Zorgwijzer Hersenaandoeningen en seksualiteit Monique Weiland | René Prop Hersenstichting Nederland Colofon © 2005, 2007 Hersenstichting Nederland, Den Haag Alle rechten voorbehouden Auteurs drs. Monique Weiland, psychologe, en drs. René Prop, communicatiemedewerker Hersenstichting Nederland Vormgeving Eindeloos, Den Haag Druk Drukkerij Tesink, Zutphen ISBN 90-80297356 NUR 860 Deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Noch de maker, noch de uitgever stelt zich echter aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van eventuele onjuistheden en/of onvolledigheden in deze uitgave. Met dank aan drs. Jim Bender, revalidatie-seksuoloog, Sophia Revalidatie Den Haag |3 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding 5 1 Seksualiteit in de hersenen 9 • • • 9 2 3 4 Verlangen Opwinding Orgasme 7 9 10 Hersenaandoening en seksualiteit 11 • • Bio-psycho-sociaal model 11 Feiten en cijfers 12 Seksuele problemen 15 • • • • • Minder zin in seks 15 Opwindingsproblemen 16 Lichamelijke beperkingen 16 Seksuele ontremming 17 Effect van medicijnen 17 Naar een nieuw seksleven 19 • • • • • • Sekspartner 19 Anders vrijen 19 Hulpmiddelen 20 Seks in instellingen 21 Hulp zoeken 22 Tot slot 23 Literatuur Adressen 25 27 4 | Hersenaandoeningen en seksualiteit |5 Voorwoord Seksualiteit hoort bij het leven. Seksualiteit is tegenwoordig overal aanwezig; op televisie, op reclame-affiches, overal lijken mooie jonge mensen er plezier aan te beleven. Maar wat als een hersenaandoening roet in het eten gooit? Seksualiteit hoort bij het leven, dus ook bij het leven met een hersenaandoening. Veel mensen met een hersenaandoening ondervinden problemen met seksualiteit. Hierover is weinig informatie beschikbaar en evenmin wordt er veel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. In de hulpverlening is een veranderde seksualiteit niet een probleem waarover je gemakkelijk kunt praten. Op die keerzijde van seksualiteit rust een taboe. Patiëntenorganisaties merken dat problemen met seksualiteit vaak voorkomen. De Hersenstichting Nederland werkt met patiëntenorganisaties samen. Met name onderwerpen die overkoepelend van aard zijn, problemen dus die bij de achterban van deze organisaties spelen, worden door de Hersenstichting Nederland aangepakt. Voor individuele organisaties zijn deze onderwerpen vaak te abstract om op te pakken. Eerder werd namens een aantal patiëntenverenigingen een succesvolle zorgwijzer uitgegeven over karakterveranderingen; het onderwerp van het boekje dat voor u ligt, is in zekere zin een uitwerking van deze Zorgwijzer Karakterveranderingen. De Hersenstichting Nederland hoopt met de uitgave van deze Zorgwijzer patiënten, hun partners en patiëntenorganisaties een hulpmiddel te bieden dat van belang is voor de kwaliteit van het leven met een hersenaandoening. 6 | Hersenaandoeningen en seksualiteit |7 Inleiding De hersenen zijn het regelcentrum van ons gedrag en onze gevoelens. Ook onze seksualiteit wordt deels door de hersenen gestuurd. Om ‘zin in vrijen’ te hebben, om de seksuele opwinding vast te houden en om een orgasme te beleven, moeten ook de hersenen meewerken. Een hersenaandoening ontregelt de hersenen, waardoor ze juist niet meer zo goed meewerken. Veel mensen met een hersenaandoening ondervinden dan ook seksuele problemen. Deze brochure wil het verband tussen hersenontregeling en seksuele problemen duidelijk maken, in de hoop daarmee ook een beetje het taboe te kunnen opheffen dat nog vaak rust op problemen met seksualiteit. Deze brochure is niet bedoeld om informatie over specifieke hersenaandoeningen te bieden. Daarvoor bestaan andere informatiekanalen, zoals die van de Hersenstichting en van verschillende patiëntenverenigingen, waarvan de adressen achterin vermeld staan. In deze uitgave gaat het meer in het algemeen over de invloed die hersenontregeling op seksualiteit kan hebben, met diverse aandoeningen als voorbeelden. De lezer kan die informatie oppikken die voor hem of haar het meest bruikbaar is. Een boekje over hersenaandoeningen en seksualiteit kent immers vele beperkingen door de breedte van het onderwerp. Er zijn verschillen in de ernst van de aandoening; het maakt uit of de hersenaandoening al sinds de geboorte aanwezig is of in een later stadium plotseling toesloeg; leeft iemand zelfstandig of juist afhankelijk van zorg; is iemand maatschappelijk functionerend of juist sociaal geïsoleerd. En natuurlijk hangt seksualiteit samen met iemands persoonlijkheid en de aard en duur van een relatie. Als u deze zorgwijzer gelezen hebt, zult u begrijpen dat niet u of uw partner schuld heeft aan seksuele problemen, maar de hersenaandoening. En misschien geeft dat voldoende moed om u niet neer te leggen bij de situatie, maar actief op zoek te gaan naar mogelijkheden om dat deel van uw leven een nieuwe invulling te geven. Als dat zo is, dan is het doel van deze zorgwijzer bereikt. 