten en plagen Ook kamerplanten ontsnappen niet aan de vele plagen. Hier in het kort enkele ziekten en plagen. * Bladluis, wolluis, dopluis oplossing: zeepwater, krachtige waterstraal, tabakrook, doodknijpen,olie, e.a. * witte vlieg oplossing; idem aan bladluis * schimmelziekten Schimmelziekten komen regelmatig voor maar zijn vaak het gevolg van minder goede omstandigheden, te nat, te warm of te koud. 11 Witziekte komt in de kwekerij vaak voor maar in de huiskamer minder. Dit kan je voorkomen of oplossen door te zwavelen. Zet je plant in de kas en verdamp wat zwavel, of gebruik spuitzwavel. Het kan ook helpen door in de potgrond een stukje koper te steken. Let vooral op met rot aan de wortels en wortelhals. Dit komt vaak voor bij planten die nat gehouden worden. Andere zaken komen minder snel voor. Vragen? 12