Paragraaf 1: waarom werken we? Werken in verzorgingsstaat: betaalde baan: 90% v/d ND mannelijke en 80% v/d vrouwelijke beroepsbevolking in loondienst/overheid. Zonder betaalde baan werk je ook. Werk/arbeid: iedere menselijke bezigheid die verricht wordt : Met bepaalde inspanning Met gebruik v. iemands capaciteiten Eventueel met behulp v. gereedschappen, computers etc. Binnen maatschappelijk geregelde behoefte Met doel leveren product/dienst Verschil tussen werk; hobby is economische nut v. die activiteit. Door gegroeide welvaart is het niet meer nodig dat mensen levenslang werken (was vroeger zo). Verzorgingsstaat: land waar overheid zich verantwoordelijk stelt voor welzijn burgers, ND uitkering voor mensen die bv door ziekte, ouderdom, werkloosheid niet werken. Functie werk: VS psycholoog Maslow onderscheidt 5 basisbehoeften v/d mens. Lichamelijke behoeften: eten, drinken, onderdak. Behoefte v. veiligheid; zekerheid. Sociale behoeften: ergens bij horen. Behoefte v. erkenning; waardering. Behoefte aan zelfrealisatie: drang om iets zinvols te presteren. Mensen kunnen zich pas richten op hogere basisbehoeften als lagere basisbehoeften al zijn erkend. Werk is belangrijk bij het vervullen v/d materiële (inkomen; zekerheid); immateriële (socaiale cont., status, ontw. identiteit) basisbehoeften. In de opvatting van Maslow staan de door hem genoemde basisbehoeften in een onderlinge hiërarchie: een mens zal zijn behoefte aan erkenning pas willen vervullen als hij zich geen zorgen meer hoeft te maken over zijn directe levensonderhoud. Inkomen: loon bepaalt materiele levenstandaard, vormt in geld uitgedrukte waardering voor je werk, zorgt voor eten; drinken. Zekerheid: materiele zekerheid op lange termijn: sommige uitgaven want in toekomst krijg je loon. Immateriële zekerheid: biedt regelmaat; vast oriëntatiepunt, verdeling vrije tijd; arbeidstijd. Sociale cont.: je werkt samen met andere mensen en praat daarmee. Erkenning; waardering: hetgene waardoor je onderdeel bent v. samenleving; daarmee contact hebt, bepaalt beeld; identiteit van jezelf; geeft je bepaalt aanzien > status: waardering die door andere wordt toegekend aan iemands beroep > hogere/lagere maatschappelijke positie. Zelfrealisme: geeft bestaan zin; doel. Meehelpt maatschappelijke behoeften te voorzien geeft > gevoel v. eigenwaarde; kunt dingen ontwikkelen. Maatschappelijke positie: is de plaats die je inneemt op maatschappelijke ladder. Aantal aspecten belangrijk: Hoogte inkomen Hoeveelheid macht; verantwoordelijkheid Benodigde kennisniveau Speciale aanleg; ervaring Door gelaagdheid accepteren we dat sommige meer geld hebben dan anderen= sociale ongelijkheid: welvaart; macht niet gelijk verdeeld over mensen 9linkse partij accepteert dat minder dan rechtse) Positie heeft gevolgen voor levenswijze mensen: rijk= beter wonen, gezonder, enz. Betekenis v. werk: opvattingen over werk= arbeidsethos: betekenis die we aan arbeid toekennen. Bv: morele plicht, maatschappelijke plicht, iets waardoor je lid bent v/d samenleving. Werk =plicht; wordt gezien als recht: als sociaal grondrecht opgenomen in grondwet (verandering arbeidsethos) > overheid bemoeit zich; recht op uitkering. Paragraaf 5: de verzorgingsstaat Waarom een verzorgingsstaat: vorm onze verzorgingsstaat doordat liberalen, CH, sociaaldemocraten er hun steun aan gaven. Planeconomie: SU waarde gelijkheid belangrijk > prod. middelen in handen v. overheid, zorgt dat er werk is voor iedereen; iedereen krijgt zelfde salaris. In SU geweld: mensen werden gedwongen; hun opbrengsten af te staan, verzet = flinke straf. Vrijemarktmechanisme: VS waarde vrijheid belangrijk > overheid bemoeit zich niet met economie, belastingen zijn laag maar moet je wel zelf verzekeren, voor onderwijs; gezondheidszorg betalen. Verzorgingsstaat: ND belangrijke waarden: particulier initiatief, maatschappelijke harmonie, solidariteit, tegengaan v. sociale ongelijkheid. Liberalen voor de vrije ondernemingsgewijze prod. CHdemocraten voor positie v. maatschappelijke middenveld= voor maatschappelijke groepen; organisaties die solidariteitsgedachte. taken overheid overnemen. Sociaaldemocraten voor socialezekerheidsstelsel= mogelijkheid sociale ongelijkheid verminderen Sociale zekerheid: stelsel= ruggengraat verzorgingsstaat: zorgt ervoor dat niemand onder sociaal minimum hoeft te leven. Regeling voor leeftijdsgroep; situatie. Stelsel heeft 2 delen: Sociale verzekeringen: mensen betalen verplichte premie om zich te verzekeren tegen bepaald risico. 