8 | Hersenaandoeningen en seksualiteit Hoofdstuk 1 | Seksualiteit in de hersenen | 9 1 Seksualiteit in de hersenen Een belangrijk deel van de seksualiteit speelt zich af in de hersenen. Daar ontstaat het seksuele verlangen en komen de seksuele prikkels binnen die worden vertaald in wél of niet handelen. In de hersenen zijn de goede en slechte seksuele herinneringen opgeslagen. De hersenen regelen de seksuele impulsen. En uiteindelijk wordt ook de seksuele bevrediging in de hersenen ervaren. De hersenen zijn dus zowel het seksuele regelcentrum als het begin- en eindpunt van het seksuele proces. Tijdens seks doorloopt het lichaam een aantal fasen: het verlangen, de opwinding en het orgasme. Dat proces noemen seksuologen de seksuele respons cyclus. In elk van deze fasen hebben de hersenen een functie. Verlangen Het verlangen naar seks, ook wel genoemd libido, lustgevoel of ‘zin hebben’, ontstaat in de hersenen. Iemand krijgt ‘zin’ als hij bijvoorbeeld iets waarneemt dat prettige herinneringen oproept aan eerdere seksuele ervaringen. Dat kan een aanraking zijn, maar ook een geur, een gedachte of fantasie, een afbeelding of bepaalde muziek. Zo’n seksuele prikkel kunt u bewust en actief opzoeken, maar vaak gaat dat ook onbewust en dan weet u dus niet waardoor het lustgevoel wordt opgewekt. Via de zintuigen komen deze prikkels binnen en worden ze in de hersenen verwerkt. Er zijn bepaalde centra in de hersenen die de seksualiteit regelen: in de basale hypothalamus, de limbische cortex en de temporale kwab. De brandstof voor het seksuele verlangen is het hormoon testosteron. De aanmaak daarvan wordt gestuurd vanuit het hypothalamo-hypofysaire deel van de hersenen. Zowel bij mannen als bij vrouwen zorgt dit hormoon voor ‘zin in seks’. Opwinding Seksuele opwinding uit zich lichamelijk vooral door veranderingen in de bloeddoorstroming. De hartslag gaat vlugger, de ademhaling wordt sneller en het gezicht krijgt meer kleur. De grotere doorbloeding speelt zich echter vooral af in de geslachtsorganen: bij de vrouw wordt de vagina vochtiger en bij de man ontstaat een erectie. De doorbloeding op zichzelf gaat buiten de hersenen om, maar de opwinding kan wel groter of kleiner worden onder invloed van de hersenen. Die kunnen boodschappen doorgeven die de opwinding stimuleren maar ook seintjes geven die de opwinding afremmen. Zo kunnen seksuele fantasieën de opwinding vergroten, 10 | Hersenaandoeningen en seksualiteit maar zal een gedachte als ‘het gaat vast niet lukken’ een remmende werking hebben. Zo’n faalangstige gedachte zorgt ervoor dat de erectie weer verdwijnt. Orgasme Als de hersenen stimulerende boodschappen geven, is het vrijen prettig. De opwinding wordt groter en dan kan door aanraking en stimulering van de penis en de clitoris een orgasme optreden. Bij het klaarkomen krijgt de man een zaadlozing en bij de vrouw trekken de spieren rond de vagina en de baarmoeder onwillekeurig samen. Dit orgasme is een lichamelijk gebeuren, maar het orgasmegevoel wordt in de hersenen ervaren. Wanneer de verbinding tussen ruggenmerg en hersenen niet intact is (bijvoorbeeld bij een dwarslaesie), kan een man weliswaar zuiver lichamelijk een zaadlozing krijgen, maar hij zal dat niet ervaren als hoogtepunt en bevrediging. Met PET-scans kan men tegenwoordig aantonen welke hersengebieden betrokken zijn bij een orgasme. Daarbij blijkt dat de amygdala in de hersenen bij een orgasme veel minder actief is dan normaal. De amygdala is een hersengebied dat vooral erg actief is bij angst. Orgasme en angst gaan kennelijk niet samen; we moeten ons veilig voelen om klaar te komen. Als u angstig bent, verhinderen de hersenen dat u plezierige seks heeft. Diezelfde PET-scans laten zien dat tijdens een orgasme een ander hersengebied juist bijzonder actief is, het ventrale tegmentale gebied. Dit hersendeel wordt ook wel het beloningscentrum of genotscentrum genoemd. Hetzelfde gebied is actief als we lekker eten (en bij gebruik van sommige drugs). Een orgasme geeft dus, net als lekker eten, een gevoel van beloning en genot. Hoofdstuk 2 | Hersenaandoening en seksualiteit | 11 2 Hersenaandoening en seksualiteit Nu we weten dat een belangrijk deel van de seksualiteit zich afspeelt in de hersenen, zal het geen verbazing wekken dat een ontregeling van de hersenen kan leiden tot allerlei seksuele problemen. En dat is precies wat er gebeurt bij een hersenaandoening, die kan rechtstreeks de seksualiteit beïnvloeden. Maar dat is nog lang niet alles. Ook via indirecte wegen kan een hersenaandoening verstoringen in de seksualiteit veroorzaken. Jim Bender, seksuoloog bij een revalidatiecentrum, beschrijft hoe een hersenaandoening op drie fronten tegelijk invloed kan hebben op de seksualiteit: door biologische oorzaken, door psychologische invloeden en door sociale effecten van de hersenaandoening. Dit wordt het bio-psycho-sociaal model genoemd. Bio-psycho-sociaal model Biologisch Een hersenaandoening grijpt in op het normale functioneren van de hersenen. Verbindingen tussen hersendelen kunnen verloren gaan, seintjes worden niet meer goed doorgegeven, informatie wordt niet meer goed verwerkt, de zintuigen geven prikkels niet meer goed door, of de aansturing van de spieren is aangetast. Dat betekent dat een