Gezocht! Sleedoornpage © Vild aph oto - Jero en M ente ns 1 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 1 11-09-13 13:34 Bladwijzer Even voorstellen 3 Identiteitskaart 4-5 De waardplant 6 De cirkel is rond 7 Kapers op de kust! 8 Geschikte plekjes om te vertoeven 8 Bedreigde soort? 9 Nuttige tips 10 2 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 2 11-09-13 13:34 Even voorstellen... : bovenzijde van vro page uw tje orn do –© ee l S V to ho ap ild en Mentens Jero De sleedoornpage (Thecla betulae) is een relatief kleine vlinder die vooral te vinden is in bosranden met sleedoorn of op sleedoornhagen in de buurt van bossen, maar ook in stadsparken kan je de soort aantreffen. De onderzijde van de vleugels is oranjebruin met een opvallende dubbele witte lijn. De bovenzijde is egaal donkerbruin met oranje vlekjes bij de achterkant. Bij de vrouwtjes hebben de voorvleugels bovendien elk een grote opvallende niervormige oranje vlek. Aan de achterkant van de achtervleugel heeft de vlinder een kort en breed ‘staartje’, een kenmerk dat bij alle kleine pages voorkomt. De poten en het onderlichaam van de vlinder zijn opvallend wit behaard. De sleedoornpage bevindt zich meestal hoog in en rond boomtoppen, waardoor de kleine page heel moeilijk waar te nemen is. Pas wanneer de vrouwtjes afdalen om hun eitjes af te zetten, kan je ze met een beetje geluk tegenkomen. oto ph da Vil De sleedoornpage dankt haar naam aan het feit dat ze haar eitjes afzet op takken of doornen van sleedoorn (Prunus spinosa), hoewel ook op andere Prunus-soorten zoals pruiSleedoornpage: ond melaars of kriekenbomen soms eitjes worden erz ijde –© teruggevonden. De wetenschappelijke naam (Thecla betulae) en de oude Nederlandse naam ‘berkepage’ verwijzen vermoedelijk naar het feit dat de vlinders vaak een alleenstaande hoge boom (zoals een berk) gebruiken als ‘ontmoetingsplaats’. n Mentens Jeroe 3 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 3 11-09-13 13:34 sleedoornpage Franse naam Thécla du bouleau Latijnse naam Thecla betulae Synoniem berkenpage Grootte vleugels Lengte voorvleugel: ongeveer 17-18 mm, bij vrouwtje iets groter dan bij mannetje Kleur vleugels Bovenaan: *donkerbruin *bij vrouwtjes: opvallende oranje niervormige vlekken op voorvleugels ee Claerbout © Fr Nederlandse naam Identiteitskaart sleedoornpage Onderaan: lichtbruin tot oranje met opvallende dubbele witte lijn Vorm vleugels Opvallend kort en breed staartje op uiteinde van de achtervleugels Onderlichaam en poten Opvallend wit behaard Vluchtperiode Midden juli – eind oktober met piek tussen half augustus en half september 4 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 4 11-09-13 13:34 Verblijfplaats *Bosranden met sleedoorn *Sleedoornhagen in de buurt van bos *Stadsparken Ontmoetingsplaats Hoge alleenstaande boom nabij bosrand of uit haag opgaande boom Plaats van ei-afzetting *Op twijgen van sleedoorn of andere Prunus-soorten die in zuidelijk geëxposeerde bosranden of hagen groeien of staan * veelal in de oksel van de overgang van één- en tweejarig hout of aan de basis van een takdoorn Aantal afgezette eitjes *In totaal tot 150 *5 per dag op verschillende planten Vorm en grootte eitjes Afgeplatte golfballetjes van een speldenkop groot met een typisch geribbeld patroon Eitje van sleedoornpage - © Stéphane Claerebout Kleur eitjes Wit Metamorfose Augustus-september: ei-afzetting April-mei: rupsen komen uit eitjes Juni-juli: verpopping Juli-augustus: uitsluipen vlinders (ca. 30 dagen na verpopping) Voedsel Honingdauw, bij tekort: nectar 5 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 5 11-09-13 13:34 Sleedoorn in bloei – © Olivier Dochy Vruchten van sleedoorn – © Christophe Gruwier De waardplant* * Een waardplant of gastheer is een plant die een ander levend wezen nodig heeft voor zijn groei en vermeerdering. De sleedoornpage heeft zoals de naam doet vermoeden een nauwe band met sleedoorn, in het bijzonder voor de afzetting van de eitjes. Sleedoorn is een algemeen