1 Overzicht - Persbericht: Voorwerp van discriminatie of van liefdadigheid? 3 - Een interview met Ben Wuyts over zijn boek 4 (Handiscoop, Lief Vanbael) - De auteur 10 - Presentatietekst 13 - Praktische gegevens 14 - Cursus Universiteit Vrije Tijd 15 2 Persbericht Voorwerp van discriminatie of van liefdadigheid? Bij Davidsfonds/Leuven verschijnt Over narren, kreupelen, doven en blinden Leven met en handicap Van de Oudheid tot nu geschreven door Ben Wuyts - Ben Wuyts is historicus en werkte ruim dertig jaar in een school voor kinderen met een handicap. Hij doceert aan de Arteveldehogeschool Gent en aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen te Schaarbeek. - Bij Davidsfonds/Leuven verscheen eerder van Ben Wuyts Anders, maar niet minder. Leven met een handicap. - Beschrijft hoe er door de eeuwen heen gereageerd werd op en omgegaan werd met mensen met een lichamelijke/geestelijke handicap of chronische ziekte. - Een stuk geschiedenis dat je niet in de klassieke geschiedenisboeken terugvindt. - Biedt stof tot nadenken over onze huidige omgang met gehandicapten. - Doelgroep: historici, orthopedagogen, leraren buitengewoon onderwijs, zorgcoördinatoren, mensen die actief zijn in het maatschappelijke veld (opvoeders, welzijnswerkers), mensen met een beperking, handicap of chronische ziekte, organisaties die hun belangen verdedigen. - Geschreven met kennis van de vakliteratuur uit de geschiedeniswetenschap en orthopedagogiek. - Vlot leesbaar voor een geïnteresseerd (maar niet noodzakelijk gespecialiseerd) publiek 3 Een interview met Ben Wuyts over zijn boek Handiscoop (ledenblad van de Katholieke Vereniging voor Gehandicapten) Lief VANBAEL De mantel van Roosevelt In onze sector is Ben Wuyts geen onbekende. Sinds 1973, na zijn studie geschiedenis aan de universiteit Gent, werkte hij in een school voor buitengewoon secundair onderwijs voor jongeren met een fysieke handicap en een meervoudige handicap in Landegem. Eerst als leraar, daarna meer dan twintig jaar als directeur. Zijn school was één van de eerste die op de kar van het geïntegreerd onderwijs (G.ON) sprong. Wij leerden Ben kennen als iemand die rotsvast gelooft in jongeren met een handicap. Het ene moment stond hij op de barricades om voor hen respect en toekomstperspectieven te eisen. Het andere moment daagde hij hen uit om zelf alle beschikbare kansen op ontwikkeling en integratie te grijpen en het heft in eigen handen te nemen. Sinds vorig jaar werkt Ben als opleidingscoördinator voor de voortgezette lerarenopleiding in de Arteveldehogeschool in Gent. Zijn jarenlange ervaring in het onderwijs aan jongeren met een handicap stimuleert hem nu om in de opleiding van leerkrachten nog meer aandacht te vragen voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften: In onze samenleving moeten leerkrachten, zowel uit het gewoon als het buitengewoon onderwijs, er rekening mee houden dat er leerlingen zijn die een andere huidskleur hebben, die hoogbegaafd zijn, die één of andere handicap hebben, die uit een sociaal zwak milieu komen, die zelf of in hun gezin een crisis meemaken... Leerkrachten moeten, aansluitend op hun initiële opleiding, de nodige ondersteuning krijgen om met deze diversiteit om te gaan. Het betekent voor mij een nieuwe uitdaging om deze opleiding mee vorm te geven. KVG kent Ben ook als historicus. Toen wij in 1995, bij het 50-jarig bestaan van KVG, met de tentoonstelling ‘Blikken zonder blozen. Een kijk op handicap door de eeuwen heen’ door Vlaanderen trokken, stond Ben ons met raad en daad bij. Dankzij zijn medewerking konden wij tien jaar geleden al een mooi en sterk beeld geven over de 4 manier waarop personen met een handicap in de loop van de geschiedenis (al of niet) in de samenleving