hersenaandoening kan leiden tot prikkelbaarheid, vermoeidheid, pijn, traagheid van denken en concentratieproblemen. Bovendien kan een hersenaandoening beperkingen veroorzaken in de zintuigen, spraak, cognitieve vermogens (onder meer denken, leren en geheugen), emoties en karakter. Al deze biologische veranderingen kunnen de seksualiteit beïnvloeden. De zin in seks kan verdwijnen, het wordt moeilijk een erectie te krijgen of het lukt niet meer om klaar te komen. Daarnaast gebruiken veel mensen met een hersenaandoening medicijnen die, door de directe werking in de hersenen, seksuele bijwerkingen hebben (zie hoofdstuk drie). Psychologisch Ook psychologische gevolgen van een hersenaandoening kunnen de seksualiteit veranderen. Een hersenaandoening roept gevoelens op die het zelfbeeld beïnvloeden, zoals onzekerheid, depressiviteit, angst, gebrek aan zelfvertrouwen, boosheid, schuldgevoelens, schaamte en afhankelijkheid. Het spreekt vanzelf dat dergelijke gevoelens hun weerslag hebben op de seksualiteit en dat er minder overblijft van de seksuele spontaniteit van voorheen. Bijvoorbeeld incontinentie of 12 | Hersenaandoeningen en seksualiteit angst voor een ‘ongeluk’ tijdens het vrijen geven een negatief beeld van het eigen lichaam, dat weer faalangst kan oproepen. De één zal sneller en beter dan de ander in staat zijn de beperkingen te accepteren en ermee om te gaan. Voor de één zal seksualiteit dan ook eerder weer tot de mogelijkheden gaan behoren dan voor een ander. Sociaal Ten derde zijn er sociale gevolgen. Een hersenaandoening heeft veelal grote invloed op de contacten met andere mensen. Partnerrelaties staan onder druk en veranderen. Afhankelijkheid en (over)bezorgdheid drukken een stempel op de relatie. Om een voorbeeld te noemen: door lichamelijke beperkingen kan iemand geen leidende en actieve rol in de seksuele omgang meer spelen, terwijl dat rolpatroon voorheen vast lag. De communicatie tussen partners kan verstoord zijn, er zijn misverstanden over en weer, de rollen zijn veranderd. Als de relatie niet meer is zoals voorheen, is de seksualiteit in de relatie evenmin hetzelfde. Mensen zonder relatie kunnen door hun hersenaandoening vaak moeilijker een partner vinden om seksualiteit mee te beleven. Bij jongeren kan een (aangeboren) hersenaandoening betekenen dat hun seksuele ontwikkeling door de hersenaandoening niet normaal verloopt. Zij vallen vaak buiten de maatschappelijke boot en worden door hun ouders beschermd, waardoor relatievorming en seksualiteit in de puberteit vaak worden overgeslagen. Hun problemen komen pas later naar voren, en die zijn dan heel anders dan bijvoorbeeld bij mensen die al dertig jaar een relatie hebben. Feiten en cijfers Uit wetenschappelijk onderzoek is weinig bekend over de mate waarin een hersenaandoening invloed heeft op de seksualiteit. Maar voor zover er cijfers zijn, blijkt telkens weer dat de seksualiteit na een hersenaandoening minder bevredigend verloopt. Enkele voorbeelden: Beroerte (CVA) Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar veranderingen in de seksualiteit bij echtparen van wie een van beiden een beroerte (CVA) heeft gehad. Steeds blijkt dat de zin om te vrijen enorm is afgenomen. Een jaar na het CVA vrijt nog maar 27 procent van de echtparen. Van de mannen klaagt 38 procent over erectieproblemen. Bijna de helft van zowel mannen als vrouwen krijgt na de beroerte moeilijker een orgasme dan voorheen. Hoofdstuk 2 | Hersenaandoening en seksualiteit | 13 MS Ook van MS-patiënten is bekend dat de seksualiteit problematisch wordt. Maar liefst tachtig procent van de mannen met MS zegt seksuele problemen te hebben, variërend van verminderd verlangen en erectiestoornissen tot het uitblijven van een orgasme. Bij vijftig procent van de vrouwen met MS is het seksuele verlangen afgenomen, wordt de vagina minder vochtig, is er pijn bij het vrijen en is het moeilijk een orgasme te krijgen. Traumatisch hersenletsel (ongeval) Onderzoek bij mensen met traumatisch hersenletsel toont aan dat een jaar na het ongeval nog 58 procent niet op het oude niveau van seksueel functioneren zit. Vooral de ‘zin in seks’ was sterk afgenomen. Schizofrenie Van de mensen die antipsychotische middelen krijgen, geeft de helft aan last te hebben van seksuele bijwerkingen als verminderde lustgevoelens en erectie- of orgasmestoornissen. Met name bij langdurig gebruik treden deze bijwerkingen op, waarbij er wel grote verschillen zijn tussen de diverse antipsychotische medicijnen. 