voorkomende doornige heester die veelal voorkomt in oude hagen en bosranden, vooral op rijkere bodemtypes. De struik is in het vroege voorjaar gemakkelijk te herkennen aan de vele witte bloemen en tegen het najaar draagt de plant tal van berijpte paarszwarte pruimpjes waarvan de wrange smaak bij de vogels zeer in trek blijkt te zijn. Uit archeologische vondsten blijkt dat sleedoorn hier al sinds ca. 5000 v.Chr. voorkomt. Al zeer vroeg in de geschiedenis werd de soort voor tal van toepassingen gebruikt. Met zijn sterke worteluitlopers vormt sleedoorn ondoordringbare struwelen, waardoor hij vroeger – veelal samen met meidoorn, wegedoorn, rozen, haagbeuk en tal van andere soorten – als perceelsafscheiding in heg- of haagvorm werd aangeplant. Door de dichte doornstructuur waren deze natuurlijke afsluitingen uiterst geschikt als veekering en kunnen ze gezien worden als de voorloper van de prikkeldraad. Het donkere, taaie hout – sleedoorn wordt ook wel zwarte doorn genoemd - werd vaak als bouwmateriaal gebruikt. 6 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 6 11-09-13 13:34 Ei-afzet op waardplant sleedoorn – © Free Claerbout Naast het nut voor de mens, biedt sleedoorn veilige nestgelegenheid voor vogels en ook heel wat zoogdieren kunnen er ongestoord foerageren of zich verschuilen. Voor bijen-, vlinder- en vliegensoorten is de plant een belangrijke nectar- en stuifmeelbron in de vroege lente. Verder vinden ook stippelmotten, kokermotten, bladwespen, de pruimebladgalmug, de sleedoornpage, … voedsel bij de sleedoorn. In ruil voor voedsel zorgen de insecten voor de bestuiving. Omwille van deze nauwe relatie met bloemzoekende insecten en de historische waarde van de plant is het behoud van de oorspronkelijke sleedoornhagen en -struwelen cruciaal en is bij aanplant in natuurgebieden het gebruik van autochtoon materiaal sterk aanbevolen. De cirkel is rond! De rupsen van de sleedoornpage verlaten de eitjes op het moment dat de sleedoorn in blad komt (april-mei ) en in een eerste fase leven de rupsen tussen de nog opgerolde bladeren. Later vertoeven ze op de onderzijde van de uitgegroeide bladeren. Vóór het verpoppen verkleuren de rupsen van groen naar paarsbruin en verhuizen naar de strooisellaag, waar ze zich verschuilen op dode bladeren of graspollen. De eerste vlinders verschijnen uiteindelijk vanaf halverwege juli en kunnen tot begin oktober waargenomen worden. De mannetjes verzamelen zich in de boomtoppen, waarna de vrouwtjes ernaartoe vliegen om te paren. De vrouwtjes vliegen vervolgens langsheen de bosrand of struweel op zoek naar verschillende geschikte planten voor de afzetting van een 5-tal eitjes per dag. 7 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 7 11-09-13 13:34 Kapers op de kust! Vele rupsen van de sleedoornpage worden opgepeuzeld door andere insecten en vogels en ook parasitoïden* (o.a. sluipvliegen en -wespen) zijn verantwoordelijk voor een aantal sterfgevallen. De poppen vallen dan weer vaak ten prooi aan muizen of loopkevers, terwijl de sterfte bij de eitjes hoofdzakelijk te wijten is aan ziektes. Van de gelegde eitjes zijn er dus slechts enkele die het tot volwassen vlinder kunnen schoppen. * Een parasitoïde is een organisme dat op een gastheer moet leven voor haar ontwikkeling en die de gastheer uiteindelijk ook doodt. Sommige sluipwespen leggen b.v. hun eieren in de eieren, larven of imago`s van andere insecten, waarna de larve van de sluipwesp zijn gastheer levend opeet. Geschikte plekjes om te vertoeven. De soort vereist een bosrijk landschap afgewisseld met voldoende open ruimte en een vrij grote verscheidenheid aan vegetatie. De aanwezigheid van voldoende sleedoornhagen en struwelen met jonge en vitale planten is onontbeerlijk. Verjonging van de planten kan door ze regelmatig te snoeien of af te zetten. ‘Typisch’ biotoop voor sleedoornpage – © Yves Adams © Yves Adams Belangrijk is om dit gefaseerd te doen, zodat niet alle eitjes verloren gaan of er geen planten voor ei-afzet meer over zijn. Verder heeft de soort ook nood aan markante (alleenstaande) bomen in de buurt van een bosrand die kunnen fungeren als ontmoetingsplaats. 