aanwezig waren. Na deze eerste onderzoeksfase bleven er echter nog veel vragen onbeantwoord. Hoe dachten mensen in het verleden over personen met een handicap en hoe gingen zij met hen om? Nieuwsgierig als Ben is, bleef hij zoeken naar antwoorden: in de literatuur, in wetenschappelijke werken, bij andere historici, in musea... Tijdens de viering van zestig jaar KVG in mei bracht Ben een boeiend verhaal over het leven met een handicap door de eeuwen heen. En wij moeten het toegeven... heel wat denkbeelden over handicap uit het (verre) verleden zijn vaak nog verrassend actueel, hoe beschaafd wij onze huidige samenleving ook mogen noemen… Binnen een paar weken ligt zijn boek Over narren, kreupelen, doven en blinden. Leven met een handicap van de oudheid tot nu in de boekhandel. Ben, dit boek is een weergave van jouw jarenlange zoektocht naar de plaats van personen met een handicap in onze geschiedenis. Waarom hecht je zoveel belang aan dat verleden? Toen ik in 1973 begon te werken met jongeren met een handicap moest ik vaststellen dat veel mensen, ikzelf ook, een beeld van hen hadden dat niet strookte met de werkelijkheid. Waarom noemde men hen ‘sukkelaars’, ‘achterlijken’ of ‘mindervaliden’, alsof ze behoorden tot een minderwaardig mensenras? Waarom zag ik hen zo weinig op straat of in de jeugdbeweging? Waarom vonden de meeste mensen dat zij enkel en alleen in speciale scholen en instellingen thuis hoorden? Waarom kregen zij zo weinig kansen in onze samenleving?... Al die beelden en meningen over personen met een handicap zijn er echter niet zomaar gekomen. Veel van wat in ons leeft, is veel ouder dan wijzelf. Ons beeld van anderen berust op juiste of foutieve informatie die wij krijgen, op eigen positieve of negatieve ervaringen en op zogenaamde ‘collectieve wijsheden’ die van generatie tot generatie worden doorgegeven. Het beeld dat wij ons op deze manier hebben gevormd van personen met een handicap bepaalt wel in belangrijke mate onze sociale omgang met hen en heeft ongetwijfeld een effect op hun zelfbeeld.Net als veel andere historici wil ik onderzoeken in welke mate denkbeelden en leefwijzen van vorige generaties ons vandaag nog altijd beïnvloeden. Ik wil op zoek gaan naar de wortels van bestaande meningen, om niet te zeggen vooroordelen. Mijn interesse gaat vooral naar de plaats van mensen met een handicap en met een chronische ziekte in onze geschiedenis. Wat was hun levenskwaliteit in de verschillende historische periodes? Welk beeld vormden tijdgenoten zich van hen? Hoe was hun relatie tot andere mensen? Welke denkbeelden en houdingen ten aanzien van mensen met een handicap blijven in de loop van de geschiedenis verder leven?... Tot mijn verbazing vond ik in de historische 5 vakliteratuur relatief weinig aandacht voor mensen met een handicap. Dat stimuleerde mij om dit thema zelf verder uit te diepen. Ik heb bronnen uit ons verleden opgezocht. Ik heb ontzettend veel gelezen. Vroegere cursussen heb ik onder het stof vandaan gehaald en opnieuw bestudeerd. Ik worstelde mij door historische literatuur en discussieerde met enkele professoren… Mijn boek is een voorzichtige verkenningstocht doorheen de geschiedenis en is gestructureerd volgens de meest gebruikelijke historische tijdsindeling, namelijk Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe Tijden en Nieuwste Tijden tot het heden. Het gaat dus om een wetenschappelijk werk? Ik heb geen geschiedenis van de gehandicaptenzorg geschreven, laat dat duidelijk zijn. Maar ik heb wel een poging gedaan om de geschiedenis van Vlaanderen en Nederland beknopt weer te geven. En als ik dan door die geschiedenis wandel, dan stelde ik mij de vraag: waar waren de mensen met een handicap toen? Hoe leefden zij? Hoe gingen anderen met hen om?