14 | Hersenaandoeningen en seksualiteit Hoofdstuk 3 | Seksuele problemen | 15 3 Seksuele problemen Het is onmogelijk om de seksuele gevolgen van álle hersenaandoeningen te bespreken. Daarvoor zijn er te veel verschillende hersenaandoeningen met deels eigen specifieke gevolgen. Een aantal patiëntenverenigingen heeft informatie waarin seksualiteit aan de orde komt (zie Literatuur). Ieder mens met een hersenaandoening is uniek, zodat het nooit mogelijk is om aan te geven hoe een hersenaandoening in z’n algemeenheid de seksualiteit beïnvloedt. Wat ook meespeelt, is de leeftijd waarop de hersenaandoening optreedt. In het kader van deze brochure beperken we ons tot de meer algemene effecten van hersenaandoeningen op seksualiteit. Minder zin in seks Verlies van libido, ofwel ‘minder zin om te vrijen’ is wellicht het meest voorkomende gevolg van een hersenaandoening. Eerder lazen we al dat mensen hiervan last hebben na een beroerte, na een ongeval, bij MS en bij gebruik van antipsychotica. Maar ook mensen met Parkinson, een depressie, epilepsie of een whiplash geven aan dat ze minder lustgevoelens hebben. Dit kan rechtstreeks voortkomen uit de hersenaandoening zelf. Veelvoorkomende gevolgen van een hersenaandoening zijn bijvoorbeeld vermoeidheid en gebrek aan initiatief. Iemand die voortdurend moe is en voor wie het dagelijks leven een zware opgave is, zal logischerwijs minder zin in seks hebben. Ook hebben sommige medicijnen als bijwerking dat de zin in seks vermindert of verdwijnt. Naast deze biologische oorzaken beïnvloeden ook de psychologische gevolgen van de hersenaandoening de ‘zin in seks’. Kort na een hersenaandoening is het heel begrijpelijk dat seks niet zo belangrijk is en dat de aandacht naar andere dingen uitgaat. In een latere fase hangt het ervan af of iemand in staat is zijn aandoening zodanig te accepteren en te verwerken dat ook de seksuele behoeften weer terugkomen. Zelfs wanneer dit proces optimaal verloopt, is ‘de zin in vrijen’ niet zomaar terug. Soms ziet het lichaam er minder fraai uit door verlammingen of littekens. De fysieke mogelijkheden zijn veelal beperkt, en ook pijn kan een belemmering vormen. Dergelijke zaken kunnen iemand onzeker maken over de lichamelijke aantrekkelijkheid of een onzeker gevoel geven over de eigen mogelijkheden om seksueel te presteren. Ook veranderingen in een bestaande relatie kunnen maken dat iemand minder zin in vrijen heeft. De communicatie met de partner kan bemoeilijkt zijn door gevoelens van schuld of schaamte, door afhankelijkheid, spraakproblemen of het onvermogen emoties te tonen. Ook de partner kan de lust tot vrijen vergaan als de hersenaandoening karakterveranderingen met zich heeft meegebracht, zoals agressie, seksuele ontremming of sterk egocentrisch gedrag. 16 | Hersenaandoeningen en seksualiteit Opwindingsproblemen Als de seksuele lust wel aanwezig is, dient zich het volgende probleem aan: de fase van de seksuele opwinding. Seksuele opwinding gaat gepaard met grotere doorbloeding van de seksuele organen. Daardoor krijgt de man een erectie en de vrouw een vochtigere vagina. Om gemeenschap mogelijk en plezierig te maken, moet de doorbloeding dus goed functioneren. Nu blijkt dat bij veel hersenaandoeningen de opwinding verstoord is. Mannen en vrouwen die een beroerte hebben gehad klagen hierover, maar ook mensen met epilepsie, MS of Parkinson. Zoals we eerder gezien hebben, gaat de doorbloeding op zichzelf buiten de hersenen om. Maar de hersenen zenden wel boodschappen uit die de opwinding stimuleren of afremmen. Er zijn veel remmende boodschappen denkbaar bij een hersenaandoening. Zo kunnen lichamelijke beperkingen het sein geven ‘laat maar zitten, dit wordt veel te ingewikkeld’ of ‘dit gaat te lang duren, dat hou ik niet vol’. En ook pijn zal de seksuele opwinding snel doen afnemen. Angst en onzekerheidsgevoelens zijn de grootste boosdoeners bij de verstoring van de seksuele opwinding. Zo kan na een CVA en bij epilepsie de vrees meespelen dat te grote opwinding zal leiden tot een herhaling van een beroerte of tot een aanval. Faalangst speelt mannen met een zwakke erectie vaak parten; de gedachte ‘het gaat vast niet lukken’ is een remmende boodschap uit de hersenen die de erectie doet verdwijnen. Ook gedachten als ‘ik voldoe vast niet aan de verwachtingen’ of ‘wie heeft er nou nog zin in dit lichaam’ of ‘ik kan zelf bijna niets en ben alleen maar afhankelijk’ zullen de seksuele opwinding snel doen verminderen. Waarschijnlijk kunt u zelf vanuit de eigen ervaring nog wel meer remmende gedachten invullen. Lichamelijke beperkingen Een hersenaandoening kan de motoriek (bewegingen) verstoren. Zo heeft iemand met Parkinson een gebrek aan dopamine, de boodschapperstof in de hersenen die belangrijk is voor het regelen van de motoriek. De bewegingsmogelijkheden zijn daardoor beperkt met als gevolg een stijve lichaamshouding, traagheid en een verstard gezicht. Na een beroerte of een hersentrauma kunnen verlammingen optreden, of spasticiteit en krachtverlies in de spieren. MS-patiënten hebben last van spierkrampen en spierzwakte; whiplashpatiënten kunnen hun nek veelal niet meer belasten; ataxie-patiënten kunnen spieren en bewegingen niet meer coördineren; ook bij OPS en dementie raakt het bewegingsapparaat aangetast. Al deze beperkingen in de bewegingsvrijheid maken dat de seksualiteit niet meer op de vertrouwde manier mogelijk is. Sommige houdingen bij het vrijen zijn onmogelijk geworden of het lukt niet meer om op de oude manier te strelen. De bewegingen kunnen ongecontroleerd zijn, waardoor strelingen te ruw zijn of op de verkeerde plaats terechtkomen, of er kunnen onwillekeurige bewegingen optreden. Als de