- Scholieren.com

§3.1 Indianen en Kolonisten
Oorspronkelijke bewoners.
 Indianen




Columbus
1492 Amerika ontdekt.
Opdracht voor de Spaanse koning
Nieuwe zeeroute naar Indië



Jagen en verzamelen
Woonden in wigwams
Geloofden in meerdere natuurgoden



In het westen en oosten hadden een vaste woonplaats
Westen - Visvangst
Oosten -Maïs, bonen en peper
Kolonisten.
 Mensen die zich blijvend in een kolonie van hun vaderland vestigen.

Kwamen uit Europese landen.




Op de vlucht voor straf.
Op zoek naar rijkdom.
Vervolgd in hun eigen land.
Voedseltekort (Engeland)
Contact
 In het begin overleven de kolonisten dankzij de indianen.
 Indianen ruilen voedsel en bont ruilen voor messen en pistolen.
 Later steeds meer conflicten
 Indianen gaan nederzettingen aanvallen van de kolonisten of bekeerden zich tot het christendom.
 De kolonisten gaan de grond van de indianen verbranden, waardoor ze verder naar het westen
moeten trekken.
Indianen verliezen
 Slechtere wapens
 Geen contact tussen de stammen
 Ze kregen Europese ziektes
 Er kwamen steeds meer kolonisten. ‘

Rond 1700 was bijna heel de oostelijke kuststrook in handen van de kolonisten.
§3.2 Dertien kolonies bevechten hun vrijheid.
Ontevredenheid
 Belasting zonder toestemming.
1765
 Boston Tea Party (thee in het water omdat thee uit Engeland kwam en daar zat veel belasting op)
 Vanaf nu rechtstreeks bestuurt vanuit London
 Verloren hun recht op zelf bestuur en rechtspraak
 Kolonisten in Amerika bleven Engelse onderdanen.
Vrijheidsoorlog
1775-1783

Engeland stuurde 32 000 soldaten naar Boston







De Amerikanen richtten een gezamenlijk Amerikaans leger op.
George Washington was opperbevelhebber.
Het leger bestond uit soldaten, vrijwilligers en milities (leger onderdelen).
Het Amerikaanse leger bestond uit 18 500 man.
Ze kregen hulp van Spanje en Frankrijk
Spanje en Frankrijk gaven geld, wapens en soldaten
Gebieden
Één van de grootste veldslagen was in 1777 bij Princeton.
Onafhankelijkheidsverklaring
 De VS wint omdat:
 Hulp van Spanje en Frankrijk
 Engeland kent het land niet.
 Kolonisten waren fanatiek, want ze hadden niets te verliezen.



4 juli 1776
Verenigd in een unie
De Verenigde Staten van Amerika
§3.3 De VS krijgt een modern bestuur.

13 kolonies vergaderen + besluiten: vrijheid moet het belangrijkste kenmerk van de VS zijn.
Praktijk
 13 kolonies blijven aparte staatjes.
 Elke staat krijgt een grondwet (rechten + plichten van de burgers en bestuur).
 Elke staat krijgt een eigen bestuur (gekozen).
Invulling van de
Verlichting
afgekeken.
(Montesquieu)
 Er komt ook een landsregering = federaal bestuur.
Taken:
 Economie (bijv. dollar)
 Buitenlandse politiek = verhouding met buitenland.
Niemand mocht allen de macht hebben = scheiding der machten.
Machten:
 Wettenmakers= volksvertegenwoording


congres
Wettenuitvoerders= ministers en gekozen president (4jaar)
Rechtsprekers = straffen bij overtreding wet.
Rechters en hooggerechtshof.
§3.4 Slaven in de VS
16e / 17e eeuw: steeds meer kolonisten richting Noord-Amerika.
De meeste kolonisten beginnen aan de Oostkust een boerderij.
17e eeuw: Middenstuk + Zuidstuk ontstaan steeds meer grote boerderijen = plantages – meestal één product
verbouwd.
Middenstuk: tabak en tarwe
Zuidstuk: katoen, rijst en suiker.
De groei van deze plantages was zo snel:
 te kort aan arbeidskrachten (1660).
 Kolonisten wilden eigen bedrijf/ geen knecht zijn.
Oplossing:
Slavernij (al aanwezig in Midden + Zuid Amerika)
Uit Afrika worden steeds meer slaven gehaald.
Belangrijkste redenen slavernij:
 Goedkope arbeidskrachten.
 Nodig vanwege de steeds grotere plantages.
 Blanken voelden zich beter dan zwarten.
§3.5 De strijd om de afschaffing van de slavernij.
Begin van de strijd.
 Na 1783
 V.S. zelfstandig + grondwet

Noorden schafte tussen 1777 en 1804 de slavernij af.


Zwarten konden toen moeilijk een baan vinden of land kopen
In het zuiden waren nog steeds slaven.
Het Abolitionisme
 Redenen:


Problemen:
Middelen:



In het noorden ontstond industrie
Grondwet
Economie


In het zuiden plantages
Nieuwe staten




Geld inzamelen
Hulp aan gevluchte slaven
Publicaties
(Burger)oorlog
De strijd.
 1808
International slavenhandel verboden.
 Plantage houders gingen kinderen van hun slaven verkopen.



Burgeroorlog van 1861 tot 1865
De noordelijke staten wonnen.
Lincoln schafte in 1865 de hele slavernij in de VS af.