… Ik heb geprobeerd om een vlot leesbaar boek te schrijven, met veel voorbeelden. Daarbij heb ik mij zo strikt mogelijk aan de historische realiteit gehouden. Alles wat opgenomen werd, steunt op wetenschappelijke bronnen en historische vakliteratuur. Mijn boek werd trouwens kritisch nagelezen door enkele historici. Het was voor mij bovendien een uitdaging om het heden niet in het verleden te brengen, maar om voeling te krijgen met een bepaalde tijdgeest. Enkel in het laatste hoofdstuk stap ik af van het historisch overzicht en beschrijf ik zes beelden en houdingen ten aanzien van mensen met een handicap die in onze geschiedenis voortdurend de kop opsteken en die ik ook nog herken in ons dagelijks leven. Niet om met een opgeheven vinger bepaalde houdingen te veroordelen, maar om de lezers aan te sporen om de dialoog aan te gaan met personen met een handicap en zich in te leven in hun situatie. Als je door onze geschiedenis wandelt en daarin op zoek gaat naar mensen met een handicap… wat stel je dan vast? In mijn historisch verhaal gaat het over mensen die niet zo goed kunnen denken, praten, horen, zien en lopen als de meeste mensen uit hun omgeving en over mensen die door een chronische ziekte getroffen zijn. Het gaat dus om mensen die op een of andere manier afwijken van wat als ‘normaal’ beschouwd wordt. Je kunt je natuurlijk afvragen waar die ‘normen’ vandaan komen en wie bepaalt wat gewoon is en wat niet. Maar het is duidelijk dat in ongeveer heel onze geschiedenis al wie ‘anders’ was naar de rand van de 6 maatschappij verwezen werd. Die hoorde er niet bij. Mensen met een handicap waren in de West-Europese geschiedenis zeker niet de enigen die als ‘afwijkend’ bekeken werden. Voor joden, armen, zigeuners, vrouwen, zwarten, vreemdelingen,… gold hetzelfde. Laat ons eens terugkeren naar de prehistorie. Wie toen zwak was, kon niet overleven. Barre weersomstandigheden, gebrek aan hygiëne, epidemieën, hongersnoden… Iedereen had het in die tijd moeilijk. Je zou dan denken dat zij die zelf voortdurend moesten vechten om te overleven, zich niet wilden of konden bekommeren om de zwakkeren. Is het dan niet verbazend dat er ook archeologische bewijzen gevonden werden van het tegendeel? Zo werd een graf ontdekt van iemand die zijn been kwijt was, met een soort kunstbeen ernaast. In Irak werd het skelet ontdekt van een man waarvan de arm geamputeerd was en waarbij het duidelijk was dat de wonden hiervan genezen waren. En in heel Europa werden er schedels gevonden waarin een opening gemaakt werd, vermoedelijk om de ‘kwade geesten’ uit de persoon te verdrijven. Voor ons klinkt dit naïef, maar in die periode was het een poging om mensen echt te helpen. ‘Beschaving’ op zich biedt geen garantie van ‘zorgzaam’ omgaan met medemensen. Dat komen we te weten wanneer we de Grieks-Romeinse Oudheid bestuderen. Wanneer er in die tijd een kind geboren werd met bijvoorbeeld maar één arm of met een gespleten gehemelte, dan was ervan overtuigd dat dit kind niet ‘volwaardig’ was en dat het niet kon overleven. Mooie, krachtige en raszuivere burgers waren het ideaal en daarin hoorden kinderen met een handicap niet thuis. Bovendien meenden veel Grieken en Romeinen dat een handicap een straf van de goden was. Baby’s met een handicap doden, was in die tijd een heel normale zaak. Maar ook toen had je mensen die zeiden: ‘Wij doden dit kind niet, wij leggen het te vondeling’. En dan hoopten ze dat de goden of één of andere bovennatuurlijke krachten zich over hun kind zouden ontfermen. Wij spreken nu over een periode die al ruim 2000 jaar achter ons ligt. Maar in de loop van de geschiedenis komt het beeld van personen met een handicap als ‘onvolwaardigen’ die maar best uit de samenleving