gevoeligheid van de huid in sommige lichaamsdelen is verdwenen, kunnen Hoofdstuk 3 | Seksuele problemen | 17 deze geen erotische prikkels meer ervaren noch doorsturen naar de hersenen. Ook aantasting van het vermogen tot spreken (afasie), ruiken of zien beïnvloeden de seksualiteitsbeleving. Seksuele ontremming Verstoorde seksuele impulsbeheersing (ofwel ‘oversekst’ gedrag) is een groot probleem. Voor de patiënt, zijn sociale omgeving en zeker voor de partner. Seksuele ontremming kan zich uiten doordat iemand voortdurend seksuele toespelingen maakt, te pas en (vaak) te onpas wil vrijen of masturberen, of anderen seksueel lastig valt. Van een normaal seksueel functioneren is dan weinig sprake meer. Seksuele ontremming kan optreden bij diverse hersenaandoeningen, afhankelijk van de plek van beschadiging in de hersenen. Dit gedrag kan een direct gevolg zijn van de aandoening door karakterverandering, controleverlies en verhoogde impulsiviteit. Als de frontale hersenkwab beschadigd is, ontbreekt het iemand aan inzicht en beoordelingsvermogen over wat normaal of abnormaal is. Hij of zij weet echt niet meer dat het ongepast is om in het openbaar seksuele verlangens te uiten. Iemand kan reacties van andere mensen niet meer goed interpreteren, waardoor hij of zij moeilijk te corrigeren is. De ontremming kan ook optreden bij mensen in een manische fase (bipolaire stoornis), waarbij grote risico’s kunnen worden genomen waar men achteraf spijt van krijgt. Overigens is ‘seksueel ontremd gedrag’ een subjectief oordeel dat in de hulpverlening problemen kan opleveren: zo kan ontremming bij een geremd iemand leiden tot een normaler seksueel gedrag, dat echter voor de partner toch als schokkend wordt ervaren. Om misverstanden te voorkomen: het gaat hier niet om het ongepaste gedrag dat soms bij dementie optreedt. Bij dementie kan sprake zijn van decorumverlies, waardoor bijvoorbeeld een man na een bezoek aan het toilet de kamer inloopt met zijn penis uit de broek. Hij is dan als het ware vergeten dat dat niet hoort. Dat heeft echter niets te maken met seksuele ontremming. Effect van medicijnen Geneesmiddelen die patiënten met een hersenaandoening veelal moeten gebruiken, hebben vaak bijwerkingen die leiden tot veranderingen van het seksuele verlangen, de opwinding en/of het orgasme. Bespreken van alle medicatie en hun mogelijke bijwerkingen, is in het kader van deze brochure onmogelijk; we beperken ons tot enkele voorbeelden: • Bloeddrukverlagende middelen worden veel voorgeschreven bij CVA-patiënten. Omdat deze middelen als het ware ook de druk in de bloedvaten van de geslachtsorganen verlagen, kan dit leiden tot een minder goede erectie en tot minder vochtig worden van de vagina. • Antidepressiva zijn er in soorten en maten. De meeste hebben een libidover- 18 | Hersenaandoeningen en seksualiteit • • • • minderend effect en leiden tot erectieproblemen, een droge vagina en tot een droge mond, wat zoenen minder fijn maakt. De zogenaamde SSRI’s (zoals Seroxat, Fevarin en Prozac) geven vaak een vertraagde zaadlozing bij mannen en kunnen het orgasme bij vrouwen bemoeilijken, terwijl andere middelen (Aurorix en Remeron) daar nauwelijks invloed op hebben. Sommige anti-epileptica doen de testosteronspiegel dalen waardoor het seksueel verlangen afneemt. Kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen kunnen het normale seksuele functioneren verstoren, al was het maar doordat slaperigheid en moeheid minder ‘zin’ geven. Sommige medicijnen bij Parkinson (levodopa, apomorfine) hebben een libidoverhogend effect en zorgen voor betere erecties. Voor de één is dat positief omdat het de libidoverlaging en erectieproblemen ten gevolge van de ziekte compenseert; bij een ander kan het leiden tot onbedwingbare seksuele lust en veeleisendheid. De meeste psychofarmaca (middelen tegen psychische verschijnselen als angst en agressie) leiden tot een verminderd libido. Daarnaast kan een middel als lithium indirecte bijwerkingen op de seksualiteit hebben, zoals een droge huid. Praten over seksualiteit is voor patiënten vaak moeilijk. Maar ook veel artsen vinden het niet gemakkelijk om een professioneel gesprek te beginnen over seksuele problemen, al weten ze dat medicatie seksuele bijwerkingen kan hebben. Als de invloed van de medicijnen een belemmering is voor een prettig seksueel leven, overwin dan uw schroom en bespreek het met de arts die u de medicijnen voorschrijft. Hij kan uitleg bieden, wijzen op de mogelijkheid dat na verloop van tijd spontaan de klachten verdwijnen, de dosering aanpassen of wellicht een ander middel geven dat de negatieve bijwerkingen tegengaat. Hoofdstuk 4 | Naar een nieuw seksleven | 19 4 Naar een nieuw seksleven Een hersenaandoening kan het normale seksuele leven danig verstoren. Zoals het was, is het niet meer, en de spontaniteit is er (voorlopig) af. Dat betekent echter niet dat seks nu maar geschrapt moet worden. Daarvoor is het voor velen een te belangrijk onderdeel van het leven. Seksualiteit verhoogt de kwaliteit van leven, het biedt intimiteit, ontspanning, verbondenheid en