2 soorten: Werknemersverzekeringen: wordt door sociale partners (werknemers; werkgevers) gezamenlijk betaald. Uitvoering gebeurt door UWV (opgericht door sociale partners), hoogte uitkering gekoppeld aan laatst verdiende loon. 3 belangrijkste verzekeringen: Werkloosheidswet (WW): voorziet in inkomen als werknemer onvrijwillig werkloos wordt. Duur afhankelijk v. hoeveel jaar iemand gewerkt heeft. Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (WULBZ): verplicht werkgevers, bij ziekte 2 jaar uitkering v. 70% v/h laatst verdiende loon te verstrekken. Aparte regels voor mensen die niet in loondienst zijn. Wet werk; inkomen naar arbeidsvermogen (WIA): voorziet in inkomen als je als gevolg v. ziekte/ongeval niet in staat bent om te werken. Hoogte uitkering afhankelijk v. laatst verdiende loon; mate v. arbeidsongeschiktheid. Volksverzekeringen: iedereen betaalt premie, enkele volksverzekeringen: Algemene ouderdomswet (AOW): iedereen heeft vanaf zijn 65ste recht op een door de staat verstrekt pensioen. =inkomensonafhankelijk. Algemene nabestaandenwet (ANW): voorziet in inkomen voor weduwen, weduwenaars; wezen. Hoogte uitkering afhankelijk v. inkomen achtergebleven partner. Verdient je te veel > geen recht op de uitkering. Algemene kinderbijslagwet (AKW): aan alle ouders wordt tegemoetkoming verstrekt voor kosten levensonderhoud kind (tot 18 jaar). Sociale voorzieningen: regelingen voor situaties waarvoor geen verzekering is. Bestemd voor mensen die geen aanspraak op andere sociale verzekeringen kunnen maken. Geld afkomstig v. belastingopbrengsten. Bijstand: iedereen geacht zelfstandig in levensonderhoud te voorzien (Wet werk ; bijstand WWB), wie dat niet kan krijgt ondersteuning vinden werk; inkomen= vangnet > tijdelijk oplossing; voorziet in minimumbedrag voor noodzakelijke kosten= algemene bijstand. Ongewone; extra kosten= bijzondere bijstand, Sociale Dienst bepaalt /; hoeveel geld je ontvangt. Jongeren tot 21 jaar moeten bij ouders terecht. Rechten; plichten: recht op bijstand vastgelegd in wet (1883, artikel 20) daartegenover sollicitatieplicht: moet actief op zoek zijn naar werk (artikel 19). Overheid streef er naar dat iedereen die kan werken een baan krijgt, overheid heeft niet het recht om iemand te dwingen om werk te aanvaarden (=vrije keuze v. werk). Volks-; werknemersverzekeringen daartegenover staat plicht om premies te betalen. Paragraaf 6: De verzorgingsstaat onder druk De problemen: jaren 70, 1ste signalen niet alles naar wens in verzorgingsstaat: Te veel mensen deden beroep op uitkering door: Werkloosheid steeg door wereldwijde oliecrisis (1973) Uitkeringsstelsel was oorspronkelijk gebaseerd op man als kostwinnaar, vrouwen kregen in de jaren 60 dezelfde rechten als de man. Mensen werden te weinig gestimuleerd om een baan te aanvaarden; weer aan het werk te gaan > blijvende afhankelijkheid v/d uitkering: Was geen financiële prikkel: uitkeringsgerechtigden kregen ook bijdragen als huurtoeslag; kwijtschelding v. gemeentebelastingen > men ging er nauwelijks op vooruit als je een betaalde baan vond. Mens mocht weigeren als werk niet bij zijn ervaring; opleidingsniveau paste. Misbruik gemaakt v. voorzieningen > werd gefraudeerd. Vond vooral plaats rond te toenmalige WAO: toen werkgelegenheid terugliep lieten werkgevers mensen afkeuren i.p.v. ontslaan omdat WAO gunstiger was dan WW > ND gezondste land in wereld kreeg miljoen arbeidsongeschikten; overheid zat met verplichting om WAO uit te keren. Maatregelen: jaren 80 begint draagvlak ; solidariteit in samenleving begint te wankelen, centraal in de maatregelen: Bezuinigingen; strengere controle: WW-uitkering wordt nog maar een beperkt aantal jaren verstrekt > bijstand die bestaansminimum verschaft. Passende arbeid wordt verruimd > je moet een aangeboden baan eerder accepteren ook al past deze niet bij je opleiding. Uitkering bij arbeidsongeschiktheid niet meer levenslang verstrekt: herkeuringen > alleen volledige ongeschikte heft recht op uitkering v. 70% laatst verdiende loon. Verhaalsplicht voor de bijstand: soort alimentatie voor een gescheiden vrouw die bijstand aanvraagt. Uitkeringen stijgen niet meer automatisch met lonen mee. Controle: gegevens Sociale Dienst; belastingdienst worden vergeleken. Leeftijd