verwijderd moesten worden nog regelmatig terug. Zo werden in de Middeleeuwen ‘ongewenste’ kinderen, zoals kinderen met een handicap, gedood, meestal door verdrinking. Door de verspreiding van het Christendom groeide de aandacht voor de zwakkeren en werden mensen met een handicap het onderwerp van liefdadigheid. Hoe schrijnender zij hun ellende toonden, hoe meer aalmoezen zij kregen. Maar vanuit welke motivatie werd er in die tijd voor medemensen met een handicap gezorgd? Omdat de tijdgenoten van mening waren dat zij in de samenleving moesten 7 opgenomen worden? Nee… zorgen voor zwakkeren was een christelijke plicht. Dus, iedereen die later een plaats in de hemel wilde, zorgde uit eigenbelang ook een beetje voor de mensen met een handicap, de armen en de zieken. In de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw verschenen, zowel in de Verenigde Staten als in West-Europese landen, steeds meer wetenschappelijke ‘eugenetische’ studies waarin ‘afwijkende’ individuen niet alleen als minderwaardig, maar ook als een bedreiging voor de westerse beschaving werden afgeschilderd. Wetenschappers hielden een pleidooi voor het, hou je vast, ‘elimineren van biologisch onvolwaardige en totaal nutteloze levensvormen, die de staat bovendien veel geld kosten.’ Deze visie kende een schrijnend hoogtepunt in het Derde Rijk van Adolf Hitler. Om het Arisch-Germaanse ras te veredelen, werden personen met een verstandelijke en lichamelijke handicap, psychiatrisch patiënten, ongeneeslijk zieken, zorgbehoevende bejaarden… gedood. En bij ‘erfelijk belaste vrouwen’ werden grootschalige sterilisatieprojecten gestart om bijvoorbeeld verstandelijke handicaps te vermijden. Ook vandaag nog zijn er mensen die geen enkele waarde hechten aan een leven met een handicap. In hun ogen blijven mensen met een handicap ‘onvolwaardig’. Zij brengen alleen maar extra zorgen en kosten met zich mee en dat moet je volgens hen zoveel mogelijk vermijden. In deze visie wordt leven met een handicap zonder meer gelijkgesteld aan een leven vol lijden, zonder betekenis en kwaliteit. Dit getuigt van een enge visie op mens en maatschappij. Bovendien, beseffen mensen niet welk effect een dergelijke visie heeft op het zelfbeeld van mensen met een handicap of een chronische ziekte. Tijdens zijn verkenningstocht doorheen de geschiedenis ziet Ben verschillende dominante visies en beelden over mensen met een handicap voortdurend de kop opsteken. En het beeld dat leeft over personen met een handicap bepaalt de wijze waarop met hen wordt omgegaan. In dit artikel konden wij helaas slechts één van die beelden wat uitdiepen, dat van de persoon met een handicap als ‘onvolwaardige’.Maar hoe is de communicatie met dove mensen begonnen en waar begint de jarenlange discussie tussen gebarentaal en liplezen? Wat deden blinden in een varkenshok? Wie kwam er allemaal in aanmerking om hofnar te worden? Hoe kwam men er bij om kinderen met een verstandelijke handicap les te geven? Wanneer en waarom is men in onze regio’s met het buitengewoon onderwijs begonnen? Waarom werd president Roosevelt altijd afgebeeld 8 met een grote zware kapmantel?… In het boek Over narren, kreupelen, doven en blinden. Leven met een handicap. Van de Oudheid tot nu lees je hier meer over. Terugblikken op ons verleden kan erg boeiend zijn. Niet enkel omwille van de spannende verhalen of om eens meewarig te glimlachen om de onwetendheid en de dommigheid van onze voorouders. Maar wel om op basis van dat verleden te reflecteren over het heden. Ben houdt ons met zijn verhalen over het verleden een spiegel voor en doet ons kritisch kijken naar de wijze waarop er nu met mensen met een handicap wordt omgegaan. Wij hopen dat vele mensen door het lezen van zijn boek gestimuleerd worden om een open houding aan te nemen ten aanzien van mensen die op één of andere manier afwijken van ‘de norm’. En dan denken wij niet alleen aan mensen met een handicap. Diversiteit van de samenleving is nu eenmaal een vaststaand feit en leren omgaan met verschillen is voor iedereen een verrijking, geen bedreiging. 