troost. Door een hersenaandoening is de vanzelfsprekendheid in het hele leven weg. Op alle fronten moeten nieuwe maatregelen worden getroffen en aanpassingen bedacht, en dat geldt ook voor het seksuele leven. Dat vraagt om actie en initiatief, want seksuele problemen lossen zich niet vanzelf op. Leeftijd, levensfase, geslacht, persoonlijkheid, opvoeding en cultuur zijn aspecten die de beleving van seksualiteit meebepalen; ook die factoren bepalen de kans op succes in het proces van aanpassing aan een nieuwe situatie. Sekspartner Voor mensen in een bestaande relatie is het belangrijk zich te realiseren dat de seksuele problemen niet aan hem of haar liggen, maar dat de hersenaandoening de boosdoener is. Met dat inzicht is het mogelijk samen op zoek te gaan naar nieuwe manieren om het seksueel goed met elkaar te hebben. Dat zal moeite en tijd kosten. Het vraagt ook moed om bekende patronen los te laten en alternatieven uit te proberen. Hoe beter de (seksuele) relatie was voor de aandoening, hoe groter de kans dat het erna goed blijft of op een andere manier weer goed wordt. Partners die voorheen al open waren over hun seksuele wensen en al gewend waren te experimenteren op seksueel gebied, passen zich vaak beter aan de gewijzigde omstandigheden aan. Voor alleenstaanden met een hersenaandoening, kan het vinden van een (seksuele) partner moeilijk zijn. Een aangeboren hersenaandoening kan het opdoen van seksuele ervaring verhinderen. Als zij seks willen beleven, blijken ze in de praktijk vooral aangewezen op masturbatie. De hulpmiddelen die hieronder beschreven staan, kunnen daarbij van pas komen. Soms kan een goede prostituee uitkomst bieden, bijvoorbeeld via de ‘seksuele dienstverlening’ zoals die beschreven staat bij ‘seks in instellingen’. 20 | Hersenaandoeningen en seksualiteit Anders vrijen Veel mensen weten niet dat vrijen ook prettig kan zijn zonder gemeenschap te hebben, of dat een man kan klaarkomen zonder een erectie te hebben. De meeste mensen weten wél dat lichamelijke aanraking heel plezierig is en dat intimiteit en opwinding ervaren worden bij knuffelen, strelen en zoenen, ook zonder dat er ‘echt gevreeën’ wordt. • Maak elkaar duidelijk wat je seksuele gevoelens, wensen en zorgen zijn. Daarmee schep je de voorwaarden waaronder je samen naar nieuwe mogelijkheden kunt zoeken. • Ontdek (opnieuw) welke plekken van het lichaam een prettig gevoel geven als ze gestreeld of gezoend worden. Van oorlel tot billen, van mond tot voeten, van kruintje tot tepels, elk lichaamsdeel kan een erogene zone zijn en genieten van streling. • Als gemeenschap in de ‘klassieke’ houding niet meer kan, door lichamelijke beperkingen of door moeheid, probeer dan eens een andere houding. Mogelijkheden zijn: man op de rug liggen en vrouw op hem zittend of liggend; beiden op de zij liggen als ‘lepeltjes’ met de man achter; de man zit en de vrouw zit bij hem op schoot met gezicht naar hem toe. • Als gemeenschap niet meer mogelijk is of onprettig, breng elkaar dan met de hand of de mond tot opwinding en orgasme. Ook kan het heel opwindend zijn te zien hoe de ander zichzelf stimuleert en tot orgasme brengt. • De meeste mensen vrijen ’s avonds in bed met elkaar. Maar het kan zijn dat vanwege moeheid ’s morgens of ’s middags vrijen beter is, en het kan ook op de bank of een stoel in plaats van in bed. • Laat uw seksleven niet leiden door het motto ‘spontaan of anders maar niet’. Doe er iets voor, maak er werk van, zet het desnoods in de agenda. • Sta u zelf toe actief seksuele prikkels op te zoeken (muziek, plaatjes, verhaaltjes, lingerie, video’s) en schep de juiste sfeer om uzelf in de stemming te brengen. • Zoals remmende gedachten de seksuele opwinding kunnen verstoren, zijn er ook gedachten die de opwinding kunnen bevorderen. Denk aan fijne seks en maak actief gebruik van seksuele fantasieën. Hulpmiddelen Seksuele hulpmiddelen kunnen er niet voor zorgen dat u zin krijgt in seks; ze kunnen wel de opwinding vergroten (erectie, vochtig worden), het vrijen makkelijker of prettiger maken, of een orgasme dichterbij brengen. Er zijn allerlei gebruikelijke ‘hulpmiddelen’. Vrouwen vinden het soms prettig een kussen onder het bekken te doen bij de gemeenschap; ook sexy kleding, erotische verhalen, video’s of het gebruik van (massage)olie bij het vrijen zijn hulpmiddelen. De volgende hulpmiddelen zijn misschien minder bekend. Hoofdstuk 4 | Naar een nieuw seksleven | 21 • Mannen met erectieproblemen kunnen diverse middelen aanwenden. - Erectiepillen (Viagra, Cialis of Levitra). Vanaf ongeveer een half uur na inname leidt erotische prikkeling tot een erectie die zo lang kan blijven bestaan als de seksuele stimulering duurt. Laat u niet verleiden om deze pillen via internet aan te schaffen, maar doe het via uw huisarts, zodat u zeker bent van de juiste dosering (want de combinatie met sommige medicijnen is gevaarlijk). - Injectie (zelf te doen) met Androskat (soms vergoed door zorgverzekeraar). Zorgt voor een goede erectie die gemeenschap mogelijk maakt. - Steuncondoom. Een condoom met een dubbele wand die je oppompt