8 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 8 11-09-13 13:34 Sleedoornpage op Boerenwormkruid – © Free Claerbout De vlinders voeden zich voornamelijk met honingdauw op bladeren en gaan slechts op zoek naar nectar bij een tekort aan honingdauw. Door hun korte roltong zijn ze afhankelijk van bloemen waarin de nectar gemakkelijk te bereiken is, zoals die van Sporkehout (Rhamnus frangula), Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum) en Guldenroede (Solidago sp.). Bedreigde soort? De sleedoornpage is een vrij zeldzame soort, die voornamelijk voorkomt in de zuidelijk helft van Vlaanderen. Op de Vlaamse Rode Lijst bevindt de soort zich in de categorie ‘momenteel niet bedreigd’. Aangezien sleedoornpage niet is opgenomen in het Soortenbesluit (2009) kent de soort geen wettelijke bescherming. In Wallonië is de soort vrij zeldzaam en kent een lokale verspreiding. Daar is de soort ‘momenteel niet in gevaar’. Door het verdwijnen van de kleinschalige landbouw, en daarmee ook de houtkanten en de bosranden kende de soort een achteruitgang toch halverwege de negentiger jaren. Ook het overmatig besproeien van fruitbomen kwam (komt) de soort zeker niet ten goede. Sedert 1995 breidt de sleedoornpage zich opnieuw uit. 9 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 9 11-09-13 13:34 Wist je dat? De sleedoornpage één van de campagnesoorten is binnen het Europees project BiPS (Biodiversité/Biodiversiteit Périurbaine/in de Stadsrand)? Het project BiPS omvat een uniek samenwerkingsverband en verenigt 7 partners uit Vlaanderen (Provincie West-Vlaanderen, Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels), Wallonië (Provincie Henegouwen en de gemeentes Komen, Estaimpuis en Moeskroen) en Frankrijk (Espace Naturel Lille Métropole). Het grensoverschrijdend aspect is uniek en noodzakelijk, want natuur stopt niet aan de grenzen! We streven samen naar een betere bescherming en het verhogen van de biodiversiteit in verstedelijkt gebied. Al gehoord dat… …natuurverenigingen en vrijwilligers al heel wat ondernemen om de sleedoornpage een betere toekomst te geven! In verschillende regio’s engageren natuurliefhebbers zich bij het zoeken naar (eitjes van) sleedoornpage om zo een beter beeld te krijgen op hun voorkomen en verspreiding. Op basis van de resultaten van deze inventarisaties kunnen verdere beschermingsmaatregelen worden uitgewerkt. Naar beheerders van natuur- en landbouwgebieden geeft de Provincie West-Vlaanderen aanbevelingen mee om het behoud van de soort te stimuleren. 10 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 10 11-09-13 13:34 Eitje van sleedoornpage – © Stéphane Claerebout © Olivier Dochy Nuttige weetjes en tips © Olivier Dochy Eitje van sleedoornpage – © Stéphane Claerebout Zeker weten dat... …ook jouw waarnemingen van sleedoornpage kunnen helpen! Indien je zelf een (eitje van) sleedoornpage ‘spot’, kan je je waarneming invoeren op waarnemingen.be. Ben je niet zeker dat het om sleedoornpage gaat? Geef dan meer uitleg over je waarneming op de website. Zo vind je op basis van een aantal kenmerken de soortnaam misschien toch nog terug. Foto’s van het dier zijn hierbij vaak een hulp! Wens je meer bij te leren over de herkenning van de sleedoornpage en andere vlinders of wil je meehelpen speuren naar eitjes van sleedoornpage? Neem dan contact op met de Zuid-West-Vlaamse insectenwerkgroep (roeland.libeer@telenet.be). 11 sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 11 11-09-13 13:34 Meer informatie www.bipsweb.eu Cette brochure existe aussi en français V.U.: Rik Samyn, dienst EEG, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41,8200 Sint-Andries Contact: cel.env@mouscron.be (pour la Wallonie) rmorvan@enlm-lille.fr (pour la France) 12 Foto’s: Vildaphoto, Shutterstock, Thierry Tancrez sleedoornpage_brochure_NED_131184.indd 12 11-09-13 13:34