9 De auteur Ben Wuyts (°Antwerpen, 1947) is licentiaat geschiedenis (Universiteit Gent, 1972). Hij behaalde de professor Jan Dhondtprijs voor de beste lespraktijk als aggregaatsstudent voor het secundair onderwijs (1973). Na zijn burgerdienst startte Ben Wuyts in september 1975 als leraar projectonderwijs en vormingswerker in de school voor buitengewoon onderwijs te Landegem. In 1975 stichtte hij een emancipatiebeweging voor fysiek gehandicapte jongeren : vzw Pimpernel, die een achttal jaar zeer actief was in Gent, Nevele en Zottegem. In 1976 werkte hij mee aan de informatiefilm van de BRT over kinderen met een hersenverlamming : In het land van alles anders en in 1981 aan het multimediaproject (televisie, radio, publicaties) Lichamelijk gehandicapt : van vooroordeel tot emancipatie. Van september 1980 tot september 2004 was Ben Wuyts schooldirecteur van BuSO Ten Dries, een school voor buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 1, type 4 voor motorisch en meervoudig gehandicapte adolescenten in Landegem. Een deel van zijn opdracht besteedde hij aan G.On.-begeleiding. G.On. staat voor ‘Geïntegreerd Onderwijs’. Hij begeleidde zelf een aantal leerlingen met een motorische handicap in het gewoon secundair en het hoger onderwijs. Op vraag van het schoolbestuur vervulde hij vanaf mei 2000 ook de functie van algemeen schooldirecteur, verantwoordelijk voor de kleuterschool, de lagere school en de secundaire school. Sinds oktober 2004 is Ben Wuyts opleidingscoördinator en docent van de voortgezette lerarenopleidingen in de Gentse Arteveldehogeschool, met als afstudeerrichtingen ‘leraar buitengewoon onderwijs’ en ‘interne zorgbegeleider voor het gewoon onderwijs’. Tevens is hij docent ‘geschiedenis, beeldvorming en ethiek met de focus op jongeren met een handicap’ in het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen in Schaarbeek/Brussel. In 1988 was Ben Wuyts de medestichter en bestuurder van de vzw De Kangoeroe, dienst voor vroegtijdige thuisbegeleiding van kinderen met een motorische handicap in OostVlaanderen. In 1994 maakte hij deel uit van een Europese expertengroep om het onderwijs aan jongeren met een auditieve handicap in Zweden te bestuderen. Tussen 1995 en 1998 organiseerde hij met de Vlaamse vormingsdienst van de Katholieke Vereniging voor 10 Gehandicapten (KVG) een reizende tentoonstelling over de geschiedenis van de beeldvorming en de hulpverlening t.o.v. mensen met een handicap: Blikken zonder blozen. Sinds 1999 is hij voorzitter van de Raad van Bestuur van Nevelland, werkplaats voor aangepaste arbeid in Landegem. Ben Wuyts is freelance medewerker van organisaties zoals de Stichting Integratie Gehandicapten (SIG), de Gehandicaptenwerking Krekenland (GWK-Handicum), de Vlaamse Federatie voor Gehandicapten (VFG) en de Katholieke Vereniging voor Gehandicapten (KVG). Hij werkt geregeld mee aan studiedagen in verband met beeldvorming van personen met een handicap. Hij geeft geregeld vormingssessies aan onthaalpersoneel van o.a. musea en bibliotheken in opdracht van het stadsbestuur van Gent, het provinciebestuur van Oost- en West-Vlaanderen. Ben Wuyts is bij het brede publiek vooral bekend door zijn lezingen, gastcolleges en publicaties over historiek, beeldvorming, ethiek en de maatschappelijke positie van personen met een handicap. BIBLIOGRAFIE Verantwoordelijke uitgever van Mijn Kookmap, een losbladig receptenboek voor