bijstand verhoogd v. 18 naar 21 jaar, uitzondering= jongeren met kinderen. Bezuinigingen op voorzieningen. Versterken v/d eigen verantwoordelijkheid: m.n. gebied v/d werknemersverzekeringen verantwoordelijkheid werkgevers benadrukt. Bedrijven gaan zorgen voor goede werkomstandigheden: Werkgevers verantwoordelijk voor doorbetaling bij ziekte, bedrijven verzekeren zich tegen doorbetalingsplicht= hoge premies Bij bedrijf met veel zieken+ arbeidsongeschikten wordt WIA premie verhoogd Werkgelegenheid creëren > minder werken; eerder stoppen: arbeidstijdverkorting (atv); vrijwillig vervroegde uittreding (VUT) > jongeren sneller werk + deeltijdwerken. Stimuleren v/h bedrijfsleven: meer werk: Mensen maken dan minder gebruik v. voorzieningen Betalen meer mensen mee aan voorzieningen v. anderen Volgende maatregelen: Loonmatiging: arbeid wordt goedkoper; werkgever belooft meer mensen aan werk te helpen; houden, houding= poldermodel. Loonbelasting verlaagd: blijft netto evenveel verdienen maar heeft bruto meer, mogelijk door bezuinigingen v. overheidsuitgaven. Subsidies: investerings, vestigings/ specifieke subsidies voor doelgroepen met een zwakke positie (allochtonen, gehandicapten) §7: De toekomst van de verzorgingsstaat Positieve gevolgen: vaak harde maatregelen v/d overheid hadden als doel om de verzorgingsstaat beheersbaar te houden: Overheidsuitgaven gedaald Financieringstekort > belasting verlaagd Staatsschuld zal minder drukken op volgende generaties. Aantal mensen met baan gestegen Aantal AOW’ers gedaald Fraude; oneigenlijk gebruik v. uitkeringen gedaald Ziekteverzuim laatste jaren gedaald Negatieve gevolgen: Mensen met slechte positie op arbeidsmarkt; mensen die afhankelijk zijn v/d uitkeringen hebben problemen: Verminderde koopkracht v. mensen met uitkering door bezuinigen: Mensen onder armoedegrens > gedwongen naar voedselbanken te gaan Aantal mensen met huurschuld/grote energierekening is gestegen Werkgevers betalen tegenwoordig zelf kosten v. ziekte- ; arbeidsongeschiktheid Kijken bij sollicitatie of iemand volledig gezond is en of iemand een wat zwakkere gezondheid heeft Letten beter op gevaarlijke arbeidsomstandigheden Moeilijker om bijstandsuitkering te krijgen door verruiming passende arbeid > werklozen moeten sneller baan aannemen. Allochtonen kunnen hier dupe v. worden, als iemand zijn diploma niet wordt erkend. Veel arbeidsongeschikten zijn uitkering kwijtgeraakt door strengere herkeuringen: werden geheel/gedeeltelijk goedgekeurd > kunnen vanwege afkeuring geen baan meer vinden > vallen teug op lagere bijstandsuitkering. Door bezuinigingen in verzorgingstehuizen is er te weinig personeel: werkdruk groot > personeel steeds minder tijd voor dingen die leven v. zieke; bejaarde veraangenamen. Wat vinden de politieke partijen: hoe moet toekomst verzorgingsstaat eruit zien: pessimisten: zegen dat door groeiende ouderen verzorgingsstaat onbetaalbaar worden want kosten gezondheidszorg; AOW stijgen. Optimisten: zegen dat het meevalt, veel ouderen zijn actief, hebben goede pensioenen, zorgen voor veel werkgelegenheid want ze geven veel uit aan uitgaan. Visies politieke partijen: VVD: overheid te grote rol lonen moeten omlaag, brutominimumloon moet omlaag, uitkeringen verder omlaag, moet niet zo zijn dat het financieel bijna niets uitmaakt of je werkt/uitkering hebt > versch. lonen; uitkeringen vergroten, ministelsel waarin alleen minimum uitkering gegarandeerd wordt, wat mensen extra willen moeten ze zelf verzekeren > belastingen omlaag; wordt rol overheid kleiner worden, CDA: overheid te grote rol Overdragen v. overheidstaken naar het maatschappelijk middenveld: wil verzorgingsstaat omvormen tot zorgzame samenleving > mantelzorg. Werkgevers moeten verantwoordelijkheid nemen om werkzoekenden met handicap aan te nemen. Overheid moet pas optreden als mensen echt niet zelf in staat zijn hun problemen op te lossen. PvdA; SP: oog voor uitkeringsgerechtigden die buiten hun schuld op uitkering zijn aangewezen Mensen die geen andere mogelijkheid hebben dan een uitkering mogen daar niet financieel voor gestraft. Uitbreiding v/d werkgelegenheid. Voor het financieren v/d AOW moeten de rijkere gepensioneerden te laten meebetalen= bos-belasting. De toekomst: verzorgingsstaat is na 2de wereldoorlog opgebouwd vanuit beginsel solidariteit. Sociale zekerheid had tot doel tegengaan v. grote sociale ongelijkheid.