Vb 1 Je wilt een 3 cm hoge dia, scherp en volledig, op een 4,5 m groot scherm projecteren hiervoor gebruik een projector die een lens heeft met een sterkte van 20 Dpt. Bereken waar de dia en het scherm moet komen te staan ten opzichte van de lens. gegeven Alle afstanden worden in cm ingevuld S (Dpt) f 20 5 gevraagd Oplossing v b b] S= 1 f N= b v 1 20 = f N= f = 0,05 m f = 5 cm N = 150 b v N V B 150 3 450 a] = = B V 450 3 1 + 1 1 = v b f 1 = 1 + 1 v b 5 Probleem !!!!!! wiskunde We zoeken 2 getallen ( b en v ) die voldoen aan 2 voorwaarden 1 1 1 b + Voorwaarde 1: 150 = Voorwaarde 2: = v b 5 v Gedeeld op elkaar 150 We zijn gaan uitproberen0,2 = b-1 + v-1 0,15 0,1 0,2 = 0,15 0,05 0,1 ++0,1 150 ≠ 0,1 0,05 Helaas fout wiskunde Vergelijking 1 Vergelijking 2 b 150 = Hieruit volgt b = 150 x v = 150v v 1 + 1 1 = v b 5 1 X 150 1 1 b = 150 x 5,033 + = 5 150v v X 150 150 1 1 + = 5 150v 150v 1 151 5 = 150v v= 5 x 151 150 v = 5,033 cm b = 754,95 cm vb 2 Je wilt een dia op 4,5 m afstand (van deze dia) 9 x vergroot (en scherp) projecteren. + Vergroting = 9 Bereken de sterkte van de lens die je hiervoor nodig hebt. 4,50m Gegeven: de lineaire vergroting (N) = 9 de afstand van voorwerp tot scherm ( b + v ) = 450cm Gevraagd: Bereken de sterkte (S) van de gebruikte lens We zoeken 2 getallen ( b en v ) die voldoen aan 2 voorwaarden b Voorwaarde 1: 9 N == Voorwaarde 2: 450 = b + v v Gedeeld op elkaarWe 9 zijn gaan uitproberen Bij elkaar opgeteld 450 zijn 400 350 450 = 350 400 + 100 50 9≠ 100 50 Helaas fout wiskunde Vergelijking 1 b 9= v Hieruit volgt b=9xv Vergelijking 2 450 = b + v 450 = 9 x v + v b = 9 x 45 450 = 10 x v 45 = v v = 45 controle b = 405 b 9= v 450 = b + v 405 9= 45 450 = 405 + 45 Nu nog de brandpuntsafstand berekenen lenzenformule 1 1 1 = + f b v Oplossingen: b = 405 1 1 1 = + 405 45 f v = 45 f = 40,5 cm S = 2,47 Dpt Vb 3 Je wilt een postzegel 2,5 x vergroot zien door een lens met een sterkte van 25 Dpt. Op welke afstand moet je de lens houden? gegeven Alle afstanden worden in cm ingevuld S (Dpt) f 25 4 v b V B 2,5 gevraagd Oplossing N a] S= 1 f N= b v 1 25 = f N= f = 0,04 m f = 4 cm N = 2,5 b v = = B V B V 1 + 1 1 = v b f 1 = 1 + 1 v b 4 Probleem !!!!!! wiskunde Vergelijking 1 Vergelijking 2 Let op virtueel Dus b = negatief b 2,5 = Hieruit volgt v 1 + 1 1 = v b 4 1 X 2,5 1 1 + = 4 -2,5v v X 2,5 1 2,5 1 = + 2,5v 2,5v 4 1 1,5 4 = 2,5v v= 4 x 1,5 2,5 v = 2,4 cm b = - 2,5 x v = - 2,5v