meervoudig gehandicapten en mensen die moeilijk kunnen lezen. Ten Dries/Nevelland, Landegem 1988 Anders, maar niet minder. Leven met een handicap Davidsfonds/Leuven, 1996, 3e druk 1997 In het handboek Orthopedagogiek en Maatschappij. Vragen en visies, samengesteld onder leiding van professor Eric Broekaert schreef Ben Wuyts een uitgebreide bijdrage onder de titel Historische schets van de maatschappelijke positie van mensen met een handicap in de West-Europese samenleving. Garant, Leuven-Apeldoorn, 1997 De geest rust nooit. Gelovigen in beweging Patmos/Pelckmans, Kapellen, 1997 11 Gewenst, ongewenst. Filosoferen over handicap In samenwerking met Katrien Baeke Stichting Integratie Gehandicapten, Destelbergen, 1998 Samen over de drempel. Mens en handicap Nevelland, Nevele, 2000, herdruk 2002 Contactgegevens: Ben Wuyts Wijngaard 39 9831 DEURLE (Sint-Martens-Latem) 09/282.58.02 0474/76.43.75 benjamin.wuyts@skynet.be benjamin.wuyts@arteveldehs.be 12 Presentatietekst Voorwerp van discriminatie of van liefdadigheid? Onthutsende kijk op gehandicapte mensen in de samenleving Van de klassieke Oudheid tot de rehabilitatie na de Tweede Wereldoorlog Wuyts schreef eerder over de maatschappelijke positie van gehandicapten vandaag Over narren, kreupelen, doven en blinden. Leven met een handicap Van de Oudheid tot nu Ben Wuyts Narren, kreupelen, doven, blinden en andere gehandicapten zijn van alle tijden, maar in de meeste geschiedenisboeken kom je ze niet tegen. Eeuwenlang werden mensen met een handicap of een chronische ziekte bespot, vernederd, uitgestoten of zelfs gedood. Ben Wuyts haalt hen uit de historische marginaliteit en brengt hen voor het eerst voor het voetlicht. Door de samenleving beschouwd als gestraft door de goden, bezeten door de duivel of zelfs als een teken van de degeneratie van het menselijke ras… Voorwerp van afkeer, spot of juist van liefdadigheid…: dit boek schetst een ontstellend beeld van de sociale situatie van gehandicapten door de eeuwen heen, van de klassieke Oudheid via de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd tot de rehabilitatie na de Tweede Wereldoorlog. BEN WUYTS studeerde geschiedenis aan de Universiteit Gent en werkte meer dan dertig jaar in een school voor motorisch en meervoudig gehandicapte kinderen. Hij is docent aan de Arteveldehogeschool Gent en aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen te Schaarbeek. Bij Davidsfonds/Leuven verscheen eerder van hem Anders, maar niet minder. Leven met een handicap. 13 Praktische gegevens Titel: Over narren, kreupelen, doven en blinden. Leven met een handicap. Van de Oudheid tot nu Auteur: Ben Wuyts Gebrocheerd, 184 p. ISBN: 90 5826 377 0 NUR: 695 Prijs: € 24, 95 Uitgever: Davidsfonds/Leuven Katrien de Vreese (uitgever-directeur) Griet Verhoeyen (pers en promotie) Blijde-Inkomststraat 79-81 3000 Leuven 016/310.600 Fax: 016/310.608 griet.verhoeyen@davidsfonds.be 14 CURSUS UNIVERSITEIT VRIJE TIJD Een verrassend boek…een onvergetelijke cursus Ben Wuyts doceert in het najaar voor Universiteit Vrije Tijd een cursus over ‘Historiek, beeldvorming en ethiek in verband met mensen met een handicap’. De cursus is toegankelijk voor een ruim publiek en vindt plaats in het auditorium van het Vormingsinstituut Guislain op maandag 2, 9, 16 en 23 oktober 2006, telkens van 14 tot 16 uur. Meer informatie? Universiteit Vrije Tijd Davidsfonds Blijde-Inkomststraat 77 3000 Leuven tel. 016/31.06.70 fax. 016/31.06.08 info@universiteitvrijetijd.be Elk semester is er een gratis cursusgids met het volledige aanbod en uitgebreide informatie over de cursussen. De cursus van Ben Wuyts zal opgenomen worden in de cursusgids Najaar 2006, die verschijnt in augustus. U kan hem aanvragen bij Universiteit Vrije Tijd. 15