zodat de penis stijf wordt. - Vacuümpomp. Dit is een koker die u over de slappe penis doet, waarna u met een pompje de lucht wegzuigt, waardoor de penis stijf wordt. Dan schuift u de elastische ring die om de koker zit over de basis van de penis zodat het bloed niet kan terugstromen en haalt u de koker weg. • Vrouwen die last hebben van een te droge vagina, kunnen bij iedere drogist een glijmiddel kopen, bijvoorbeeld Sensilube, KY-jelly of een modern glijmiddel op siliconenbasis. Ook zonder droge vagina kan een glijmiddel goede diensten doen. Bij de man kan de erectie ermee verbeteren en bij man en vrouw kan het helpen om gemakkelijker een orgasme op te wekken. • Vrouwen die moeilijk een orgasme krijgen, kunnen baat hebben bij een vibrator. Meestal zijn dit rubberen of plastic staven in de vorm van een penis, met een instelbare trilfunctie. Aangezien de meeste vrouwen niet vaginaal klaarkomen, maar door stimulering van de clitoris, is de vibrator het best uitwendig te gebruiken (en is de penisvorm niet per se de beste vorm). Seksuele hulpmiddelen als steuncondoom, vacuümpomp en vibrator kunt u kopen in sekswinkels of bestellen via postorderbedrijven. Dat laatste heeft als voordeel dat ze in een neutrale verpakking bij u thuis afgeleverd worden. Adressen vindt u verderop. Seks in instellingen Veel mensen met een hersenaandoening kennen het leven in een instelling van binnenuit, tijdelijk of blijvend. Na een coma, beroerte of hersentrauma volgt veelal een periode in een revalidatiecentrum met soms aansluitende opname in een verpleeghuis. Mensen met een stoornis als schizofrenie, ernstige depressie of manisch-depressiviteit kunnen worden opgenomen in een psychiatrische instelling. Mensen met een verstandelijke handicap, ernstig autisme of zware epilepsie verblijven soms in een instelling. En mensen met ernstige vormen van dementie, Parkinson of OPS komen uiteindelijk vaak in een verpleeghuis terecht. Seksuele behoeften verdwijnen niet door het leven in een instelling. Onderzoek 22 | Hersenaandoeningen en seksualiteit heeft uitgewezen dat naast slaapproblemen de seksuele behoeften van patiënten het grootste probleem vormen in psychiatrische instellingen. Ook in verpleeghuizen is het seksuele verlangen bij velen aanmerkelijk groter dan hun mogelijkheden om seksuele activiteiten te ondernemen. En in revalidatiecentra is seksualiteit nog te vaak geen onderwerp van gesprek. Revalidatie beoogt mensen te begeleiden zodat ze weer zo goed mogelijk kunnen functioneren. Daarin zou ook het seksueel functioneren een onderdeel moeten zijn. Toch is het onderwerp seksualiteit nog te vaak een taboe en is het zeker niet ‘gewoon’ dat mensen in een instelling seksueel actief kunnen zijn. Hulpverleners neigen ernaar seksualiteit te begrenzen. In psychiatrische instellingen hebben relatief veel cliënten een verleden van seksueel misbruik. Bescherming van deze kwetsbare mensen staat in de hulpverlening voorop. Er bestaat geen landelijk beleid over seksualiteit, het is aan de instellingen zelf om een beleid hierover in te voeren. Seksualiteit werd altijd gezien als een privézaak, waarvoor regels niet passen. Seksualiteitsbeleid kan ontstaan na incidenten, maar toch gaan nu steeds meer instellingen al eerder een beleid over seksualiteit ontwikkelen. Dat heeft voor medewerkers van een instelling het voordeel dat ze weten waaraan ze toe zijn en waar de grenzen van hulpverlening liggen. (Zie ook de Rutgers Nisso Groep, onder Adressen) Er wordt niet alleen ‘negatief’ beleid ontwikkeld, gericht op het voorkómen van negatieve kanten van seks zoals ongewenste zwangerschappen of seksueel misbruik. Steeds vaker ontwikkelen instellingen ook ‘positief beleid’, waarin het recht op seksualiteit voor de bewoner erkend wordt en de instelling faciliteiten schept om seksualiteit te kunnen beleven. Er wordt dan actief voorlichting gegeven met adviezen over bijvoorbeeld masturbatie of het gebruik van hulpmiddelen, en seksualiteit is een gespreksonderwerp dat normaal bij de behandeling hoort. Ook worden er praktische mogelijkheden geboden voor mensen met een partner om zich samen ongestoord terug te trekken. Voor mensen zonder partner wordt in enkele instellingen voor verstandelijk gehandicapten en voor psychiatrisch patiënten bemiddeld bij het vinden van een sekspartner. Een van de mogelijkheden is ‘seksuele dienstverlening’ via het inhuren van een gespecialiseerde en betrouwbare prostituee (m/v) die de seksuele wensen van een bewoner kan helpen vervullen. De Stichting Alternatieve Relatiebemiddeling (SAR) heeft vrouwen en mannen in dienst die zich speciaal richten op seksuele dienstverlening aan lichamelijk of verstandelijk gehandicapten, aan autisten en aan psychiatrische patiënten (zowel in de thuissituatie als in een instelling). Een uitgebreide kennismaking en voorbespreking gaat vooraf aan de seksuele ontmoeting. Hoofdstuk 4 | Naar een nieuw seksleven | 23 Hulp zoeken Om het verstoorde seksuele leven weer een nieuwe kans te geven, is het eerste wat u moet doen: erkennen dat er problemen zijn, aangeven dat u het anders wilt, en daarmee naar buiten komen. Bespreek met het revalidatiepersoneel of met uw arts welke problemen u ervaart. U kunt bespreken in hoeverre de klachten samenhangen met de hersenaandoening en bekijken welke mogelijkheden er zijn op het gebied van medicijngebruik, hulpmiddelen of behandeling. Als u er samen met uw partner niet uitkomt, kunt u ook de hulp inroepen van een medisch seksuoloog. Deze hulpverleners zijn erin gespecialiseerd om samen met u de seksuele problemen te analyseren en naar oplossingen te zoeken. Verderop vindt u adressen om zo iemand te vinden. Academische ziekenhuizen, diverse algemene ziekenhuizen en ook een aantal GGZ-instellingen hebben een poli seksuologie. Tot slot Praktische problemen vragen om praktische oplossingen, maar niet iedereen kan zo nuchter denken wanneer het gaat om seksualiteit. Als het u lukt de lichamelijke intimiteit nieuw leven in te blazen en – al is het op een andere manier – weer te genieten van seks, hebt u uzelf (en uw partner) een groot cadeau gegeven: u hebt uw kwaliteit van leven verhoogd. 24 | Hersenaandoeningen en seksualiteit Literatuur | 25 Literatuur Het brein belicht, M.H.J. Wolters-Schweitzer en C.L. Beuger (red.). Utrecht, Lemma, 2001. Hoofdstuk 11: Seksualiteit na hersenletsel door W.L. Gianotten. Klagen helpt niet, daar word je niet beter van, Johan Peters, uitgave MEE Rotterdam, ISBN 9080958719 Seksualiteit, chronische ziektes en lichamelijke beperkingen: kan seksualiteit gerevalideerd worden? Jim Bender, in Tijdschrift voor Seksuologie, 2003, 27, pagina 169177 Patiëntenverenigingen met een speciale uitgave, themanummer of artikelen over seksualiteit: • Nederlandse Vereniging voor Autisme • Vereniging Cerebraal • Parkinson Patiënten Vereniging • Multiple Sclerose Vereniging Nederland 26 | Hersenaandoeningen en seksualiteit Adressen | 27 Adressen Nederlandse Vereniging voor Seksuologie Voor namen en adressen van seksuologische hulpverleners die zijn aangesloten bij de NVvS. Sommigen zijn gespecialiseerd in seksuele problemen die samenhangen met handicaps en ziekte. Postbus 113 , 5660 AC Geldrop 040-285 22 12 www.seksuologen-nederland.nl Rutgers Nisso Groep Landelijk kenniscentrum op het gebied van seksualiteit. RNG heeft de brochure uitgegeven Zonder schroom over de gevolgen van een chronische ziekte op het seksuele leven. Ook heeft RNG een handboek seksualiteitsbeleid voor GGZ-instellingen ontwikkeld. Oudenoord 176-178, 3513 EV Utrecht 030-231 34 31 www.rng.nl Hulpmiddelen Hulpmiddelen zijn verkrijgbaar in gespecialiseerde winkels. Twee voorbeelden van commerciële websites waar deze worden verkocht zijn www.christineleduc.com (0900-722 63 29, 20 ct. p.m.) en www.pabo.nl (0900-722 63 64, 20 ct. p.m.). U kunt een catalogus aanvragen en vervolgens on-line of telefonisch bestellen. Aflevering van de bestelling gaat in neutrale verpakking via TPG post. Stichting Alternatieve Relatiebemiddeling (stichting SAR) Bureau voor seksuele dienstverlening aan mensen met een handicap. Gerard Noodtstraat 1, 3515 VV Utrecht 030-696 08 09 www.stichtingsar.nl Stichting Vriendstap.nl Een non-profit contactbureau op internet voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Postbus 230, 5680 AE Best www.vriendstap.nl www.leefwijzer.nl Algemene site voor en van mensen met een handicap of chronische ziekte. Klik op ‘sex & schoonheid’ voor informatie en ervaringsverhalen. www.zoenenenzo.nl Website over relaties en seksualiteit voor jongeren met een handicap. Patiëntenverenigingen Afasie Vereniging Nederland (spraak- en taalstoornis) Bakenbergseweg 125, 6814 ME Arnhem 026-351 25 12 www.afasie.nl Angst, Dwang en Fobiestichting Hoofdstraat 122, 3972 LD Driebergen 0900-200 87 11 www.adfstichting.nl 28 | Hersenaandoeningen en seksualiteit Anoiksis (schizofrenie) Gansstraat 67 A, 3582 EC Utrecht 030-254 61 13 www.anoiksis.nl Cerebraal (hersenletsel) Postbus 8579, 3503 RN Utrecht 030-296 44 69 www.cerebraal.nl CVA-Samen Verder (beroerte) Postbus 132, 3720 AC Bilthoven 030-659 46 50 www.cva-samenverder.nl Multiple Sclerose Vereniging Nederland Postubus 30470, 2500 GL Den Haag 070-37 47 777 www.msvereniging.nl Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) Prof. Bronkhorstlaan 10, 3723 MB Bilthoven 030-22 99 800 www.autisme-nva.nl Parkinson Patiënten Vereniging Postbus 46, 3980 CA Bunnik 030-656 13 69 www.parkinson-vereniging.nl Stichting Gilles de la Tourette Postbus 925, 3160 AC Rhoon 0900-77 66 554 www.tourette.nl Stichting HersenletselOrganisaties Nederland Postbus 69, 3980 CB Bunnik 030-656 28 48 www.hersenletselorganisaties.nl Stichting Het Coma-Hospitium (verblijf voor coma-vigilpatiënten) Schoolstraat 5, 1404 HK Bussum 035-691 25 96 www.coma-hospitium.nl Vereniging Ypsilon (ouder-en familievereniging voor schizofrenie en psychoses) Prins Bernhardlaan 177, 2273 DP Voorburg 088-000 21 20 www.ypsilon.org Whiplash Stichting Nederland Postbus 105, 3980 CC Bunnik 030-65 65 000 www.whiplashstichting.nl Adressen van andere organisaties op neurologisch en psychiatrisch terrein vindt u via (de website van) de Hersenstichting Nederland.